Europees ontwikkelingsbeleid mag geen ver-van-mijn-bed-show zijn
dinsdag, 2 december 2008 - 12:34
Of we het nu graag willen of niet, het beslissingsniveau van de Europese Uniei heeft een steeds grotere impact op allerlei beleidsterreinen, ook op het vlak van ontwikkelingssamenwerkingi, de kwaliteit van de hulp, de liberaliseringi van diensten en handel en de markttoegang en steun aan boeren. In het licht van de verkiezingen voor het Europees Parlement van juni 2009 is het voor iedereen die begaan is met het Zuiden van het grootste belang om dit - toegegeven vaak ingewikkelde - Europese niveau beter te leren kennen. Daarom organiseerden 11.11.11 en CNCD samen met Coprogram-Acodev en de Europese confederatie CONCORD een studiedag over Europa. CONCORD groepeert de nationale platformen van NGOs in de 27 lidstaten van de EUi en is als zodanig de gesprekspartner bij uitstek voor de Europese Commissie over themas die met het ontwikkelingsbeleid te maken hebben. Aan Franstalige kant is de belangstelling voor Europa blijkbaar veel groter dan aan Vlaamse kant, te oordelen naar het aantal aanwezige NGO-medewerkers.
Olivier Consolo, directeur van CONCORD, wees op de enorme verantwoordelijkheid van Europa voor het vinden van creatieve oplossingen voor de wereldwijde crises (voedseli, energie, financiën, handel) waarmee we momenteel worden geconfronteerd. Als de ongeveer vier miljoen NGO-activisten in de EUi hun krachten bundelen, kunnen ze door middel van gericht lobbywerk het beleid in gunstige zin ombuigen. De verkiezingen van volgend jaar vormen een goed moment om de basis te overtuigen van het belang van de EUi in deze essentiële kwesties. Een grondige hervorming van het Europese landbouwbeleid dringt zich op, waarbij de nationale belangen zullen moeten wijken voor een globale aanpak van de voedselcrisis. De moeizame onderhandelingen in het kader van de EPAs (Economische Partnerschapsakkoordeni) tonen aan dat de EUi de eigen handelsbelangen laat primeren op de ontwikkelingskansen van de armste landen. Het verzet tegen de EPAs is in Afrikai en de Cariben dan ook veel feller gebleken dan de Europese partners hadden gedacht. De NGOs moeten er voor opletten dat ze zelf hun eigen agenda kunnen blijven bepalen en niet de uitvoerders worden van wat de donoren zouden willen. Met het jaarlijkse rapport Aid Watch wil CONCORD een kritische doorlichting bieden van de sector. Consolo riep ook op tot het vormen van coalities met partners die de nodige expertise kunnen bijbrengen op het vlak van migratiei, klimaat en vakbondeni.
Gérard Karlshausen van CNCD en vertegenwoordiger van het Belgisch platform (Coprogram en Acodev samen) in CONCORD hield een pleidooi voor meer politieke toekomstvisie en minder technisch discours op Europees vlak. Alleen dan zouden de themas voldoende aantrekkelijk blijven voor de achterban. Dimitri Verdonck, medewerker van Europees Parlementslid Alain Hutchinson (PS), waarschuwde ervoor dat EUi-landen al te gemakkelijk de financiële crisis inroepen om hun engagementen voor het bereiken van de 0,7%-norm terug te schroeven. Als er geen extra financiële middelen komen, zullen de VN-Millenniumdoelstellingen nooit tegen 2015 worden gehaald. Ook met de doeltreffendheid van de EUi-hulp loopt het fout. Het Europees Parlement kan onvoldoende zijn controlerende rol spelen omdat transparantie ontbreekt. Allerlei elementen dreigen de officiële hulp (ODA) te vervuilen: klimaatmaatregelen, opvang van vluchtelingeni, schuldenlasti en vooral de toenemende militarisering van het veiligheidsbeleid. Ook de representativiteit van sommige NGOs roept vragen op. Marc Maes ten slotte wees op de nefaste rol van de liberaliseringi van het EUi-handelsbeleid, waarbij Europese bedrijveni dankzij hun lobbystrategie volop toegang krijgen tot de kwetsbare markten in het Zuiden zonder dat er van duurzame ontwikkelingi sprake is. Helaas staat het handelsthema tegenwoordig niet meer zo hoog op de agenda van de Europese NGOs als enkele jaren geleden. Met het slopen van tariefmuren wordt het voor de armste landen zo goed als onmogelijk om een eigen beleid te voeren dat gericht is op voedselveiligheid. (JVC)
Woord in de kijker: GUF – zie Global Union Federations
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
zie onder ontwikkeling
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
zie Europese Uniezie ook Europees model
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
zie Europese Uniezie ook Europees model
zie Europese Uniezie ook Europees model
de EPA’s (van het Engelse Economic Partnerschip Agreement) zijn regionale handelsakkoorden die de Europese Unie wil sluiten met de 77 zogenaamde ACS-landen uit Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan, waaronder heel veel van de armste landen. Het zijn eigenlijk vrijhandelsakkoorden. De bedoeling ervan was om op 1 januari 2008 de grenzen te openen en de douanetarieven op bijna alle Europese goederen af te schaffen.
zie Europese Uniezie ook Europees model
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
zie Europese Uniezie ook Europees model
zie Europese Uniezie ook Europees model
Volgende Pala artikels behandelen (ook) het thema vluchtelingen35. Waar is de mens thuis? Over vluchtelingenstromen | 23-02-2006Vluchtelingen en migranten: kijk toch eens naar de diepere oorzaken | 9-09-2015
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
zie Europese Uniezie ook Europees model
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.