Mobiliteit en milieu: naar een duurzaam woon-werkverkeer?
woensdag, 16 mei 2007 - 14:06
Sinds Vlaanderen kennismaakte met de documentaire van Al Gore over de dramatische gevolgen van de opwarming van de aardei door onder meer de uitstoot van broeikasgassen, is ‘Kyoto’ een populair begrip geworden. Alle politieke partijen hebben het erover in hun propaganda naar aanleiding van de federale verkiezingen van 10 juni. Vorige week is ook de campagne ‘ik kyoto’ van start gegaan. Uit statistieken blijkt immers dat bijna 7 op de 10 werknemersi alleen in de wagen zitten als ze naar het werki rijden. Bovendien is het aandeel van de meer vervuilende dieselwagens nergens zo groot als in België. Velen staan er niet meer bij stil dat er ook andere mogelijkheden bestaan voor het dagelijkse woon-werkverkeer. ‘ik kyoto’ past in de sensibilisatiecampagnes van de Heen-en-weer-week (vroeger ‘Week van de Zachte Weggebruiker’) die Komimo, de Vlaamse koepel van milieu- en mobiliteitsorganisaties, organiseert in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap. Dit jaar ligt de nadruk volledig op het woon-werkverkeer. Doel is om nog tot 1 juni zoveel mogelijk mensen en bedrijveni aan te zetten tot ‘duurzaam pendelen’: te voet, met de fiets, met trein, tram of bus of carpoolen naar het werki. Minstens 40% van de werknemersi duurzaam naar het werki krijgen, is de uitdaging. ‘ik kyoto’ is het vervolg op de actie ‘Fiets naar Kyoto’ van de Bond Beter Leefmilieu. Op de website van de campagne houden deelnemers bij hoeveel kyotokilometers ze duurzaam pendelden en wat dat betekent aan CO2-besparing. De overheid wil niet alleen de automobilisten ‘bekeren’, maar ook bedrijveni overtuigen van het realiseren van duurzame mobiliteitsmaatregelen op maat van elk bedrijf. Een brochure en een rondetafelconferentie moeten misvattingen en vooroordelen doorprikken. Duurzame mobiliteitsmaatregelen hoeven niet per se tijdrovend en kostelijk te zijn. Zowel grote als kleine bedrijveni kunnen deze alternatieven aanbieden.
Woord in de kijker: IAO en WTO: ze studeren alvast samen
Bedrijven hanteren meer en meer een mondiaal perspectief en wereldmarkten spelen een grotere rol. De economische globalisering holt maar verder. De consensus groeit dat er nood is om een sociale bodem te leggen onder de wereldeconomie, ook bij internationale en economische organisaties zoals het IMF, de Wereldbank, de OESO en de WTO. Om dat te realiseren, kijken velen richting Internationale Arbeidsorganisatie die zou kunnen uitgroeien tot een soort wereldministerie van arbeid. Daar zijn we nog lang niet. Maar er is toch een pril begin van samenwerking tussen die IAO en de Wereldhandelsorganisatie. Samen hebben ze de studie ‘handel en werkgelegenheid’ gemaakt. De terechte conclusie luidt dat er over het verband tussen die twee geen echt algemene uitspraken mogelijk zijn: te veel héél verschillende elementen spelen hun rol. Maar even duidelijk is dat de gevoerde handelspolitiek en sociale politiek wel degelijk elkaar beïnvloeden, en dat het dus nodig is om ze op elkaar af te stemmen. We raden u graag de lectuur aan van de samenvatting die het Internationaal Vakverbond - de wereldvakbond – maakte, slechts negen pagina’s lang.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Ze zorgen in heel de wereld voor veel werkgelegenheid, vormen de ruggengraat van lokale en regionale economieën en maken samenlevingen minder afhankelijk van de grillen van grote en multinationale bedrijven. In een netwerk van kleinere bedrijven is de economische macht gespreid en dat biedt meer kans op economische democratie en zeker op het vermijden van monopolies of al te grote concentratie. Kleine bedrijven zijn zelfs dikwijls innovatiever en flexibeler dan hun grotere broers, creëren veel welvaart en weten die redelijk goed te verdelen. Ze zijn m.a.w. belangrijk sociaal kapitaal voor een samenleving.Toch worden ze in de mondiale economie veel te weinig naar waarde geschat. Van regels voor openingsuren tot vestigingsmogelijkheden, van steunmaatregelen tot belastingfaciliteiten, je zal zien dat de grote bedrijven bijna altijd het laken naar zich toe weten te trekken. De wereldmarkt is op hun maat en - meer nog - die van de financiële wereld geschreven.