Lester R. Brown, voorzitter van het Amerikaanse Earth Policy Institute, schreef een nieuw boek over de uitdagingen waaraan onze planeet blootstaat. Waterschaarste en dan vooral het gebrek aan irrigatiewater in de landbouwi, is volgens Brown een van de grootste gevaren. Vroeger waren watertekorten lokale problemen. Nationale overheden probeerden vraag en aanbod zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Waterschaarste laat zich via de graanhandel nu ook tot ver over de grenzen voelen. Er is één miljoen liter water nodig om één ton graan te produceren. Rijst, tarwe of maïs importeren, is een efficiënte manier geworden om water in te voeren. Veel landen gebruiken de graanhandel om een tekort aan water weg te werken. In Chinai, de grootste graanproducent ter wereld, haalden de boeren in 1998 392 miljoen ton graan binnen. Vorig jaar was die hoeveelheid geslonken tot 358 miljoen ton. In het noorden van Chinai boren tarweboeren water op van een diepte van 300 meter. Deze fossiele watervoorraden worden nauwelijks bijgevuld door regenwater. In India is de waterschaarste nog veel erger. De oogst van tarwe en rijst stijgt er nog, maar binnen enkele jaren lijkt de technologische vooruitgang niet meer op te kunnen tegen een teruglopende hoeveelheid irrigatiewater. Algerije, Egypte, Iran, Mexico en Pakistan importeren ook veel graan. In het Midden-Oosten en in Noord-Afrikai groeit de bevolkingi snel, en door de olie-inkomsten is er ook meer koopkracht. Bijna alle landen in de regio zitten aan het plafond van hun waterverbruik. Via graan en andere landbouwproducten importeert de regio meer water dan er ter hoogte van Assuan jaarlijks door de Nijl stroomt. De landbouwsector in dergelijke gebieden is te vergelijken met een zeepbeleconomie: als het water op is, komt er een dramatische terugval, waarschuwt Brown.
De voorlopig onvindbare derde weg van de Europese Commissie tussen wilde globalisering en uitzichtloos protectionisme, doet fel denken aan de zogenaamde ‘derde’ weg van Blair, Clinton en Schröder in de jaren negentig. Alleen, dat was helemaal geen derde weg, het was net het verlaten ervan.
In een wereld die vele boeren tot wanhoop drijft, hebben burgers sleutels in handen om voedsel milieuvriendelijk te laten produceren en boeren daarvan fatsoenlijk te laten leven. Zo kopen Fransen boerderijen en grond voor duurzame landbouw.
Wie geïnteresseerd is in hoe coöperaties bijdragen aan duurzame werkgelegenheid en aan waardig werk, van Italië tot Vietnam, kan terecht op de website van de Internationale Arbeidsorganisatie.
Elk jaar komt de Ontwikkelingsorganisatie van de Verenigde Naties (UNDP) met haar Rapport Menselijke Ontwikkeling. De editie van 2016 is uit en de grootste krachtlijn oogt niet fraai.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.
Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.
Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.
En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.
Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.