Mensen betrachten al tijden een veiliger wereld. En, hoezeer het tegen de intuïtie van velen zal ingaan, ze zijn daar vrij succesvol in. Als in de steentijd naar schatting één tot soms wel twee op tien mensen aan geweld stierven, is dat in de 21ste eeuw gedaald tot minder dan 1 procent geweldsdoden. (1) Hoe schitterend dat ook is, toch zijn we er niet helemaal. Hoe gaan we dan best tewerk om de wereld nog veiliger te maken?
Oorlog en geweld(dadig conflict) eisen nog altijd in tal van landen en regio’s enorm veel mensenlevens. Onverminderd blijft aandacht nodig voor het publieke goed bij uitstek en dat is de bescherming van de lichamelijke integriteit van elke mens, veiligheid dus.
Als er al één goede zaak is aan staten, dan is het dat zij de veiligheid van hun burgers trachten te waarborgen. In de straten van stad of dorp mag geen geweld regeren. Het is hoog tijd om dit principe voor de hele wereld te laten gelden en dus te mondialiseren, van Parijs en Beiroet tot Kano en Ciudad Juárez.
Georganiseerd geweld of oorlog is, samen met dictatuur, honger en ziekte door armoede, ongetwijfeld de zwaarste aanslag op de menselijkheid. Ondanks terroristische aanslagen af en toe kunnen de meeste Europeanen zich niet (meer) voorstellen dat oorlog ook hen zou treffen. En daar zijn goede redenen voor want gewapende conflicten en oorlog lijken op de terugweg. Het aantal geweldsdoden is in de 21ste eeuw op een historisch laagtepunt beland zoals we begin september 2014 in Pala schreven. Belangrijke bron voor dat artikel is het jongste boek van Ian Morris 'War! What is it good for?' (2014), intussen ook in het Nederlands vertaald met als titel 'Verwoesting & vooruitgang'.
Maar een hoeraverhaal is dit niet want bloedige strijd is er nog wel degelijk, zelfs niet eens zo veraf in Syrië, Oekraïne of Libië, of wat verder in Irak en Afghanistan, of in Zuid-Soedan en Centraal-Afrika, of in Centraal-Amerika en nog tal van andere plaatsen. Hoe gaan we best om met het nog altijd belangrijke vraagstuk van oorlog en vrede?
Ian Morris argumenteert dat de mensheid niets beters heeft dan de 'productieve oorlog' om het aantal geweldsdoden te doen dalen, van 10 à 20 procent in de steentijd tot minder dan 1 procent in de vroege 21ste eeuw. Het is en blijft de hoofdstelling van zijn boek, ook al nuanceert hij een beetje op het einde.
Op dat vlak ben ik het niet eens met Morris. De mensheid heeft wel degelijk alternatieven voor de oorlog om geweld succesvol te bestrijden.
Voorkomen is beter…
Natuurlijk is het best om oorlog te voorkomen. Dat kan door zwaar te investeren in manieren om conflicten geweldloos op te lossen, in diplomatie, overleg en democratie – altijd veel goedkoper dan geweld.
Daarom moeten we ook het structurele geweld van honger, van armoede en ongelijke inkomensverdeling, van vermijdbare ziekten en van analfabetisme overwinnen; die permanente voedingsbodem voor geweld droogleggen vereist minstens dat we alle mensen toegang verzekeren tot minimale welvaart.
Maar hoe de hete oorlog kwijtraken?
We kunnen moeilijk naast de feiten van zoveel losgebarsten oorlogsgeweld kijken. Hoe raken we de hete oorlog kwijt? is dan ook een levensbelangrijke vraag in een wereld waar gewapend geweld nog altijd te sterk aanwezig is.
We laten gewapende bandieten toch niet los lopen?
Niet dat het vanzelfsprekend is of meteen altijd toepasbaar maar we kennen wel allemaal een deel van het goede antwoord. Want in onze samenlevingen laten we gewapende bandieten niet los lopen, neen, we sturen er de politie op af.
Net zo kan de wereldgemeenschap niet lijdzaam toezien wanneer machthebbers, moderne krijgsheren, bendeleiders of terroristen vandaag of gisteren in Syrië, Bosnië, Afghanistan, Rwanda, Irak, Somalië, Mexico, Libië of Kongo oorlog en terreur zaaien of zich te buiten gaan aan etnische of andere zuiveringen en genocide. Neen, dan moeten regionale veiligheidsorganisaties of de Verenigde Naties er een internationale politiemacht op af sturen.
Politie is geen leger
Omdat er meer dan werk genoeg is, moeten dat permanente politiemachten zijn, vooreerst een VN-politiemacht. Die staat er niet alleen voor, ook Europa, Afrika en andere continenten of subcontinenten ontplooien hun regionale organisaties voor vrede en veiligheid, hun permanente politiemachten.
Laat het woord politie echter niet voor verwarring zorgen. Zo nodig – denk bijvoorbeeld aan de huidige conflicten in Syrië, Libië of de Centraal–Afrikaanse Republiek, of vroeger in Bosnië of Rwanda, of aan de bezetting van Koeweit door Irak - moeten zij over de zwaarste bewapening beschikken.
Dan lijkt het wel een leger, maar is het niet. Zulke internationale politiemacht voert immers geen oorlog maar zorgt voor openbare veiligheid en verzekert volledig legitiem een minimale rechtstoestand met eerbiediging van alle burgerrechten, daarenboven onder gezag en toezicht vanwege een bevoegde overheid.
Een veiliger wereld vraagt overigens ook dat er dringend werk wordt gemaakt van ontwapening. Allereerst moeten kleine wapens de wereld uit. Nu slingeren er wel honderden miljoenen van die lichte wapens rond en dat zijn verreweg de belangrijkste doders. We moeten mondiaal de ambitie hebben om van wapens opnieuw een monopolie te maken van publieke ordehandhavers die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd mee omspringen. En net zoals in democratische nationale staten dat geweldmonopolie bij de overheid thuishoort, komt het internationale geweldmonopolie toe aan legitieme regionale en mondiale overheden.
Vandaag zijn oorlogen in de eerste plaats burgeroorlogen
Veel mooie dromen zal u misschien denken. Toch is er al heel wat gerealiseerd. Het fenomeen dat staten ten oorlog trekken – iets wat media in 2014 op een curieuze wijze sterk in herinnering brengen door dag na dag de Eerste Wereldoorlog te verslaan – is spectaculair gedaald. Vandaag spelen oorlogen of gewapende conflicten zich niet langer af tussen landen, of hoogst zelden. Weinig Europeanen die zich dat in 1945, met één en dikwijls twee wereldoorlogen nog al te fris in het geheugen, konden voorstellen.
Daarmee is niet gezegd dat het niet langer zou kunnen. Zo is er in Azië in tal van landen een ronduit gevaarlijke indrukwekkende militarisering en wapenopbouw bezig. Ook het conflict tussen Rusland en Oekraïne herinnert eraan dat terugval altijd mogelijk is. En vanzelfsprekend is er Syrië, een wespennest waarin steeds meer landen zich militair wagen met een groeiend risico op onderlinge confrontaties.
Waar blijven die internationale politiemachten toch?
Maar op dit ogenblik doet georganiseerd geweld zich bijna altijd voor in landen. Het betreft dus burgeroorlogen, dikwijls in falende staten. Ondanks de stijgende betrokkenheid van andere landen, is dat ook zo in Syrië. Daar en elders wachten de talrijke slachtoffers op regionale en internationale overheden die hun politieverantwoordelijkheid opnemen om veiligheid, recht en orde te laten heersen door een geweldmonopolie af te dwingen.
Net op dat vlak loopt het grondig fout, o.a. in Syrië en het Midden-Oosten. Niet de regio en evenmin de Verenigde Naties slagen erin om die politievuist te maken en een minimale consensus te construeren over het bannen van geweld. Zogenaamde realisten zullen hun bulderlach niet kunnen intomen bij zoveel vermeende naïviteit, van nog maar te durven denken dat zoiets mogelijk zou zijn.
Naïef? Pardon,
net de 'realisten' zijn al decennia aan het falen.
Pardon, hun ‘realistisch’ alternatief is nu al aan het mislukken. Intussen zijn de oorlogen, conflicten en belangenspelletjes zelfs nog veel vuiler dan ze van de krantenpagina’s en tv-verslagen spatten.
Nationale staten moeien zich op basis van hun agenda en die zit boordevol eigenbelang, of wat daarvoor moet doorgaan in deze realo-geesten.
Die landen riskeren daarbij met elkaar in conflict te komen waarbij het moeilijk is om wapengebruik te vermijden, Turkije met Rusland, Saoedi-Arabië met Iran, verder Israël, VS, Frankrijk, Groot-Brittannië met... vul uw pronostiek maar in.
De meeste houden de eigen troepen angstvallig weg van grondoperaties terwijl ze weten dat hun luchtbombardementen het conflict niet zullen beëindigen. Daarenboven schenden de bommen vaak op gruwelijke wijze de rechten van de burgerbevolking.
Meer en meer vertalen dergelijke oorlogen vanop afstand zich in terrorisme-operaties die hun eigen burgers treffen, tot in New York, Londen of Parijs.
Tja, hoe anders zou het zijn met een regionale politiemacht in het Midden-Oosten. Want die ageert op basis van minimaal gedeelde belangen en objectieven, basisveiligheid voor alle burgers en alle landen.
Zij modereert en overstijgt de vele tegenstellingen die de staten in die regio scheiden.
Die staten zelf zijn veel minder of eigenlijk geen actor, en dus evenmin een voor de hand liggend doelwit.
En wanneer die regionale politiemacht steun behoeft van de mondiale VN-politiemacht, zijn het dus de Verenigde Naties die tussenkomen en niet de VS, Rusland, Frankrijk, Groot-Brittannië of wie dan ook, en geldt dezelfde positieve evolutie als voor de regionale politiemacht.
Wie supranationaal denkt, ziet geen verschil:
politie en internationale politiemachten
moeten beide veiligheid garanderen
Juist ja, ook deze weg is verduiveld moeilijk. Maar niet moeilijker dan de doodlopende weg die landen nu inslaan; met veel minder risico’s; en vooral, met kans op positieve resultaten. Vergeet niet, uit het puin van de Tweede Wereldoorlog zijn uiteindelijk zowel de Europese Unie als de Verenigde Naties gekropen. Verreweg de meeste Europese burgers hebben in zeventig jaar niet meer rechtstreeks een oorlogssituatie beleefd (of toch niet in eigen land). De VN is, verrassend unaniem, in staat gebleken om in 1991 de Irakese inval in Koeweit te veroordelen én ongedaan te maken.
Valkuilen en struikelblokken voor de Verenigde Naties (net als voor de EU, de NAVO e.a.) bij het vervullen van hun veiligheidsrol zijn er nochtans eindeloos. Wie ze uitgebreid wil verkennen, kan nog altijd terecht in het boek ‘Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw’, het e-boek ervan is nog altijd online te vinden.
Toch nemen ze geen van alle het beloftevolle perspectief weg dat een echt internationale aanpak van oorlog en gewapend geweld biedt. Want wie supranationaal denkt, zal makkelijk inzien dat er fundamenteel geen verschil is tussen de politie die een land inzet om de interne openbare orde en veiligheid te garanderen, en internationale politiemachten die hetzelfde nastreven op regionaal of mondiaal vlak.
Als we willen kunnen we zelfs met ons kleine land de wereld mee op dit spoor van ontwapening en mondiale vredeshandhaving zetten. Het is bijvoorbeeld perfect mogelijk om een legereenheid aan te bieden als deel van een permanente VN-politiemacht; of, nog realistischer misschien, als deel van een Europese regionale veiligheidsorganisatie die dan binnen het raamwerk van de Verenigde Naties de veiligheid in Europa en de wereld mee verzekert.
We geven de wereld FN cadeau
Graag formuleer ik nog een veel ambitieuzer maar al even realistisch voorstel. (2) Dit land heeft de twijfelachtige eer om een wereldwijd bekende wapenfabriek te bezitten waarvan de handvuurwapens opduiken in zowat alle conflicten op onze aardbol, FN Herstal, eigendom van het Waals Gewest. Waarom doen we ze niet cadeau aan de Verenigde Naties? Op één voorwaarde, de geproduceerde wapens mogen enkel terechtkomen bij legitieme en democratisch gecontroleerde politiemachten.
Dat zou voor de wereld een principiële reuzensprong betekenen op weg naar ontwapening en naar een geweldmonopolie voor democratische overheden. Dan kunnen we echt hopen op een veiliger wereld waarin we veel vrijer kunnen rondlopen.
Dirk Barrez
Uw doordachte reacties zijn heel welkom op het emailadres info@pala.be
Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen.
We verwelkomen u graag als steungever - klik hier
Voetnoten
(1) Die verheldering was vorig jaar te lezen in het Pala artikel Steeds meer gewapende conflicten, oorlog en geweldsdoden? Neen, toch niet
(2) We geven de wereld FN cadeau | Pala 25-11-2003(2) Dit artikel is deels een update of actualisering van het artikel Is er oorlog nodig om de oorlog uit te roeien? dat in oktober 2014 verscheen
Een nog veel ruimere behandeling van het vraagstuk van oorlog en vrede is te lezen in het boek Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving. De eerste vier pagina's van dat hoofdstuk 'veiligheid' zijn hier te lezen.
Het boek zelf is te koop voor de prijs van €12 (ipv 19), verzending inbegrepen – klik hier