PALA Woordenboek
China
Eeuwenlang is China i goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China i naar zijn vertrouwde dimensie.
De discussie blijft woeden, is China i nu een economische grootmacht of vooral toch nog een arm land? Het beste antwoord is dat China i het Ć©Ć©n en het ander is. Maar laten we vooral enkele cijfers spreken over de Chinese economische ontwikkeling i.
Tussen 1990 en 2006 neemt het aandeel in de economische wereldproductie toe van 2 tot 5,5 %, dat is bijna een verdrievoudiging. In reƫle koopkracht is het Chinese aandeel zelfs ruim 15%. In 1983 is Japan goed voor 8% van de werelduitvoer en China i voor 1,2%. Goed twee decennia later, in 2006, is Japan met 5,1% van de wereldexport voorbijgestoken door China i dat al 8,1% voor zijn rekening neemt.
Ja, China i is flink op weg om de fabriek van de wereld te zijn in de 21ste eeuw. En zelfs als consument klopt China i al meer dan eens de Verenigde Staten. China i verbruikt meer steenkool (sinds 1986), meer staal (1999), meer gsmās (2001) en meer vlees (1992). De VS consumeert in 2007 wel nog drie maal meer olie en telt tweeĆ«ndertig maal meer luchthavens. Schaduwzijde is dat China i ook de snelst groeiende bijdrage levert aan de opwarming van de Aarde i. (01/06/2006)
Voor meer informatie over de opgang van China i en internationale arbeidsverdeling i lees artikel met link naar oorspronkelijke bronartikel
circulaire economie
Een circulaire economie i is ontworpen voor hergebruik en herstel. Ze beoogt altijd het behoud van de hoogst mogelijke nuttigheidswaarde van producten, componenten en materialen. Daarbij maakt ze onderscheidt tussen biologische en technische levenscycli. Het doel is te komen tot een voortdurende positieve kringloopontwikkeling: die behoudt of verbetert natuurlijk kapitaal i, optimaliseert de opbrengsten en minimaliseert de systeemrisicoās door de eindige voorraden en de hernieuwbare stromen te beheren. Dat zijn meteen de principes van deze economie i.
In een echte circulaire economie i bestaat verbruik alleen maar via biologische stromen. Anders moet het niet om verbruik maar om gebruik gaan. Alle hulpbronnen worden hernieuwd in biologische kringlopen of hersteld en hergebruikt in de technische kringloop.
Bron van deze korte definitie is het Pala i boek Barrez Dirk i, Transitie. Onze welvaart van morgen, p.138.
Lees meer in de Pala i artikelreeks BETROUWBARE CIRCULAIRE ECONOMIE i - ga naar overzicht , naar de inleiding of meteen naar het eerste artikel
civiele samenleving
Maatschappelijk middenveld i vol leven
In 1907 zijn honderd zesenzeventig duizend mensen lid van een niet-gouvernementele organisatie of ngo. Dit cijfer stijgt langzaam tot de jaren zestig. Vanaf dan lijkt de groei van de ngoās niet meer te stuiten: in 1993 nadert hun gezamenlijke ledental negenentwintig miljoen.
In 1995 zijn honderdvierenzestig miljoen werknemers i lid van een vakbond. De arbeidersbeweging is tot vandaag veruit de grootste sociale beweging.
Het loopt niet altijd even vlot, maar we moeten durven opmerken dat overal ter wereld steeds meer mensen uiting geven aan hun emancipatiedrang. Ze verenigen zich in politieke organisaties, in bevrijdingsorganisaties, in vakbonden i; boeren, vrouwen, landlozen i, consumenten, minderheden, ze organiseren zich allemaal; er komen coƶperaties i, en organisaties rond milieu, mensenrechten i, cultuur en nog veel meer organisaties, allemaal om meer greep te krijgen op hun levenscondities, om hun rechten uit te zoeken, te formuleren en op te eisen. Op dat maatschappelijke middenveld i tussen individu en overheid - de civiele samenleving i dus, wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Het zijn deze bewegingskrachten die het democratiseringsproces van de wereldsamenleving verder stuwen. Zij verplichten de wereld om gaandeweg respect voor eenieders rechten af te dwingen. Natuurlijk gaat hun weg niet over rozen. Misschien zal iemand willen opmerken dat hun emancipatiestrijd moet leiden tot conflicten met de machthebbers. Dat is onmiskenbaar zo. Mensen krijgen hun emancipatie en ontvoogding zelden in de schoot geworpen. Bijna altijd wacht de confrontatie met andere belangen, met wie profijt haalt uit de bestaande situatie.
Daarbij mag men niet uit het oog verliezen dat uiteindelijk elke macht i het moeilijk krijgt om een georganiseerde samenleving te weerstaan. Wie verandering beoogt, moet dus vooral de samenleving of de mensen āuitdagenā, niet zozeer de machtsstructuren of machthebbers, dat komt dan vanzelf wel.
Het belang van de civiele samenleving i voor emancipatie en voor de goede werking van een democratie kan moeilijk overschat worden.
Uit Barrez Dirk
i, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 21ste eeuw', p.171-172. Het boek is uitverkocht maar nog te lezen als e-boek - klik hier
Deze informatie is ook te vinden onder de term middenveld i
Weblinks naar verwante artikels
Van vlag tot hashtag Blijven bewegingen motor van verandering in globaliserende wereld? | 8-10-2015
Sociale beweging versus civiele samenleving of middenveld | 17-9-2001
Bloeiende civiele samenleving doet mensenrechten respecteren en is rem op dictatuur | 17-11-2014
Gewogen en te licht bevonden | 5-6-2007
Als ze de wereld echt willen veranderen, moeten NGOās voor zichzelf de lat hoger leggen | 1-11-2004
Welke toekomst voor onze Noord-Zuid-NGOās? | 11-9-2007
Club van Londen
wanneer landen hun buitenlandse schuldenlast i niet meer aankunnen, komen hun bankiers samen in de Club van Londen i om een schuldherschikking te onderhandelen.
Club van Parijs
deze club verzamelt 19 rijke landen die leningen geven aan ontwikkelingslanden. Wanneer het Internationaal Monetair Fonds i (IMF i) een schuldencrisis in een ontwikkelingsland vaststelt, onderzoekt die Club van Parijs i de mogelijkheden om de schuld te verminderen en/of te herschikken. In ruil daarvoor moeten die landen vanaf de jaren ā80 meer en meer hun economieĆ«n liberaliseren en hun overheidsuitgaven beperken.
Club van Rome
deze denkgroep verzamelt sinds 1968 wetenschappers, economen, zakenmensen, internationale ambtenaren en toppolitici die een betere wereld betrachten.
Meest bekend is hun rapport De grenzen aan de groei i uit 1972, fel bejubeld en bekritiseerd, dikwijls verkeerd geciteerd.
De conclusies van het rapport zijn dat
1) bij ongewijzigde trends van bevolkingsgroei, industrialisering, vervuiling i, voedselproductie en uitputting i van de natuurlijke hulpbronnen de groeigrenzen binnen de 100 jaar worden bereikt,
2) verandering en de opbouw van een duurzame economie i mogelijk zijn en
3) als de wereld voor 2) kiest, we onze kans op succes vergroten naarmate we sneller beginnen.
Dit rapport zet het probleem van een duurzame ontwikkeling i, en vooral dan van de ecologische duurzaamheid i, op de wereldagenda. In 2004 verschijnt een actualisering.
De Club van Rome i werkt al die tijd via conferenties en rapporten.
In 2005 verschijnt het opvallende rapport Grenzen aan privatisering dat wel 50 gevallen van al dan niet gelukte privatiseringen uit de hele wereld onderzoekt en Ć©Ć©n algemene conclusie trekt, let op voor extremen. Het is een overtuigend pleidooi om pragmatisch tewerk te gaan en te kijken wat werkt, en wat niet werkt bij privatiseringen.
Bij de veertigste verjaardag van het rapport De grenzen aan de groei i verschijnt 2052. A Global Forecast for the Next Forty Years - dit boek biedt een vooruitblik en vertelt, in de woorden van de auteur, hoe stom mensen de volgende 40 jaar zullen zijn
Uit het jaar van de vijftigste verjaardag van deze Club dateert het rapport Come On! Zowel in de betekenis van Komaan! Je gaat me toch niet vertellen dat de huidige trends duurzaam zijn! Als van Komaan! Blijf toch niet vasthangen aan verouderde filosofieƫn en maak toch mee die spannende reis naar duurzaamheid i!
Meer lezen in verwante Pala i artikels
Als het over privatisering gaat, zijn wij geen extremisten - over het rapport Grenzen aan privatisering i
2052 vertelt hoe stom mensen volgende 40 jaar zullen zijn - over het boek 2052. A Global Forecast for the Next Forty Years
Come On! is het jongste rapport van de Club van Rome - rapport uit 2018, de club wordt dan 50 jaar
Code van Journalistieke Beginselen (1982)
Aangenomen door de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in Belgiƫ (AVBB), de Belgische Vereniging van Dagbladuitgevers (BVDU) en de Nationale Federatie van Informatieweekbladen (NFIW) - sinds 1999 FEBELMA - in 1982.
De vrijheid van meningsuiting is ƩƩn van de fundamentele rechten van de mens. Zij is een essentiƫle voorwaarde voor een goed voorgelichte publieke opinie.
Teneinde bij te dragen tot het behoud van de integriteit en de vrijheid van de pers hebben de BVDU en de AVBB de hierna volgende code van journalistieke beginselen aangenomen.
1) Persvrijheid
De persvrijheid is de voornaamste waarborg voor de vrijheid van meningsuiting zonder dewelke de bescherming van de andere fundamentele burgerrechten niet kan gewaarborgd worden.
De pers moet het recht hebben ongehinderd gegevens te verzamelen en informatie en commentaren te publiceren teneinde de vorming van de publieke opinie te verzekeren.
2) De feiten
De feiten moeten onpartijdig verzameld en weergegeven worden.
3) Onderscheid tussen informatie en commentaar
Het onderscheid tussen de weergave van de feiten en de commentaren moet duidelijk merkbaar zijn. Dit principe mag geen beperking vormen voor de krant om haar eigen visie en het standpunt van anderen weer te geven.
4) Respect voor verscheidenheid van opinie
De pers erkent en respecteert de verscheidenheid van opinie, zij verdedigt de vrijheid van publicatie van verschillende standpunten. Zij kant zich tegen elke vorm van discriminatie op grond van geslacht, ras, nationaliteit, taal, godsdienst, ideologie, volk, cultuur, klasse of overtuiging in de mate dat de alzo beleden overtuigingen niet in conflict komen met het respect voor de fundamentele rechten van de menselijke persoon.
5) Respect voor de menselijke waardigheid
De uitgevers, de hoofdredacteuren en journalisten moeten de individuele waardigheid en privacy respecteren; zij moeten iedere ongeoorloofde inmenging in persoonlijke pijn en smart vermijden, tenzij overwegingen i.v.m. de persvrijheid zoals onder artikel 1 bepaald, dit noodzakelijk maken.
6) Voorstellen van geweld
De misdaden, het terrorisme en andere daden van wreedheid en onmenselijkheid mogen niet geroemd worden.
7) Rechtzetting van foutieve informatie
Feiten en informatie die na publicatie ervan foutief blijken te zijn, moeten rechtgezet worden en dit zonder beperking, onverminderd de wettelijke beschikkingen inzake het recht op antwoord.
8) Bescherming van informatiebronnen
Vertrouwelijke informatiebronnen mogen niet onthuld worden zonder de uitdrukkelijke toelating van de aanbrengers.
9) Geheimhouding
De vrijwaring van het geheim karakter in privƩ- en staatsbelangen, zoals voorzien door de wet, mag de persvrijheid zoals onder artikel 1 bepaald niet aantasten.
10) Rechten van de mens
Indien er tegenstelling zou kunnen ontstaan tussen de beoefening van de vrije meningsuiting en andere fundamentele rechten van de mens, moeten uitgevers en hoofdredacteuren op eigen verantwoordelijkheid beslissen aan welk recht voorrang verleend wordt na raadpleging van de betrokken journalisten.
11) Onafhankelijkheid
De kranten en journalisten mogen aan geen enkele druk toegeven.
12) Advertenties
De advertenties moeten dermate opgemaakt worden dat de lezer ze niet kan verwarren met de berichtgeving.
Zie ook Verklaring der plichten en rechten van de journalist (1971)
zie ook media
i
commons
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons
i of gemeengoed
i om alles wat mensen delen.
Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
Gemeen goed coƶperaties i zijn vaak de meest aangewezen oplossing om de commons i of gemeenschappelijke goederen te beheren, van natuurlijke hulpbronnen als grond of water tot erfgoed en intellectuele eigendom. Privatisering i van dat gemeen goed brengt bijna altijd waardeverlies mee en ontzegt de vrije toegang aan alle anderen. Maar ook overheden blijken al te dikwijls niet de beste beheerders van gemeen goed.
Lees ook het hoofdstuk 'Hoe beheren wat van iedereen is? Gemeengoed i' in het boek Coƶperaties. Hoe heroveren we de economie?
Een uittreksel uit dat boek 'Coƶperaties i buitenspel gezet in slag om energie' is hier te lezen
zie ook publiekciviele samenwerking i | publiekscoƶperatie i | tragedie van de commons i
concurrentie
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie
i op een volledig vrije markt bevordert economische efficiƫntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar ƩƩn (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten.
Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie
i ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie
i tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie.
In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie
i de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering
i uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk
i slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid
i en gezondheid.
Conventie Culturele Diversiteit
Op 18 maart 2007 is het zover. De Unesco
i Conventie over de Bescherming en Promotie van de Culturele Diversiteit is van kracht geworden.
Die conventie is belangrijk als tegenwicht voor de huidige globalisering
i die de economie
i bijna ongeremd buiten haar oevers doet treden. Ze legt haar regels van concurrentie
i, privatisering
i of commercialisering op aan samenleving, media
i, wetenschap
i en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanricht.
We zien b.v. hoe de wetenschap
i via contractonderzoek met de industrie haar waarden van vrij onderzoek en openbaarheid verkoopt.
We merken hoe de pletwals van een westerse economie
i en cultuur die zich overal opdringt al te dikwijls de talen, levenswijzen en culturen van vele gemeenschappen in verdrukking brengt, van nomaden die niet meer mogen rondtrekken tot oerwoudbewoners die hun bossen gekapt zien.
In een poging dit culturele deficit
i te keren, keurde de Unesco
i op 20 oktober 2005 de Conventie Culturele Diversiteit
i goed zodat landen b.v. hun eigen filmproductie mogen ondersteunen, een forse uitzondering op het principe van vrijhandel
i.
Intussen hebben tweeƫnvijftig landen de Conventie geratificeerd, daarbij ook de Europese Unie i, en dat is een primeur.
Unesco website over Conventie Culturele Diversiteit (ook in Frans en Spaans)
Global Alliance for Cultural Diversity (ook in Frans en Spaans)
coƶperatie
Een coƶperatie i is een bedrijf
Wanneer consumenten, producenten, werknemers i of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coƶperatie i.
Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders, zoals een naamloze vennootschap of ander privƩbedrijf, wel om de gedeelde economische, sociale, culturele en/of ecologische doelstellingen te realiseren van de coƶperanten. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Belangrijk om op te merken is dat coƶperaties i wel degelijk bedrijven i zijn. Ook de Internationale Coƶperatieve Alliantie i (ICA), dat is de mondiale koepelorganisatie, hamert daar op; maar evenzeer, en daarin onderscheiden ze zich van andere bedrijven i, dat ze in handen zijn van de leden en door hen worden geleid. Al die leden hebben een gelijkwaardige stem in hun onderneming en ze beheren hun onderneming democratisch.
Niet geldgedreven, maar waardegedreven
Wat hier meteen uit blijkt, is dat coƶperatieve bedrijven i niet in de eerste plaats financiƫle winst nastreven maar veel meer waardegedreven zijn. Natuurlijk is voldoende winst nodig om met de nodige investeringen de toekomst veilig te stellen en om een gerechtvaardigd dividend i uit te keren voor het kapitaal i dat de coƶperanten verschaffen. Veel essentiƫler voor coƶperaties i dan winst zijn echter de talrijke waarden die ze willen waarmaken.
Het zelf nemen van verantwoordelijkheid en de daarmee verbonden waarde van zelfredzaamheid behoren daartoe. Gelijkheid is natuurlijk ook een coƶperatieve waarde, en billijkheid, verder ook solidariteit. ICA herinnert eveneens aan de ethische waarden die altijd al hoorden bij het coƶperatieve gedachtegoed, de openheid voor nieuwe leden, eerlijkheid, sociale verantwoordelijkheid en zorg dragen voor anderen. Niet verbazingwekkend springt zeker de waarde van democratie in het oog, de wil tot participatieve besluitvorming en democratische controle en eigenaarschap. Ze is hier vernoemd als laatste waarde, niet omdat ze de minste zou zijn maar net om ze extra in de verf te zetten.
Geen politieke democratie zonder economische democratie
De coƶperatieve ondernemingsvorm is een belangrijke hefboom om niet enkel politieke democratie maar ook economische democratie te realiseren. Bedenk immers dat democratie pas echt betekenis krijgt wanneer het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek maar ook economisch krachtig doorbreekt en dus zowel de politieke democratie als haar economische zuster sterk ontwikkeld en heel levenskrachtig zijn.
Het recht op kapitaal i en het recht om welvaart te creĆ«ren ā basisrechten voor alle mensen - vormen fundamenten van die economische democratie. Wanneer de mens zijn of haar arbeid i inbrengt in een breder productieproces komt het erop aan die essentiĆ«le doelstelling van het democratiseren van onze economie i waar te maken. Ze krijgt uitwerking door medebeheer, zelfbeheer, coƶperatieve samenwerking, gezamenlijke eigendom van productiemiddelen en andere democratische economische organisatievormen. Het is in het licht van deze ambitie om de economische democratie te realiseren dat de kracht van coƶperaties i haar volle betekenis krijgt. (1)
Waardegedreven als ze zijn, geven coƶperaties i op basis van hun principes vorm aan de economische democratie. Dat is van een onschatbare waarde omdat democratie maar echt betekenis krijgt wanneer het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek maar ook economisch krachtig doorbreekt.
Bron: Barrez Dirk i, Coƶperaties. Hoe heroveren we de economie? , 2014, p.28-29 - voor info en bestellen klik hier
(1) Zie ook Barrez Dirk i, Van eiland tot wereld. AppĆØl voor een menselijke samenleving, 2008, p. 55-64 - voor info en bestellen klik hier
coƶperaties
zie coƶperatie i
Corporate Watch
Deze organisatie onderzoekt de invloed van grote bedrijven i en vooral multinationals op samenleving en milieu.
CorpWatch
Wil meer democratische controle over multinationals in het belang van mensenrechten i, werknemersrechten en ecologische rechtvaardigheid.
corruptie
Onaanvaardbare manier om rijk te worden.
Het kunnen politici of ambtenaren zijn die misbruik maken van hun functie en verantwoordelijkheid; of managers van grote bedrijven i die de boeken vervalsen en zich verrijken ten koste van aandeelhouders, personeel of samenleving; of financiers die fortuinen vergaren of basis van misleidende informatie of voorkennis.
culturele deficit
De huidige globalisering i doet de economie i bijna ongeremd buiten haar oevers treden. Ze legt haar regels van concurrentie i, privatisering i of commercialisering op aan samenleving, media i, wetenschap i en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanrichten. We zien b.v. hoe de wetenschap i via contractonderzoek met de industrie haar waarden van vrij onderzoek en openbaarheid verkoopt. We merken hoe de pletwals van een westerse economie i en cultuur die zich overal opdringt al te dikwijls de talen, levenswijzen en culturen van vele gemeenschappen in verdrukking brengt, van nomaden die niet meer mogen rondtrekken tot oerwoudbewoners die hun bossen gekapt zien. In een poging dit culturele deficit i te keren, keurde de Unesco i op 20 oktober 2005 de Conventie Culturele Diversiteit i goed zodat landen b.v. hun eigen filmproductie mogen ondersteunen, een forse uitzondering op het principe van vrijhandel i.