Overslaan en naar de inhoud gaan
Tijd voor een uurtje koffieklets
zaterdag, 5 juni 1999 - 17:43
Voor acht uur uit bed, wassen, ontbijt, ochtendradio, de krant die je niet wil missen, en zeker om negen uur aan het schrijven, de hele dag lang, de hele avond, de halve nacht, pas om vier uur 's nachts in bed kruipen en de volgende morgen alweer om negen uur voor het scherm zitten om verder te schrijven. En zo gaat dat maar door, een week lang. Ik moet het nu wel toegeven, dit loopt wat de spuigaten uit.
Het is zomer 1997 en de vorige zeven maanden heb ik zowat elk vrij moment gewerkt aan een boek over de vele Belgische affaires. Het woord vooraf begint niet toevallig met 'Ik heb altijd gehoopt dat iemand anders dit boek zou schrijven.' Dat moet me van het hart.
Jaren lang was het me niet opgevallen. Wat zou mooier en vrijer werken kunnen zijn dan reportagewerk voor Panorama? Lange dagen, avonden, soms een nachtje door, soms weekends doorwerken, je staat er niet bij stil. Ook niet bij al die andere activiteit, 's ochtends voor de kinderen zorgen, tussendoor lezen en rekenen en spelen natuurlijk, boodschappen, eens naar de film, een etentje, een optreden, de tuin, samenkomsten met familie, vrienden, kennissen, een weekendje, een tentoonstelling, een begrafenis, schrijven van een column of een boek en veel te weinig brieven, naar het bos, muziek beluisteren, beetje televisie, veel lezen, de kinderen een ander stuk van de wereld laten ontdekken, onmisport, basketbalmatch en daarna een glas drinken en veel te weinig met de kaarten gespeeld, een debatavond, discussies voeren, plannen maken en ze zeker niet allemaal gerealiseerd krijgen, in de schaduw van de druivelaar nadenken en kijken hoe het onbewerkte veld achter de tuin in zeven jaar een berkenbos is geworden.
Het is verbazingwekkend hoeveel we doen en willen doen. Maar voor iedereen telt een dag maar vierentwintig uren en zelfs de meest productieve economie
i kan er daar geen van bijmaken. De tijd van het leven is en blijft beperkt. Hoe vaak is er dan niet die klacht, over niet rond raken met alle werk
i en geen tijd vinden voor al wat zou moeten gebeuren of men zo graag zou doen.
Wie de tijd die we uittrekken voor werk
i en bijbehorende verplaatsingen legt naast de tijd die er nog rest voor al die andere activiteiten, genietingen, dromen, ambities weet snel waar het schoentje meest wringt. Het is waar dat werken ontzettend belangrijk is voor onze zelfontwikkeling, onze sociale contacten en om waardering te krijgen. Maar datzelfde werk
i is bedreigend en maakt onvrij wanneer het geen tijd en ruimte meer overlaat voor al dat andere dat het leven zo boeiend en waardevol maakt, ook al staat daar meestal geen prijs op.
Vanaf de zomer van 1997 rijpt bij mij het idee om drastisch minder te werken, een enige kans om werk
i, gezin, schrijven en een hoop andere levens te combineren zonder in ademnood te komen. M'n vrouw gelooft me maar half. Maar ik maak er werk
i van bij m'n werkgever. Het duurt bijna een jaar maar dan is het zover, met geven en nemen. Ik vind een collega bereid om mee te doen en we engageren ons om twee jaar halftijds te gaan werken, voldoende lang zodat iemand ons kan komen vervangen. Ik vis uit dat drie weken voltijds werken afgewisseld met drie vrije weken het werkritme is dat best past voor de dienst, en dat ritme bevalt me ook. Een win-win-situatie hoor je een manager al zeggen. Wellicht is dat ook zo, we zien wel.
Maar wat als iemand met dezelfde wens een hardleerse werkgever treft die vindt dat het leven alleen werken is en sommige functies zeker geen deeltijds werk
i verdragen? Wat als zo'n manager - terecht - flexibiliteit
i vraagt van werknemers
i maar ongevoelig is voor het argument dat die werknemers
i ook een flexibele manager verdienen? Of moeten medewerkers van bedrijven
i die succesvol willen zijn niet worden gekoesterd zoals het managementcredo nu toch luidt?
Te veel werkgevers, wellicht de minst slimmen, zien deeltijds werk
i niet echt zitten. Intussen stijgt het aantal werknemers
i dat meer vrije tijd wil ontzettend snel. Dan zit er weinig anders op dan deze vrijheid van velen mogelijk te maken door ze tot recht te maken. Tegenover de vele plichten die arbeid
i meebrengt, krijgen mensen dan het recht om minder te werken, om te zeggen 'ik heb genoeg met minder' en een ander leven waardevoller te vinden. Ons nieuwe parlement zou heel wijs zijn als het dat recht voor iedereen afdwingbaar maakt. Hoe dat minder werken er dan concreet uitziet, dat laat de wetgever best over aan de mensen in de bedrijven
i zelf.
Al vijf maanden werk
i ik nu halftijds. Ben ik toch wel aan een nieuw boek begonnen zeker. Er komt zelfs een stukje in over ons tijdsprobleem. Maar vrijwel elke week is er nu ook tijd voor een uurtje koffieklets met vrouwen uit de buurt. Dinsdagmorgen, nadat we de kinderen naar school hebben gebracht.
Minder werken, een aanrader.
Dirk Barrez
Deze bijdrage verscheen ook in De Standaard op 5 juni 1999
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
organisaties en werksystemen hebben de neiging om te bureaucratiseren. Het is dus belangrijk om ze lenig of flexibel te houden. Mondialisering dwingt vooral bedrijven tot flexibiliteit. Ze moeten zich aanpassen aan snel wijzigende economische omstandigheden met nieuwe of betere producten of diensten, andere manieren van produceren, een betere arbeidsorganisatie. Al te dikwijls wordt flexibiliteit enkel op de werknemers verhaald terwijl ze toch van twee kanten moet komen en toekomstgerichte investeringen minstens even belangrijk zijn, zoals verstandige werkgevers heel goed beseffen.Helemaal onvriendelijk voor werknemers is wanneer flexibiliteit hun totale beschikbaarheid en opeisbaarheid wil zonder dat daar iets tegenover staat, zelfs amper fatsoenlijke lonen of voltijdse banen. Het is op veel plekken in de wereld een groeiende realiteit in vooral dienstenbedrijven, de zogenaamde hamburgerjobs, en nog meer in de grijze of zwarte economie. zie ook flexicurity, Lissabonstrategie
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.