Home

Wat het glossy jaarrapport van Chevron niet vertelt: de negatieve impact van wereldwijde olie- en gasbusiness

Wie denkt dat met het faillissement van General Motors alle Amerikaanse multinationals in zak en as zitten, vergist zich. De bedrijven uit de olie- en gassector doen gouden zaken. Chevron, de tweede grootste olie- en gasmaatschappij van de VS is actief in 120 landen. Chevron pakt in zijn glossy jaarrapport over 2008 uit met triomfalistische cijfers: nooit eerder maakte de maatschappij zo veel winst als vorig jaar (bijna 24 miljard dollar, een stijging met 28 procent tegenover 2007). Toch werd het jaarlijkse feestje van de aandeelhouders vorige woensdag in het Californische San Ramon verstoord door de aanwezigheid van actievoerders uit alle delen van de wereld en vooral door de publicatie van het vernietigende ‘alternatieve' jaarrapport The True Cost of Chevron.

Onderzoekster Antonia Juhasz, de samensteller van het rapport, heeft een indrukwekkende reeks feiten en getuigenissen verzameld over mensenrechtenschendingen en milieudelicten die in het officiële jaarrapport van de maatschappij - uiteraard - ontbreken. Gemeenschapsleiders, milieugroepen, belangenvertegenwoordigers van inheemse volkeren, vakbondsmensen uit Noord en Zuid geven een totaal ander beeld van Chevron dan de slogan ‘Human Energy' moet doen geloven. In onderzoek naar alternatieve energiebronnen wordt nauwelijks geïnvesteerd. Mensen die direct te lijden hebben van de activiteiten van Chevron uit verschillende delen van de VS, maar ook uit Nigeria, Ecuador, Filipijnen, Angola, Birma, Kazachstan, Irak en Canada waren naar San Ramon gekomen om hun ongenoegen duidelijk te maken. David O'Reilly, CEO van Chevron, wimpelde de kritiek van de actievoerders af als ‘een belediging voor het harde werk van de duizenden Chevron-werknemers die elke dag het beste van zichzelf geven voor de ontwikkeling van de maatschappij'. Op de concrete aanklachten zoals de vernietiging van het regenwoud in Ecuador, het aanhoudende geweld in de Nigerdelta van Nigeria of de nauwe samenwerking met het militaire regime van Birma (Myanmar), ging hij helemaal niet in. Opvallend is ook de nauwe verwevenheid tussen de bestuurders van Chevron en de politieke wereld van de VS. Zo bekleedde Condoleeza Rice, Buitenlandminister onder president Bush, van 1991 tot 2001 een hoge functie in de Raad van Bestuur. In de campagne voor de presidentsverkiezingen van vorig jaar ging 75 procent van de financiële steun van Chevron naar Republikeinse kandidaten. De maatschappij profiteerde ook volop van de zeer winstgevende contracten bij de wederopbouw van Irak. Maar ook in Obama's entourage vinden we mensen van het Chevron-netwerk terug.
Het rapport doet zes aanbevelingen aan Chevron: ruim je rommel op en herstel de milieuschade, gebruik je miljardenwinsten om te investeren in milieuvriendelijke energie voor de toekomst, stop de samenwerking met brutale regimes en hun legers, betaal faire belastingen en compensaties, voer een transparant beleid op alle vlakken en groei uit tot een voorbeeldmaatschappij in de sector.

Het rapport en de bijbehorende website zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen Amazon Watch, Crude Accountability, Global Exchange, Justice in Nigeria Now, Rainforest Action Network, CorpWatch, Filipino-American Coalition for Environmental Solidarity, Environmental Rights Action/Friends of the Earth Nigeria, Trustees for Alaska, Communities for a Better Environment, Mpalabanda-Angola, Richmond Progressive Alliance en EarthRights International. Op de website zijn ook advertenties te zien die een parodie maken op de Chevron-slogan: "ChevWrong Inhumane Energy". (JVC)

Websites

Klik voor The True Cost of Chevron: An Alternative Annual Report
door Antonia Juhasz. Het volledige rapport is downloadbaar.

Klik voor artikel in CorpWatch (VS-waakhond over het beleid van multinationale bedrijven)

Klik voor What's not in Chevron's annual report

Klik voor Chevron annual meeting heats up over Ecuador suit

Klik voor Protesters await Chevron meeting

Regio's: 

Lees ook

Kunnen mijnbouw en (duurzame) ontwikkeling samengaan?

De vraag naar metalen en mineralen blijft wereldwijd stijgen. Multinationale mijnbouwbedrijven gaan vooral in het Zuiden op zoek naar nieuw te ontginnen sites. De overheden trekken graag buitenlandse investeringen aan en leggen hen daarom zo weinig mogelijk beperkingen op inzake milieurichtlijnen, sociale arbeidsnormen, fiscale verplichtingen of inspraak van lokale gemeenschappen. De gevolgen voor het milieu en de landbouw zijn vaak niet te overzien en vormen een toenemende bron van conflicten. Enkele niet-gouvernementele organisaties (Broederlijk Delen, 11.11.11, FIAN, Catapa) organiseerden op zaterdag 25 maart samen met de Universiteit Antwerpen een colloquium over mijnbouw en ontwikkeling.

Grote bedrijven doorbreken klimaattaboe

Van een verplichte reductie van de uitstoot van broeikasgassen - zoals het Kyoto-verdrag voorschrijft - wil de regering-Bush nog lang niet weten. Toch durven enkele grote energie- en andere bedrijven (o.a. Shell, British Petroleum, Cinergy Corp, Intel en Alcan) een stap verder te gaan. Zij steunen de 'Agenda voor Klimaatactie' van de ecologische denktank Pew Centre on Climate Change. Een recente studie van dat centrum bevat een reeks concrete voorstellen die de overheid zou moeten nemen ten gunste van het klimaat: wereldwijde verplichte emissiereducties, technologische innovaties en onderzoek naar alternatieve energiebronnen.  Een voorstel wil emissiekredieten geven aan autoconstructeurs die onder de officiële verbruiksnorm blijven.