UNCTAD-rapport breekt lans voor meer en betere multilaterale hulp voor Afrika
woensdag, 4 oktober 2006 - 11:58
Het recentste rapport van de VN-Conferentie over Handel en Ontwikkelingi (UNCTAD) over de economische ontwikkelingi van Afrikai stelt dat de beloofde verdubbeling van de ontwikkelingshulp aan het armste continent alleen niet zal volstaan om de noodzakelijke ‘big push’ inzake duurzame ontwikkelingi te realiseren. UNCTAD pleit voor een grondig herdenken van de internationale hulp om de politisering, de fragmentatie, de incoherentie, het gebrek aan transparantie van en de concurrentiei tussen de grote donoren weg te werken. Aan de andere kant moeten de Afrikaanse regeringen dringend werki maken van een ‘goed bestuur’ dat de investeringen op lange termijn kan doen renderen en de armoedei kan terugdringen. De ‘nieuwe hulparchitectuur’ zou veel sterker de nadruk moeten leggen op een multilaterale benadering waarbij de ontvangende landen zélf de touwtjes van het ontwikkelingsbeleid stevig in handen houden. Het UNCTAD-rapport verwijst graag naar de Marshallhulp die Europa na de Tweede Wereldoorlog ontving. Die langetermijnhulp liet de Europese regeringen toe een eigen en aangepast economisch herstelbeleid te voeren. Momenteel bedraagt het aandeel van de multilaterale hulp slechts 30 procent van de totale hulpstromen naar Afrikai en gaat maar 20 procent naar budgetsteun. Volgens UNCTAD zit dat behoorlijk fout en ontneemt de directe bemoeienis van de donoren de noodzakelijke parlementaire controle in de ontvangende landen met alle negatieve gevolgen van dien. UNCTAD wil ook een idee uit de jaren vijftig nieuw leven inblazen: een speciaal VN-fonds aangepast aan de ontwikkelingsbehoeften van Afrikai.
Klimaat-, energie- of landbouwcrisis, telkens het langgerekte fiasco van generaties politici. Ernstig doordacht voedsel- en natuurbeleid ontbreekt totaal. Blinde vlekken blijven zich opstapelen. Het verbaast dat een Europese boerenopstand zo lang uitblijft.
In volle coronatijd kon de wereld maar doordraaien met behulp van digitale communicatie. Toch ontbreekt het de wereld net aan een ambitieus doel inzake communicatie.
Sinds eind februari is er in Tunesië een ware ‘jacht’ aan de gang op migranten uit zwart-Afrika. Vele Afrikaanse landen repatrieerden hun landgenoten om te voorkomen dat ze het slachtoffer zouden worden van racistische aanvallen, zowel van de politie als van gewone burgers. Wat is er aan de hand?
Overmatige consumptie en wegwerp typeren nog altijd de kledingindustrie. Kunnen gerecycleerde vezels de productie echt circulair en duurzaam maken? Hoe snel? En moet iedereen jaarlijks 12 tot 37 kilo kleren kunnen weggooien om te recycleren?
Veel en goedkoop geld vrijmaken om de klimaatcrisis te bestrijden is het doel van het 'Bridgetown Initiative'. Hoe belangrijk ook, er ontbreekt iets essentieel: hoe garanderen dat het geld goed wordt aangewend?
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.