Chinezen zien Angola als ideale uitvalsbasis voor handelsexpansie in Afrika
Weinige Afrikaanse landen zijn zo grondig door militaire conflicten ten gronde gericht als Angola. Maar Angola beschikt ook over gigantische reserves aan olie en andere strategische grondstoffen i.
Recent kondigde Luanda trots aan dat het land wel eens Nigeria zou kunnen inhalen als grootste olie-exporteur van zwart Afrika i. De staatsinkomsten verdubbelden bijna van 13 naar 25 miljard dollar. Sinds de burgeroorlog vier jaar geleden ten einde liep, staan de Chinese handelsmissies en zakenmensen dan ook te dringen om meer dan een graantje mee te pikken bij de heropbouw van het land.
De expanderende Chinese economie i is dringend op zoek naar grondstoffen en nieuwe afzetmarkten. Voor de Angolese overheid, die niet bepaald uitblinkt in transparantie inzake staatsinkomsten, komen de Chinese investeringen als een geschenk uit de hemel. In tegenstelling tot de westerse donoren en de Wereldbank i stelt China i geen lastige vragen over corruptie i en ‘good governance’.
De Chinese eerste minister, Wen Jiabao, verklaarde tijdens een bezoek aan Angola dat de “Chinezen bijzonder goed aanvoelen wat de Afrikanen écht nodig hebben”. Peking beweert zich absoluut niet in te laten met de interne zaken van de partnerlanden zolang de contracten worden nageleefd.
China sloot eerder al belangrijke contracten met de regeringen van Zimbabwe en Soedan, twee landen die ook niet moeten rekenen op veel westerse steun. Volgens de Wereldbank zouden de recente Chinese investeringen in Angola ruim 9 miljard dollar waard zijn. Vooral het herstel van het uitgestrekte spoorwegennet is een prioriteit.