Home

Banken verdienen 1,4 miljoen aan beursgang Inclusio

Inclusio, een vastgoedvennootschap met sociale ambities, haalt begin december zestig miljoen euro kapitaal op met een beursgang. De rechtstreekse kost bedraagt meer dan 5,5 procent van dat geld. Samen met nog andere slorpen de onkosten in totaal zelfs bijna tien procent op.

Een sociale investeerder die kwaliteitswoningen op langere termijn aanbiedt aan zwakkere bevolkingsgroepen tegen een betaalbare huurprijs, zo definieert Inclusio zichzelf. Die woningen vergen investeringen, en in 2020 wordt daarvoor ook naar de beurs gekeken.

Begin december is het zover en Inclusio haalt 59.999.993,20 euro op, vrijwel 60 miljoen euro dus. Dit geld kan echter niet allemaal naar woningen gaan. Want er vallen nogal wat kosten te betalen, zo blijkt uit de prospectus over de aanbieding van de nieuwe Inclusio aandelen.

Onkosten aanbieding nieuwe aandelen: 3,316 miljoen

Allereerst zijn er de onkosten van de beursgang zelf. Onder 11.16 worden die als volgt opgesomd:

Juridische, audit-, consultancy- en adm.
kosten voor due diligence (1),
de vergunning en de beursgang                  905.000 EUR

Kosten van het interne personeel               400.000 EUR

Notariskosten                                                    61.000 EUR

Vergoeding FSMA                                              20.000 EUR

Vergoeding bankiers voor
aanbieding van 60 miljoen EUR                 1.400.000 EUR

Kosten Euronext                                              120.000 EUR

Kosten redactie, vertaling van
Prospectus en marketing                               410.000 EUR

Totaal:                                                             3.316.000 EUR

We leren onder andere dat de bankiers voor het aanbieden van de aandelen een vergoeding ontvangen van 1,4 miljoen euro. Hun dienstverlening kost dus 2,33 procent van het ingezamelde geld.

Toch is er nog meer marketing nodig. Want uitgaven daarvoor vinden we samen met redactie en vertaling van de prospectus terug in een andere post van 410.000 euro.

Opgeteld kost het ophalen van 60 miljoen via de beurs direct al 3,316 miljoen euro. Dat is een onkostenpercentage van 5,53 procent.

Nog meer kosten

Nog is het niet gedaan. Want de prospectus vermeldt nog meer kosten naast de rechtstreekse kosten van de aanbieding.

Zo zijn er de vergoedingen voor de promotoren. Die zijn vastgesteld op 300.000 euro. Voor alle duidelijkheid is daaraan toegevoegd: exclusief btw.

Ook vernemen we dat Inclusio 2,32 miljoen euro betaalt voor de overname van ReKoDe, tot dan de enige bestuurder van Inclusio.

Wie alle kosten optelt, komt uit op het aanzienlijke bedrag van 5,963 miljoen euro. Daarmee belandt het totaal kostenpercentage op 9,89 procent.

Een heel dure operatie

Voortdurend horen we dat geld almaar goedkoper wordt. En dat klopt … deels.

Spaarders weten al lang hoe weinig hun spaargeld waard is. Zelfs 0,1 tot 0,11 procent intrestvergoeding vinden onze bankiers eigenlijk te veel.

Tegelijk houden de nationale banken en Europese Centrale Bank niet op om geld uit te strooien over de financiële sector. Vele landen betalen intussen zelfs een negatieve intrest op het geld dat ze lenen.

Wat is een verantwoorde vergoeding voor wat banken doen?

Maar voor bedrijven, zelfs de meest sociale, blijkt de kost van kapitaal ineens torenhoog. Voor wat, zeker in digitale tijden, vooral een eenvoudig proces is, worden enorm hoge sommen gerekend. Heel sterk valt op hoe banken zichzelf rijkelijk vergoeden met een kostenpercentage dat 233 maal hoger is dan de 0,1 procent die ze zelf (moeten) geven als jaarlijkse basisvergoeding voor spaargeld op gereglementeerde rekeningen. Zelfs al zijn die twee natuurlijk niet zomaar vergelijkbaar, het is hoe dan ook een wanverhouding. En het is zeer de vraag hoe de grootbankiers die zouden kunnen verantwoorden.

Steeds opnieuw blijkt het nuttig en noodzakelijk om eraan te herinneren dat banken op zichzelf geen welvaart scheppen. In het beste geval helpen zij bedrijven, samenleving en overheden om welvaart te scheppen. Die opdracht vervullen ze slecht als ze overmatig geld afromen, allemaal middelen die niet langer beschikbaar zijn om te investeren in sociale huisvesting.

Wat is een verantwoorde, faire vergoeding voor het werk van banken en andere ondersteunende dienstenleveranciers? Het is en blijft een vraag die samenlevingen best ernstig nemen en snel beantwoorden.

Dirk Barrez
Hoofdredacteur Pala.be en auteur van o.a. TRANSITIE. Onze welvaart van morgen 

(1) Due diligence – voor meer uitleg over dit begrip klik hier

Lees ook
De schoothond van het geld - Politieke dwaasheden 3 | 24-4-2019
Vind meer artikels in het Pala woordenboek onder het trefwoord geld 

 
Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Regio's: 
Landen: 

Lees ook

Landbouw en natuur "lichtpuntje"? Zo schiet noodzakelijke transitie niet op

Het begrip transitie haalt volop de media, meestal in combinatie met klimaat. Ook fundamentele oplossingen belanden op tafel met de Europese 'Green Deal'. Toch dringt onvoldoende door dat transitie in zowat alle sectoren moet, zeker ook landbouw: zelfs de Vlaamse milieubeweging focust op lichtpuntjes in de marge.