Schuldverlichting geen wondermiddel voor armste landen
woensdag, 7 juni 2006 - 18:15
Uit een nieuw rapport van de Independent Evaluation Group (IEG), de interne evaluatiedienst van de Wereldbanki, blijkt dat het schuldverlichtingsprogramma voor de armste landen met zware schuldenlasti (het zogenaamde HIPC-initiatief) niet noodzakelijkerwijs leidt tot een verbetering. In minstens 11 van de 18 landen die de laatste jaren konden genieten van het HIPC-initiatief is de buitenlandse schuld opnieuw gestegen tot op een hoger niveau dan voor de aanvang van het plan. In totaal werd voor 19 miljard dollar schulden kwijtgescholden onder de HIPC-voorwaarden. Vooral acht Afrikaanse landen (Rwanda, Ethiopië, Oeganda, Tanzania, Mauritanië, Burkina Faso, Ghana en Mali) zouden weinig voordeel halen uit deze schuldverlichting, waaraan nochtans zeer strenge voorwaarden zijn gekoppeld inzake de herstructurering en liberaliseringi van hun economiei. De gestegen inkomsten uit de export werden vaak teniet gedaan door nieuwe leningen. Arme landen blijken extra kwetsbaar voor zelfs de geringste schommelingen in hun exportpatroon, dat bovendien te weinig gediversifieerd is. De IEG geeft hiermee toe dat schuldverlichting alleen niet volstaat om de armste landen op weg te zetten naar een meer duurzame ontwikkelingi. Vorig jaar werd op de G8i-top in Schotland schuldverlichting nog algemeen aangeprezen als een middel om de Millenniumdoelstellingen tegen 2015 te bereiken. Ook in de andere landen die het HIPC-programma hebben doorlopen, blijkt nu dat armoedebestrijding maar een ‘matig succes’ kent.
Corona treft Thailand zwaar, maar vooral onrechtstreeks. Zestig mensen zijn overleden aan covid-19. Het sluiten van grenzen deed het toerisme instorten. Miljoenen mensen verliezen hun inkomen, een sociale kaalslag is het gevolg.
De inzet van de VS verkiezingen is ook voor de persvrijheid groot. In vrij korte tijd zakte het land op de World Press Freedom Index van Reporters Without Borders weg naar plaats 45. RWB schotelt de nieuwe Amerikaanse president en congresleden acht aanbevelingen voor om daar wat aan te doen.
Een andere landbouw en dus een volledig herzien Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is dringend nodig. Die diepgaande transitie van ons landbouw- en voedselsysteem blijkt aartsmoeilijk. Lukas De Vos legt uit.
Dank aan Walter Vermander en anderen die via diverse (sociale) media de vraag stelden ‘Hoe dan het virus uit te roeien?’ Het Pala artikel 'Hoog tijd om het virus uit te roeien' stelt inderdaad geen uitgewerkte beleidsaanpak voor. Ik leg graag uit waarom.
President T. was zo verwoestend voor democratie, sociale rechtvaardigheid, vredevolle samenleving, klimaat, milieu, internationale samenwerking, bestrijding van racisme, seksisme en discriminatie, fiscale eerlijkheid … dat Pala.be er geregeld over berichtte, ook met een kritische kijk op de rol van media.
De mens heeft sinds de industriële revolutie de stikstofkringloop op Aarde nog veel meer verstoord dan de mismeesterde koolstofkringloop die ons met de klimaatcrisis heeft opgezadeld. Ze vormt dan ook één de van verst overschreden planetaire grenzen.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
De G8 bestaat uit de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Canada en Rusland. Begon in 1975 als een groep van 6 waarna snel Canada volgde als zevende lid. Zo werd het de G7. En sinds 1997 is Rusland er officieel bij. Vermijd van te spreken over de grootste industrielanden want dat klopt niet meer: China heeft Rusland, Canada en Italië al voorbijgestoken, als je rekent volgens het BNP. En wanneer je rekening houdt met de reële koopkracht staat het zelfs al op de tweede plaats. Ook India en Brazilië scoren zowel voor BNP als voor reële koopkracht hoger dan Rusland.Hun jaarlijkse bijeenkomsten brengen veel volk op de been, vooral andersglobalistische betogers, in overgrote meerderheid geweldloze betogers. Zij pikken het niet dat een informele club de koers van de wereld bepaalt.