In een dertigtal landen voeren mensen zowat vijfendertig oorlogen. Het zijn allemaal burgeroorlogen, met uitzondering van de oorlog in Irak. Waarom ‘slechts’ dertig?
De grootste armoede en honger uitbannen, lager onderwijs wereldwijd toegankelijk maken voor iedereen, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen bevorderen door vrouwen mee
We plukken bijna allemaal graag de vruchten van een economie waarin de vrije markt een grote rol speelt. Een auto, fiets, gsm, dvd speler, kleding, eten, voor geld is het allemaal te koop.
Flits honderd jaar terug in de tijd, zwarte armoede is dan nog bijna overal tastbaar aanwezig in Europa, algemeen stemrecht voor mannen en vrouwen nog een verre droom.
Kan een rijk land zijn fabrieken, werk en welvaart verliezen? Ja, dat kan, kijk naar Argentinië, 50 jaar geleden rijker dan de meeste West-Europese landen.
Het zal sommigen nog verrassen maar mensen uit de meest diverse culturen zijn merkwaardig eensgezind over wat kan en wat in geen geval door de beugel kan : moord en terrorisme kunnen niet, mens
Het communisme is dood, gelukkig maar, het was economisch een ramp, ecologisch een catastrofe en democratisch een aanfluiting van de meeste mensenrechten.
Vreemd toch, de manier waarop we met onze wereld omgaan. We doen amper iets aan het broeikaseffect, ook al beseffen we best dat het een ernstige bedreiging is voor ons ruimteschip aarde.
De antiglobaliseringsbeweging zit nog steeds in de lift. Het is terecht om haar sterke punten onder de aandacht te brengen. Maar nog belangrijker is om haar zwakke en haar minpunten in de gaten te krijgen.
Ze zorgen in heel de wereld voor veel werkgelegenheid, vormen de ruggengraat van lokale en regionale economieën en maken samenlevingen minder afhankelijk van de grillen van grote en multinationale bedrijven. In een netwerk van kleinere bedrijven is de economische macht gespreid en dat biedt meer kans op economische democratie en zeker op het vermijden van monopolies of al te grote concentratie. Kleine bedrijven zijn zelfs dikwijls innovatiever en flexibeler dan hun grotere broers, creëren veel welvaart en weten die redelijk goed te verdelen. Ze zijn m.a.w. belangrijk sociaal kapitaal voor een samenleving. Toch worden ze in de mondiale economie veel te weinig naar waarde geschat. Van regels voor openingsuren tot vestigingsmogelijkheden, van steunmaatregelen tot belastingfaciliteiten, je zal zien dat de grote bedrijven bijna altijd het laken naar zich toe weten te trekken. De wereldmarkt is op hun maat en - meer nog - die van de financiële wereld geschreven.