Aantastingi slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteiti schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aardei zal overhouden.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aardei. Zo is er in de eerste plaats natuurlijk al wat we eten. Maar heel onze economiei werkt op basis van wat de Aardei kan leveren. Denk aan katoen, hout, rubber en wat veld en bos nog meer opleveren. Er is een element als silicium, heel nuttig. Er zijn ijzererts, koper, tin, aluminium en tal van andere zogenaamde delfstoffen. We mogen daarbij vooral niet vergeten dat onze huidige economiei bijna volledig draait op de inzet van fossiele brandstoffen. En we kennen ook het grote nadeel daarvan, de opwarming van de Aardei.
Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan, om het even of het gaat om ontbossing, overbevissingi, overdreven oliewinning, broeikaseffecti of vervuilingi allerhande. Het is allemaal om ter domst want we zullen er in de nabije toekomst minder welvaart aan overhouden.
Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder. Gelukkig zijn we op onze Aardei ook in staat om de energie te plukken van de zon, van de wind en van altijd stromende waterkracht. En als we ons verstand gebruiken kunnen we dezelfde welvaart voortbrengen met verbruik van veel minder materialen en, nog beter, door die materialen steeds opnieuw te gebruiken.
Het Aardegebruiksrechti kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aardei toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aardei nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteiti.
De armste mensen en de armste samenlevingen verwerven in een overgangsfase extra gebruiksrechten. Die zijn mee gerechtvaardigd op basis van de ecologische schuldenlasti die hun is opgedrongen. Zo zijn ze in staat hun welvaartsproductie snel en op de meest duurzame wijze te laten groeien om eindelijk menswaardig te kunnen leven.
Met de introductie van het Aardegebruiksrechti krijgt de democratie daarenboven haar volle betekenis omdat het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek en economisch maar voortaan ook ecologisch van kracht is.
techniek om bedrijfsreclame of politieke boodschappen te counteren door er een parodie van te maken, meestal gebruikt door zelfverklaarde tegenstanders van de kapitalistische consumptiemaatschappij, b.v. Coca-cola leuze en logo veranderd in enjoy capitalism.
Adbusters argumenteren dat zij het recht hebben om weerwerk te bieden tegen de commerciële boodschappen die ongevraagd het publieke domein binnendringen omdat de openbare ruimte aan iedereen toebehoort.
Fenomeen waarbij politici en ambtenarij de oogmerken en de belangen van de privésector te zwaar laten doorwegen in de besluitvorming; zakelijke belangen krijgen dan vaak voorrang op het algemeen belang.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrikai tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffeni en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Een belangrijke reden voor die open economiei is dat Afrikaanse landen o.a. onder impuls en zelfs druk van IMFi en Wereldbanki en van de rijke landen in het algemeen de weg opgingen van verregaande vrijmaking of liberaliseringi van de markten en van privatiseringen. Dit continent is dus meest van al ten prooi gevallen aan de huidige neoliberale globaliseringi. Zeker in combinatie met afwezig, zwak of corrupt bestuur is het een recept gebleken voor armoedei en ongelijkheid. Zelfs wanneer de prijzen van grondstoffeni stijgen, zien de meeste Afrikanen daar niets van.
De jongste jaren groeit snel de invloed van Chinai in Afrikai. Dat land is in geen tijd uitgegroeid tot een speler van formaat inzake handel, financiering én hulp. Ook voor Chinai is de toegang tot de vele grondstoffeni doorslaggevend en het is maar de vraag of de Afrikaans-Chinese verhoudingen het neokoloniale karakter zullen kunnen vermijden van de relatie tussen Afrikai en de westerse landen. Die laatste krijgen er met Chinai in elk geval een zware concurrent bij.
De courante agro-industriële landbouwi zit op alle manieren in een doodlopende straat. De analyse daarvan is sinds het begin van Palai te vinden in diverse artikels, zie o.a. de links bij landbouw en voedseli, en in het boek Koe 80 heeft een probleem dat spijtig genoeg nog altijd even relevant is als bij het verschijnen tien jaar geleden.
De toekomst is te zoeken in agro-ecologische landbouwi, dat weten we nu al jaren. Wat moet schuilgaan achter dat begrip is echt duurzame landbouwi.
Duurzame - agro-ecologische - landbouwi zorgt dat er voldoende gevarieerd eten is voor alle mensen, voedseli dat veilig is om te eten, milieuvriendelijk voortgebracht door volop te steunen op de natuur en de natuurlijke kringlopen en door de ecosystemen en biodiversiteiti te respecteren en bewaken.
Hij is in de eerste plaats lokaal en regionaal, en in handen van de boeren zelf.
Tegelijk laat hij zoveel mogelijk mensen goed leven van het landbouwbedrijf doordat de productiemiddelen verdeeld blijven over tal van boerenfamilies; en doordat landbouwers een faire prijs krijgen voor hun producten en voor het verwerken ervan, hoog genoeg om alle productiekosten te dekken en fatsoenlijk te kunnen leven.
Het is ook een landbouwi die deel uitmaakt van een leefbaar platteland met behoud van de cultuurlandschappen en met het nodige respect voor het culinaire en andere erfgoed.
Voor wie meer wil weten
Op de website van de Wereldvoedsel- en landbouworganisatie FAO is er een kennisbank te vinden over agro-ecologie met onder andere bijna vijftig praktijkvoorbeelden de wereld rond.
tegenover het neoliberalisme groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechteni, aan sociale en ecologische oogmerken - aan duurzame ontwikkelingi dus -, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Het andersglobalismei wil kortom een economiei in dienst van de mens. Het wil komaf maken met de absurde situatie dat goederen, diensten en geldi rechten hebben die wereldwijd afdwingbaar zijn terwijl de rechten van de mensen, in het bijzonder de werknemersrechten, en de rechten van het milieu niet afdwingbaar zijn of zelfs amper bestaan. Voor het andersglobalismei is dit de wereld op zijn kop. De rechten van de mensen en het milieu moeten minstens even afdwingbaar zijn en zonodig zelfs voorrang krijgen. Niet omdat de economiei onbelangrijk zou zijn, maar omdat ze – hoe belangrijk ook – uiteindelijk een middel is en geen doel.
Het andersglobalismei wil de politici verplichten het mondiale algemeen belang te organiseren, via het afdwingbaar maken van sociale basisnormen en werknemersrechten, via het opleggen van ecologische minimumregels, via landhervormingen en regionale landbouwmarkten, belasting op internationale financiële verrichtingen, het verdwijnen van belastingparadijzen, inkomensherverdeling en sociale zekerheidi, economieën die voorrang geven aan lokale en regionale behoeften, de oprichting van een mondiale VN politiemacht, en ga zo maar door. zie ook anders- of antiglobaliseringsbewegingi
Vooral sinds de conferentie van de Wereldhandelsorganisatiei in Seattle in 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de huidige globaliseringi heel zichtbaar, van Seattle – waar de Amerikaanse vakbondeni voor de meeste betogers zorgen - tot Genua en Bangkok, van Cancun tot Dakar en Brussel, van Washington tot Praag en Hong Kong.
Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economiei voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechteni in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles veelal in het geheim en dus ondemocratisch verloopt. Wanneer je te maken krijgt met een economiei die zo veel nadelen meebrengt en zo veel deficits veroorzaakt, moet niemand verbaasd zijn dat de onvrede groot is.
Antiglobaliseringsbewegingi kreeg ze eerst als naam, eigenlijk volkomen onterecht. Want deze beweging is ook naarstig op zoek naar alternatieven. Onder het wervende motto ‘een andere wereld is mogelijk’ verzamelen zich sinds 2001 vele bewegingen en organisaties, vele tienduizenden mensen op het Wereld Sociaal Forumi en in talrijke regionale en nationale fora de wereld rond.
Die beweging is dus zo veelzijdig als je maar kan indenken en dat is de vertaling van alle problemen die de huidige globaliseringi met zich meebrengt. Maar net omdat al die problemen meer en meer met elkaar te maken hebben, is er druk om elkaar te vinden en zelfs een noodzaak om samen te werken. Met als kern de vakbondeni, boerenbewegingeni en milieuorganisaties kan zij uitgroeien tot de eerste werkelijk mondiale sociale beweging, een beweging voor een meer duurzame, sociale en democratische wereld.
Wetgeving die moet beletten dat één bedrijf of handelaar misbruik maakt van een monopoliepositie of dat bedrijveni of handelaars het op een akkoordje gooien om de normale concurrentiei op de markt te omzeilen door bijvoorbeeld prijsafspraken of dat concurrerende bedrijveni overgaan tot een fusie met hetzelfde marktverstorende effect.
De toenemende internationale concurrentiei op de wereldmarkt en de snelle technologische (r)evoluties zouden monopolievorming tegengaan, of alvast moeilijker maken. Maar in werkelijkheid laten de digitale en AI ontwikkelingi het tegendeel zien: nieuwe online en datamonopolies duiken op.
Antikartelzaak Microsoft
Terzelfder tijd moet men eind 20ste eeuw vaststellen dat het digitale monopolie dat Microsoft vestigt (met Windows en Interneti Explorer) net samenvalt met de jongste globaliseringsgolf. Er komt een antikartel rechtszaak van in de VS. Maar tot een opsplitsing van het bedrijf komt het uiteindelijk niet. (1)
Datajacht
De om zich heen grijpende digitalisering, nog versterkt door artificiële intelligentie, leidt begin 21ste eeuw tot een vrijwel ongeremde datajacht. Een ongeziene concentratie van geldi en machti belandt bij een handvol monopolistische dataverzamelaars: Alphabet (met z’n al 20 jaar volstrekt dominante zoekmachine Google) gevolgd door Meta met o.a. Facebook en Instagram, Apple, Amazon en ook nog altijd Microsoft, verder Tiktok en mogelijk Open AI. Vooral in Chinai heersen Chinese tegenhangers als Baidu, Alibaba en Tencent.
Op 9 september 2024 begint in de VS een tweede antitrust of concurrentierechtszaak tegen Google met als aanklacht dat het bedrijf onwettig de online advertentiemarkt monopoliseert. (3)
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.
Let wel, arbeidi is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werki in de zwarte of informele economiei is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werki is.
De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werki te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globaliseringi vrijheid en rechten voor geldi, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeidi te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaali. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoedei mee.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatiei (IAOi) onderhandelen regeringen, werknemersi en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormeni vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAOi. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
De fundamentele arbeidsnormeni - vrijheid van vereniging of vakbondsvrijheid, het recht op collectieve onderhandelingen, geen dwangarbeid, geen discriminatie op de werkvloer, geen kinderarbeidi – moeten volgens een IAOi Verklaring uit 1998 door iedereen worden nageleefd. Naast de fundamentele arbeidsnormeni zijn er conventies over tal van arbeidsverbonden thema’s: werkgelegenheid, arbeidsinspectie, tripartiete sociaal overleg op nationaal vlak, veiligheidi en gezondheid, sociale zekerheidi, arbeidsduur, ontslagrecht,…
De IAOi heeft controlemechanismen opgezet om de toepassing van de conventies op te volgen.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentiniëi in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werki in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoeri.
Maar hun politici laten hen in de steek en hun militairen maken het met een staatsgreep alleen maar erger. De economiei krijgt het moeilijk. Zo raakt Argentiniëi in de greep van het Internationaal Monetair Fondsi maar het ‘herstelbeleid’ van dat IMFi duwt het land volledig in de economische afgrond.
De Argentijnse industrie wordt weerloos uitgeleverd aan de wereldmarkt, het resultaat is catastrofaal. Duizenden fabrieken gaan dicht, vele honderdduizenden verliezen hun werki en in 2002 leeft 58 % van de bevolkingi in armoedei en sterven kinderen van hongeri in een land dat voedseli voortbrengt voor wel driehonderd miljoen mensen, dat is acht maal de eigen bevolkingi. De grote middenklasse bevolkingi, met een levensstijl zoals doorsnee Europeanen, verdwijnt in grote mate. Er rest een kleine minderheid van superrijken en vooral veel, heel veel armen.
Bijna alleszeggend is de evolutie van de inkomensverdeling. In 1973-74 waren de 10 procent armste Argentijnen zeven keer armer dan de 10 procent rijkste. Dat maakt het mogelijk dat Argentiniëi een grote middenklasse had. In 2003 is die verhouding tussen arm en rijk 1 op 43. De inkomenskloofi is dus enorm gegroeid.
Niets zegt dat dit ook de toekomst van Europese landen zal zijn. Dat hoeft zeker niet zo te zijn. Maar het is wel een waarschuwing. Een land met slechte politici riskeert zijn welvaart te ondergraven. En wat na 2003? Het is waar dat het de jongste jaren bergop gaat met Argentiniëi. Maar dat is heel relatief: wie van de hoogste toppen helemaal tot beneden is gevallen, kan bij het beklimmen van de eerste hellingen inderdaad zeggen dat het omhoog gaat. Maar dat blijft veel lager dan vroeger. Een kapotte welvaartstaat herstel je niet zo snel.
Armoedei is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen.
Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoedei te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische machti verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol.
Het belang van behoorlijk vergoed werki om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werki nooit teveel kan worden beklemtoond.
Zelfs de Aziatische tijgersi blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisisi van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geldi vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fondsi opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werki en inkomen.
Volgens de voormalige hoofdeconoom van de Wereldbanki en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz zal het zelfs enkele decennia duren vooraleer deze landen volledig zullen herstellen van de onnodig diepe economische crisis die ze door de schuld van het IMFi te verduren kregen. Vooral is de Aziatische crisisi een waarschuwing dat volledige liberaliseringi of vrijmaking van de financiële markten niet zonder gevaren is.
Vooral vanaf de jaren zestig van vorige eeuw realiseren Zuid-Korea, Taiwan en de stadstaten Singapore en Hongkong een spectaculaire industrialisering en indrukwekkende groeicijfers. De vier oorspronkelijke tijgers of draken katapulteren zich in één of twee generaties van een soms Afrikaans naar een Zuid-Europees welvaartspeil. Later volgen Thailand, Maleisië, Indonesië en de Filippijnen dit voorbeeld, met wisselend succes.
Het wondermiddel is exportgeleide groei maar dan wel op hun zelfgekozen voorwaarden. Zo verdelen Zuid-Korea en Taiwan de grond, investeren in onderwijs en gezondheidszorg, beschermen hun landbouwi en hun opkomende industrie, veroveren vanuit die gesloten binnenlandse markt de wereldmarkt… en altijd kiezen ze voor relatief grote welvaartsgelijkheid. Dit is allerminst volgens het ontwikkelingsrecept of de regels van IMFi, Wereldbanki en Wereldhandelsorganisatiei die volkomen onterecht naar deze succesverhalen wijzen als een bewijs van hun gelijk.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aardei en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Toch vertoont Aziëi heel verschillende ontwikkelingen, ook binnenin landen als Chinai en India die grote subcontinenten zijn.
Naast metropolen als Tokio, Sjanghai, Singapore en Mumbai die hun rijkdom dikwijls opvallend uitstallen telt Aziëi nog altijd de meeste armen en hongerigen op deze wereld. In de jaren ’90 van vorige eeuw is het aantal armen in Zuid-Aziëi zelfs gestegen, vooral op het platteland. Inpassing in de wereldeconomie brengt niet voor iedereen meer welvaart.
Opvallend is dat Aziëi het snelst ecologisch achteruitboert. De meest vervuilde steden zijn vooral hier te vinden.
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur. Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Aantasting slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteit schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aarde zal overhouden.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Ze bestaan in verschillende soorten.Er is vooreerst vervuiling of verontreiniging waarbij men het milieu opzadelt met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk kan zijn voor mens en natuur.Het is belangrijk om het verschil te zien tussen dat eerste generatiemilieuprobleem en de tweede generatieproblemen van uitputting en aantasting.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
Verontreiniging of vervuiling zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemverontreiniging.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.www.ipcc.chzie ook klimaatverandering
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Duur woord voor vermindering of verzachting.Meestal gebruikt in de context van klimaatverandering, met als betekenis: het voorkómen van nog meer opwarming van de Aarde door overmatige broeikasgasemissies
Onaanvaardbare manier om rijk te worden.Corruptie of omkoping is het fenomeen waarbij politici, ambtenaren, bedrijfsmensen of nog anderen misbruik maken van hun functie, verantwoordelijkheid en vooral macht om zichzelf onrechtmatig te bevoordelen.
Een schandaal is vooreerst een aangelegenheid van algemeen belang waar de overheid, in welke vorm dan ook, uitzonderlijk sterk in gebreke blijft en/of aanvaardt dat fundamentele rechtsregels worden overtreden.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De landbouw is belangrijker dan we denken: we moeten allemaal eten en voor enkele miljarden mensen is het zowat hun hele bestaan... al laten wereldmarkt en voedselindustrie hen zwaar in de steek. Eigenlijk beleven we zowat permanent een wereldwijde voedselcrisis die nochtans al die tijd vermijdbaar is. De aangename waarheid dat familiale boeren de wereld kunnen voeden dringt maar niet door.Over eten, al wat ermee samenhangt en al wie erbij betrokken is, heeft de Pala website veel te bieden. Vind de links die u snel verder brengen.
De courante agro-industriële landbouw zit op alle manieren in een doodlopende straat. De analyse daarvan is sinds het begin van Pala te vinden in diverse artikels, zie o.a. de links bij landbouw en voedsel, en in het boek Koe 80 heeft een probleem dat spijtig genoeg nog altijd even relevant is als bij het verschijnen tien jaar geleden.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
De landbouw is belangrijker dan we denken: we moeten allemaal eten en voor enkele miljarden mensen is het zowat hun hele bestaan... al laten wereldmarkt en voedselindustrie hen zwaar in de steek. Eigenlijk beleven we zowat permanent een wereldwijde voedselcrisis die nochtans al die tijd vermijdbaar is. De aangename waarheid dat familiale boeren de wereld kunnen voeden dringt maar niet door.Over eten, al wat ermee samenhangt en al wie erbij betrokken is, heeft de Pala website veel te bieden. Vind de links die u snel verder brengen.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
tegenover het neoliberalisme groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechten, aan sociale en ecologische oogmerken - aan duurzame ontwikkeling dus -, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
tegenover het neoliberalisme groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechten, aan sociale en ecologische oogmerken - aan duurzame ontwikkeling dus -, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
tegenover het neoliberalisme groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechten, aan sociale en ecologische oogmerken - aan duurzame ontwikkeling dus -, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
We staan allen onder toezicht. Op internet worden we gevolgd en geclassificeerd.En waarom al die datajacht? Onze meest persoonlijke gegevens, overtuigingen, zelfs persoonlijkheidskenmerken zijn koopwaar geworden.Dit heeft geleid tot de grootste geld- en machtsconcentratie ooit in handen van privé concerns.
Alom oprukkende digitalisering, nog versterkt door artificiële intelligentie, is één van de allerbelangrijkste mondiale dynamieken vanaf het laatste kwart van de twintigste eeuw... Een (r)evolutie die heel veel bedenkingen oproept, o.a. de nooit geziene economische machtsconcentratie die ze meebrengt; de al bijna even ongeziene argeloosheid van samenleving en politiek; de grote risico's en gevaren van al te losgelaten digitalisering, algoritmes en artificiële intelligentie; de nood aan gedecentraliseerde digitalisering en aan echte datademocratie.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
zie arbeidsnormen
zie arbeidsnormen
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
zie arbeidsnormen
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Als de wereld wil opschieten richting duurzaam vervoer is het alvast nuttig om weten hoe we nu mensen en goederen vervoeren.Vind gegevens over personenverkeer en goederenvervoer.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
zie Internationaal Monetair Fonds
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
We denken allemaal de cijfers te kennen, maar ze blijven verbazingwekkend: de 20 % rijksten op deze wereld verdienen zowat 75 keer zoveel als de 20 % armsten. In 1960 was dat 30 maal zoveel. Het rijkste land was in 1820 drie maal rijker dan het armste, in 1913 was dat 11 maal, in 1973 al 35 maal en 72 maal in 1992. Eind vorige eeuw bezitten de drie rijkste mensen ter wereld (samen) meer dan het gezamenlijke jaarinkomen van de 43 armste landen. De huidige wereldeconomie zorgt voor groeiende inkomensongelijkheid. Het is dringend nodig om deze ongelijke verdeling van de welvaart, het sociale deficit van de globalisering, aan te pakken. Minder dan 2 % van het inkomen van de 10% rijksten volstaat om alle mensen ter wereld minstens aan één dollar per dag te helpen.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Vooral vanaf de jaren zestig van vorige eeuw realiseren Zuid-Korea, Taiwan en de stadstaten Singapore en Hongkong een spectaculaire industrialisering en indrukwekkende groeicijfers. De vier oorspronkelijke tijgers of draken katapulteren zich in één of twee generaties van een soms Afrikaans naar een Zuid-Europees welvaartspeil. Later volgen Thailand, Maleisië, Indonesië en de Filippijnen dit voorbeeld, met wisselend succes.
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zie Internationaal Monetair Fonds
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Vooral vanaf de jaren zestig van vorige eeuw realiseren Zuid-Korea, Taiwan en de stadstaten Singapore en Hongkong een spectaculaire industrialisering en indrukwekkende groeicijfers. De vier oorspronkelijke tijgers of draken katapulteren zich in één of twee generaties van een soms Afrikaans naar een Zuid-Europees welvaartspeil. Later volgen Thailand, Maleisië, Indonesië en de Filippijnen dit voorbeeld, met wisselend succes.