Home

Landbouw in tijden van dure aardolie

Elias Verbanck
Open PDF hierboven voor volledige artikel

Vandaag heeft ons eten de geur van petroleum. We hebben veel aandolie en aardgas nodig om eten op ons bord te krijgen. Met een landbouw en voedselvoorziening die afhankelijk is van een eindige energiebron die slechts uit een beperkt aantal landen aangevoerd wordt, zijn we kwetsbaar. Is het mogelijk om de wereld van voedsel te voorzien met minder fossiele brandstoffen en zo ook de broeikasgasuitstoot te beperken?

De voedselvoorziening onder druk

De wereldwijde vraag naar graan is niet te stuiten. Onze honger naar granen heeft meerdere oorzaken. Ten eerste komen er jaarlijks ongeveer 80 miljoen nieuwe aardbewoners bij. De VN voorspelt dat er tegen 2050 meer dan 9 miljard magen te voeden zijn. Ten tweede geven veranderde eetgewoonten de vraag naar granen en soja een boost. De stijgende welvaart in de economische groeilanden zorgt ervoor dat er meer vlees op tafel komt. Aangezien voor de productie van één kg vlees vele kilo’s graan of soja nodig zijn, betekent dit dat de akkerbouw een versnelling hoger moet. Een derde reden voor de toegenomen vraag naar granen is het omzetten van landbouwgewassen tot biobrandstoffen. In de VS gaat ruim één vierde van de maïsoogst naar de productie van biobrandstoffen. Experts verwachten dat de landbouwproductie als gevolg van deze trends tegen 2050 zal moeten verdubbelen om aan de stijgende vraag naar granen te voldoen.

Een grondige blik op de aanbodzijde van de graanproductie laat echter vermoeden dat het zeer moeilijk zal worden om deze verwachting in te lossen. De landbouw lijkt vandaag al op een punt gekomen waarop het moeilijk is om aan de groeiende vraag naar graan te blijven voldoen. De productiviteitsstijging is de voorbije decennia geleidelijk afgenomen. Terwijl de wereldgraanproductie in de jaren 60 nog steeg met een fors jaargemiddelde van 3,6 %, was deze stijging tegen het einde van de twintigste eeuw al afgenomen tot een magere 0,6 % op jaarbasis. Vandaag wordt de akkerbouw gekweld door heel wat kwalen. Watertekort, verzilting, bodemdegradatie en onvoorspelbare extreme weerfenomen zorgen voor tegenvallende oogsten. Het wordt een enorme uitdaging om de komende decennia de broodnodige stijging van de graanproductie te realiseren.

Spanning tussen vraag en aanbod stuwt de graanprijzen de hoogte in. Tussen 2005 en 2008 verdrievoudigde de prijs van tarwe en maïs, rijst werd maar liefst vier keer duurder. In minder welvarende landen, waar mensen een groot deel van het gezinsbudget aan voedsel besteden, zorgde dit voor ellende.

Het aantal hongerigen in de wereld nam de voorbije jaren toe en overschreed de kaap van 1 miljard. In 2007 en 2008 braken er, na de sprong van de prijs van granen, voedselrellen uit in een twintigtal landen. Vervolgens zakten de graanprijzen even waarna ze begin 2011 opnieuw tot een recordhoogte stegen. De gestegen voedselprijzen speelden een belangrijke rol bij de revoltes in de Magreb en het Midden-Oosten, de zogenaamde Arabische Lente.

Onzekerheid over voedsel maakt de wereld zenuwachtig. Argentinië, Vietnam en Rusland, landen die we kennen als belangrijke exporteurs van granen, beslisten de voorbije jaren om de uitvoer tijdelijk te beperken of op te schorten. De overschoten en aanzienlijke voorraden die Europa vroeger had zijn er niet meer. Andere landen, die op eigen bodem onvoldoende voedsel kunnen telen voor hun bevolking, proberen beslag te leggen op overzeese landbouwgrond. Zuid-Korea kocht rechten op landbouwgrond in Soedan en Madagaskar. China least landbouwgrond in de Filipijnen en kocht de rechten om een gigantische oppervlakte grond te bewerken in Congo. Saudi-Arabië probeerde met maar liefst 11 landen afspraken te maken om land te kopen of te leasen. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van een praktijk die bekend staat als ‘land grabbing’.

Ook financiële speculanten willen een graantje meepikken, en proberen geld te verdienen aan de stijgende voedselprijzen. Speculeren op de zogenaamde ‘soft commodities’ is erg populair geworden. Meestal gaat het om derivaten, beleggingsproducten die de prijs van een onderliggend goed volgen. Bij deze beleggingsproducten wordt geen korrel fysiek graan verhandeld. Toch bestaat het risico dat de populariteit van aan voedsel gerelateerde beleggingsproducten de graanprijzen verder de hoogte in kan duwen. In een artikel dat in Trends verscheen wordt verwezen naar onderzoek waaruit blijkt dat financiële speculatie de voedselprijzen inderdaad verder opdrijft.

"Voedsel is opnieuw de zwakke schakel van onze beschaving", stelt Lester Brown van 'The Earth Policy Institute'. Met de hierboven genoemde elementen is de situatieschets niet af. In de toekomst zal ook het gebrek aan essentiële grondstoffen onze voedselvoorziening op de proef stellen: fosfaattekort, watertekort en aardolietekort. In dit artikel worden de gevolgen van schaarse en dure olie voor de voedselvoorziening bekeken.

De landbouw is een olieslokop

Moderne landbouw is hoogproductief. De opbrengsten van mais, rijst en tarwe zijn meer dan verdubbeld sinds de jaren 50. De modernisering en rationalisatie van de landbouw had echter zijn prijs: het hoog energieverbruik. Vandaag wordt er in de landbouw 50 keer meer energie gebruikt dan enkele eeuwen geleden. Moderne landbouw is afhankelijk van grote hoeveelheden goedkope aardolie en aardgas. Onze moderne tractoren bijvoorbeeld kunnen in één uur de hoeveelheid land ploegen waar een paard vroeger een hele dag voor moest zwoegen. Deze droom is werkelijkheid geworden dankzij aardolie.

Open de PDF bovenaan om het volledige artikel te lezen.

 

Regio's: 

Lees ook