PALA Woordenboek
ecologisch deficit
De Aarde i, ons huis, staat in brand. De feiten onder ogen zien heeft niets met pessimisme te maken: de mens verwarmt de Aarde i op nooit geziene wijze, zorgt voor riskante klimaatwijzigingen, laat planten en dieren minstens honderd maal sneller uitsterven dan normaal, put de natuurlijke hulpbronnen uit en vergeet dat onze economie i deel uitmaakt van het ecosysteem Aarde i. De globalisering i van de huidige economie i veroorzaakt in grote mate die ecologische ravages. Maar wanneer we ons natuurlijk kapitaal i opsouperen en de ecologische productie of biocapaciteit vermindert – van water, voedsel i, energie, allerlei grondstoffen i – beleven we uiteindelijk een onvermijdelijke terugval in economische productie, van onze welvaart dus. Het is veel slimmer om ons grootste kapitaal i, de Aarde i, te bewaren; en nog slimmer is om dat kapitaal i opnieuw te laten aangroeien.
zie ook Aarde i, ecologische voetafdruk i
ecologische voetafdruk
Hoeveel heb je nodig van de Aarde i om al hetgeen je verbruikt, te produceren? Dat is wat jouw ecologische voetafdruk i vertelt. Ook voor een stad, een land of de volledige wereld is het mogelijk de voetafdruk te meten op basis van wat ze consumeren aan energie, voedsel i, water enzovoort. In cijfers voor het jaar 2010: iedere mens beschikt over ongeveer 1,7 hectare. Dat is het evenwicht waarbij het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van de Aarde i niet sneller verloopt dan ze zich kunnen herstellen. Het wordt ook wel Eerlijke Aarde i-aandeel genoemd.
Maar wat toont de werkelijkheid? Een inwoner van de Europese Unie i heeft gemiddeld bijna 4,5 hectare nodig, iemand uit Noord-Amerika vrijwel 7. Iemand uit Afrika i heeft gemiddeld voldoende aan 1,5 hectare en iemand uit Azië i of de Pacific 1,7. En dat zijn nog maar gemiddelden. Er zijn dus enorme verschillen in de mate waarop mensen hun belangrijkste kapitaal i, de planeet Aarde i, belasten.
En de gemiddelde wereldburger? Die legt beslag op 2,6 hectare. Sinds 1970 verbruiken we allemaal samen meer van de Aarde i dan ze kan (ver)dragen. In 2010 is dat al de helft meer. Met die niet-duurzame aanpak handelen we dus alsof we anderhalve Aarde i tot onze beschikking hebben. Dat is het groeiende ecologische deficit, of in het Engels overshoot. Het gaat nog steeds de verkeerde richting uit. In 2015 leggen we beslag op 1,6 Aardes. Wanneer er een paar miljard mensen bijkomen en de gemiddelde mens nog meer zou verbruiken, hebben we twee of zelfs drie Aardes nodig – en die zijn er echt niet.
Lees meer in hoofdstuk 7 van het boek Transitie. Onze welvaart van morgen
economie
Voor ‘oorsprong’ en ‘meer lezen’
naar beneden scrollen
Wat is economie i eigenlijk?
We zitten in de rats, zelfs in de val, met onze huidige productie- en distributiesystemen. Ze brengen welvaart voort op een allerminst duurzame wijze en ze verdelen die welvaart heel onrechtvaardig. Het is wel opletten om het begrip ‘economie i’ niet in de verdomhoek te stoppen. Want dat is niet haar plaats, we hebben haar nodig. Laten we eerst de economie i terug omarmen door ons eraan te herinneren waarvoor dat begrip hoort te staan. Wat is economie i eigenlijk?
Zowel creatie als verdeling
van welvaart en welzijn
Economie i omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie i is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie i is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Wat, hoe en voor wie?
De economie i leert ons ‘wat’ we produceren, met andere woorden, welke goederen en diensten we voortbrengen; ze leert ons hoe de productie daarvan gebeurt en voor wie we produceren.
De ‘hoe-vraag’ maakt ons wijzer over de manier waarop de productiefactoren – arbeid i, grondstoffen i, kapitaal i en kennis – ingezet worden. Die vraag herbergt of verbergt dus ook het ecologische vraagstuk: hoe graag sommigen het ook willen ontkennen, de economie i kan maar zo groot zijn als de Aarde i kan (ver)dragen.
De vraag ‘voor wie’ herinnert ons aan het verdelingsvraagstuk.
Economie i is kiezen en dus politiek
Telkens worden er keuzes gemaakt. Geloof vooral niet dat die opgelegd zijn door zogenaamde economische wetmatigheden. Of een samenleving de weg plaveit voor steeds meer Ferrari’s of voorrang geeft aan sociale woningbouw, of Coca-Cola wereldwijd meer verspreid is dan zuiver water, of mobiliteit vooral aangedreven is door fossiele brandstoffen of door hernieuwbare energie, of we onze hernieuwbare energie zelf in handen nemen of ons blijven onderwerpen aan concerns, of belastingen i zorgen voor goede publieke diensten en infrastructuur en een duurzame economie i in de hand werken dan wel ongelijkheid bevorderen, of we ons enkel blindstaren op bruto productie dan wel oog hebben voor echte welvaart, welzijn en welbevinden… al die keuzeprocessen verlopen allerminst ‘neutraal’ of ‘waardevrij’.
zie ook duurzame economie i, duurzame ontwikkeling i, economische groei i
Oorsprong van deze omschrijving
Deze definitie van economie i is overgenomen uit 'Op weg naar een duurzame economie i', hoofdstuk 8 van Dirk Barrez, Transitie. Onze welvaart van morgen, 2016, p.55-57
De omschrijving verscheen voor het eerst in 1999 in ‘Economie
i, draaischijf voor onze behoeften en ambities’, hoofdstuk 5 van het boek Dirk Barrez, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 20ste eeuw, p.79-93. Dit boek is integraal te lezen op Pala.
Markant: economie
i komt na het hoofdstuk ‘Kan de mens leven?’. De gehanteerde logica is duidelijk: de economie
i is een middel in dienst van mens en samenleving, geen doel.
Ze sluit nauw aan bij de reeds in 1991 ontwikkelde zienswijze op economie i, in het afsluitende hoofdstuk ‘Is er een alternatief’’ van het pamflet De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen (1991). Dat veelbesproken pamflet was aanleiding voor en is gepubliceerd in het boek Het Orkest van de Titanic. Werken aan andere Noord-Zuid Verhoudingen, 1993.
Meer lezen
Op Pala
i verscheen reeds eerder een meer uitgebreide versie - zie
Op weg naar een duurzame economie | Pala
i 5-7-2019
Dat eerste artikel van de reeks ‘Waar moet het naartoe’ werd aangevuld met drie artikels gebaseerd op hoofdstuk 9 van Transitie. Onze welvaart van morgen, 2016, p.58-66. Samen vormen ze de kern van een ecologische en sociale economie
i.
Ecologisch duurzame schaal | Pala
i 12-7-2019
Rechtvaardige aanspraken in een menselijke samenleving | Pala
i 12-8-2019
Architectuur van een duurzame economie | Pala
i 10-9-2019
economische democratie
Democratie krijgt pas echt betekenis wanneer het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek maar ook economisch krachtig doorbreekt en dus zowel de politieke democratie als haar economische tegenhangster sterk ontwikkeld en heel levenskrachtig zijn.
Het recht op kapitaal i en het recht om welvaart te creëren – basisrechten voor alle mensen - vormen fundamenten van die economische democratie i.
Wanneer de mens zijn of haar arbeid i inbrengt in een breder productieproces komt het erop aan die essentiële doelstelling van het democratiseren van onze economie i waar te maken. Ze krijgt uitwerking door medebeheer, zelfbeheer, coöperatieve samenwerking, gezamenlijke eigendom van productiemiddelen en andere democratische economische organisatievormen.
(gebaseerd op boek Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving, hoofdstuk 11)
economische groei
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie i vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie i en de economische productie hard nodig.
Vandaag is die productie groter dan ooit, ze is nog nooit zo fel gestegen als in de jongste zestig jaar. Merkwaardig genoeg zijn we veel minder intens bezig (geweest) met onze behoeften en ambities. Welke behoeften eerst voldoen, en voor wie, zijn vragen waarvoor de aandacht veel minder is gegroeid dan de explosie van de economische productie zou laten vermoeden. We zijn als het ware gefixeerd op economische groei i en veel minder op waarvoor die dan wel moet dienen. En dus krijgt de welvaartsverdeling veel te weinig aandacht.
We verzuimen ook ernstig bezig te zijn met de vraag hoe aan onze behoeften voldoen, hoe produceren dus. En we leren maar slecht dat in een per definitie eindige wereld waarvan we de draagkracht nu volop overschrijden, economische groei i altijd op grenzen zal botsen. Meer en meer wordt duidelijk dat wat wij groei noemen, nu al in landen als de VS, GB of Nederland tot minder in plaats van meer welvaart leidt. Op een bepaald ogenblik wordt de groei oneconomisch.
Probleem is dat onze meetlat uiterst slecht is om echte en duurzame welvaart te meten. Volgens het bruto nationaal product i (BNP i) worden we rijker van alle kosten die een kettingbotsing meebrengt, of de vervuiling i van waterlopen, of tandbederf. Alles wat mensen of de natuur gratis presteren telt dan weer niet mee.
Het is dringend tijd om volop te zoeken naar en over te schakelen op een duurzame economie i die werkelijk welvaart voortbrengt om voor iedereen een goed leven mogelijk te maken zonder onze planeet pijn te doen of te overvragen.
Economische Partnerschapsakkoorden
de EPA’s (van het Engelse Economic Partnerschip Agreement) zijn regionale handelsakkoorden die de Europese Unie i wil sluiten met de 77 zogenaamde ACS-landen uit Afrika i, de Caraïben en de Stille Oceaan, waaronder heel veel van de armste landen. Het zijn eigenlijk vrijhandelsakkoorden. De bedoeling ervan was om op 1 januari 2008 de grenzen te openen en de douanetarieven op bijna alle Europese goederen af te schaffen.
Al ruim dertig jaar genieten deze landen van een voordelige toegang tot de Europese markt. Maar dat mag niet van de Wereldhandelsorganisatie i. En dus moet die voorkeursbehandeling verdwijnen.
Dit maakt het voor deze landen in grote mate onmogelijk hun landbouw i te beschermen en hun eigen economieën uit te bouwen. En ze verliezen daarenboven de inkomsten die de douanetarieven opleverden waardoor ze nog armer achterblijven.
Daarom komt er veel kritiek op die EPA’s, zowel in de ACS-landen als in Europa van o.a. NGO’s voor ontwikkelingsorganisaties en milieuorganisaties. Eind 2007 is duidelijk dat Europa niet van wijken wil weten. Toch raakt er slechts met één regio een echt EPA-akkoord rond, met de Cariben. De andere regio’s moeten toezien hoe Europa interimakkoorden begint te onderhandelen met de afzonderlijke landen. Twintig landen hebben zulke akkoorden intussen aanvaard, met 41 landen is er geen akkoord bereikt. In 2008 worden de onderhandelingen hervat.
lees meer over EPA’s en de interimakkoorden
Ecosoc - Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie
het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie
i telt 344 leden. Dat comité geeft advies over ieder ontwerp van richtlijn, aanbeveling of actieprogramma van de Europese Unie
i en dit voor om het even welk onderwerp. Bestaande nationale economische en sociale comités vormden het model voor Ecosoc.
Er zitten vertegenwoordigers in van drie groepen: de nationale werknemersorganisaties, de nationale werkgeversorganisaties en een groep diversen die vertegenwoordigers telt van o.a. de consumenten en de landbouwers.
Het zijn de lidstaten die de vertegenwoordigers voordragen maar meer en meer coördineren de Europese sociale partners de werkzaamheden van Ecosoc.
eerlijke handel
zie fair trade i
emergentie
Wanneer, los van elkaar, nieuwe initiatieven ontstaan die zich vervolgens verbinden tot een netwerk en uitgroeien tot sterke praktijken, kunnen daaruit plots nieuwe systemen ontstaan met een heel eigen kracht. Dat proces heet emergentie i.
Transitiekringen hechten veel belang aan de dynamiek van emergentie i om tot grote transities te komen. Velen gaan ervan uit dat de economie i een heel complex systeem is dat enkel door zo’n emergentie i fundamenteel kan veranderen.
Lees meer in hoofdstuk 16 van het boek Transitie. Onze welvaart van morgen
Enron
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron i frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron i aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron i aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld i te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Film Enron i, The Smartest Guys in the Room - www.enronmovie.com
EU
zie Europese Unie i
zie ook Europees model i
Europees model
Democratische rechtsstaten die niet langer oorlog i voeren en met een vrije markteconomie die in grote mate sociaal gecorrigeerd is, en meer en meer ook ecologisch.
Niet alle prijzen komen volledig vrij op de markt tot stand. Wat betaald wordt voor nogal wat landbouwproducten, brandstoffen, sigaretten, geneesmiddelen, huishuur, arbeid i, doktersbezoek enzovoort is in veel landen gereglementeerd.
Te langzaam dwingen we onze economie i ook om ecologisch duurzamer te zijn.
Overheden nemen sommige diensten zelf in handen, openbaar vervoer i b.v., of laten privéspelers werken binnen een bindend publiek kader, dikwijls ook spelers zonder financieel winstoogmerk, denk aan scholen of mutualiteiten. Zo genieten we van goede en heel betaalbare gezondheidszorg en onderwijs.
Het Europees model i is deze vrij succesvolle en pragmatische middenweg tussen de bijna verdwenen planeconomie en het falende neoliberalisme. Dat laatste blijkt heel dikwijls de rechte weg naar sociale ongelijkheid, armoede i,en milieuvernietiging en verlies aan democratie.
Dit Europese model is bewonderd in de hele wereld. Vraag is of deze sociale markteconomie overeind kan blijven in een mondiaal model van volledig vrije markt waar sociale correcties niet verplicht zijn en in vele landen maar moeilijk of zelfs niet afgedwongen geraken.
En hoe haalbaar blijft het om ecologische correcties te eisen van economische sectoren die bloot staan aan felle mondiale concurrentie i? Dan spreken we niet eens over de ombouw naar een echt duurzame economie i.
Europees Sociaal Forum
In navolging van het Wereld Sociaal Forum i ontstaan al gauw ook continentale en regionale sociale fora. Het eerste Europees Sociaal Forum i dateert al van in 2002 en grijpt plaats in het Italiaanse Firenze. Later volgen Parijs in 2003, Londen in 2004 en Athene in 2006. Tienduizenden vertegenwoordigers van sociale bewegingen uit heel Europa debatteren over de strijd voor een democratisch, sociaal en solidair Europa en over de rol van Europa in de wereld. Een Europees Sociaal Forum i neemt meestal vier tot vijf dagen in beslag. De tienduizenden aanwezigen voeren het debat met elkaar over de toekomst van de beweging en gaan na of er gemeenschappelijke campagnes mogelijk zijn. Ze treffen elkaar in duizenden workshops, seminaries of in grote meetings. Op die manier ontstaan er steeds sterkere Europese netwerken rond een heleboel uiteenlopende thema’s. De sociale bewegingen blijven zeker en vast ook actief op het nationale en lokale niveau, maar nu zeventig procent van nieuwe nationale wetgeving het gevolg is van Europese richtlijnen en afspraken, moet meer dan ooit ook op Europees niveau een sociale tegenmacht worden opgebouwd. zie ook Belgisch Sociaal Forum i, Wereld Sociaal Forum i
Europees sociaal overleg
bij het verdrag van Maastricht hoort ook een sociaal protocol. Daarin staat dat over ieder voorontwerp van Europese wet en initiatieven inzake sociaal beleid de Europese Commissie de representatieve Europese werknemers
i- en werkgeversorganisaties moet consulteren. Voor de werknemers
i is dat het Europees Vakverbond (EVV) en voor de werkgevers UNICE en CEEP. Als het over sectorale aangelegenheden gaat, zijn de Europese vakbondsfederaties bevoegd. Op die manier zijn de sociale partners van bij het begin betrokken bij de besluitvorming.
De Europese sociale partners kunnen ook Europese collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten. Op hun voorstel of dat van de Europese commissie kan de Europese Commissie die Europese CAO’s algemeen bindend verklaren.
Sinds 2002 zijn de Europese sociale partners nog meer betrokken bij de strategie voor werkgelegenheid en sociale bescherming. Hun tripartiete sociale top komt minstens één maal per jaar samen. Ze tekenen er hun gemeenschappelijk werkprogramma uit.
Europees vakverbond (EVV)
In de jaren vijftig van vorige eeuw groeit de idee om de Europese vakbonden i te groeperen. Met de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) is het noodzakelijk voor de vakbeweging om de gemeenschappelijke problemen te kunnen aanpakken met een representatieve organisatie. In 1972 raakt men akkoord over de oprichting van een nieuwe organisatie, het Europees Vakverbond (EVV).
Alles samen vertegenwoordigt het EVV vandaag meer dan 50 miljoen werknemers i uit 33 landen. De professionele pijlers van het EVV zijn de Vakbondsfederaties (zoals metaal, transport, openbare diensten, hout en bouw,...). Ze hebben de taak om de vakbondsacties uit hun sector te coördineren.
Binnen het EVV worden ook de Europese ondernemingsraden georganiseerd. De Europese richtlijn inzake voorlichting en raadpleging van werknemers i in transnationale bedrijven i betekent een grote stap vooruit voor het Europese syndicalisme. Ze geeft de vakbeweging immers de kans om zich in de multinationals beter te structureren, haar actievermogen te versterken en op termijn gemeenschappelijke acties op te zetten. Het EVV coördineert ook hier de vakbondsstandpunten en waakt erover dat deze richtlijn in de verschillende landen op een coherente en homogene wijze wordt omgezet in regelgeving.
Europese Ondernemingsraad
Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economie i volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijven i die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemers i snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemers i meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.
Pas op 22 september 1994 keurt de Ministerraad de Europese richtlijn 94/45/EG goed. Dat kan omdat met het verdrag van Maastricht unanimiteit geen absolute voorwaarde meer is.
De nieuwe richtlijn regelt de instelling van een Europese ondernemingsraad i of van een procedure ter informatie en raadpleging van de werknemers i. De goedkeuring betekent de start van een Europese sociale dialoog die is afgestemd op de Europees gestructureerde concerns.
In het Belgische recht is de bevoegdheid van de standaard Europese Ondernemingsraad i beperkt tot het verstrekken van informatie en tot raadpleging over wat van belang is voor het hele concern of voor minstens twee vestigingen in verschillende lidstaten. Bovenop moet het gaan om materies die te maken hebben met vestigingen in de lidstaten van de Europese Unie i.
Wat slechts voor één vestiging van belang is, wordt nu dus niet als transnationaal beschouwd. Dat is enkel zo indien er gevolgen kunnen zijn voor de hele groep.
Het Europees vakverbond zou de transnationale kwesties liefst ruimer willen definiëren bij een eventuele herziening van de richtlijn.
zie ook Europees vakverbond, internationale kaderovereenkomst i
Europese Unie
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk i gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie i handelen volgende PALA i artikels:
Na de Brexit. Hoe kan EU presteren en ons vertrouwen verdienen?
Europa is nodig, maar dan wel een ander Europa
Wat nu Europeanen? Een nieuwe koers voor Europa
Het ziekbed van Europa. Van crash tot succes tot crisis
Hoe gebruiken we geld het best?
Europese sociale pijler krijgt vorm
zie hoger in dit woordenboek - Europees model
(verwijzingspagina)
extremisme
Voor informatie over extremisme i kan u terecht in:
- het artikel Extremisme veronachtzamen | 6-6-2019 - gebaseerd op hoofdstuk negen uit 11 politieke dwaasheden
- het hoofdstuk ‘Nieuwe en oude bedreigingen voor vrede en democratie’ in Barrez Dirk i, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 21ste eeuw, 1999, p.175-185 (boek is uitverkocht) of in het gratis toegankelijke E-boek pala.be/e-boek-ik-wil-niet-sterven-aan-globalisering-over-leven-de-21ste-eeuw p.153-162
- het essay Beeldenstorm. Essay 'We leven gevaarlijk' - 1 Extremisme i is terug van nooit weggeweest | 14-1-2015
IAASTD
Deze afkorting staat voor International Assessment of Agricultural Knowledge, Science and Technology for Development. Het was een gezamenlijke inspanning, drie jaar lang, van wel negenhonderd wetenschappers of kenniswerkers.
Het doel? Verzamelen wat we nu eigenlijk weten over welke landbouw i duurzaam is, een landbouw i die dus honger i en armoede i wegwerkt, gezondheid en evenwichtige voeding bevordert, voor inkomen en een leefbaar platteland zorgt en binnen de ecologische grenzen blijft.
Het eenvoudige antwoord luidt: de toekomst is aan de agro-ecologische landbouw i.
Lees Agriculture at a Crossroads. IAASTD Global Report - PDF
IAO en WTO: ze studeren alvast samen
Bedrijven
i hanteren meer en meer een mondiaal perspectief en wereldmarkten spelen een grotere rol. De economische globalisering
i holt maar verder.
De consensus groeit dat er nood is om een sociale bodem te leggen onder de wereldeconomie, ook bij internationale en economische organisaties zoals het IMF
i, de Wereldbank
i, de OESO en de WTO
i. Om dat te realiseren, kijken velen richting Internationale Arbeidsorganisatie
i die zou kunnen uitgroeien tot een soort wereldministerie van arbeid
i.
Daar zijn we nog lang niet. Maar er is toch een pril begin van samenwerking tussen die IAO
i en de Wereldhandelsorganisatie
i. Samen hebben ze de studie ‘handel en werkgelegenheid’ gemaakt. De terechte conclusie luidt dat er over het verband tussen die twee geen echt algemene uitspraken mogelijk zijn: te veel héél verschillende elementen spelen hun rol. Maar even duidelijk is dat de gevoerde handelspolitiek en sociale politiek wel degelijk elkaar beïnvloeden, en dat het dus nodig is om ze op elkaar af te stemmen.
We raden u graag de lectuur aan van de samenvatting die het Internationaal Vakverbond - de wereldvakbond – maakte, slechts negen pagina’s lang.
klik voor studie Handel en werkgelegenheid - samenvatting
ICA-principes
Om haar coöperatieve waarden in praktijk te brengen heeft de wereldwijde coöperatieve beweging, verzameld in de Internationale Coöperatieve Alliantie i zeven coöperatieve principes aanvaard. Die zogenaamde ICA-principes i moeten de werking van coöperaties i leiden. Ze dienen als toetssteen om te controleren of een bedrijf een echte coöperatie i is.
1. Een eerste principe is dat de leden vrijwillig toetreden en dat coöperaties i open staan voor iedereen die hun diensten wil gebruiken en de voorwaarden van lidmaatschap aanvaardt, zonder enige vorm van discriminatie. Leden kunnen individuen, bedrijven i, verenigingen of publieke instellingen zijn.
2. Democratische besluitvorming is essentieel in elke coöperatie i. De leden participeren actief in het uitstippelen van het beleid en het nemen van beslissingen. Ze kiezen hun vertegenwoordigers die hen verantwoording zijn verschuldigd. Heel kenmerkend is het principe dat elk lid één stem heeft, hoeveel kapitaal i hij of zij ook mag hebben.
3. Leden zijn economisch betrokken bij hun coöperatie i. Ze dragen op billijke wijze bij tot het kapitaal i dat ze samen democratisch controleren. Een bepaald minimum is voorzien als voorwaarde voor lidmaatschap. De vergoeding voor hun kapitaalinbreng is doorgaans beperkt. Zo mag in België het uitgekeerde dividend i maximaal zes procent bedragen. Als er winst is, kan dat enkel volgende bestemmingen krijgen: investeringen in de coöperatie i, opbouwen van reserves, korting (eigenlijk teruggave of ristorno) voor de leden in verhouding tot de zaken die zij doen met hun coöperatie i, ondersteunen van andere activiteiten met goedkeuring van de leden.
4. Coöperaties i zijn baas over hun eigen doen en laten, ze houden dus strikt vast aan hun autonomie en onafhankelijkheid. Wanneer ze samenwerkingsakkoorden sluiten, of kapitaal i halen bij derden, kan dat enkel als ze hun democratische zeggenschap en coöperatieve autonomie behouden.
5. Vorming, training en informatie van hun leden, gekozenen en werknemers i vinden coöperaties i ontzettend belangrijk voor hun goede ontwikkeling i. Ook het informeren van het grote publiek over de coöperatieve werking en voordelen staat op de agenda.
6. Het principe van samenwerking tussen coöperaties i dient het belang van de leden en versterkt de coöperatieve beweging.
7. Oog hebben voor de samenleving vertaalt zich in het laatste principe van verantwoordelijkheid tegenover de gemeenschap. Coöperaties i nemen die concreet op door te werken aan de duurzame ontwikkeling i van hun gemeenschappen.
Bron: Barrez Dirk i, Coöperaties. Hoe heroveren we de economie? , 2014, p.29-30 - voor info en bestellen klik hier
Zie ook coöperatie i
ijskappen
De grootste ijskappen i op Aarde i zijn die van Antarctica en van Groenland.
Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.
Indien alle ijs op Antarctica smelt, komt er zestig meter water bij.
Goed om weten: de ijskap van Oost-Antarctica is ruim tienmaal groter dan die van West-Antarctica.
Lees meer in deze artikels:
Niet alleen gletsjers, ook West-Antarctische ijskap gaat er aan | Pala
i 7-11-2023
Hoe hoog kan het water stijgen door klimaatverandering? | Pala
i 18-4-2017 - dit artikel is voor het grootste deel gebaseerd op het boek Barrez Dirk
i, Transitie. Onze welvaart van morgen, p.33
IJselijk. Grote zeespiegelstijging is geen zorg voor later | Pala
i 1-3-2020
Klimaat en smeltende ijskappen. Zee kan in eeuw 5 meter stijgen | Pala
i 23-10-2021
Lees meer over de impact van plotse niet-lineaire veranderingen (ook bv. ontdooien permafrost, massale ontbossing e.a.) op onze klimaatkennis en de noodzaak van een constructief-kritische journalistieke aanpak in Smeltende ijskappen en stijgende zeespiegel: reactie en bedenkingen | Pala i 15-12-2021 – artikel geschreven n.a.v. een academische reactie “die een zeeniveaustijging van 1 of meer meter in een eeuw onmogelijk acht” terwijl het IPCC i die intussen wel mogelijk acht
Nature climate change, Unavoidable future increase in West Antarctic ice-shelf melting over the twenty-first century, 23 october 2023
zie op Wikipedia
https://en.wikipedia.org/wiki/Greenland_ice_sheet en Greenland Ice Sheet – Recent climate change
https://en.wikipedia.org/wiki/Antarctica
https://en.wikipedia.org/wiki/East_Antarctic_Ice_Sheet
https://en.wikipedia.org/wiki/West_Antarctic_Ice_Sheet
Tipping points in the climate system
zie ook klimaatverandering i zeespiegel i
Index voor Duurzame Economische Welvaart
De Index voor Duurzame Economische Welvaart i (ISEW) is een goede kandidaat om de plaats van het bnp i in te nemen. Die index maakt onderscheid tussen positieve en negatieve economische bedrijvigheden, brengt welvaartsverhogende informele activiteiten in rekening en neemt de ongelijkheid van de inkomensverdeling mee op. Ook het verlies van natuurlijk kapitaal i wordt in rekening gebracht.
Lees meer in hoofdstuk 7 van Transitie. Onze welvaart van morgen
en in het Pala
i artikel Welvaart en welzijn anders meten graag: IHD, ISEW en GPI
index voor menselijke ontwikkeling
De index voor menselijke ontwikkeling i is een meetlat die, anders dan het bnp i, rekening houdtmet levensverwachting, alfabetisme, kindersterfte. Meteen komt de mens centraal te staan in plaats van economische groei i of consumptie. Die laatste vormen dan niet langer het doel, maar worden beschouwd als middelen. Het fundament voor die aanpak is aangereikt door Amartya Sen. Hij focust op de vrijheden of mogelijkheden die mensen moeten hebben of verwerven om het leven te leiden dat zij verkiezen.
Lees meer in hoofdstuk 7 van Transitie. Onze welvaart van morgen
informatiekloof
In de armste landen beschikken 16 mensen op 1000 over een gsm en kunnen er 4 op internet i, in de rijkste landen zijn er dat 705 en 480. Ziedaar de informatiekloof i. De industrielanden bezitten meer dan 95 procent van alle patenten in de wereld. De rijke landen tellen ook ruim negen keer meer wetenschappelijke onderzoekers dan de arme. Op dat vlak tellen de armste landen vrijwel helemaal niet mee. Ziedaar de kenniskloof. In de mondiale kennissamenleving is de informatiekloof i al even erg als de inkomenskloof i, en de beide kloven hebben veel met elkaar te maken.
informatieruis
Vele mensen hebben te weinig toegang tot informatie. Maar het tegengestelde bestaat ook, dan heb je informatieruis i. In de globale informatiesamenleving worden we overspoeld door een zee van informatie en nog meer door een oceaan van losse gegevens die talloze media i elke seconde uitspuwen. Die overdaad aan ongestructureerde informatiegegevens maakt degenen die er aan geraken niet noodzakelijk wijzer. De informatiestroom is zo overvloedig en zo sterk geworden dat weinigen hem nog kunnen verwerken en op zinvolle wijze structureren. Dat geldt zelfs voor wetenschappers, journalisten en al die anderen die beroepshalve met de grondstof informatie werken. Onze ononderbroken jacht op informatie riskeert de kennis te doden. We dreigen allemaal samen te verdrinken in een zee van gegevens die we niet meer kunnen omzetten in weten. Of nog minder in bruikbare kennis en zinvolle macht i die we kunnen aanwenden om onze grote en kleine problemen te counteren. In plaats van kennis en macht i te schenken, laat de informatieoverdaad ons achter in verwarring en onmacht.
zie ook onder media i voor een overzicht van Pala i bijdragen over media i
informeel werk
het verrichten van werk
i zonder erkenning of contract en dus buiten elke wettelijke regeling, zonder sociale rechten, zonder sociale bescherming ook en meestal onder slechte arbeidsvoorwaarden. Niet verwonderlijk is dergelijk werk
i veelal onzeker, weinig productief, onderbetaald of ronduit slecht betaald en zijn de inkomens heel wisselend.
Hun informele arbeid
i kunnen informele werkers – als ‘werknemer’ of ‘kleine zelfstandige’ - zowel binnen als buiten informele ondernemingen uitvoeren. Vanzelfsprekend zijn ze uitermate kwetsbaar. Contracten afdwingen zit er niet in voor hen, eigendomsrechten hebben ze niet, ze zijn onbeschermd tegen gevaarlijke of vervuilende stoffen, zelfs hun veiligheid
i is allerminst gegarandeerd. Zich syndicaal organiseren, zich laten vertegenwoordigen en zich laten horen is aartsmoeilijk. Hun toegang tot publieke diensten is laag of onbestaande.
Het gaat om een grote en uiterst verscheiden groep: straatventers, kledingarbeiders, transporteurs, huispersoneel, sekswerkers, straatvegers, schoenpoetsers, … Hun informele economie
i blijft groeien. Meer en meer mensen moeten werken zonder degelijk loon en zonder sociale bescherming, zowel in de arme als in de rijke landen. In heel Sub-Sahara Afrika
i is de informele werkgelegenheid de voorbije tien jaar gestegen tot 70 en soms zelfs 90 procent. Binnen deze grote groep mensen zijn de vrouwen oververtegenwoordigd. Omdat er geen werk
i is in de formele economie
i, zoeken mensen voor zichzelf een broodwinning. Ook is er een toenemende vervaging van de grens tussen formele en informele economie
i. Zo hebben perfect ‘formele’ bedrijven
i toch een aantal ‘informele’ werknemers
i in dienst.
klik voor informele economie i op IAO i website
ILO rapport Decent Work and the informal economy (90ste zitting 2002)
zie ook informele economie i, werkende armen i
informele economie
Op basis van informeel werk
i ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie
i.
Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie
i geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.
Veel meer dan in de formele economie
i is wie werkt in de informele economie
i arm, en binnen die informele economie
i zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.
Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen
i’, mensen die wel werk
i hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede
i te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie
i. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven
i oneerlijk wanneer ze geen belastingen
i of sociale zekerheid
i betalen.
Klik voor Resolution concerning decent work and the informal economy
Klik voor ILO rapport Decent Work and the informal economy (90ste zitting 2002)
zie ook informeel werk i, werkende armen i
inkomenskloof
We denken allemaal de cijfers te kennen, maar ze blijven verbazingwekkend: de 20 % rijksten op deze wereld verdienen zowat 75 keer zoveel als de 20 % armsten. In 1960 was dat 30 maal zoveel. Het rijkste land was in 1820 drie maal rijker dan het armste, in 1913 was dat 11 maal, in 1973 al 35 maal en 72 maal in 1992. Eind vorige eeuw bezitten de drie rijkste mensen ter wereld (samen) meer dan het gezamenlijke jaarinkomen van de 43 armste landen. De huidige wereldeconomie zorgt voor groeiende inkomensongelijkheid. Het is dringend nodig om deze ongelijke verdeling van de welvaart, het sociale deficit van de globalisering i, aan te pakken. Minder dan 2 % van het inkomen van de 10% rijksten volstaat om alle mensen ter wereld minstens aan één dollar per dag te helpen.
insourcing
Daar is het oude insourcing i terug, vele bedrijven i en organisaties betrouwen opnieuw meer op de eigen werknemers i om hun resultaten te verbeteren, om te innoveren en om simpelweg opnieuw zelf te weten waarmee ze bezig zijn. In 2013 laat de sector van de outsourcing i een flinke terugval zien tot 83 miljard dollar, dat is een daling van meer dan 16 procent.
Altijd zijn er bedrijven i die de zotternijen van over het paard getilde managementgoeroes sneller zien en adequaat reageren. Zo kocht het Zwitserse Coop al jaren geleden een spoorwegbedrijf, net om de expertise om treinen te kunnen laten rijden in eigen huis te halen. Deze distributiecoöperatie wil zelf in staat zijn om haar vele vrachtwagens van de weg te halen en te vervangen door treinen. De ecologische voetafdruk i doen dalen vindt Coop te belangrijk om aan buitenstaanders over te laten, en dus kiest ze voor insourcing i van die kennis. In dit geval is het in alle opzichten de meest rendabele keuze. (DB)
Bron: http://www.statista.com/statistics/189788/global-outsourcing-market-size
Zie ook outsourcing i
Internationaal Monetair Fonds
het IMF
i is - samen met de Wereldbank
i - opgericht in 1944 in Bretton Woods
i (zie ook onder dat trefwoord).
185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF
i dus niet. De Europese Unie
i kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.
Het IMF
i moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.
Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering
i en privatisering
i. De IMF
i activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.
Lidstaten die steun wensen van IMF
i en Wereldbank
i moeten hun economie
i aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.
Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF
i heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld
i te geraken bij financiële instellingen. De macht
i in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal
i. Veel macht
i dus voor wie veel geld
i heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie
i met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.
Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF
i en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie
i wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF
i moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk
i heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.
De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds
i van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië
i onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld
i zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF
i. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF
i of Wereldbank
i maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China
i.
zie ook Argentinië i, Aziatische crisis i, Bretton Woods i, liberalisering i, structureel aanpassingsprogramma i, Wereldbank i
Internationaal Vakverbond (IVV)
Op 1 november 2006 schrijft de mondiale arbeidersbeweging geschiedenis in Wenen. Nadat de twee bestaande vakbondskoepels Wereldverbond van de Arbeid
i (WVA) waarin o.a. het ACV en het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV) met o.a. het ABVV zich hebben ontbonden, wordt er voor het eerst één mondiale vakbondskoepel opgericht. Het nieuwe Internationaal Vakverbond (IVV) telt 306 aangesloten lidorganisaties uit 154 landen. Dat zijn vooral de vakbonden
i van de vroegere koepels maar ook vakbonden
i die tevoren van geen van beide koepels lid waren. In totaal vertegenwoordigt de nieuwe vakbond 168 miljoen betalende leden over heel de wereld.
Met zoveel vakbonden
i in zoveel landen is het mogelijk om een sterkere tegenmacht te vormen tegen de ongebreidelde globalisering
i en om te bouwen aan een nieuw internationalisme dat antwoord biedt op de nieuwe uitdagingen. Die tegenmacht wordt ook ondersteund vanuit de internationale beroepswerking die gebundeld is in de Global Union Federation (GUF).
De nieuwe wereldvakbond wil wegen op de beslissingen van internationale instellingen zoals de Wereldhandelsorganisatie
i, het IMF
i en de Wereldbank
i. Daarvoor wil het naast een lobbymachine zeker ook een sterke mobilisatiekracht zijn.
Guy Ryder is verkozen tot secretaris-generaal, Luc Cortebeeck van het ACV is ondervoorzitter van het IVV.
website Internationaal Vakverbond
zie ook Global Unions Federation (GUF), internationale kaderovereenkomst i
Internationale Arbeidsorganisatie
De IAO i dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Reeds in 1948 verklaart de IAO i dat arbeid i geen koopwaar is, een nog altijd fris idee waarmee ze moeiteloos de band legt met de andersglobaliseringsbeweging i. Zij is de aangewezen organisatie om de economische globalisering i ook sociaal te maken.
De IAO i werkt opvallend democratisch. Helemaal uniek is dat de helft van de zetels voor vakbonden i en werkgevers zijn. Het is de enige internationale organisatie waarin de werknemers i betrokken zijn bij alle werkzaamheden en bij de besluitvorming.
Daar komt bij dat de IAO i bevoegd is om internationale arbeidsconventies goed te keuren. Die arbeidsnormen i zijn het resultaat van soms jarenlang overleg tussen regeringen, werknemers i en werkgevers. De belangrijkste onderhandelingen zijn de arbeidsconferenties elk jaar in juni in Genève. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019).
Maar, alhoewel de IAO i conventies of arbeidsnormen i uitvaardigt en controleert, slaagt zij er niet in die echt afdwingbaar te maken. Zelfs de fundamentele arbeidsnormen i - vrijheid van vereniging of vakbondsvrijheid, het recht op collectieve onderhandelingen geen dwangarbeid, geen discriminatie op de werkvloer, geen kinderarbeid i – die elke lidstaat moet naleven, zijn niet afdwingbaar.
De IAO i heeft geen echte tanden zoals de Wereldhandelsorganisatie i die bijvoorbeeld wel heeft. Haar enige wapens zijn naming en shaming en stille diplomatie. Landen als de VS of China i zijn daar niet echt van onder de indruk. Toch moet de wereld zo snel mogelijk van de IAO i normen afdwingbare regels maken - ook ten aanzien van WTO i en IMF i - zodat er een sociale bodem wordt gelegd onder de wereldeconomie. Makkelijk zal het niet gaan.
www.ilo.org website IAO i
zie ook arbeidsnormen i, fundamentele arbeidsnormen i, IAO en WTO: ze studeren alvast samen i, IMF i, kinderarbeid i, waardig werk i, WTO i
internationale arbeidsverdeling
Wanneer mensen vooral kunnen doen waar ze goed in zijn, zorgt die werk i- of arbeidsverdeling voor betere prestaties en dus voor meer welvaart. Het samenleven van mensen kenmerkt zich al lang door specialisatie, en de moderne samenleving krijgt er maar niet genoeg van.
We zien dergelijke economische taakverdeling ook internationaal opduiken. Landen en regio’s van de wereld werpen zich op het voortbrengen van goederen en diensten waar ze best voor gewapend zijn. Dat leidt globaal tot een hogere welvaartsproductie.
Maar de internationale arbeidsverdeling
i zoals ze de voorbije eeuwen groeide tussen rijke industrielanden in het Noorden en arme ontwikkelingslanden is zeker geen vrije keuze geweest van de ontwikkelingslanden. De slechte ruilverhouding tussen de industriële producten die ze invoeren en wat zij leveren aan exportgoederen werkt in hun nadeel en maakt hen armer.
De opkomst van nieuwe industrielanden in Oost-Azië
i en ook Latijns-Amerika - de Aziatische tijgers
i, Brazilië, Mexico, China
i - verandert het plaatje en brengt een nieuwe internationale arbeidsverdeling
i.
Die gaat deels gepaard met delokalisatie i van economische activiteiten uit de oude naar de nieuwe industrielanden. Dat proces levert zowel extra welvaart op als herstructureringen, soms heel pijnlijke, denk maar aan het verdwijnen van onze scheepswerven en de grote ontmanteling van onze staalindustrie. Toch zijn de handelsbalansen met de nieuwe industrielanden lange tijd positief voor België. Zowel oude als nieuwe industrielanden winnen erbij, de economische en sociale spiraal gaat overal omhoog.
Maar die positieve evolutie is niet gegarandeerd, het kan ook omgekeerd. Vooral sinds China i zich ontplooit tot de fabriek van de wereld kleurt de handelsbalans rood voor de oude industrielanden en loopt het niet lekker met de verdeling van de welvaart en de rechten van de werknemers i in de allernieuwste ontwikkelingslanden zoals China i.
In elk geval is de tijd voorbij dat de Verenigde Staten, Europa en Japan de wereldeconomie volledig domineren.
zie ook delokalisatie i, liberalisering i, vrijhandel i, Wereldhandelsorganisatie i
Internationale Coöperatieve Alliantie
De Internationale Coöperatieve Alliantie
i (ICA) is de mondiale koepelorganisatie van de coöperaties
i.
Ze is meest bekend van de zogenaamde ICA-principes
i.
Zie ook coöperatie
i
Zie ook ICA-principes
i
internationale kaderovereenkomst
Mondiale overeenkomst tussen een multinationaal bedrijf en de internationale vakbond. Daarmee willen de vakbonden
i de sociale rechten van werknemers
i afdwingen overal waar een internationale groep actief is in de wereld. Het is niet meer dan logisch dat, wanneer een nationale economie
i vraagt om nationale akkoorden, een mondiale economie
i mondiale akkoorden nodig heeft.
Concreet beogen zulke akkoorden minimale arbeidsomstandigheden in te voeren of ze te verbeteren zowel in de eigen bedrijfsafdelingen van een multinational als bij de onderaannemers; ze willen respect voor de sociale normen van de Internationale Arbeidsorganisatie
i; ze betrachten rechtvaardige lonen- en arbeidsvoorwaarden, veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden en ze willen de rol van de vakbond in de multinational versterken.
Om die doelstellingen te bereiken, verwijzen alle internationale kaderovereenkomsten naar de fundamentele arbeidsnormen
i van de Internationale Arbeidsorganisatie
i en hebben ze altijd betrekking op alle ondernemingen van de betrokken multinational wereldwijd. Ze zullen er ook sterk op hameren dat de multinational haar onderaannemers zal wijzen op het belang van het naleven van de fundamentele arbeidsnormen
i en dat niet-naleving kan leiden tot een sanctie, namelijk het verbreken van het toeleveringscontract.
De jongste jaren hebben vakbonden
i internationale kaderovereenkomsten gesloten met bedrijven
i als Accor, Carrefour, Danone en France Telecom uit Frankrijk, H&M, Ikea en Securitas uit Zweden, Metro en Volkswagen uit Duitsland, Statoil uit Noorwegen, Endesa en Telefonica uit Spanje en Umicore uit België. Opvallend is dat er slechts weinig bedrijven
i bij zijn die hun hoofdkwartier niet in Europa hebben. Uit Canada is er Quebecor, uit Zuid-Afrika
i Nampak en uit Australië NAG, niet meteen de meest bekende bedrijven
i.
Klik voor pagina met Global Framework Agreements van UNI Global Union
zie ook fundamentele arbeidsnormen i, Global Union Federations, Internationaal Vakverbond, Internationale Arbeidsorganisatie i
Internet
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet
i als exponent -, brengt de globalisering
i in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.
Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging
i voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet
i biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet
i kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum
i niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
zie ook globalisering i
IPCC
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC i) is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat de wetenschap i over klimaatverandering i beoordeelt. Men spreekt ook wel van het VN-klimaatpanel i.
Het IPCC i is meest bekend voor zijn uitgebreide evaluatierapporten - Assessment Reports - over de stand van de kennis over klimaatverandering i, over de gevolgen en toekomstige risico's ervan, en over de mogelijkheden om de snelheid van de klimaatverandering i te verminderen. (bron IPCC i)
Website IPCC i met o.a. de Assessment Reports
zie ook klimaatverandering i