We are working on the English version of PALA throughout 2025

Nieuws

Economisch ontwikkelen via export of via de binnenlandse markt, het is een bijna ‘eeuwige' discussie. De dramatische Mexicaanse ervaring van de jongste decennia stemt tot veel nadenken.
Vele jaren lang mikte Mexico op de ontwikkeling van de eigen economie om meer welvaart te creëren. Tot de ommezwaai van twintig jaar geleden de deuren opende voor de wereldeconomie: handel en investeringen werden vrijgemaakt, geliberaliseerd zoals dat heet. Het land wilde vooral zijn voordeel doen met een vrije toegang tot de grootste economie in de wereld, die van de Verenigde Staten. Hoeksteen van die exportgerichte keuze is de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsorganisatie die de VS, Canada en Mexico vormden in 1994.

Met ruim 450 waren ze, de vakbondsmensen en de vrijwilligers van de Noord-Zuidbeweging die zaterdag 20 september in de Gentse Vooruit de startdag meemaakten van de gemeenschappelijke campagne ‘Waardig Werk'. Deze campagne is een breed Belgisch samenwerkingsverband van de twee grote vakbonden ACV en ABVV, de Vlaamse NGO's Wereldsolidariteit, FOS en Oxfam-Solidariteit en de twee koepels van de Noord-Zuidbeweging, 11.11.11 aan Vlaamse kant en CNCD-Opération 11.11.11 aan Franstalige kant. Dit alles past binnen de internationale vakbondscampagne Decent Work, Decent Life die het thema ‘waardig werk' ook op de agenda van beleidmakers en internationale instellingen wil krijgen.

In het West-Afrikaanse Ghana raakt de bodem zwaar vervuild door de illegale dumping van afgedankte westerse elektronica die vol gevaarlijke stoffen zit. Dat blijkt uit een nieuwe studie van de internationale milieuorganisatie Greenpeace. In bodem- en slibmonsters vonden de Greenpeace-onderzoekers grote hoeveelheden schadelijke stoffen waaronder lood, weekmakers en dioxines. Een eerste grondig bodemonderzoek op diverse schrootmarkten in Ghana werd de afgelopen maanden uitgevoerd. Afgedankte elektronica-apparaten uit het Westen worden er op primitieve schrootmarkten gesloopt door kinderen, die vaak met blote handen recupereerbare metalen uit televisietoestellen en computers halen.

Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties werkt niet alleen nauw samen met VN-lidstaten, maar ook met grote multinationale bedrijven. Sinds 2007 heeft ook de Brits-Nederlandse voedsel- en zeepgigant Unilever een ‘global partnership' afgesloten met het WFP onder de naam ‘Together for Child Vitality'. Unilever-werknemers zouden een deel van hun loon afstaan aan WFP-programma's om de honger te bestrijden bij schoolkinderen in Pakistan. Tot zover een mooi verhaal dat perfect past binnen de ‘corporate social responsibility' waarmee grote bedrijven graag uitpakken.

Zo stond het al in PALA zeven maanden geleden: ‘Met de nieuwste beslissing om bijna geruisloos gevechtsvliegtuigen naar Afghanistan te sturen, gaat België samen met o.a. Nederland steeds meer feitelijk aan de kant staan van een land dat oorlogen voert zonder, zoals al ruim zestig jaar afgesproken, te passeren via de Verenigde Naties en haar Veiligheidsraad. Het lijkt er sterk op dat we een illegale oorlog aan het steunen zijn en dat zonder parlementair en maatschappelijk debat of legitimering. Zijn we het daarmee eens?' (1)

Wie niet de oorlogen van het verleden wil voeren, maar wel zich voorbereiden op de toekomst, doet er goed aan het verschil tussen een aanvalsoorlog en een democratisch gemandateerde politie-operatie te kennen en te respecteren.

Op vrijdag 5 september gaan de Angolezen naar de stembus om een nieuw parlement te verkiezen. In 2009 volgen dan normaal gezien de presidentsverkiezingen. Het worden zeker ‘historische' verkiezingen, want het zullen de eerste zijn sinds er in april 2002 een einde kwam aan een van de langste en bloedigste oorlogen op het Afrikaanse continent (begonnen in 1961 en met korte onderbrekingen doorgegaan in 1975 en 1992 doorgegaan tot 2002). Toch zijn nog lang niet alle voorwaarden vervuld om te garanderen dat het ook vrije en eerlijke verkiezingen zullen worden, waarvan de uitslag weerspiegelt wat de meerderheid van de bevolking wil.

Zowel in rijke als arme landen komt de economische zekerheid in gevaar, aldus VN algemeen secretaris Ban ki-Moon in de inleiding van The World Economic and Social Survey van dit jaar. Er zijn klimaatverandering en de toename van natuurrampen. Voedselcrisis en financiële crisis maken hun slachtoffers wereldwijd. Vrijgemaakte markten halen het economische bestaan van velen onderuit. Deze grotere en nieuwe risico's bedreigen het recht van alle mensen op een voldoende hoge levensstandaard zodat ze op een fatsoenlijke wijze kunnen leven en bescherming genieten indien ze ziek, werkloos, andersvalide of aan de oude dag toe zijn. Daarom pleit dit VN-onderzoek voor een andere, meer proactieve en coherente aanpak, zowel nationaal als internationaal.

Uit een nieuwe studie van de Amerikaanse financiële waakhonden, het Center for International Environmental Law (CIEL) en Bank Information Center (BIC), blijkt dat grote internationale instellingen bij de financiering van projecten nog te weinig rekening houden met de negatieve impact op de fundamentele mensenrechten die dergelijke projecten kunnen hebben. Internationale banken, maar ook de International Finance Corporation (IFC), de Wereldbankdochter die leningen aan private bedrijven toekent, hebben geen voldoende sluitende procedures om te voorkomen dat investeringen negatief uitvallen op het vlak van mensenrechten en milieubescherming.

De Zephyr is een onbemand vliegtuigje, weegt zowat dertig kilogram, kan tot ruim achttien kilometer hoog klimmen... en vliegt op zonne-energie. Enkele weken geleden maakte het een non-stop recordvlucht van tweeëntachtig uur en zevenendertig minuten. Dat is bijna drie en een halve dag lang, een verbetering van het vorige record met ruim de helft. Gedurende de nacht vliegt het op batterijen die overdag door het zonlicht zijn opgeladen.

Dat is een hele prestatie. Mooi zo.
Alleen, er is meer te vertellen over Zephyr, zo bijvoorbeeld de plaats waar de recordvlucht plaatsvond. Dat was een Amerikaanse legerbasis in Arizona.

Waarom technologie altijd eerst ontwikkelen voor militaire toepassingen?

We weten het stilaan allemaal. De manier waarop we het samenleven organiseren, is niet zo duurzaam. Dikwijls zit de inkomensverdeling heel scheef, velen raken niet aan voldoende eten of drinken, en een gezond leven mogen ze wel vergeten. Zeker in de rijke landen leven we op een al te grote ecologische voet.

Eén voorwaarde om de samenleving een betere richting uit te sturen is het meten van de duurzaamheid. In 2006 is daarvoor de Index voor een Duurzame Samenleving ontwikkeld die 150 landen ‘weegt'. Roemenië staat daar in 2008 op plaats 70. En van de 37 Europese landen neemt het plaats 23 in.

Het International Poverty Centre (IPC), gevestigd in de Braziliaanse hoofdstad Brasilia en verbonden met het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP), publiceert regelmatig interessante papers onder de naam ‘One pager'. Het julinummer gaat dieper in op het fenomeen van de ‘vervrouwelijking' van de armoede.

De auteurs benadrukken dat er verschillende definities bestaan van dit begrip dat ontstond in de jaren zeventig van de 20ste eeuw in de schoot van de eerste VN-Vrouwenconferenties. Het fenomeen gaat over armoede en over genderongelijkheid, dus over de armoedeverschillen tussen mannen en vrouwen en gezinnen die worden geleid door vrouwen.