Home

Meest rampzalige industrie betaalt amper belastingen

Rio Tinto omzeilt voor de door haar gecontroleerde Oyu Tolgoi mijn in Mongolië 700 miljoen dollar aan belastingen in Canada en Mongolië. Dat blijkt uit het SOMO rapport Mining Taxes… Dit betreft dus slechts één van de vele mijnen die worden uitgebaat.

Met dank aan belastingparadijzen
Nederland en Luxemburg

De mijnbouw is wereldwijd allicht de grootste rampindustrie. Ze slaat diepe milieuwonden en voert een ecologische uitputtingsslag die we onmogelijk kunnen winnen. De sociale en economische kosten ervan liggen ondraaglijk hoog, mens en samenleving slikken een zware pil. Lees over dat alles de vierdelige Pala reeks Kerven in de wereld waarin ook aandacht voor de vraag: wat dan?

De catastrofe is helemaal compleet indien de mijnbouw er ook nog in slaagt om, al even grootschalig als haar ontginningsactiviteiten, ook belastingen te omzeilen. Die werkelijkheid kwam SOMO – Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen - op het spoor. Het leidde tot de publicatie Mining taxes. The case of Oyu Tolgoi and profitable tax avoidance by Rio Tinto in Mongolia.

De mijnmultinational Rio Tinto maakt gebruik van de mogelijkheden die zich aandienen in de twee fiscale paradijzen Nederland en Luxemburg. Het is met behulp van postbusbedrijven in die landen dat het bedrijf slechts 89 miljoen dollar aan belastingen betaalt… terwijl het anders in Canada 470 miljoen dollar meer betaald zou hebben.

Ook Mongolië, een land met goed drie miljoen inwoners, is de fiscale pineut van de mijnbouwindustrie. Rio Tinto wist een zodanig voordelige regeling te versieren dat de Mongoolse regering in vijf jaar tijd maar liefst 230 miljoen dollar aan inkomsten mist. (db)

Bronnen

SOMO artikel Rio Tinto’s tax schemes lead to nearly $700 million tax revenue losses for Canada and Mongolia
Lees het volledige rapport Mining taxes. The case of Oyu Tolgoi and profitable tax avoidance by Rio Tinto in Mongolia
PALA essayreeks Kerven in de wereld. Onbetaalbare jacht op bodemrijkdommen - overzicht

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen.
We verwelkomen u graag als steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Schenk vrienden, familie, kennissen of collega’s een gratis abonnement, dan hoeven ze Pala nooit te missen. Gebruik daarvoor het geschenkabonneeformulierklik hier

Lees ook

Van een nieuwe Ikea en de jobs van General Motors: de jacht op goedkope arbeid woedt heviger

Wereldwijd hebben allen die van werk moeten leven het moeilijk. Hun aandeel in de welvaart die we produceren gaat op de meeste plaatsen al heel lang achteruit. Dat de financiële crisis ook voor wie van kapitaal moet leven de kaarten hard anders heeft geschud, verbetert daarom nog niet de situatie bij werknemers. Op mondiale economische markten blijven ze gevangen in een heel kwetsbare positie.

Neem de werknemers van de grote Amerikaanse autobedrijven. Vooral in de Verenigde Staten is het lang bon ton geweest, en soms is het dat nog altijd, om de vakbonden te hoge lonen te verwijten en daar de reden voor het falen te zoeken. Vrijwel iedereen moet vandaag beseffen dat in de eerste plaats het management van General Motors, Ford en Chrysler hebben gefaald.