Civiele samenleving van SADC-landen laat van zich horen
dinsdag, 29 september 2009 - 22:50
Begin september kwamen de staatshoofden en regeringsleiders van de SADC, de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrikai, voor een topontmoeting bijeen in de Congolese hoofdstad Kinshasa. Meestal is een dergelijke topconferentie een aaneenschakeling van officiële toespraken, de echte beslissingen worden vaak elders genomen. Dit keer was er in de marge van de top ook weer een ontmoeting van vertegenwoordigers van de civiele samenlevingi uit de 15 SADC-lidstaten. Meer dan 250 mensen van sociale bewegingen, vakbondeni, NGO's, religieuze groepen, mensenrechteni-, vrouwen- en jeugdorganisaties waren naar Kinshasa gekomen om er te discussiëren over de problemen en de uitdagingen van de regio onder de titel: Reclaiming SADC for People's Solidarity and Development Cooperation.
In de eerste plaats werd de toenemende privatiseringi van openbare diensten op de korrel genomen. Sinds de economische crisis zich op alle niveaus laat voelen, is de armoedei in de SADC-landen toegenomen en worden mensen geconfronteerd met onbetaalbare basisdiensten. Onderwijs, gezondheidszorg, drinkwater en elektriciteitsvoorziening zijn voor velen gewoon te duur geworden. Het kan toch niet, vinden de deelnemers, dat de Congolese overheid elektriciteit van de beruchte Inga-dam exporteert terwijl grote delen van Congo verstoken blijven van elektrische stroom. Bij onderhandelingen over de contracten van openbare diensten zouden vertegenwoordigers van de civiele samenlevingi en de betrokken vakbondeni moeten worden betrokken. Essentiële basisvoorzieningen mogen niet in handen komen van privébedrijven.
Daar waar de officiële topconferentie spreekt over ‘vrede en stabiliteit' in de hele regio klaagt de civiele samenlevingi de blijvende oorlogstoestand in het oosten van Congo aan, vooral het seksuele geweld tegen vrouwen en kinderen. Ze vindt dat andere SADC-lidstaten geen misbruik mogen maken van de toestand van zwakte van de Congolese overheid, zoals Angola deed bij de bezetting van enkele grensdorpen in de Bas-Congo. Ze vraagt uitdrukkelijk dat de enorme natuurlijke rijkdommen van het land zouden gebruikt worden voor een heropbouw waarvan alle inwoners profiteren. Bovendien klaagt ze het gebrek aan vrijheid van mening aan in Congo, Swaziland, Angola en Zimbabwe. NGO's en politieke organisaties die er niet de mening delen van de overheden kunnen bijna niet meer normaal functioneren. Ook de pers wordt nog te veel aan banden gelegd.
Afbeelding
De PALA website en nieuwsbrief zijn gratis. Maar iedereen weet dat het zonder middelen niet kan. Liever dan te werken met subsidies, rekenen we op al wie Pala leest. Zo kunnen we ons ongebonden concentreren op de inhoud.
Uw steun - maandelijks, jaarlijks of éénmalig - is welkom op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw - 3001 Leuven met vermelding 'Steun Pala'. Alvast dank.
Of misschien wil u wel vaste steungever worden? Abonnees die zich engageren voor bv. 2 of 5 euro steun per maand geven Pala de rust van stabiele inkomsten die de vaste uitgaven voor website en nieuwsbrief dekken.
Verder vraagt de civiele samenlevingi inspraak bij de problematiek van de schuldenlasti en verwerpt ze de onevenwichtige EPA's (Economic Partnership Agreements) die enkele regeringen al afsloten met de EUi. Die akkoorden zullen de kwetsbare landbouwi in een oneerlijke concurrentiepositie brengen met de boeren uit de EUi. Speciale aandacht moet gaan naar overheidsprogramma's om de werkgelegenheid te bevorderen, speciaal in de landbouwi. Anders zal de armoedei nog toenemen en zullen meer vluchtelingeni hun heil elders gaan zoeken. (JVC)
Zijn er valabele redenen om het eventuele verdwijnen van USAID te betreuren? Weinig. Want de wereld heeft vooral meer ernstige internationale samenwerking nodig.
Waarom is de éne samenleving welvarend en de andere niet? Zelfs als ze dezelfde natuurlijke omgeving en cultuur delen? De Nobelprijs economie 2024 is een goede reden om het boek 'Why Nations Fail' onder de aandacht te brengen.
Daron Acemoglu, Simon Johnson en James A. Robinson zijn in oktober 2024 bekroond met wat gemakshalve de Nobelprijs Economie heet. Ze kregen die “voor hun studies over hoe instellingen worden gevormd en hoe ze welvaart beïnvloeden”.
Indien rijke landen vanaf 1970 twee à drie procent van hun inkomen hadden gedeeld, zou de wereld veel minder ongelijkheid, armoede en noodgedwongen migratie kennen. Die visie van o.a. Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen heeft het niet gehaald… al blijft de noodzaak.
Sinds eind februari is er in Tunesië een ware ‘jacht’ aan de gang op migranten uit zwart-Afrika. Vele Afrikaanse landen repatrieerden hun landgenoten om te voorkomen dat ze het slachtoffer zouden worden van racistische aanvallen, zowel van de politie als van gewone burgers. Wat is er aan de hand?
Vele mensen hebben te weinig toegang tot informatie. Maar het tegengestelde bestaat ook, dan heb je informatieruis. In de globale informatiesamenleving worden we overspoeld door een zee van informatie en nog meer door een oceaan van losse gegevens die talloze media elke seconde uitspuwen. Die overdaad aan ongestructureerde informatiegegevens maakt degenen die er aan geraken niet noodzakelijk wijzer. De informatiestroom is zo overvloedig en zo sterk geworden dat weinigen hem nog kunnen verwerken en op zinvolle wijze structureren. Dat geldt zelfs voor wetenschappers, journalisten en al die anderen die beroepshalve met de grondstof informatie werken. Onze ononderbroken jacht op informatie riskeert de kennis te doden. We dreigen allemaal samen te verdrinken in een zee van gegevens die we niet meer kunnen omzetten in weten. Of nog minder in bruikbare kennis en zinvolle macht die we kunnen aanwenden om onze grote en kleine problemen te counteren. In plaats van kennis en macht te schenken, laat de informatieoverdaad ons achter in verwarring en onmacht.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
zie Europese Uniezie ook Europees model
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie Europese Uniezie ook Europees model
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Volgende Pala artikels behandelen (ook) het thema vluchtelingen35. Waar is de mens thuis? Over vluchtelingenstromen | 23-02-2006Vluchtelingen en migranten: kijk toch eens naar de diepere oorzaken | 9-09-2015