Home

China: waar is de harmonie gebleven?

In Mao's China was in principe iedereen gelijk. In feite waren de partijbazen met hun privileges beter af, en hadden ook de stedelingen het beter. In het China van Deng Xiaoping begon de kloof tussen arm en rijk, boeren en stedelingen, minderheden en Han-Chinezen snel te groeien. In het China van Jiang Zemin keerde de oude klassenmaatschappij helemaal terug, met tussen de rijken en de armen een vanuit het niets opgekomen middenklasse. In het huidige China is de kans op een sociale explosie zo groot geworden dat de communistische partij Confucius' ideaal over de harmonieuze samenleving heeft omhelsd. De erkenning van het gebrek aan harmonie had niet duidelijker kunnen zijn.

De kiem daarvan is gelegd bij het begin van de economische ommezwaai. Tweehonderd miljoen mensen werden uit de ergste armoede gehaald, maar minstens evenveel mensen bleven onder de armoedegrens van één dollar per dag. Officieel telt China in 2007 slechts 21,5 miljoen armen terwijl, ook volgens de overheid, 90 miljoen Chinezen in dat jaar minder dan 90 euro per jaar verdienden. Dat zijn dan vooral boeren. En ze kwamen tegelijkertijd voor stijgende uitgaven te staan voor o.a. onderwijs en gezondheidszorg.

Nog andere redenen dragen bij tot verbittering en woede-uitbarstingen zoals corruptie van lokale autoriteiten of de storting van giftig afval  waardoor grond onbruikbaar wordt. De belangrijkste reden voor en golf van lokale opstanden is de illegale ontginning van boerengrond door plaatselijke gezagsdragers, die het voor grof geld doorverkopen aan projectontwikkelaars en de boeren afschepen met een schijntje of helemaal niets. Chinezen kunnen veel verdragen, maar de grens is bereikt als de overleving op het spel staat. In 2005 meldde de politie zelf 87.000 opstanden van elk minstens honderd mensen.

Het project van het ‘socialistische platteland' moet voorkomen dat de boeren op grote schaal opstandig worden. Voor onteigeningen moet een rechtvaardige schadeloosstelling worden betaald - afwachten of dat ook gebeurt. De agrarische belasting is afgeschaft. Nieuwe wegen, graansubsidies, gratis school voor de kinderen van arme boeren, medische kosten die deels voor rekening zijn van een nieuw boerenziekenfonds, dat zijn de plannen. De uitvoering is nog iets anders.

Uit het nieuwe China landenboek, auteur Jan van der Putten, 130 p. met foto's plus uitvouwbare overzichtskaart.
Klik hier voor meer informatie en bestellen - de landenboeken zijn alfabetisch gerangschikt

Landen: 

Lees ook

Goedkope Chinese producten op Afrikaanse markten: Chinese handelaren in de straten van Dakar

De Chinese export draait op volle toeren. Nu al zit China op een torenhoge berg spaargeld. Toch zijn er meningsverschillen over de werkelijke economische kracht van dit grote land. De één ziet er een bewijs in dat het zich onstuitbaar ontplooit tot de dominante wereldmacht. Een andere analist wijst erop dat China vooral toch exporteert naar Afrika en ziet dit als een zwaktebod. Voor ‘rijpere' markten zou het Chinese aanbod te weinig voldoen. Analisten en specialisten, gelukkig dat ze er zijn, maar ze verschaffen niet altijd duidelijkheid... en soms zijn ze ronduit fout of creëren ze zelfs verwarring.

China ontpopt zich ook als belangrijke hulpdonor

De laatste vijf jaar heeft de handelsrelatie tussen China en Afrika een enorme sprong voorwaarts gemaakt. 800 Chinese bedrijven zijn al actief in 50 Afrikaanse landen. Nu begint China zich ook duidelijk als hulpdonor te manifesteren. Vorig jaar was het officiële Chinese hulpbudget goed voor ruim 1,8 miljard dollar en tegen 2009 moet dit minstens verdubbelen. Het leeuwendeel ervan gaat naar Afrika. Bijna alle Chinese hulp is ‘gebonden', wat wil zeggen dat Chinese firma's met eigen personeel ook de uitvoering van de toegezegde hulp verzekeren van het begin tot het einde. Een praktijk die veel westerse donoren tot voor kort ook toepasten, maar onder druk van kritiek op misbruiken geleidelijk meer en meer verlieten.

Topman IAO pleit in Azië voor een sociale sokkel en voor basisinkomen

Vele Aziatische landen kennen een nooit geziene economische groei. Maar die levert niet zo veel nieuwe arbeidsplaatsen op. De vooral industriële groei van China is zelfs in grote mate jobless, ze creëert met andere woorden weinig of geen bijkomend werk.
Dit is een grote bron van ongerustheid voor Aziatische regeringen. Want de arbeidsreserve van hun continent is reeds 1,8 miljard werkenden groot. En tussen nu en 2015 neemt die nog toe met tweehonderd miljoen mensen.
De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) heeft, voor het eerst sinds de lancering in Azië van haar campagne Waardig Werk, verantwoordelijken van regeringen, vakbonden en werkgevers uit twintig landen verzameld op een Forum in Peking.