De voorbije weken werd het wereldnieuws zo goed als volledig beheerst door de aardbevingsramp in Haïti. Dat was bij ons zo en in het Verenigd Koninkrijk was dat niet anders. Of toch?
Het is verstandig om voor Europa te zijn. Onze nationale welvaartstaten hebben de Europese Unie nodig om de golven van de globalisering te trotseren. Vraag is wel: welk Europa?
Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in het Braziliaanse Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum. Hun motto: een andere wereld is mogelijk.
Sinds half december voeren 10.000 werknemers van de Turkse TEKEL-vestigingen actie tegen de beslissing van de regering-Erdogan om hun bedrijf te sluiten of hun arbeidsvoorwaarden en lonen fors af
De VN-Klimaattop in Kopenhagen van vorige maand is geëindigd zonder duidelijk akkoord of bindende afspraken om de uitstoot van broeikasgassen drastisch terug te dringen.
Eind 2008 is hier gepleit om van onze bedreigde autofabrieken werkplaatsen van de toekomst te maken. Want, voor zover we auto's nodig hebben, zijn dat morgen best elektrische auto's.
Hoe weten we als consument, burger, spaarder, investeerder, overheid, belegger, ondernemer dat we met ons gedrag geen uitbuitende arbeid creëren en de wereld om zeep helpen?
Wat heeft het voorbije jaar gebracht? Niet veel goeds, op het eerste gezicht. Onze vertrouwde wereld valt in scherven uiteen, en de nieuwe wereld is er nog niet.
Het bijna voorbije decennium is de sociale ongelijkheid in Portugal nog toegenomen. Vooral de falende justitie heeft daartoe bijgedragen. Dat schrijft prof.
Rederij Delmas, een Belgische dochteronderneming van de Amerikaans-Franse scheepvaartgroep CMA-CGM, zou van plan zijn om 200 containers met illegaal gekapt tropisch hardhout te verschepen uit de
Hoe liggen de kaarten nu juist tussen economisch sterke en zwakke landen? De armste landen komen maar bekaaid uit de economische globalisering en internationale handel.
"Als men in India massaal begint te vliegen, dan zal het niet gaan," zo vertelt onze minister van Milieu in een interview naar aanleiding van de klimaattop in Kopenhagen.
De ontwikkelingsprojecten in het zuiden van Tsjaad die door de Wereldbankgroep werden gefinancierd om de negatieve gevolgen van de olie-exploitatie voor de lokale bevolking te compenseren, zijn z
Luisteren naar Eric Hobsbawm is nuttig, zeker in crisistijden. Deze vermaarde Britse historicus van de lange 19de en de korte 20ste eeuw gaf - in het Frans - een interview aan Mediapart.
Woord in de kijker: structureel aanpassingsprogramma
Ontwikkelingslanden die financieel in de problemen komen, moeten zeker nog in de jaren tachtig en negentig aankloppen bij het Internationaal Monetair Fonds. Heel dikwijls krijgen zij dan een structureel aanpassingsprogramma opgelegd als voorwaarde om hulp te krijgen. Het doel daarvan is om het land in staat te stellen zijn schulden terug te betalen. Altijd krijgen die landen een monetaristische politiek te slikken die de munt devalueert, de overheidsuitgaven drastisch naar beneden haalt en alle economische inspanningen op de export richt. Die zware bezuinigingen halen meer dan eens de gezondheidszorg, het onderwijs en de landbouwondersteuning onderuit. In feite verplicht men die landen elk sociaal-economisch beleid op te geven en een sociale politiek te vergeten. De forse muntdevaluatie maakt het leven veel duurder en verhoogt de schuld in reële termen. Wanneer je daarenboven zowat alle arme landen datzelfde beleid opdringt, stort je hen allemaal samen in een neerwaartse concurrentiespiraal. Een vlammende kritiek op dat beleid van het Internationaal Monetair Fonds komt van Joseph Stiglitz, de Nobelprijswinnaar economie van 2001 en voormalig topeconoom bij de Wereldbank. Heel overtuigend beschrijft hij in zijn in 2002 verschenen boek Perverse globalisering hoe het IMF tientallen landen het slechtst denkbare economische beleid opdringt. Altijd opnieuw is het resultaat een veel diepere economische crisis dan zou moeten, veel meer werkloosheid, armoede en verloren welvaartsproductie.