Orkaan Katrina heeft vorige zomer gezorgd voor de grootste ‘natuurramp’ ooit in de Verenigde Staten. Publicaties in Nature en in Science wijzen er nu op dat er een verband opduikt tussen warmere oceanen en hevige tropische orkanen. Alleen wanneer de oceanen warm genoeg zijn, kunnen daar orkanen van komen. Maar toch is het iets te makkelijk om meteen een relatie te leggen tussen opwarming van de aarde en orkanen. Want er kunnen nog veel meer zaken een invloed uitoefenen op de kracht en de frequentie van orkanen. Amerikaanse meteorologen hebben nu ontdekt dat het aantal tropische stormen in de wereld niet toeneemt, enkel in het Noorden van de Atlantische Oceaan zijn er vanaf 1995 duidelijk meer orkanen.
Er zijn clubs waar mensen graag komen, en clubs waar je maar beter niet moet langsgaan. De Club van Parijs verzamelt 19 rijke landen die leningen geven aan ontwikkelingslanden. Wanneer het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een schuldencrisis in een ontwikkelingsland vaststelt, onderzoekt die Club van Parijs de mogelijkheden om de schuld te verminderen en/of te herschikken. In ruil daarvoor moeten die landen vanaf de jaren ’80 meer en meer hun economieën liberaliseren en hun overheidsuitgaven beperken. Wanneer landen hun buitenlandse schuldenlast niet meer aankunnen, komen hun bankiers samen in de Club van Londen om een schuldherschikking te onderhandelen.
Als je de zeeën proper wil houden zodat je de vis op je bord opnieuw kan vertrouwen, als je maag zich omkeert van massamoorden in Soedan of elders en van ongecontroleerd geweld, als groeie
De voorspelling uit vorige brief was terecht. Inkomen ligt gevoelig en het voorstel voor een maximuminkomen roept reacties op. Het wekt geïnteresseerde belangstelling, o.a.
Het ruimteschip aarde, ons huis, staat in brand. Dat is onze eigen schuld. Om te kunnen leven vinden we er niet beter op dan onze aarde uit te persen en haar zelfs te verknoeien.
Het is pauze, roepen vele zogenaamde Europese kopstukken nu hun project van Europese grondwet gestrand is en ze ruzie maken over de huishouding. Ze weten het zelf niet meer. Wat nu? Wanneer de ‘grote’ lichten van Europa de weg kwijt zijn, is het tijd voor de ‘kleine’ lichten om zich te laten horen, voor de gewone Europeanen.
Velen gaan achteloos aan Europa voorbij. Ze geloven de Europese politici niet wanneer ze nog eens warrig beweren de sterkste kenniseconomie ter wereld te willen uitbouwen die daarenboven nog een sociaal en ecologisch model zou zijn. Ook al varen Europese politici een zigzagkoers en overtuigen ze niet echt, toch is die achteloosheid niet zo verstandig.
In een dertigtal landen voeren mensen zowat vijfendertig oorlogen. Het zijn allemaal burgeroorlogen, met uitzondering van de oorlog in Irak. Waarom ‘slechts’ dertig?
De grootste armoede en honger uitbannen, lager onderwijs wereldwijd toegankelijk maken voor iedereen, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen bevorderen door vrouwen mee
We plukken bijna allemaal graag de vruchten van een economie waarin de vrije markt een grote rol speelt. Een auto, fiets, gsm, dvd speler, kleding, eten, voor geld is het allemaal te koop.
Flits honderd jaar terug in de tijd, zwarte armoede is dan nog bijna overal tastbaar aanwezig in Europa, algemeen stemrecht voor mannen en vrouwen nog een verre droom.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen.
Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol.
Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.