Home

Europese landbouw kan maar moeilijk omschakelen

We hebben dringend een andere landbouw nodig, en dus een volledig herzien Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Maar die diepgaande transitie van ons landbouw- en voedselsysteem blijkt aartsmoeilijk. Lukas De Vos legt uit.

Het Europees Parlement (EP) heeft de landbouwfinanciering goedgekeurd. Landbouw is van oudsher de grootste uitgavenpost van de EU. Al is hij ruim gehalveerd sinds het begin van de Europese tussenkomsten, hij bedraagt nog altijd 34 procent van het totaalbudget. Drie problemen verhinderen vandaag een rationalisering van de aanpak: het meerjarenbudget meerjarenbegroting 2021-2017; de onverenigbaarheid van uitvoergerichte bulkproductie met  bescherming van de kleine boeren; en de nieuwe Europese commissaris van landbouw.

Impasse over het budget

Het Meerjarenbudget (MJB) zit in een impasse. De begrotingscommissie van het Europees Parlement houdt het been stijf en blijft eisen dat de Raad van regeringsleiders inbindt met zijn vrekkige nationalistische politiek. Op de Europese Top van 21 juli legde de Raad het budget vast op 1.824,3 miljard.

Het eigenlijke budget beloopt maar 1.074, 3 miljard. Te weinig om de goedgekeurde doelstellingen (meer geld voor Onderzoek & Ontwikkeling, de Green Deal, meer impulsen voor digitalisering en dergelijke meer) te realiseren.

De rest, 750 miljard, zijn extrafondsen (“Next Generation EU” – 390 miljard subsidies, 360 miljard leningen) om uit de wellicht zwaar onderschatte crisis te geraken zodra het coronavirus onder controle komt, en om de omslag naar klimaatbeheersing en de digitale economie te begeleiden.

Het EP heeft een punt als het een onevenwicht aanklaagt tussen de plannen en de financiering.

Clash van kleine boeren & milieubeweging met industriële landbouw

Ten tweede: om de eigen voedselproductie te vrijwaren en de landbouwsector te laten overleven is een ommezwaai naar meer plaatselijke aanwending noodzakelijk. Dat leidt tot een clash tussen kleine boeren en de milieubewegingen enerzijds, de industriële bedrijven anderzijds.

Greenpeace heeft berekend dat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB, beter bekend onder zijn Engelse benaming CAP) rond de dertig miljard euro uitkeert op grond van de grootte van bedrijven en van rechtstreekse steun voor veeteelt en voeders, een kleine 20 procent van het totaalpakket. Dat holt zowel eigen voedselbevoorrading als voedselveiligheid uit. Liefst 74 procent van de graanoogsten gaat naar veevoer en biobrandstof. Voor soja is het zelfs 88 procent.

Nu het totaalbudget voor landbouw vermindert, zullen het niet de grote spelers zijn, maar alweer de plaatselijke kleine boeren die de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. Sini Eräjää van Greenpeace klaagt terecht aan dat de mateloze overproductie van vlees uitsluitend de uitvoer dient. Rund- en varkensvlees verdubbelden hun hoeveelheid volgens de meest recente cijfers (FAOSTAT 2016).

Een Poolse landbouwcommissaris?

Een laatste heikel punt is de benoeming van een Pool tot landbouwcommissaris. In het aflopende Meerjarenbudget trok Polen liefst 38 procent van de Europese subsidies naar zich toe, hoewel je moeilijk kunt stellen dat het een voorbeeldige leerling is: de bruin- en steenkoolindustrie blijft ongebreideld doorgaan, de herhaalde  pogingen om de oostelijke oerbossen te kappen, enzovoort…

Hilde Vautmans (Renew) geeft openlijk toe: “In tegenstelling tot zijn voorganger Phil Hogan (noot van de auteur: inmiddels ook weggewerkt als commissaris voor handel vanwege een coronadispuut) heeft Janusz Wojciechowski nog veel te leren”.

Wojciechowski heeft nochtans heel wat ervaring opgedaan in het Europees Parlement, hij zetelde er van 2004 tot 2016, en hield zich onder meer bezig met  de prijszetting en veiligheid van vlees en voedsel, en met dierenwelzijn.

Broeikasgassen en rundveeboeren

Maar de uitdagingen zijn enorm nu het EP nog verder wil gaan dan de Commissie en de uitstoot van broeikasgassen al tegen 2030 met 60 procent wil verminderen en niet met 55 procent.

Dat ligt moeilijk bij de rundveeboeren: “Farming generates about a tenth of the EU’s greenhouse gas emissions, and one of the biggest culprits is beef”, schreef Politico op 19 juni. Het voorbije weekend luidde de N-VA de alarmbel. “De grote drie (EVP, S&D, Renew) bepleiten nu het tegenovergestelde”, zei Johan Van Overtveldt die de begrotingscommissie van het EP voorzit. “Ofwel leiden de traditionele partijen aan geheugenverlies, ofwel aan schizofrenie”. Na twee jaar onderhandelen willen zij, naar zijn inzicht, “het status quo behouden door zoveel mogelijk subsidies te geven met zo weinig mogelijk voorwaarden”. Dat idee van boterbergen, wijnplassen, tomaten- of olijvenvoorraden (een gevolg van het plan Mansholt, dat mikte op schaalvergroting en aankoop van landbouwgronden door de overheid) kan “een nefaste impact hebben op biodiversiteit en klimaat”.

Een moeizame hervorming van het Europees Landbouwbeleid

De EU zit bovendien nog midden in een diepgaande hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), dat toch snel 336 miljard euro opslokt. Er dient komaf gemaakt met pesticiden en kunstmest. Daarom wil de Commissie werk maken van meer extensieve veeteelt, met graaslanden in plaats van ingevoerd sojavoeder te gebruiken.

Verstandige omschakeling naar andere teelten
wordt onvermijdelijk

Maar dat valt dan weer slecht in dichtbevolkte gebieden zoals Vlaanderen, waar de boerenstand tot onder de twee procent van de arbeidsbevolking is gekrompen. En waar een verstandige omschakeling naar andere teelten onvermijdelijk wordt. “In Vlaanderen verdwijnen elk jaar 900 kleine boerderijen”, waarschuwt Hilde Vautmans, “in de EU zijn er dat 30.000 per maand”. Zij geeft toe dat de echte keuterboerenhoven niet meer leefbaar zijn, “maar ook de middelgrote staan onder zware druk. De landbouwer blijft de zwakste schakel in de voedselketen. Ze hebben te weinig drukkingsmiddelen om een eerlijke prijs voor hun producten af te dwingen”.

En daar wordt een tweede tegenstelling duidelijk: de landbouwlobby’s, met voorop de Boerenbond, tegen de kleinere zelfstandigen. De Bond keert zich radicaal tegen de plannen van minister van natuur Zuhal Demir om te herbebossen, ook op verpachte landbouwgronden. “Die zijn geen restruimte”, verluidt het, “maar vruchtbare grond”. Demir werpt op dat er heel wat boeren zijn die zélf gronden aanbieden om tegen 2024 vierduizend hectaren bos aan te planten. “Het protest komt dus van de organisaties”. En men vergeet graag dat de boeren tussen 1950 en vandaag ruimschoots profiteerden van een andere grondinkleuring, en hun weiden of akkers tot bouwgrond werden omgetoverd.

Andere landbouw is dringend

Voor de hardleerse landbouwers die het écht om de stiel te doen is, dringt Vautmans daarom aan op een snelle omschakeling zoals in de fruitstreek: als appel- en perenoogsten teveel lijden onder een al jarenlange Russische boycot, klimaatverstoring (droogte, stormen, zonnebrand, hagel), en een ongelijk speelveld (“Vlaanderen stelt strengere milieunormen, een Spaanse varkensboer moet minder investeren dan een Vlaming”), dan moeten onze boeren vindingrijk worden. Je moet ingrijpen. Want er bestaat dan wel een algemene weersverzekering, maar zonnebrand valt daar niet onder. De Brexit komt eraan.

“Ze renoveren zelf! Diversificatie, nieuwe teelten - hier in Wilderen vervangen wijnstokken de vroegere boomgaarden - nieuwe (varkens)rassen – kijk naar de Vlaamse Ardenners -precisielandbouw, de korte keten, plaatselijke verkoop. Maar essentieel: liever een juiste prijs dan Europese subsidies”. Benieuwd wat daarvan straks terechtkomt.

Milieubewegingen teleurgesteld over blijvende voorrang intensieve landbouw

De milieubewegingen zijn in elk geval bijzonder teleurgesteld door de conservatieve beslissingen die Raad, Commissie én Parlement getroffen hebben. Liefst twee derde van het totaalbudget blijft naar intensieve landbouw gaan, dat betekent naar de grote bedrijven en zonder echte terugkoppeling naar natuurbeheer of duurzame teelten.

De met veel bombarie aangekondigde ‘Green Deal’ die vicevoorzitter Frans Timmermans van de Europese Commissie wou doordrukken komt amper uit de startblokken. Veel meer dan wat lippendienst is er niet gekomen. De in 2018 beloofde grote hervorming voor de periode 2021-2017 lijkt wel vastgevroren in het vriesvak.

Normaal gesproken zou er nu een overgangsperiode van twee jaar beginnen. Maar door veel door te schuiven naar nationale beslissingen – die meestal een status quo nastreven om de traditionele aanplantingen (olijven, druiven, mais, soja) en veehouderij (vleesindustrie) niet voor het hoofd te stoten – dreigt  een zinvolle inbreng van klimaatdoelstellingen, natuurbehoud en duurzame landbouw nog een lange, steile helling te moeten beklimmen. Want amper een vijfde van de directe steun hangt af van ecologische voorwaarden. Het Europees Parlement wil 30 procent. Het bieden kan weer beginnen.

Lukas De Vos

Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be


Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Regio's: 
Landen: 

Lees ook

Landbouw en natuur "lichtpuntje"? Zo schiet noodzakelijke transitie niet op

Het begrip transitie haalt volop de media, meestal in combinatie met klimaat. Ook fundamentele oplossingen belanden op tafel met de Europese 'Green Deal'. Toch dringt onvoldoende door dat transitie in zowat alle sectoren moet, zeker ook landbouw: zelfs de Vlaamse milieubeweging focust op lichtpuntjes in de marge.