Home

Economische groei via groene technologie: voorschrift voor totale zelfvernietiging

Er was hoop dat de coronacrisis een maatschappelijk nieuw begin zou inluiden. Maar als onze experts zich blijven vastrijden in de klassiekers technologische innovatie en groei die net de meeste problemen hebben veroorzaakt, boren we die hoop de grond in.

Neem bijvoorbeeld deze beweringen van de economische expert Ive Marx: ‘[…] een paar prioriteiten aanpakken kan volstaan om iedereen te laten winnen. […] Wat zijn de uitdagingen? Onze economische groei ligt al lang te laag. […] Onze slabakkende productiviteit is een structurele handicap.[…] Al jaren krijgen we hetzelfde advies van de Oeso en de Europese Commissie: investeren in zaken die de productiviteit vooruithelpen: infrastructuur, onderzoek, innovatie en de klimaattransitie’. (1)

Economische ratrace naar zelfvernietiging

Laten we toch ophouden elkaar fabels wijs te maken: economische groei van industriële en industrialiserende markteconomieën ligt juist aan de basis van de onrustwekkende ecologische en sociale situatie waarin we ons nu op wereldschaal bevinden.

Ons huidige wetenschaps- en onderzoeksysteem staat in zijn algemeenheid in dienst van een falend, fataal economisch systeem. Het functioneert in de eerste plaats om de economische productiviteit te verhogen. De productiviteit verhogen gebeurt sinds het ontstaan van het industriële tijdperk vooral door, waar mogelijk, fysieke en cognitieve menselijke arbeid te vervangen door kunstmatige arbeid. Vandaar de mantra’s dat we moeten inzetten op digitalisering, robotisering en artificiële intelligentie (AI) om te kunnen wedijveren in de internationale economische ratrace.

De bedrieglijke hersenschim van technologische redding

Technologische innovatie als redder van onszelf en ons planetaire milieu is een bedrieglijke hersenschim. Al sinds de jaren 70 van vorige eeuw heeft Georgescu-Roegen, een Roemeens wiskundige en econoom met een indrukwekkende staat van dienst, een verband gelegd tussen economie en fysica.

Hij betoogt, op basis van de entropie-wet (de tweede wet van de thermodynamica) dat industriële processen een onvermijdelijk risico inhouden voor het leefmilieu op aarde. Zijn ingewikkelde betoog is niet onbetwist gebleven. Maar zijn waarschuwing dat technologische innovatie naast baten ook niet verwaarloosbare kosten met zich meebrengt, is bij diverse wetenschappers blijven nazinderen. In het in 2011 gepubliceerde boek Techno-fix: WhyTechnology Won’t Save Us or the Environment leggen Michael en Joyce Huesemann omstandig uit waarom technologie alleen geen oplossing biedt voor milieu- en sociale problemen.

1) Omdat technologie vaak aan de basis ligt van dergelijke problemen. Nieuwe technologieën die ontwikkeld worden om de negatieve effecten van eerdere technologieën te remediëren, maken het probleem niet zelden groter.

2) Omdat onvoorspelbare en onbedoelde gevolgen van technologie onvermijdelijk zijn.

3) Omdat technologie vaak gebruikt wordt om hetzij arbeiders of de natuur uit te buiten en/of te controleren. Aangezien technologische exploitatie geen directe nabijheid in tijd en ruimte behoeft, kan de uitbuiting gemakkelijk onopgemerkt en genegeerd worden en voelen weinig mensen een directe noodzaak om er zich zorgen over te maken en tot actie over te gaan.

4) Omdat winstmaximalisatie, niet het welzijn van leven op aarde, de belangrijkste drijfveer is voor technologische innovatie in industriële markteconomieën.

5) Omdat belangrijke technologische revoluties in de geschiedenis van de mensheid bijgedragen hebben tot een snelle uitbreiding van de wereldbevolking.

6) Omdat de snelle en elkaar versterkende ontwikkelingen van wetenschap en technologie geleid hebben tot een proliferatie van technologieën, die niet kunnen functioneren zonder inzet van fossiele brandstoffen en niet-hernieuwbare materialen. Ook de productie van hernieuwbare energie is afhankelijk van het ontginnen van niet-hernieuwbare materialen.

Ter illustratie van vooral argumenten 1 en 2 maar ook 3-4-6, De Standaard journalist Stijn Decock verwijst in zijn artikelreeks De groene relance (8-9 augustus 2020) naar onderzoeker Tomas Wyns die pleit voor een groene, d.w.z. klimaatneutrale, industrie. Een terecht pleidooi, dat echter niet alleen geldt voor onze Europese industrie. De nagenoeg geglobaliseerde industriële markteconomieën dienen allemaal klimaatneutraal te worden.

‘Natuurlijk’ en ‘dus’ hebben geen wetenschappelijke waarde

Stijn Decock suggereert dat een groene industrie een digitaal gemoderniseerde industrie is. Een suggestie waar onderzoeker Tomas Wyns geen bezwaar tegen aantekent: ‘Als je voor de groene transitie kiest, zal je natuurlijk ook heel wat nieuwe digitale technologieën, zoals machine learning of AI (artificiële intelligentie) nodig hebben. Dus de keuze voor het groene spreekt de keuze voor het digitale niet tegen’.

Deze argumentatie is vooral retorisch: ‘natuurlijk’ en ‘dus’ hebben geen wetenschappelijke waarde. De keuze voor het digitale spreekt de keuze voor het groene wél tegen.

Veel kans dat AI-toepassingen klimaatprobleem nog groter maken

Ik citeer prof Geert Deconinck (KUleuven): “Als de ICT-sector in dit tempo blijft vervuilen, dan is hij tegen 2025 verantwoordelijk voor 8 procent van de wereldwijde koolstofuitstoot. Dat is meer dan pakweg de chemische sector of de zware industrie.” (2)

Grote kans dat de introductie van AI-toepassingen het klimaatprobleem nog groter zal maken. AI-toepassingen vergen het verwerken van massale hoeveelheden data. 'Datacenters zijn nu al goed voor 3 tot 3,5 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Dat neemt snel toe. De benodigde rekenkracht voor grote trainingstrajecten voor AI verdubbelt sinds 2012 iedere drieënhalve maand: 5 à 6 maal sneller dan wordt gezegd in de nog steeds in gebruik zijnde wet van Moore'. De Wet van Moore stelt dat het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling door de technologische vooruitgang elke 2 jaar verdubbelt. (3)

Tomas Wyns haalt zelf andersoortige, niet louter technologische innovaties aan: 'product-dienstmodellen' en 'bescherming van Europese bedrijven tegen concurrentie vanuit landen met lagere of goedkopere milieunormen en -kosten via Europese ‘standaarden'.

Een product-dienstmodel is een bedrijfsmodel gebaseerd op het verkopen van het gebruik en de functionaliteit van een product. Daarbij blijft het product zelf de eigendom van de verkooporganisatie. Stel je bijvoorbeeld voor dat Miele wasbeurten verkoopt terwijl de wasmachine zelf eigendom blijft van Miele. Als de machine stuk is, neemt Miele die terug om ze te herstellen en je betaalt enkel voor het aantal keer dat je de wasmachine hebt gebruikt. Het product-dienstmodel is een alternatief economisch model om duurzaamheid aan winstgevendheid te koppelen. Het is een combinatie van een sociale en een technologische innovatie. Het tweede type innovatie dat Tomas Wyns aanhaalt is een voorbeeld van een sociale, met name juridische innovatie.

Nieuw wereldbeeld en sociaal wenselijke technologieën nodig

Om de nadelen ven technologische ontwikkelingen te voorkomen, wijzen de auteurs van Techno-fix op de noodzaak van een nieuw wereldbeeld en het belang van de sociale wenselijkheid van nieuwe technologieën.

Respecteer de wederzijdse afhankelijkheid van natuur en mens

Het noodzakelijke nieuwe wereldbeeld is gebaseerd op het besef van een wereldwijde wederzijdse afhankelijkheid van natuurlijke en menselijke fenomenen. Het is een wereldbeeld waarin de primaire functie van technologieën er niet op gericht is om winsten te maximaliseren, maar om de gezondheid te vrijwaren van de sociaalecologische systemen waar we wereldwijd deel van uitmaken en die we nodig hebben om in onze noden te voorzien.

Ook Karl Vrancken van VITO (Vlaamse Instelling voor Technologische ontwikkeling) laat optekenen dat we toe zijn aan een nieuw wereldbeeld. ‘Europa moet zijn groeimodel durven bekijken. Deze plannen – i.e. de Europese Green Deal - focussen vooral op industriële ontwikkeling. Er wordt weinig gesproken over minder consumeren. Als we gewoon overstappen op elektrische wagens en onze vraag naar mobiliteit niet laten dalen, dan worden de klimaatdoelen niet gehaald en blijft de honger naar grondstoffen toenemen.’ (4)

In de eerste plaats moet het economisch systeem consuminderen!

De consuminderen-boodschap is terecht, maar mag niet gezien worden als een opdracht voor individuen. Het is een systemische opdracht. Ons economisch systeem dwingt ondernemers om meer en sneller te produceren en het dwingt burgers om meer en sneller te consumeren. Het is niet consistent om aan te manen tot consuminderen terwijl een verdere technologisering van een vrijwel geglobaliseerd industrieel systeem de energie- en materialenhonger voortdurend aanwakkert. Europa moet inderdaad, zoals Karl Vrancken terecht stelt, vooral zijn groeimodel durven bekijken.

Op zoek naar maatschappelijk gedragen technologieën

Sociaal wenselijke nieuwe technologieën zijn, aldus de auteurs van Techno-fix, kleinschalig en vrij eenvoudig, d.w.z. gemakkelijk te begrijpen, te onderhouden en te herstellen. Sociaal wenselijke technologieën zijn bovendien technologieën die het resultaat zijn van participatieve processen of die toch minstens niet ontsnappen aan democratische controle.

Het wordt tijd dat burgerparticipatie haar terechte plaats krijgt in het wetenschaps- en innovatiesysteem Het huidige wetenschaps- en innovatiesysteem gedraagt zich nog teveel alsof onderzoek geen democratisch draagvlak nodig heeft. Veel onderzoek – en vooral het in academische kringen hoog aangeschreven curiosity driven of fundamenteel onderzoek - vertrekt niet van een helder geformuleerd doel. Het onderzoeksproces begint niet bij een doel – het vraagteken - om vervolgens uit de bestaande kennisbibliotheek alle relevante kennis te plukken en samen te leggen - het antwoord. Het proces verloopt in veel gevallen omgekeerd. Niet: doel zoekt kennis, maar kennis zoekt doel.

Moeten we dan lijdzaam blijven toezien hoe burgers en werknemers zich meer en meer verloren voelen in een wereld die van hen vraagt zich steeds opnieuw en in snel tempo aan te passen aan de grillen van steeds nieuwe technologische veranderingen? Veel mensen raken ontheemd. Zij verliezen beetje bij beetje grip op hun leven.

Ter illustratie: Alessandro Delfranti en Bronwyn Frey waarschuwen, op basis van onderzoek naar de patentenportfolio van Amazon, dat Amazon arbeiders en bedienden in een toekomstige ver doorgedreven vorm van digitaal Taylorisme, eerder ziet als hulpstukken van een digitale machinerie dan omgekeerd. (5) Als dit het doel is, hoe kunnen arbeiders en bedienden dan nog toekomen aan individuele voldoening of sociale erkenning als antwoord op de inzet van hun talenten en creativiteit in dienst van hun naasten en het grotere geheel. Een belangrijke bron van zingeving, lijkt mij.

Conclusie: waarom horen we de kritische wetenschappelijke stemmen niet?

De corona-pleidooien voor maatschappelijke verandering zijn verworden tot pleidooien voor meer van hetzelfde: meer groei, meer technologische innovatie. Kortom: een pleidooi om een tandje bij te steken in de wereldwijde ratrace naar de totale zelfvernietiging.

Het is hoogst verontrustend dat dit de dominante boodschap blijft. Dat er uit politieke en journalistieke hoek nauwelijks weerwerk geboden wordt tegen deze boodschap: tot daar aan toe. Ook daar gelden de wetten van een markteconomie. Maar dat de stilte uit academische hoek oorverdovend is, is wraakroepend.

Dr Marian Deblonde – Senior onderzoeker Responsible Innovation. Zij schreef deze bijdrage op persoonlijke titel

Voetnoten

(1) De Standaard, 8 september 2020

(2) vrtnws, 6 maart 2019

(3) Lees hierover Voor u gelezen: De belangrijkste AI-kwesties van het moment  

(4) De Standaard, 4 september 2020

(5) Humanly Extended Automation or the Future of Work Seen through Amazon Patents

Lees ook deze Pala artikels
Iedereen proefkonijn. Het politieke gehalte van Onderzoek en Ontwikkeling
Politici in schapenvacht. Waarin wetenschappers wel en geen experten zijn
Onverantwoorde vooruitgangsgeloof
Weigering om technologie duurzaam te sturen
 

Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Regio's: 

Lees ook