Home

Myanmar: van genocide naar staatsgreep. Blijft het Westen toekijken?

Klik om te vergroten

De militaire staatsgreep op 1 februari 2021 stort het Zuidoost-Aziatische land Myanmar, met een bevolking van ongeveer 55 miljoen mensen, opnieuw in  politieke, sociale en economische onrust. Massaprotesten, stakingen in de publieke en private sector en het brute geweld van de veiligheidstroepen tegen de bevolking, inclusief de moord op ongewapende burgers, drijven het land verder naar de chaos. Is Myanmar een nieuw Syrië? (1)

Voor velen kwam de staatsgreep als een donderslag bij heldere hemel. Myanmar-watchers hebben dit echter zien aankomen. Zie bvb. “ASEAN’s Rakhine Crisis: Assessing the regional response to atrocities in Myanmar’s Rakhine State” in oktober 2020 <https://aseanmp.org/2020/12/03/aseans-rakhine-crisis-assessing-the-regional-response-to-atrocities-in-myanmars-rakhine-state/>, “Politics of Autonomy and Sustainability in Myanmar“ <https://link.springer.com/book/10.1007/978-981-10-0363-9> of https://www.globalsecurity.org/military/world/myanmar/politics-2021.htm.

Een beknopte voorgeschiedenis

Myanmar, toen nog Birma genoemd, heeft altijd wat met Groot-Brittannië en militairen vandoen gehad. Gedurende een periode van 62 jaar (1824-1886) veroverde Groot-Brittannië Birma en nam het alle groepen in het land op in zijn Indiase rijk. Tot 1937 werd Birma als een provincie van India bestuurd. Daarna kreeg het een afzonderlijke, zelfbesturende koloniale status, en, in 1948, na grote veldslagen op zijn grondgebied tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd Birma onafhankelijk van het Britse Gemenebest. Sinds de onafhankelijkheid worden regelmatig conflicten uitgevochten met etnische groepen die vechten voor autonomie in de bergachtige grensregio's van het land <https://academic.oup.com/ia/article-abstract/96/2/555/5775705?redirectedFrom=fulltext.>

Vanaf 1962 onderging Myanmar een brutaal, corrupt militair bewind en verwierf het internationaal de status van paria. De militaire heerser Ne Win greep de macht tijdens een staatsgreep in 1962 en dreef Myanmar, toen nog bekend als Birma, in virtueel internationaal isolement. Ne Win werd in 1988 buitenspel gezet te midden van landelijke prodemocratische protesten. Die werden neergeslagen door het leger dat een junta installeerde. Gedurende de volgende twee decennia werd Myanmar geconfronteerd met zware internationale sancties die een zware tol eisten van zijn economie.

De parlementsverkiezingen met meerdere partijen in 1990 leidden ertoe dat de belangrijkste oppositiepartij - de Nationale Liga voor Democratie (NLD) – 82 procent van de zetels in het parlement won. Ondanks dat de omstandigheden rond de verkiezingen verre van vrij en eerlijk waren, met Aung San Suu Kyi en andere democratieactivisten die werden vastgehouden, bevooroordeelde media en intimidatie van politici, verliep de stemming op de verkiezingsdag relatief vrij en eerlijk. De junta heeft de resultaten van de verkiezingen nooit erkend. In plaats van de macht over te dragen, plaatste de junta de NLD-leider (en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede in 1991) Aung San Suu Kyi onder huisarrest, eerst van 1989 tot 1995, dan van 2000 tot 2002 en van mei 2003 tot november 2010.

Eind september 2007 onderdrukte de junta op brute wijze protesten over gestegen brandstofprijzen onder leiding van democratische activisten en boeddhistische monniken, waarbij een onbekend aantal mensen werd vermoord en duizenden werden gearresteerd voor deelname aan de demonstraties - in de volksmond de saffraanrevolutie genoemd.

Begin mei 2008 trof de cycloon Nargis Myanmar. Daarbij vielen meer dan 138.000 doden en tienduizenden gewonden en daklozen. Ondanks deze tragedie ging de junta door met zijn constitutioneel referendum in mei, de eerste verkiezing in Myanmar sinds 1990. Deze grondwet van 2008 reserveert 25 procent van de zetels voor het leger, evenals de bevoegdheid om de ministers van Defensie, Binnenlandse Zaken en Grenszaken en een van de twee vicepresidenten te benoemen, en om de macht over alle takken van de regering over te nemen als de president de nationale noodtoestand afkondigt. Met andere woorden, de grondwet van 2008 was specifiek ontworpen om ervoor te zorgen dat het leger de macht kon behouden <https://www.wipo.int/edocs/lexdocs/laws/en/mm/mm009en.pdf>,<https://www.nationalcouncilofchurches.us/docs/GETI-NantAiShu.pdf>.

De nationale wetgever kwam in januari 2011 bijeen en koos de gepensioneerde generaal Thein Sein als president. Hoewel de overgrote meerderheid van de door Thein Sein op nationaal niveau benoemden voormalige of huidige militaire officieren waren, introduceerde de regering een reeks politieke en economische hervormingen die hebben geleid tot een voorzichtige opening van het lang geïsoleerde land.

Deze hervormingen omvatten het vrijlaten van honderden politieke gevangenen, het ondertekenen van een landelijk staakt-het-vuren met verschillende etnische gewapende groepen, het nastreven van juridische hervormingen en het geleidelijk verminderen van de beperkingen op de persvrijheid, de vrijheid van vereniging en het maatschappelijk middenveld. Ten minste gedeeltelijk als gevolg van deze hervormingen werd Aung San Suu Kyi in april 2012 gekozen in de nationale wetgevende macht en werd zij voorzitter van de Commissie voor rechtsstaat en rust.

Bij gebrekkige maar grotendeels geloofwaardige nationale parlementsverkiezingen in november 2015, met meer dan 90 politieke partijen, behaalde de NLD opnieuw een verpletterende overwinning. Gebruikmakend van haar overweldigende meerderheid in beide kamers van het parlement, verkoos de NLD Htin Kyaw, de vertrouweling van Aung San Suu Kyi en een langdurige NLD-aanhanger, tot president. Omdat de militairen de aanstelling van Aung San Suu Kyi tot staatshoofd weigerden, creëerde de nieuwe wetgevende macht de positie van staatsadviseur voor haar, een formele rol in de regering.

De eerste geloofwaardig gekozen burgerregering van Myanmar na meer dan vijf decennia van militaire dictatuur werd op 30 maart 2016 beëdigd. In maart 2018, na het aftreden van Htin Kyaw, koos het parlement Win Myint, een andere langdurige bondgenoot van Aung San Suu Ky, als president.

De genocide op de Rohingya

Haar strijd voor democratie met de junta van Myanmar maakte Aung San Suu Kyi tot een internationaal icoon <https://silkwormbooks.com/products/aung-san-suu-kyi>. Haar internationale reputatie werd evenwel beschadigd nadat honderdduizenden Rohingya in 2017 vluchtten voor legeroperaties uit de westelijke staat Rakhine in Myanmar.

Hoewel veel internationale waarnemers Aung San Suu Kyi hebben bekritiseerd omdat ze geen actie ondernam, richtten maar weinigen hun kritiek op de opperbevelhebber van de Tatmadaw (de officiele naam voor het leger), senior generaal Min Aung Hlaing. Volgens de grondwet van 2008, een grondwet van de Tatmadaw, had generaal Min Aung Hlaing het hoogste gezag over alle veiligheidstroepen van Myanmar, inclusief de grenswachten en de politie van Myanmar. Staatsadviseur Aung San Suu Kyi en de burgerregering hebben weinig rechtstreeks gezag over die veiligheidstroepen.

Daarom wordt Senior Generaal Min Aung Hlaing, 64, die sinds 2011 aan het hoofd van het leger staat als de mastermind van de genocide beschouwd. Hoewel verschillende landen de term 'genocide' hebben gebruikt om de schendingen van het leger tegen de Rohingya's te beschrijven, verdedigde Min Aung Hlaing openlijk de acties van het leger op Facebook en Twitter. Hij gebruikte de term 'Bengalen' om naar de Rohingya te verwijzen, wat suggereert dat het buitenlanders zijn die niets te zoeken hebben in Myanmar. Hij rechtvaardigde ook de acties van het leger door herhaaldelijk te stellen dat "onze regio's moeten worden gecontroleerd door de nationale rassen".

Het thema van Rohingya die niet in Myanmar thuishoren, werd expliciet gemaakt in een verklaring van maart 2018, waarin Min Aung Hlaing stelde dat de “Bengalen geen enkel kenmerk of cultuur gemeen hebben met de etniciteiten van Myanmar”. Deze hatelijke anti-Rohingya-retoriek wordt ook gepromoot door invloedrijke, ultranationalistische boeddhistische groepen zoals de Ma Ba Tha en haar uitgesproken leider Ashin Wirathu. Zij portretteren de 'Bengalen' als een poging van de wereldwijde islam om Myanmar te transformeren van een overwegend boeddhistische natie in een islamitische staat <https://www.aph.gov.au/About_Parliament/Parliamentary_Departments/Parliamentary_Library/pubs/rp/rp1718/Quick_Guides/Rohingya>.

Op 27 augustus 2018 besloot de onafhankelijke internationale onderzoeksmissie van de Verenigde Naties (VN) in Myanmar dat de belangrijkste militaire generaals van Myanmar, waaronder opperbevelhebber Min Aung Hlaing, moeten worden vervolgd wegens genocide in het noorden van de staat Rakhine, evenals voor misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden in de staten Rakhine, Kachin en Shan. De missie, opgericht door de VN-Mensenrechtenraad in maart 2017, ontdekte patronen van grove mensenrechtenschendingen in de staten Kachin, Rakhine en Shan die "ongetwijfeld neerkomen op de ernstigste misdaden volgens het internationaal recht", voornamelijk door het leger van Myanmar, de Tatmadaw, maar ook door andere veiligheidstroepen.

De Verenigde Staten zijn de eerste regering die publiekelijk sancties aankondigde tegen Min Aung Hlaing en andere hoge legerfunctionarissen en hun families. Zij worden verantwoordelijk gesteld voor de buitenrechtelijke moord op Rohingya en grove schending van de mensenrechten. Het werd Min Aung Hlaing verboden om naar de Verenigde Staten te reizen. Beschuldigd door de Verenigde Naties van onder meer genocide voor de Rohingya-campagne, werd zijn twitter-account offline gehaald in mei 2019. Dat was negen maanden nadat zijn Facebook-account werd gesloten wegens haat zaaiende uitlatingen tegen de etnische minderheid. Min Aung Hlaing stond bovenaan de lijst van zes Myanmarese generaals die door een VN-onderzoeksteam waren aanbevolen voor doorverwijzing naar het Internationaal Gerechtshof (ICC) in Den Haag.

Aung San Suu Kyi's verdedigt Rohinya genocide
voor het Internationaal Gerechtshof

Ze werd er hevig voor bekritiseerd in het buitenland. Maar in Myanmar maakte Aung San Suu Kyi's verdediging van de Rohinya genocide voor het Internationaal Gerechtshof in december 2019 haar zo mogelijk nog populairder dan ze al was. Ze sprak op 11 december 2019 voor de rechtbank en noemde de zaak tegen haar land “onvolledig en misleidend”. Ze verdedigde het leiderschap van Myanmar tegen beweringen dat er in het land een genocide plaatsvond <https://news.un.org/en/story/2019/12/1053121>. Aung San Suu Kyi, ooit beschouwd als een van 's werelds grootste mensenrechtenverdedigers, voerde aan dat het interne conflict hoogstens heeft geleid tot mogelijke schendingen van het internationaal humanitair recht.

Nicholas Bequelin, Amnesty International’s Asia Director, stelde onomwonden: “Als Aung San Suu Kyi de bevolking van Myanmar serieus wil dienen, moet ze zij aan zij staan met slachtoffers en overlevenden bij het nastreven van gerechtigheid, waarheid en genoegdoening. Ze mag degenen die verdacht worden van strafrechtelijke verantwoordelijkheid niet verbergen" <https://www.amnesty.org/en/latest/news/2019/12/myanmar-aung-san-suu-kyi-appears-before-icj-in-genocide-case/>.

In het Westen is ze dus van haar voetstuk gedonderd, maar in Myanmar bleef ze op handen gedragen (https://www.nytimes.com/2019/12/11/world/asia/aung-san-suu-kyi-rohingya-myanmar-genocide-hague.html). Ondanks haar publieke steun voor de generaals zijn de spanningen tussen Aung San Suu Kyi en Min Aung Hlaing sindsdien alleen maar toegenomen.

Verkiezingen van 8 november 2020 en staatsgreep op 1 februari 2021

Bij de verkiezingen van 8 november 2020 boekte de regerende Nationale Liga voor Democratie (NLD) van Aung San Suu Kyi een verpletterende overwinning. NLD kreeg 83 procent van de stemmen. De door het leger gesteunde Union Solidarity and Development Party (USDP) had volgens de officiële resultaten slechts 24 zetels behaald. Ze riep met de hulp van het leger op tot nieuwe verkiezingen. De USDP verwees naar onregelmatigheden bij de verkiezingen, van stembussen van slechte kwaliteit tot stemproblemen. De verkiezingscommissie zei evenwel dat alle beschuldigingen van onregelmatigheden afkomstig waren van een minderheid van de deelnemers. En ook volgens internationale waarnemers verliepen de verkiezingen vlot en zonder grote onregelmatigheden. En zelfs het leger stelde in een eerste verklaring dat de verkiezingen met succes waren verlopen <https://edition.cnn.com/2020/11/09/asia/myanmar-election-results-nld-intl-hnk/index.html>.

Op 2 december 2020 kondigde het bureau van de opperbevelhebber van de defensiediensten evenwel aan dat het leger het verkiezingsproces in 218 townships opnieuw wou bekijken: had het wel in overeenstemming met de wet plaatsgevonden? De politieke spanningen escaleerden toen een militaire woordvoerder weigerde de mogelijkheid van een staatsgreep uit te sluiten en waarschuwde dat de strijdkrachten "actie konden ondernemen" als de bezorgdheid over onregelmatigheden bij de verkiezingen niet werd weggenomen. Washington, samen met verschillende andere westerse landen, drong er in een verklaring van 29 januari bij het leger op aan "zich aan de democratische normen te houden" toen opperbevelhebber Min Aung Hlaing dreigde de grondwet van het land in te trekken <https://www.voanews.com/east-asia-pacific/myanmars-military-refuses-rule-out-coup-over-election-fraud-claims>.

In de dagen vóór de machtsgreep van het leger had Min Aung Hlaing al verkapte dreigementen gegeven, maar hij verraste het land en de internationale gemeenschap toch nog op 1 februari toen er een nieuw parlement bijeen moest komen. Met zijn staatsgreep zette hij een decennium van democratische hervormingen op zijn kop en verdiepte hij de pariastatus van de strijdkrachten die hij beveelt. Met de opkomst van Min Aung Hlaing maakte de harde lijn binnen het leger voorlopig een einde aan het fragiele democratische proces van Myanmar. En degenen die misschien uitkeken naar de pensionering van de militaire chef zullen nog even moeten wachten.

Internationale afkeuring

"De acties van het leger tonen een grote minachting voor de democratische verkiezingen van november en het recht van de bevolking van Myanmar om haar eigen regering te kiezen", aldus Brad Adams, Azië-directeur bij Human Rights Watch. "We zijn vooral bezorgd over de veiligheid en beveiliging van activisten en andere critici van het leger die mogelijk in hechtenis zijn genomen", zei hij in een verklaring <https://www.hrw.org/news/2021/02/01/myanmar-military-coup-kills-fragile-democracy>. VN-secretaris-generaal Antonio Guterres zei dat de ontwikkelingen een "serieuze slag waren voor democratische hervormingen" en drong er bij alle leiders op aan af te zien van geweld en de mensenrechten te respecteren <https://www.reuters.com/article/us-myanmar-politics-un-idUSKBN2AM0PB>.

"De Verenigde Staten verzetten zich tegen elke poging om de uitkomst van recente verkiezingen te veranderen of de democratische transitie in Myanmar te belemmeren, en zullen actie ondernemen tegen de verantwoordelijken als deze stappen niet worden teruggedraaid", zei de woordvoerster van het Witte Huis, Jen Psaki <https://www.whitehouse.gov/briefing-room/statements-releases/2021/02/11/fact-sheet-biden-harris-administration-actions-in-response-to-the-coup-in-burma/> <https://www.ndtv.com/world-news/situation-on-ground-in-myanmar-troubling-white-house-2384299>.

In Groot-Brittannië, de voormalige koloniale macht, veroordeelde premier Boris Johnson "de staatsgreep en de onwettige opsluiting van burgers, waaronder Aung San Suu Kyi". "De stem van het volk moet worden gerespecteerd en burgerleiders moeten worden vrijgelaten" twitterde Johnson <https://www.bbc.com/news/uk-55885021>. En Charles Michel, President van de Europese Raad, tweette dat "de uitslag van de verkiezingen moet worden gerespecteerd en het democratische proces moet worden hersteld" <https://www.politico.eu/article/europe-reacts-to-myanmar-military-coup/>. Gelijkluidende verklaringen kwamen uit Frankrijk, Duitsland, Australië, Japan, India en meer regeringskringen <https://www.msn.com/en-xl/asia/top-stories/governments-around-the-world-condemn-myanmar-s-military-coup/ar-BB1dhb40>.

Japanse middenweg

De diplomatie van Japan moet ook worden gezien in het kader van de betrekkingen met ASEAN, een belangrijke strategische partner voor Japan. Tokio investeert al tientallen jaren in de stabiliteit en welvaart van Zuidoost-Aziatische landen en de Japanse economie is er sterk van afhankelijk. Op voorwaarde dat de democratisering doorging, heeft Japan in 2012 een groot deel van de uitstaande schuld van Myanmar kwijtgescholden. Maar misschien nog belangrijker: Japan verstrekte een overbruggingskrediet aan Myanmar om het in staat te stellen zijn achterstanden bij de Wereldbank en de Aziatische Ontwikkelingsbank in datzelfde jaar weg te werken. Voor Japan - en voor ASEAN - zijn deze kwesties dus met elkaar verbonden.

De aanpak van de Japanse regering van de staatsgreep in Myanmar is daarom in zekere zin een middenweg tussen de ‘verre’ westerse staten die prioriteit geven aan mensenrechten en democratie en de ‘lokale’ Aziatische staten die prioriteit geven aan stabiliteit en ontwikkeling. Op deze manier betreedt Japan een dunne lijn tussen zijn positie als liberale democratie en zijn afhankelijkheid van stabiliteit en ontwikkeling in Zuidoost-Azië. De belangrijkste internationale zorg voor alle staten in Zuidoost-Azië is de opkomst van China en de reacties op de staatsgreep in Myanmar kunnen het best binnen dat kader worden begrepen <https://www.eastasiaforum.org/2021/04/17/japans-response-to-the-coup-in-myanmar/>.

Ook de regering en het maatschappelijk middenveld van Zuid-Korea hebben het militair geweld veroordeeld. Buiten de regering hebben ook religieuze gemeenschappen - zowel christelijke als boeddhistische - hun steun uitgesproken voor de bevolking van Myanmar. Het was de eerste keer ooit dat de Jogye-orde - de grootste boeddhistische sekte in Zuid-Korea - een openbare verklaring uitbracht ter ondersteuning van een beweging voor burgerlijke ongehoorzaamheid.

Militaire export naar Myanmar werd verboden en ontwikkelingshulp- en investeringsprojecten werden in reactie op het geweld opgeschort. Zuid-Korea beloofde ook zo'n 25.000 inwoners van Myanmar een veilige haven door hun visa te verlengen. Deze beslissing staat in schril contrast met de deportatie in februari door Maleisië van meer dan 1000 Myanmarese staatsburgers, hoewel de Maleisische autoriteiten verdere repatriëringen hebben onderbroken tot een ASEAN-noodtop die voor 24 april gepland is <https://www.eastasiaforum.org/2021/04/15/amplifying-south-koreas-response-to-the-myanmar-coup/#more-343350>.

Chinese en Russische belemmering

Ondanks de wereldwijde veroordeling werden de inspanningen van de internationale gemeenschap om een grotere rol te spelen belemmerd door voornamelijk. China en Rusland. De VN verkeren in een patsituatie door het Chinese en Russische veto. Meer nog, deze twee landen kondigden onlangs een strategisch partnerschap aan tegen inmenging en unilaterale sancties, waaronder recente sancties van de VS en de EU tegen de militaire leiders achter de staatsgreep in Myanmar <http://www.ipsnews.net/2021/02/china-russia-throw-protective-arms-around-myanmar/>.

China, dat een grens deelt met Myanmar en aanzienlijke invloed uitoefent in het land (zie verder), zag dus af van veroordeling van de staatsgreep, maar wees tegelijk ook elke betrokkenheid bij de staatsgreep van de hand. Het drong er bij alle partijen in Myanmar op aan "hun geschillen op te lossen". "China is een bevriende buur van Myanmar en hoopt dat de verschillende partijen in Myanmar hun geschillen op gepaste wijze zullen oplossen onder het constitutionele en wettelijke kader om de politieke en sociale stabiliteit te beschermen", zei de woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken Wang Wenbin tijdens een persconferentie. <https://www.reuters.com/article/us-myanmar-politics-china-idUSKBN2A3115>.

Voordien, op 17 en 18 januari 2020, had de Chinese president Xi Jinping Myanmar bezocht. Xi zei dat dit bezoek het eerste staatsbezoek aan Myanmar is van een Chinese president na een pauze van 20 jaar en ook zijn eerste buitenlandse reis dat jaar, wat het hoge niveau van de bilaterale banden aantoont. Xi verklaarde dat China “Myanmar volledig steunt in een ontwikkelingsmodel dat voldoet aan de nationale condities” <https://journal-neo.org/2020/02/01/chinese-president-xi-jinping-visits-myanmar/>. Ook op 12 januari 2021, enkele dagen voor de staatsgreep, vond in Nay Pyi Taw een ontmoeting plaats tussen de Chinese minister van Buitenlandse Zaken, Wang Yi, en Min Aung Hlaing. Wang Yi zei: "China waardeert het dat het leger van Myanmar nationale revitalisering als missie beschouwt, nadenkt over de toekomstige ontwikkeling van zijn land vanuit een langetermijnperspectief, zich inzet voor de traditionele vriendschap tussen China en Myanmar en de 'Paukphaw' promoot, (broederlijke) vriendschap tussen de twee landen ... China zal Myanmar blijven steunen bij het beschermen van zijn soevereiniteit, nationale waardigheid en legitieme rechten en belangen, het land steunen bij het volgen van een ontwikkelingstraject dat past bij zijn eigen nationale omstandigheden en het leger van Myanmar bij het spelen van een gepaste rol in en het leveren van een positieve bijdrage aan het proces van de transformatie en ontwikkeling van het land”. Min Aung Hlaing antwoordde: "Myanmar is zeer verheugd getuige te zijn van de toenemende internationale status en invloed van China, zal zich blijven inzetten voor het verdiepen van de vriendschap tussen Myanmar en China en het versterken van de allround samenwerking met China, en zal het standpunt van China over kwesties die verband houden met Taiwan, Hong Kong en Xinjiang voortdurend steunen" <https://www.mizzima.com/article/chinas-foreign-minister-meets-senior-general-min-aung-hlaing>.

Bij de bevolking heeft dit het anti-China-sentiment aangewakkerd. Op 14 maart 2021 werd brand gesticht in enkele 'Chinese fabrieken' in het Hlaingthaya-district van Yangon. Dit leidde tot een krachtig protest in de Chinese Global Times die stelde dat de "wrede aanvallen" 37 miljoen dollar aan schade hadden aangericht en twee Chinese werknemers gewond. De Chinese ambassade drong er bij de generaals van Myanmar op aan het geweld te stoppen <https://www.irrawaddy.com/news/burma/china-calls-myanmar-junta-punish-arsonists-attacked-factories-yangon.html>.

ASEAN en Myanmar

De reactie van de directe buurlanden van Myanmar was minder expliciet. Bangladesh, dat ongeveer een miljoen Rohingya opvangt die het geweld in Myanmar zijn ontvlucht, riep op tot "vrede en stabiliteit" en hoopte dat een proces om de vluchtelingen te repatriëren vooruitgang zou kunnen boeken. Het ministerie van Buitenlandse Zaken van Singapore drong er bij alle partijen op aan terughoudendheid te betrachten en te werken aan een positief en vreedzaam resultaat, en adviseerde Singaporezen in Myanmar om waakzaam te blijven. Thailand, Laos, Cambodja en de Filippijnen schrokken allemaal terug voor kritiek omdat officieel de militaire coup “een binnenlandse aangelegenheid van Myanmar” was. Al deze landen zijn lid van ASEAN. <https://www.dw.com/en/myanmar-coup-asean-ties/a-57042503>

De relatie van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties (ASEAN  https://asean.org/asean/about-asean/) met Myanmar is complex. Toen Myanmar zich in 1997 bij de groep voegde, werd het land algemeen als een pariastaat beschouwd, grotendeels als gevolg van zijn afschuwelijke mensenrechtensituatie. De toenmalige militaire junta arresteerde routinematig de oppositie en zette ze gevangen, waaronder Aung San Suu Kyi, en voerde verwoestende oorlogen tegen etnische minderheden in het hele land. Als gevolg hiervan was de beslissing om Myanmar in de 'schaapskooi' te accepteren controversieel.

Voor ASEAN-leiders in die tijd was de stap geopolitiek strategisch. Ze hoopten de invloed van China, en in mindere mate van India, in Myanmar en dus in de regio als geheel onder controle te houden. Myanmar werd economisch evenwel steeds afhankelijker van China. Het ASEAN-principe van niet-inmenging is met name in de praktijk niet altijd bevestigd als het om Myanmar gaat. (Het land mocht in 2014 zelfs ASEAN voorzitten.) Op 2 maart 2021 slaagde de ASEAN er niet in om tijdens een virtuele bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken overeenstemming te vinden over Myanmar. Hoewel ze verenigd waren in een oproep tot terughoudendheid, riepen slechts vier leden - Indonesië, Maleisië, de Filippijnen en Singapore - op tot de vrijlating van Suu Kyi en andere gedetineerden. "We hebben de bereidheid van ASEAN uitgedrukt om Myanmar op een positieve, vreedzame en constructieve manier bij te staan", poogde ASEAN-voorzitter Brunei in een verklaring de onenigheid toe te dekken <https://asean.org/storage/FINAL-Chairmans-Statement-on-the-IAMM.pdf>. ASEAN heeft dus gekozen voor een zachtere aanpak om ruimte te laten voor betrokkenheid en dialoog met het leger van Myanmar. De sombere staat van dienst op het gebied van de mensenrechten is altijd een donkere vlek op de internationale reputatie van de ASEAN groep als geheel geweest.

ASEAN Parliamentarians for Human Rights

De ASEAN Parliamentarians for Human Rights (APHR, www.aseanmp.org) reageerden daarentegen op 29 maart ongemeen hard op de crisissituatie: “Het genocidale leger van Min Aung Hlaing reageert op verklaringen van twee maanden van internationale veroordeling door dorpen te beschieten, kinderen in hun huizen te vermoorden en de brutaliteit van zijn acties steeds groter te maken. Er is duidelijk geen manier om met deze man te redeneren of in dialoog te gaan”, zei Charles Santiago, de voorzitter van APHR en een Maleisisch parlementslid. "Wat nu moet gebeuren, is dat de wereldwijde gemeenschap samenkomt om het leger effectief te verstikken door de enige manier om het te stoppen: dit begint met het afsnijden van de toegang tot wapens en contant geld" <https://aseanmp.org/2021/03/29/the-international-community-must-work-to-stifle-myanmar-militarys-barbaric-regime-mps-say/>.

De volgende stappen zijn volgens APHR duidelijk: een alomvattend wapenembargo en verdere gerichte financiële sancties, niet alleen tegen hoge militaire functionarissen, maar ook tegen alle militaire bedrijven.

Het leger voerde geleidelijk zijn tactieken op tegen een massale en grotendeels vreedzame campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid die de terugkeer eiste van de afgezette burgerleider Aung San Suu Kyi. Veiligheidstroepen gebruikten traangas, waterkanon, rubberen kogels maar ook echte kogels tegen de demonstranten. Hun optreden werd alsmaar gewelddadiger en driester. Amnesty International beschuldigde het leger ervan slagveldtactieken te hebben aangewend tegen vreedzame demonstranten. De mensenrechtenorganisatie constateerde dat het leger lichte machinegeweren, sluipschutters geweren en semiautomatische geweren gebruikte. De bloedigste dag van het harde optreden tot dusver vond plaats op 27 maart, de Dag van de Strijdkrachten in Myanmar. Terwijl zijn troepen geweld pleegden in verschillende steden in het hele land -- onder de slachtoffers waren ten minste zes kinderen tussen de 10 en 16 jaar -- hield het leger een parade in de hoofdstad, Nay Pyi Taw, bijgewoond door vertegenwoordigers van acht landen, waaronder Thailand, Vietnam en Laos.

“Het is een schande dat ASEAN-staten vertegenwoordigers hebben gestuurd om deze moorddadige dictator effectief te vieren. Het besluit van de Thaise premier Prayut Chan-o-Cha om vertegenwoordigers naar de ceremonie te sturen, terwijl hij thuis vreedzame protesten neersloeg, laat er geen twijfel over bestaan dat hij resoluut aan de kant van de dictatuur staat, niet van de democratie”, stelde Santiago. "Door ook de parade van de Dag van de strijdkrachten bij te wonen gaven China, Rusland, India, Bangladesh en Pakistan een duidelijke boodschap af dat hun geopolitieke en economische belangen belangrijker zijn dan het leven van mensen. Ik vrees dat de bevolking van Myanmar misschien niet alleen het slachtoffer wordt van hun wrede leger, maar ook van de beschamende strijd van grotere internationale mogendheden om invloed in de regio,” voegde hij eraan toe. In een vervolg communiqué op 21 april roept de APHR op tot een economische boycot van de militaire junta: <https://mailchi.mp/aseanmp/asean-rakhine-crisis-podcast-series-1286624?e=1ccbd33a7a>

Myanmar begint op Syrië te lijken

Ook de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, Michelle Bachelet, pleitte op 13 april voor onmiddellijke, beslissende en impactvolle maatregelen om de militaire leiders van Myanmar ertoe aan te zetten de onderdrukking en afslachting van de bevolking stop te zetten: "We zijn getuige geweest van weer een weekend van gecoördineerd bloedvergieten in vele delen van het land, waaronder de gerapporteerde massamoord op minstens 82 mensen in Bago tussen vrijdag en zaterdag. Het leger lijkt erop uit zijn meedogenloze beleid van geweld tegen de bevolking van Myanmar te intensiveren, gebruikmakend van militaire en willekeurige wapens," zei Bachelet.

"Er zijn duidelijke echo's van Syrië in 2011. Ook daar zagen we vreedzame protesten met onnodig en duidelijk onevenredig geweld. De brutale, aanhoudende onderdrukking door de staat van zijn eigen volk leidde ertoe dat sommige individuen de wapens opnamen, gevolgd door een neerwaartse en snel groeiende spiraal van geweld in het hele land. De Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten waarschuwde destijds in 2011 dat het falen van de internationale gemeenschap om met eensgezindheid te reageren rampzalig zou kunnen zijn voor Syrië en daarbuiten. De afgelopen tien jaar hebben aangetoond hoe gruwelijk de gevolgen zijn geweest voor miljoenen burgers" (https://www.ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=26989&LangID=E).

Nieuws offline

Met de komst van mobiel internet in 2013 begon een proces van ingrijpende sociale en economische veranderingen. In het begin was het als een straaltje - alleen jonge mensen die naar de universiteit waren geweest, wisten hoe ze een verbinding konden maken. Maar toen het 3G-netwerk van Ooredoo arriveerde, werd het al snel een overstroming. Vanaf 2015 ging iedereen online; zelfs ouderen hadden een smartphone.

Het duurde niet lang voordat Facebook de belangrijkste nieuwsbron werd. Natuurlijk gebruikt niet iedereen Facebook om het nieuws te lezen. Maar na de staatsgreep van 1 februari was de honger naar informatie over wat er gebeurde immens. Je kunt je dus de schok voorstellen toen het militaire regime op 17 maart het mobiele internet stopte, en het erg moeilijk werd om nauwkeurige informatie van buiten het land te krijgen.

In sommige dorpen is de informatiestroom van de buitenwereld bijna volledig opgedroogd. Dit informatievacuüm heeft een donkere kant: geruchten en verkeerde informatie verspreiden zich gemakkelijker en zijn vaak moeilijk te ontkrachten. De meeste onafhankelijke omroepen zijn verboden en jonge mensen hebben oudere familieleden aangemoedigd om de regeringszenders MRTV en Myawady te boycotten. Ze zijn bang dat hun ouders uit gewoonte of verveling de twee door het leger gecontroleerde kanalen zullen bekijken en de nieuwsuitzendingen van de junta zullen gaan geloven. "Demonstranten zetten de mensen, vooral emotionele tieners en jongeren, nu aan tot een confrontatie waarbij ze het leven zullen verliezen", aldus een verklaring op de staatsomroep MRTV.

Sommigen hebben nog schotels voor de PSI-satelliet <https://www.facebook.com/PSI-Satellite-Myanmar-104264094645157/>. Deze in Thailand gevestigde dienst zendt de onafhankelijke Democratische Stem van Birma (http://burmese.dvb.no/) en Mizzima (https://www.mizzima.com/) uit, die belangrijke alternatieve nieuwsbronnen zijn, samen met Now <https://www.myanmar-now.org/en/news>, Irrawaddy <https://www.irrawaddy.com/> en Frontier Myanmar <https://www.frontiermyanmar.net/en>.

Het viel te verwachten dat de militairen PSI zouden verbieden, wat op 9 april gebeurde, maar voorlopig kan men de uitzendingen blijven ontvangen. https://www.irrawaddy.com/news/burma/myanmar-junta-bans-satellite-dishes-effort-restrict-anti-regime-news.html

Burgerlijke ongehoorzaamheid en geweldloos verzet in corona tijden

De grootste anti-militaire bijeenkomsten brachten in februari honderdduizenden mensen naar dicht opeengepakte straten. Hoewel de meesten maskers droegen, stonden ze dicht bij elkaar terwijl ze slogans riepen en revolutionaire liederen zongen - een recept voor de verspreiding van het coronavirus. Veel experts maken zich dan ook zorgen. De WHO registreerde 142.644 besmettingen en 3206 doden (https://covid19.who.int/region/searo/country/mm) maar algemeen wordt aangenomen dat de cijfers veel hoger liggen <https://www.aljazeera.com/news/2020/4/1/fears-of-coronavirus-catastrophe-as-myanmar-reports-first-death> . Ondertussen is het testen om de verspreiding van het virus te identificeren, bijna ingestort. En zelfs als er gevallen zouden kunnen worden geïdentificeerd, zijn de meeste ziekenhuizen en quarantainecentra die patiënten kunnen behandelen of isoleren, gesloten. Intussen zijn de inspanningen van het militaire regime om het personeel weer aan het werk te krijgen grotendeels mislukt. Vele volksgezondheidswerkers zagen zich voor een pijnlijk ethisch dilemma gesteld: hun ziekenhuizen, klinieken en laboratoria verlaten te midden van een wereldwijde coronapandemie, of blijven werken onder wat zij zagen als een onwettig regime dat onvermijdelijk de winst van de afgelopen tien jaar op het gebied van volksgezondheid zou tenietdoen.

'Persoonloze' protesten met duizenden tuimelpoppen

In de derde week van maart verschoven in het hele land de starttijden van de protesten van 12.00 uur naar de vroege ochtenduren, in een poging gewelddadige confrontaties te vermijden. Nieuwe protesttactieken omvatten ook het achterlaten van poppen, schoenen en slippers op de weg. Mensen in Myanmar weten dat ze zullen worden neergeschoten als ze vreedzaam protesteren, dus zijn ze begonnen met 'persoonloze' protesten met duizenden tuimelpoppen genaamd pyit-tine-htaung, een pop die zichzelf recht zet elke keer dat ze wordt omgegooid. "Deze poppen symboliseren de onvermoeibare houding van de bevolking", verklaart een actievoerder.

Uithangborden met anti-militaire leuzen werden bij de poppen achtergelaten. Deze levenloze stand-ins waren onder meer te zien in de townships van Hlaing, Zuid-Okkalapa en Kamayut in Yangon en kregen online veel aandacht. Deze "stakingen zonder mensen" begonnen in Myitkyina, de hoofdstad van de staat Kachin, maar verspreidden zich snel door het land via mond-aan-mondreclame en sociale media. <https://www.frontiermyanmar.net/en/we-will-never-kneel-down-protesters-change-tactics-in-face-of-rising-death-toll/>.

Op 22 maart, drie dagen voor de Dawn Spring Flower Strike  https://www.globalsecurity.org/wmd/library/news/myanmar/2021/myanmar-210404-voa01.htm lanceerden inwoners van Hlaing rode en zwarte waterstofballonnen met protestberichten. Al snel was de lucht gevuld met zinnen als 'De revolutie moet winnen', 'De staatsgreep moet vallen' en 'Wij steunen de CRPH' - verwijzend naar de commissie die de Pyidaungsu Hluttaw vertegenwoordigt, een groep gekozen parlementsleden die beweren de legitieme regering van Myanmar te zijn, in plaats van de militaire raad, die de CRPH onwettig heeft verklaard.

Op 6 april smeerden demonstranten in steden en dorpen in het hele land rode verf en handafdrukken op wegen en bushaltes om al het burgerbloed te symboliseren dat het leger sinds het begin van de staatsgreep heeft vergoten.

Demonstranten zeggen dat deze nieuwe vormen van protest nodig zijn om het moreel van mensen in stand te houden. Maar sommigen zijn verder gegaan dan alleen het stimuleren van het moreel. Misschien wel de meest tastbaar succesvolle van deze nieuwe tactieken kwam op 24 maart, toen een "stille staking" de gewoonlijk luidruchtige straten van steden in het hele land tot rust bracht en zowel werk als vrije tijd stopte. De stille staking sloot markten, winkels en fabrieken in Yangon en elders in het land af, terwijl miljoenen mensen uit protest thuis bleven. Het maakte de junta zo boos dat soldaten de lege straten in werden gestuurd. Maar zonder een menigte burgers om op te schieten, ontdekten ze dat ze weinig konden doen.

Protesten zullen er misschien nooit meer uitzien zoals in februari, een tijd waarin honderdduizenden mensen elke dag de straat op gingen in steden en dorpen in heel Myanmar. Maar terwijl de prodemocratische beweging zich organiseert voor een lang gevecht, heeft het succes van de stille staking jongeren en algemene stakingscomités geïnspireerd om meer activiteiten te plannen die het militaire bewind ondermijnen en tegelijkertijd burgerslachtoffers vermijden. Omdat de markten 'stil' zijn en de voedselketen verstoord is, worden andere meer solidaire vormen van bedeling georganiseerd.

Mensen werden ook aangemoedigd om met het leger gelieerde producten of diensten te boycotten. “We zijn gestopt met het betalen van belastingen en we kopen geen militaire producten. De boycots van bedrijven met banden met het leger zullen doorgaan, en als ze lange tijd kunnen worden volgehouden, zal de Tatmadaw het land niet kunnen blijven besturen,” zei een van de activisten. Door boycots van militaire bedrijven en hun producten zijn enkele van de meest populaire sigaretten- en biermerken in het land uit de winkelrekken verdwenen <https://www.frontiermyanmar.net/en/coup-hangover-how-myanmars-national-brew-went-stale-overnight/>.

ALTSEAN-Burma <https://altsean.org/> en andere Myanmar oppositiegroepen houden een "Coup Watch" bij die erg volledig is. De Assistance Association for Political Prisoners (Burma), is een in 2000 door ex-gevangenen opgerichte non-profit human rights organisatie die vanuit Mae Sot, Thailand, ijvert voor de vrijlating van politieke gevangenen en de verbetering van de leefomstandigheden in de gevangenissen. Ze houden ook de trieste dagelijkse cijfers bij < https://aappb.org/>

Myanmar en Thailand

Het harde optreden van het leger omvatte ook luchtaanvallen op dorpen in de buurt van de grens tussen Thailand en Myanmar. Daardoor vluchtten naar schatting drieduizend mensen tijdelijk naar Thailand, aldus berichten in de media <https://www.reuters.com/article/us-myanmar-politics-karen-idUSKBN2BL1JY>. Aanvankelijk stelden de Thaise militairen dat ze zich niet wensten te mengen in de interne aangelegenheden van hun buurland. Thailand speelt een belangrijke rol aangezien het een gemeenschappelijke grens heeft van 2401 km met Myanmar. Het vooruitzicht van verdere escalatie van conflicten zowel binnen Myanmar als met gewapende minderheden in de grensgebieden doet het Thaise veiligheidsapparaat vrezen voor een toestroom naar Thailand van personen die vluchten voor het geweld in Myanmar <https://data2.unhcr.org/en/situations/thailand>.

Een coalitie van Thaise NGOs drong er op 10 april in een open brief aan Eerste Minister Generaal Prayut Chan-o-cha op aan dat de Thaise autoriteiten moeten zorgen dat iedereen die aan het geweld in Myanmar ontsnapt, asiel mag aanvragen en internationale bescherming kan krijgen <https://aippnet.org/urgent-appeal-to-the-government-of-thailand-to-extend-humanitarian-assistance-to-the-victims-seeking-protection-at-the-thai-myanmar-border/>.

Myanmar en China

Het is duidelijk dat China een doorslaggevende economische invloed zal blijven hebben op Myanmar. Dat land is een cruciale partner in China's 'Belt & Road Initiative' (BRI) en andere economische plannen. China is nu zowel de grootste buitenlandse investeerder als de grootste handelspartner van Myanmar.

Myanmar kocht tussen 2000 en 2016 voor $1,4 miljard aan wapens in China; slechts twee landen waren nog grotere kopers van Chinese wapens in die periode. Ongeveer $1 miljard van deze aankopen vond plaats sinds 2011. China is goed voor meer dan 60 procent van alle wapenverkopen aan Birma. Bovendien hebben Birma en China militaire uitwisselingen op het hoogste niveau gevoerd.

De Rohingya-crisis en de veroordelingen van het Westen hebben Myanmar dus meer in handen van de Chinezen geduwd. Myanmar begon met een economisch beleid van "Look East" en heeft de regio Groot-China in zijn nieuwe visie. Experts vermoeden dat BRI-infrastructuurprojecten de komende tijd de belangrijkste bron van investeringen en ondersteuning van de economische groei van het land zullen worden. Chinese investeringen in Myanmar zijn voornamelijk gericht op de sectoren waterkracht, olie en gas en mijnbouw. Voor een map die de voornaamste investeringen samenvat, zie https://www.irrawaddy.com/specials/infographic-30-years-chinese-investment-myanmar.html.

Naast China zijn achtereenvolgens Singapore, Thailand, Hong Kong, Groot-Brittannië, Korea, Vietnam, Maleisië, Nederland en Japan (cijfers van 2018) de voornaamste investeerders in Myanmar.

De kost van de coup

De in Brussel gevestigde Crisisgroup <https://www.crisisgroup.org/>, een onafhankelijke organisatie die zich inzet om oorlogen te voorkomen en beleid vorm te geven dat zal bouwen aan een vreedzamere wereld, is in haar “The Cost of the Coup: Myanmar Edges Toward State Collapse”, 1 April 2021 <https://www.crisisgroup.org/asia/south-east-asia/myanmar/b167-cost-coup-myanmar-edges-toward-state-collap> erg pessimistisch over de toekomst voor Myanmar:

“De crisis zal zich verdiepen en de vooruitzichten op meer bloedvergieten, economische schade, humanitaire noodsituaties en vluchtelingenvlucht naar buurlanden zullen de komende maanden toenemen. Behalve dat ze moreel weerzinwekkend zijn, lopen de acties van het regime het risico de ineenstorting van de staat te bespoedigen - waarbij de generaals de staatsgrepen kunnen beheersen, maar niet in staat zijn hun wil aan het land als geheel op te leggen, de orde te handhaven of effectief te regeren en diensten te verlenen. Toenemende geweldsniveaus verharden de oppositie en verbreden de consensus onder de bevolking dat een terugkeer naar een militair bewind koste wat het kost moet worden voorkomen. Het banksysteem functioneert nauwelijks, transport en logistiek zijn verlamd en havens zijn dicht, waardoor het land in een economische crisis terechtkomt. De pogingen van het regime om een meltdown te voorkomen door middel van intimidatie en geweld, hebben de situatie alleen maar erger gemaakt. Pogingen om banken te dwingen te heropenen, zullen mislukken omdat het personeel doodsbang is om het huis uit te gaan, en invallen bij kantoren die openstaan - om onhandelbare klanten te arresteren die hun deposito's eisen - zaaien alleen maar paniek. Dreigingen om banken te nationaliseren die niet aan de regels voldoen, zullen het resultaat helpen versnellen dat het regime wil vermijden: een run op de banken die wel kunnen openen. De generaals lijken niet te beseffen dat ze de twee belangrijkste economische goederen hebben vernietigd: trust and confidence”.

Een militaire exit strategie of een pyrrusoverwinning?

Na de staatsgreep verklaarde de militaire chef Min Aung Hlaing dat het leger een tot twee jaar aan de macht zou blijven voordat er nieuwe verkiezingen zouden worden gehouden en de macht aan de winnaars kon worden overgedragen. Het was blijkbaar zijn bedoeling om Aung San Suu Kyi - en mogelijk haar NLD-partij als geheel - uit het electorale speelveld te verwijderen, zodat hij zijn ambitie om burgerpresident te worden na zijn pensionering als opperbevelhebber kon waarmaken.

Een snelle exit uit het militaire bewind lijkt echter niet langer haalbaar. De machtsgreep van het leger en de brute behandeling van de bevolking hebben een diepgaande nationale crisis veroorzaakt die het onwaarschijnlijk maakt dat het leger in staat zal zijn om zijn gezag te consolideren en door te gaan met zijn politieke programma. Zelfs als het in staat is om op gewelddadige wijze protesten te onderdrukken en kritisch personeel van de regering en de particuliere sector weer aan het werk te krijgen, zou het een land in economische, sociale en politieke onrust leiden. Pogingen om door te rammen met wat in een dergelijk scenario vrijwel zeker schijnverkiezingen zullen zijn, zou het leger geen schone uitgang bieden; en evenmin de duidelijke weg naar het presidentschap dat Min Aung Hlaing nastreeft. Het zou eerder een agitatiepunt vormen voor een hernieuwde confrontatie met de beweging die het leger zo meedogenloos heeft proberen te verpletteren.

Met of zonder verkiezingen, als het leger doorgaat met het gewelddadig opleggen van zijn wil, zal dat waarschijnlijk conflicten verergeren, het disfunctioneren van de staat versnellen en een langdurige uitputtingsoorlog met de bevolking uitlokken, resulterend in slechts een Pyrrusoverwinning.

Het regime kan misschien de belangrijkste hefbomen van de macht beheersen, maar het land kan grotendeels onbestuurbaar worden. Een diepe veiligheids-, economische, humanitaire en gezondheidscrisis zou dan bijna onvermijdelijk zijn. De laatste zou niet alleen het gevolg zijn van een mogelijke heropleving van COVID-19 maar ook van onderbroken behandelingen van Myanmar's vele multiresistente tuberculose- en hiv-patiënten en van vastgelopen vaccinatieprogramma's. Vluchtelingenstromen naar buurlanden zijn al begonnen, met enkele duizenden mensen die naar India en Thailand vluchten. Dat aantal zou de komende maanden dramatisch kunnen toenemen - een vooruitzicht waarvoor Thailand al is begonnen met het treffen van voorbereidingen na luchtaanvallen van het regime op KNU-doelen nabij de grens sinds 27 maart. De één miljoen Rohingya-vluchtelingen in Bangladesh zullen nog minder geneigd zijn om naar huis terug te keren.

Hoewel een dergelijk scenario van het falen van de staat in niemands belang is, suggereert weinig dat het regime de ernst van de situatie erkent, of dat het bereid is om van koers te veranderen of een of andere vorm van onderhandelde uitkomst met zijn tegenstanders te zoeken om de crisis te bezweren. Het lijkt nog steeds vertrouwen te hebben in zijn vermogen om met geweld te zegevieren - een mentaliteit die alleen maar meer geweld en escalatie kan aanwakkeren en de staat dichter bij de ineenstorting kan brengen. De reden voor zoveel koppigheid is wellicht economisch en financieel.

Myanmar Military Ltd

Een rapport uit 2019 van de Independent International Fact-Finding Mission van de Verenigde Naties over Myanmar onthulde dat het leger in Myanmar twee grote holdings bezit en exploiteert: Myanmar Economic Holdings Limited (MEHL) en Myanmar Economic Corporation (MEC). Dit zakenimperium biedt het leger enorme financiële middelen om zijn wreedheden te financieren en zijn autonomie te behouden. De VN-onderzoeksmissie riep bedrijven op om de banden met deze militaire bedrijven te verbreken <https://ap.ohchr.org/documents/dpage_e.aspx?si=A/HRC/42/50>, <https://www.business-humanrights.org/en/companies/myanmar-economic-corporation-mec/?companies=4198017>.

Ook uit rapporten van Amnesty International blijkt dat het leger van Myanmar hoge opbrengsten ontvangt via aandelen in Myanmar Economic Holdings Limited (MEHL). MEHL is een geheimzinnig conglomeraat dat bestaat uit bedrijven in de mijnbouw, bier- en tabaksindustrie, kledingindustrie en bankwereld. MEHL heeft partnerschappen met een aantal lokale en buitenlandse bedrijven. Het bestuur van MEHL bestaat volledig uit hooggeplaatste militairen.

Uit gegevens van de aandeelhouders blijkt dat een derde van de aandelen van MEHL in handen is van militaire eenheden, waaronder gevechtseenheden. MEHL heeft ook links met de Western Command, een legereenheid die de operaties in de westelijke Rakhine-Staat overziet. Deze eenheid was betrokken bij gruwelijkheden begaan tegen de Rohingya-bevolking en andere etnische minderheidsgroepen in Myanmar. Uit Amnesty’s rapport ‘Military Ltd – The company financing human rights abuses in Myanmar’ <https://www.amnesty.org/en/documents/asa16/2969/2020/en/> blijkt ook dat de aandeelhouders van MEHL sinds de oprichting in 1990 aanzienlijke jaarlijkse dividendbetalingen hebben ontvangen.

“Deze documenten leveren nieuw bewijs hoe het leger van Myanmar profiteert van het gigantische bedrijfsimperium van MEHL. En ze laten duidelijk zien dat de militairen en MEHL onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden”, zegt Mark Dummett van Amnesty International. “Dit is geen geval van het onopzettelijk financieren van mensenrechtenschendingen door MEHL – het hele bestuur van het bedrijf bestaat uit hooggeplaatste militairen.”

“De daders van sommige van de ernstigste mensenrechtenschendingen in de recente geschiedenis van Myanmar profiteren van de zaken van MEHL. Zo bezat legerleider Min Aung Hlaing in 2011 vijfduizend aandelen in MEHL. Dit onbetwiste bewijs moet ertoe leiden dat bedrijven die op dit moment zaken doen met MEHL deze relaties beëindigen” <https://www.fondsen.org/myanmar-uitgelekte-documenten-tonen-links-tussen-bedrijven-en-militaire-schendingen/>.

Amnesty International nam contact op met acht bedrijven die samenwerken met MEHL in Myanmar: Ever Flow River Group Public Co., Ltd, (EFR), een logistiek bedrijf uit Myanmar; Kanbawza Group (KBZ), een groot bedrijf uit Myanmar met jade- en robijnmijnen; Kirin Holdings, een Japanse drankengigant; INNO Group, een vastgoedbedrijf uit Zuid-Korea; Pan-Pacific, een Zuid-Koreaans kledingbedrijf; POSCO, een staalbedrijf uit Zuid-Korea; RMH Singapore, een onderneming uit Singapore met een tabaksbedrijf in Myanmar; en Wanbao Mining, een Chinees metaalbedrijf.

Al deze bedrijven werken samen met MEHL in Myanmar. Een aantal van hen is wereldwijd actief. Zo is Kirin een van ’s werelds grootste bierbrouwers. Bieren als Kirin, San Miguel, Lion en Fat Tire worden wereldwijd verkocht. POSCO is een van ’s werelds grootste staalbedrijven die producten maakt voor de auto-, bouw-, en scheepvaartindustrie. Omdat MEHL geen bereidheid heeft getoond om transparant met haar zakenpartners om te gaan of haar structuur te hervormen, roept Amnesty International deze bedrijven op om zich op verantwoorde wijze uit MEHL te verwijderen.

Ook de lokale NGO Justice For Myanmar <https://www.justiceformyanmar.org/> doet onderzoek naar de belangrijke zakenpartners van het leger van Myanmar, waaronder internationale bedrijven en dochterondernemingen van grote conglomeraten in Myanmar. Zo ontdekten ze dat via hun vermogensbeheerders APG <https://apg.nl/en/> en PGGM <https://www.pggm.nl/>, twee Nederlandse pensioenfondsen, samen $2,3 miljard investeerden in 20 bedrijven die verbonden zijn met MEHL, MEC en haar dochterondernemingen. De 20 bedrijven kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën, op basis van hun relatie met het leger: bedrijven die directe en langdurige banden hebben met de militaire en militaire conglomeraten, waaronder een fabrikant van militaire technologie, en bedrijven die een directe commerciële relatie hebben met Myanmar. De lijst bevat grote bedrijven zoals Posco, Total, Hilton Worldwide en KDDI <https://www.justiceformyanmar.org/press-releases/dutch-pension-funds-hold-us-2-3-billion-in-shares-in-companies-linked-to-myanmars-military>.

Justice For Myanmar heeft ook bewijs gevonden van significante banden tussen de Duitse vrachtwagenfabrikant MAN, waarvan het grootste deel in handen is van Volkswagen, en de verkoop van voertuigen aan het leger van Myanmar. MAN bezit 25 procent van Sinotruks in een in Hongkong genoteerde dochteronderneming, en MAN-executives hebben vier zetels in de raad van bestuur van Sinotruk Hong Kong. Sinotruk heeft ook toegang tot MAN-technologie en de twee bedrijven hebben een gezamenlijk merk. Het leger van Myanmar bezit een grote vloot Sinotruk-voertuigen die een sleutelrol lijken te spelen in hun logistiek. Sinds de brute en onwettige militaire coup van 1 februari 2021 zijn Sinotruk-voertuigen gebruikt om vreedzame demonstranten aan te vallen, de bevolking te terroriseren en willekeurig vastgehouden personen te vervoeren <https://www.justiceformyanmar.org/press-releases/german-truck-corporation-man-profiting-from-myanmar-atrocities>.

Het Westen, Oosten en ASEAN

Uit “The Cost of the Coup: Myanmar Edges Toward State Collapse”, 1 April 2021 <https://www.crisisgroup.org/asia/south-east-asia/myanmar/b167-cost-coup-myanmar-edges-toward-state-collap>

Wat moet er gedaan worden? Het regime zover krijgen dat het van koers verandert, zal een zware strijd zijn. ... Externe actoren hebben weinig goede opties, maar de inzet is te hoog om niet te proberen het land van de rand terug te trekken. Buitenlandse regeringen zouden het regime onder druk moeten zetten en het instrumenten van repressie moeten ontzeggen. Ze mogen de junta niet erkennen en moeten vertegenwoordigers van de gekozen regering inschakelen. Ze moeten wapenembargo's en gerichte sancties voor het leger en zijn zakelijke belangen opleggen of versterken. Westerse en Aziatische mogendheden zouden een gezamenlijke aanpak moeten nastreven door het regime aan te sporen om van koers te veranderen om een diepere crisis met repercussies in de hele regio te voorkomen.

Zowel regionale als westerse mogendheden hebben een groot belang bij het beheersen van de crisis. Met name de ASEAN wordt geconfronteerd met een situatie waarin een lid mogelijk afstevent op een ineenstorting van de staat, met grote politieke, veiligheids- en humanitaire gevolgen voor het blok. De generaals van Myanmar zijn goed geoefend in het weerstaan van pogingen van buitenaf om hun acties te beïnvloeden, en de kans om hen over te halen om van koers te veranderen of een onderhandeld einde aan de crisis te zoeken, is niet groot. Niettemin zijn de humanitaire en veiligheidsimplicaties van de ontrafelende situatie te ernstig om niet te proberen.

Daarom:

* Buitenlandse regeringen en internationale instellingen mogen het militaire regime en zijn functionarissen niet erkennen als vertegenwoordigers van de staat Myanmar. Ze moeten echter nauw samenwerken met de CRPH, de pas opgerichte Nationale Eenheidsregering (NUG) en andere vertegenwoordigers die de bevolking van Myanmar als legitiem beschouwt, zoals etnische leiders (inclusief Rohingya).

* Hoewel het onwaarschijnlijk is dat de VN-Veiligheidsraad een wapenembargo of andere dwangmaatregelen oplegt (daarvoor is die intern te verdeeld en profiteren ze alle van de wapenverkoop aan de generaals), zouden regeringen dit op bilaterale basis moeten doen. Naast het opleggen van een zo sterk mogelijk verbod op de overdracht van wapens en militair materieel, moeten deze embargo's ook betrekking hebben op producten voor tweeërlei gebruik, met inbegrip van technologische instrumenten voor bewaking en repressie. Als er geen VN-embargo is, kunnen gelijkgestemde landen ook instemmen met een gecoördineerde lijst van verboden voorwerpen en informatie delen over hun inspanningen om op vrijwillige basis overdrachten te blokkeren. Hoewel het zeer onwaarschijnlijk is dat grote wapenleveranciers aan Myanmar, zoals China en Rusland, een dergelijk moratorium zullen ondertekenen, zou het op zijn minst een kader creëren voor andere staten om de beperkingen op het leger te coördineren.

* Economische sancties, met name tegen het leger en hun zakelijke belangen, zijn nodig om aan te geven dat de staatsgreep onaanvaardbaar is, hoewel ze waarschijnlijk een marginale impact zullen hebben op het regime en de gang van zaken, vooral omdat alleen westerse landen dat doen. De recente besluiten van de VS en het VK om de twee houdstermaatschappijen van het leger te bestraffen, zijn dus welkom en nuttig, en de EU heeft dit voorbeeld gevolgd <https://euobserver.com/foreign/150972>, <https://tribune.net.ph/index.php/2021/04/19/eu-sanctions-10-myanmar-junta-officials-two-firms/>.

Info Birmanie en Justitie Voor Myanmar verwelkomen daarom de beslissing van Électricité de France (EDF), de Franse gigant, om zijn immense Shweli-3-damproject in Myanmar op grond van mensenrechtenschendingen op te schorten. EDF, een beursgenoteerd bedrijf waarvan de meerderheid in handen is van de Franse staat, leidt een consortium voor de bouw van de Shweli-3-dam samen met een energiecentrale van 671 megawatt in de deelstaat Shan, waar een burgeroorlog gaande is. Het Japanse Marubeni en het bedrijf Ayeyar Hinthar uit Myanmar zijn ook investeerders. Het project kost naar verluidt US $ 1,51 miljard <https://www.justiceformyanmar.org/press-releases/info-birmanie-and-justice-for-myanmar-welcome-suspension-of-shweli-3-hydropower-dam>.

Activisten in Zuid-Korea en Myanmar zijn ernstig bezorgd over het feit dat POSCO geen einde heeft gemaakt aan de zakelijke banden met het leger van Myanmar. POSCO handhaaft aanzienlijke zakelijke belangen die het leger van Myanmar ten goede komen, zoals gasproductie, gastransport, staalproductie en toerisme. Activisten in Myanmar en Zuid-Korea doen een beroep op de aandeelhouders en zakenpartners van POSCO, een wereldwijd netwerk van Australië en de Europese Unie tot Canada en de VS, om de banden met het bedrijf te verbreken. Onder de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de OESO-richtlijnen hebben bedrijven de verantwoordelijkheid om ernstige schendingen van de mensenrechten in hun zakelijke relaties te voorkomen. Daaronder vallen overduidelijk de aanhoudende misdaden tegen de menselijkheid en andere wreedheden die het leger van Myanmar begaat, gefinancierd door de activiteiten van POSCO in Myanmar <https://www.justiceformyanmar.org/press-releases/poscos-global-reach-financing-the-myanmar-military-coup-and-atrocities-exposed-in-cartel-finance-map>.

Maar het is onwaarschijnlijk dat deze stappen de plannen van het regime zullen veranderen, vooral wanneer het te maken krijgt met veel meer verwoestende gevolgen van haar eigen beleid.

* Communicatiekanalen met het regime moeten zoveel mogelijk open worden gehouden, ook via de speciale VN-gezant en regeringen in de regio die geprivilegieerde toegang hebben tot de junta, waaronder China, Japan, India en ASEAN-leden. Deze kanalen kunnen ook externe actoren helpen om toekomstige openingen voor diplomatie en bemiddeling te identificeren en na te streven. Militair-militaire contacten kunnen ook nuttig zijn voor niet-regionale mogendheden om duidelijke boodschappen door te geven zonder de legitimiteit te verlenen die zou kunnen voortkomen uit politieke contacten op hoog niveau met het regime. Deze kanalen kunnen worden gebruikt om duidelijk verzet tegen de staatsgreep te uiten, daaropvolgend staatsgeweld te veroordelen en het leger te waarschuwen dat het traject dat het land aflegt tot een catastrofale ineenstorting van de staat riskeert te leiden.

* Om de hefboomwerking te maximaliseren, is het cruciaal dat Aziatische en westerse mogendheden samenwerken, ook in de VN-Veiligheidsraad. Spijtig genoeg, vanwege Russisch en Chinees verzet, kan de Raad momenteel geen dwangmaatregelen opleggen. Maar het kan een forum zijn voor stille diplomatie. Tegelijkertijd kunnen regeringen die bereid zijn de misstanden van het regime aan de kaak te stellen, werken via de Algemene Vergadering van de VN en de Mensenrechtenraad. China en Rusland zouden moeten erkennen dat als de diplomatie van de Veiligheidsraad geen vruchten afwerpt, de westerse staten uiteindelijk ook daar een hardere lijn zullen hanteren.

Dankzij de nauwe persoonlijke en institutionele banden met Myanmar heeft de ASEAN een duidelijke rol te spelen in de contacten met het regime, en het zal vooral belangrijk zijn als er diplomatieke of bemiddelingsopeningen ontstaan. Het moet actief proberen ruimte te creëren voor dergelijke kansen. Hoewel de missie onmogelijk kan zijn als de junta bezwaar maakt, is ASEAN het best geplaatst om met het regime in gesprek te gaan en geniet het uniforme internationale steun bij het nemen van de leiding. De gebruikelijke non-inmenging van ASEAN in de aangelegenheden van leden mag een proactieve rol niet in de weg staan. De organisatie heeft in het verleden flexibiliteit getoond bij de interpretatie van dat principe, haar inspanningen hoeven niet openbaar te zijn en verschillende lidstaten zullen enorm worden getroffen door de crisis. Als er niet wordt geprobeerd de crisis aan te pakken, zou dit de relevantie van de organisatie in twijfel trekken, aangezien Myanmar zijn handvest elke dag negeert. Tegelijkertijd moet ASEAN vermijden om te doen alsof het regime op enigerlei wijze legitiem is, om de standpunten van zijn belangrijkste westerse partners niet tegen te spreken.

De betrokkenheid van ASEAN bij de junta mag uitsluitend worden beperkt tot inspanningen om de crisis aan te pakken. Daarom heeft ASEAN Parliamentarians for Human Rights (APHR) op 20 april opgeroepen om ook de pas opgerichte democratische Nationale Eenheidsregering (NUG) van Myanmar uit te nodigen op de speciale ASEAN-top over het land, op 24 april in Jakarta, Indonesië. “ASEAN kan de situatie in Myanmar niet adequaat bespreken zonder te horen van en te spreken met de regering van nationale eenheid. Als het doel van ASEAN echt is om de democratie te versterken, zoals bepaald in het Handvest, moet ze haar een plaats aan de tafel geven. Ze is tenslotte de belichaming van de democratie in Myanmar,” zei Charles Santiago, voorzitter van de APHR. APHR begrijpt dat ASEAN mogelijk van plan is om de bijeenkomst te gebruiken om een eigen speciale gezantschap voor Myanmar aan te duiden. Ze roepen ASEAN op ervoor te zorgen dat dit gezantschap niet uit één, maar uit ten minste twee of drie lidstaten bestaat, om verantwoording af te leggen en zinvolle vooruitgang te bekomen. “Als ASEAN een speciale gezant voor Myanmar wil, moet ze ervoor zorgen dat deze niet wordt gebruikt om de druk op het leger af te remmen en oplossingen te vertragen. ASEAN moet randvoorwaarden stellen die een onmiddellijke beëindiging van het geweld en de vrijlating van alle politieke gevangenen omvatten, ”zei Kasit Piromya, APHR-bestuurslid en voormalig parlementslid voor Thailand.

ASEAN is wellicht ook bezig met het opzetten van een humanitaire reactie. “Hoewel humanitaire hulp hard nodig is, heeft ASEAN niet de capaciteit noch de ervaring om in te grijpen in gewelddadige en complexe omgevingen. Ze zou haar positie moeten gebruiken om te onderhandelen over toegang voor VN- en humanitaire organisaties in plaats van het risico te nemen om geld in handen van de junta te leggen of mogelijk schadelijke operaties uit te voeren,” zei Piromya op basis van zijn ervaring als voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Thailand <https://us10.campaign-archive.com/?u=88dabc094b65d7801c004ec98&id=4913964baf> <https://www.bangkokpost.com/opinion/opinion/2088679/thailand-must-be-a-friend-to-myanmar-people>.

Met andere woorden

Myanmar wordt geconfronteerd met een diepe economische crisis die op het punt staat miljoenen in armoede te drijven en enorme behoeften te creëren aan zowel humanitaire hulp als bredere lange termijnondersteuning op het gebied van gezondheid, onderwijs en levensonderhoud. Deze behoeften zullen in het hele land voorkomen, en misschien vooral onder semi-urbane bevolkingsgroepen met beperktere sociale vangnetten en minder effectieve manieren om met die problemen om te gaan dan plattelandsbewoners. Eerdere ervaringen in Myanmar en elders hebben aangetoond dat humanitaire budgetten en hulp niet volstaan om te kunnen voorzien in dergelijke lange termijnbehoeften. Aangezien donorlanden hun ontwikkelingsprogramma's terecht herzien om ervoor te zorgen dat het regime hun fondsen niet omleidt of anderszins profiteert, is het ook belangrijk dat ze zich voorbereiden om de aanzienlijke steun te bieden die gewone burgers nodig hebben. Ze moeten de uitdaging aangaan om hulp op grote schaal en via de juiste modaliteiten te verlenen - hetzij via NGO's en kanalen van het maatschappelijk middenveld, hetzij via overheidssystemen op lokaal niveau. Wat tot elke prijs moet vermeden worden, is het verder verrijken van het onderdrukkende militaire apparaat.

Jan Servaes

De auteur was UNESCO-Chair in Communication for Sustainable Social Change aan de University of Massachusetts, Amherst. Hij doceerde ‘internationale communicatie’ en ‘communicatie voor sociale verandering’ in Australië, België, China, Hong Kong, de V.S., Nederland en Thailand, naast verschillende korte projecten aan ca. 120 universiteiten in 55 landen. Jan Servaes is hoofdredacteur van het Springer ”Handbook of Communication for Development and Social Change’' (2020).

Met dank voor advies aan Fiona Servaes, Advocacy and Campaigns Officer on Refugee and Migrant Rights, ASEAN Parliamentarians for Human Rights (APHR) www.aseanmp.org, en Co-editor van het Research report: “ASEAN’s Rakhine Crisis: Assessing the regional response to atrocities in Myanmar’s Rakhine State” Oct 2020 <https://aseanmp.org/2020/12/03/aseans-rakhine-crisis-assessing-the-regional-response-to-atrocities-in-myanmars-rakhine-state/>.

Voetnoot
(1) De auteur staaft zijn bijdrage met tal van digitaal te raadplegen bronnen. Sommige weblinks zijn meteen aan te klikken, voor andere is het nodig om ze te kopiëren en zelf in een browser aan te brengen.


Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Landen: 

Lees ook