Vlaanderen stemt over kaderdecreet ontwikkelingssamenwerking
woensdag, 13 juni 2007 - 14:32
Vandaag vergadert en stemt het Vlaams Parlement over het kaderdecreet inzake ontwikkelingssamenwerkingi. Dat is een schaarse kans om, anders dan in de voorbije kiesstrijd, toch één keer over onze grenzen te kijken. De memorie van toelichting heeft aandacht voor wat ontwikkelingssamenwerkingi is en voor de doelstellingen. Die zijn vervat in de mondiale ontwikkelingsagenda die concreet vorm heeft gekregen in de Millenniumdoelstellingen; daarin staat armoedebestrijding centraal. De Vlaamse ontwikkelingssamenwerkingi zal daarvoor actief zijn in het Zuiden. Zij zoekt en steunt ook een draagvlak voor internationale solidariteit in Vlaanderen. En zij wil het mondiale perspectief promoten en streeft naar coherentie tussen het ontwikkelingsbeleid en andere beleidsdomeinen zoals landbouwi en handelspolitiek. Vooral dat laatste blijkt in de meeste landen en ook in de Europese Uniei allerminst vanzelfsprekend. Vlaanderen zal stevig moeten werken om te bewijzen dat zoiets kan en dat ontwikkelingssamenwerkingi niet noodzakelijk een eiland moet zijn dat zowat elke band mist met de echte wereld. Om daaraan te ontsnappen zal de hele Vlaamse regering inderdaad veel meer dan nu een mondiaal perspectief moeten hanteren. Wie bijna elke dag ziet hoe ons maatschappelijk en politiek blikveld verder verschrompelt, kan daarover niet meteen optimistisch zijn. Het decreet voorziet verder in een aantal principes waarop onze ontwikkelingssamenwerkingi is gebaseerd en in voorwaarden waaraan ze moet voldoen. De belangrijkste kritiek is dat het weinig of geen zin heeft armoedei te willen bestrijden indien de vraag naar de oorzaken ervan amper of niet wordt gesteld. Want dan is ontwikkelingssamenwerkingi dweilen met de kraan open. Internationale verhoudingen die alle mensen en samenlevingen in de wereld kansen bieden om hun ontwikkelingi en welvaart na te streven zou een veel betere doelstelling zijn – zie ook het hierna vermelde PALAi artikel.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord). 185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden. Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten. Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen. Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding. Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken. Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld. De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
zie onder ontwikkeling
zie onder ontwikkeling
zie onder ontwikkeling
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
zie onder ontwikkeling
zie onder ontwikkeling
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
zie onder ontwikkeling
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
zie onder ontwikkeling
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.