Web-TV - Argentinië: hoe een rijk land arm wordt
De Argentijnse industrie werd, op aanraden van het Internationaal Monetair Fonds, weerloos uitgeleverd aan de wereldmarkt, het resultaat is catastrofaal.
De Argentijnse industrie werd, op aanraden van het Internationaal Monetair Fonds, weerloos uitgeleverd aan de wereldmarkt, het resultaat is catastrofaal.
De software-industrie in Bangalore, Chennai en andere Indiase steden groeit razend snel. Ze levert diensten de wereld rond, ook aan fabrieken en banken in België.
China is meer en meer de fabriek van de wereld. Chinees textiel verovert de hele wereld wat veel werkloosheid veroorzaakt, vooral in ontwikkelingslanden.
Wereldwijd hebben allen die van werk moeten leven het moeilijk. Hun aandeel in de welvaart die we produceren gaat op de meeste plaatsen al heel lang achteruit. Dat de financiële crisis ook voor wie van kapitaal moet leven de kaarten hard anders heeft geschud, verbetert daarom nog niet de situatie bij werknemers. Op mondiale economische markten blijven ze gevangen in een heel kwetsbare positie.
Neem de werknemers van de grote Amerikaanse autobedrijven. Vooral in de Verenigde Staten is het lang bon ton geweest, en soms is het dat nog altijd, om de vakbonden te hoge lonen te verwijten en daar de reden voor het falen te zoeken. Vrijwel iedereen moet vandaag beseffen dat in de eerste plaats het management van General Motors, Ford en Chrysler hebben gefaald.
We zitten in slechte papieren. Laten we snel eens kijken hoe dat komt - waarbij we geen crisis uit de weg gaan - en dan vooral naar de uitwegen zoeken, want die zijn er wel degelijk.
In Zuidoost- en Oost-Azië is arbeidsmigratie al jaren een veel voorkomend fenomeen. Miljoenen mannen en vrouwen proberen de armoede en werkloosheid in hun eigen land te ontvluchten door te gaan werken in het buitenland. Vaak worden ze het slachtoffer van uitbuiting en misbruik, zowel in het gastland, maar soms begint het al van bij de rekrutering. Zestien regeringen van Zuidoost-Aziatische landen die veel arbeidsmigratie kennen, hebben samen met UNESCAP, de Economische en Sociale Commissie van de VN voor Azië en de Pacific, en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) een uitgebreid rapport gepubliceerd om het fenomeen beter in kaart te brengen. De belangrijkste conclusie is dat de fundamentele rechten van de arbeidsmigranten dringend beter moeten worden beschermd.
Als de economische machine begint te sputteren, worden de (te) hoge loonkosten en de rigide arbeidswetgeving vaak door economen met de vinger gewezen als oorzaken van delocalisatie van bedrijven en het daarmee samenhangende verlies van banen in de productieve sectoren van de economie. Zeker in arme landen zouden gegarandeerde minimumlonen en de georganiseerde vakbonden de verdere ontwikkeling van de productieve privésector tegenwerken. Een dergelijke teneur viel in 2005 nog te lezen in het Wereldbank-rapport ‘Jobs in Kenya: Concept Note'. Robert Pollin, Mwangi we Githinji en James Heintz, onderzoekers verbonden aan het Political Economy Research Institute (PERI) van de Universiteit van Massachusetts-Amherst zijn het daarmee grondig oneens.