Het recht van de rijkste. Hebben andersglobalisten gelijk?
woensdag, 15 maart 2006 - 10:07
Zelfs als het om globaliseringi gaat, is de politiek minder machteloos dan dikwijls nogal gemakkelijk wordt beweerd. In dit boek concentreert journalist John Vandaele zich op de vraag hoe ons mondiaal bestuur vandaag functioneert, hoe in organisaties als Verenigde Naties, IMFi, Wereldbanki en Internationale Arbeidsorganisatiei wordt gesleuteld aan het beleid op het vlak van veiligheidi, sociale rechten, economiei, handel en milieu. Dat beleid raakt ons allemaal. Het is dus belangrijk om weten hoe deze internationale instellingen werken en of ze democratisch zijn. Mogen we erop vertrouwen dat ze oplossingen brengen voor armoedei, milieuvervuiling en andere groeiende problemen? Of ondergraaft de VS dit mondiale bestuur in eigen voordeel?
We gooien de aarde zo snel vol met bergen plastics, met nu al 350.000 chemische stoffen, met zware metalen, ggo’s en andere ‘nieuwe entiteiten’ dat we de risico’s en gevaren daarvan niet langer meester is.
Deze selectie van markante momenten en evoluties in 2021 lijkt soms op een klassiek jaaroverzicht maar meestal niet. Ze is ingebed in de lange termijn, kijkt geregeld vooruit en zet een duurzaamheidsbril op.
De zwaarste crisis die de mensheid beleeft in driekwart eeuw heeft een dubbele oorzaak: het ontstaan van een gevaarlijk virus en hoe er – slecht – op die dreiging wordt gereageerd. Uiterst dodelijk is het aanhoudende contrast tussen alert en falend beleid.
Er is in elke crisis maar één valabele aanpak van onbekwame raadgevers. Zet ze snel en voorgoed aan de deur … de coronacrisis bewijst meest van al dat het van vitaal belang is om slechte adviseurs geen kans te geven. Vervolgartikel van 'Coronacrisis 2 jaar'.
Anders dan in de financiële crisis laten de Europese centrale bankiers in de coronacrisis het geld rollen… zelfs tot daar gierende inflatie van komt met torenhoge prijsstijgingen die velen pijn doen. Maar de bank leeft in ontkenning en ‘ziet geen blijvende inflatie’.
Natuurlijk voeren we veel olie en gas in, en ook heel wat goederen uit China en Oost-Azië. Maar de groeiende aandacht voor de wereldmarkt doet velen vergeten dat de lokale en regionale markten, de Europese b.v., economisch veel belangrijker zijn dan de wereldmarkt. Negen tienden van de Europese welvaart brengen de Europeanen zelf voort, amper tien procent halen we via handel uit andere werelddelen. Het belang van onze lokale en regionale economie kan dus moeilijk worden overschat. Bedenk dat o.a. gezondheidszorg, onderwijs, woningbouw, wegenbouw, cultuur- en sportactiviteiten, horeca en zoveel andere diensten, dat het allemaal welvaart is die we hier voortbrengen en waar we ook hier van genieten.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.