Het staatsfonds van Saoedi-Arabië is betrokken bij schendingen van mensenrechten, heeft daar voordeel uitgehaald… en is volledig in de greep van één mens. Zo meldt Human Rights Watch in het rapport 'The Man Who Bought the World'.
Zelfs na decennia uitverkoop van publieke goederen en het bijna overal ineenstuiken van het communisme blijken staatsfondsen een flinke vinger in de mondiale economische pap te hebben. In 2022 beheren de tien grootste samen bijna 10.000 miljard dollar.
De Verenigde Naties en de Europese Unie verbijten hun onmacht in het Syrische conflict dat nu al vijf jaar aansleept. In de media domineren dikwijls heel individuele verhalen. Ze nemen de fundamentele vragen niet weg: hoe gaan we om met dit conflict? Hoe beëindigen we het?
In mei van dit jaar wist het netwerk 100 Resilient Cities honderd steden te verzamelen. Het telt leden in vijf continenten. In Nederland zijn dat Den Haag en Rotterdam, België staat niet op de kaart.
Het publieke goed bij uitstek is de bescherming van de lichamelijke integriteit van elke mens, veiligheid dus. In de straten van stad of dorp mag geen geweld regeren. Het is hoog tijd om dit principe te mondialiseren.
Alle dagen zijn er berichten over conflict en oorlog, in Irak, Gaza, Oekraïne, Syrië, Libië, Nigeria, Zuid-Soedan… de gewekte indruk dat oorlogsgeweld en geweldsdoden in opmars zijn, is echter onjuist.
De huidige globalisering doet de economie bijna ongeremd buiten haar oevers treden. Ze legt haar regels van concurrentie, privatisering of commercialisering op aan samenleving, media, wetenschap en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanrichten. We zien b.v. hoe de wetenschap via contractonderzoek met de industrie haar waarden van vrij onderzoek en openbaarheid verkoopt. We merken hoe de pletwals van een westerse economie en cultuur die zich overal opdringt al te dikwijls de talen, levenswijzen en culturen van vele gemeenschappen in verdrukking brengt, van nomaden die niet meer mogen rondtrekken tot oerwoudbewoners die hun bossen gekapt zien. In een poging dit culturele deficit te keren, keurde de Unesco op 20 oktober 2005 de Conventie Culturele Diversiteit goed zodat landen b.v. hun eigen filmproductie mogen ondersteunen, een forse uitzondering op het principe van vrijhandel.