180 landen rangschikken volgens hun milieuprestaties. Dat is wat Yale en Columbia samen realiseren met hun Environmental Performance Index. Al zijn er wel bedenkingen te maken.
Rio Tinto omzeilt voor de door haar gecontroleerde Oyu Tolgoi mijn in Mongolië 700 miljoen dollar aan belastingen in Canada en Mongolië... met behulp van belastingparadijzen Nederland en Luxemburg.
Het is een paradox waar niet hard genoeg op gehamerd kan worden. Economische groei leidt op zichzelf niet tot vermindering van ongelijkheid. Zelfs een vermindering van het aantal armen in een land vloeit niet voort uit louter economische groei.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.