Home

Doet strijd om olie oorlog in de Grote Meren opnieuw ontbranden?

Het oosten van Congo is ook na de ondertekening van de vredesakkoorden, die een einde moesten maken aan een oorlog die vier miljoen mensen het leven heeft gekost, nooit helemaal zonder gewapende conflicten geweest. Meestal draait het om de illegale exploitatie van de enorme bodemrijkdommen, gecombineerd met onopgeloste etnische spanningen. De laatste tijd ziet het ernaar uit dat olie een bijkomende factor in het brute machtsspel wordt. Sinds de olieprospecties in het Albertmeer, op de grens tussen Congo en Oeganda, hebben aangetoond dat er een voorraad van ongeveer één miljard vaten op exploitatie ligt te wachten, zijn aan beide kanten van de grens al doden gevallen, zowel burgers als militairen. Sommigen vrezen dat deze grensincidenten makkelijk kunnen ontbranden in een nieuwe grootschalige oorlog waarbij ook andere ‘belanghebbenden' zich zullen mengen. Joseph Yav, een Congolese onderzoeker verbonden aan de Universiteit van Lubumbashi en het Institute for Security Studies in Addis Abeba, vindt dat de natuurlijke rijkdommen niet langer een bron voor oorlogen mogen zijn. Een goede economische samenwerking tussen buurstaten kan precies een middel zijn tot verzoening en wederopbouw van een zwaar getroffen regio. Zoals uit de rapporten van het VN-panel van experts bleek, waren hoge officieren en regeringsleden uit Oeganda en Rwanda betrokken bij de illegale exploitatie van grondstoffen uit het oosten van Congo. Die parallelle oorlogseconomie heeft zich sindsdien stevig genesteld in de hele regio van de Grote Meren. Een kleine elite heeft geprofiteerd van de rijkdommen terwijl de grote meerderheid van de bevolking afhankelijk blijft van humanitaire hulp. Het komt erop aan deze kringloop te doorbreken en de democratische controle op de economie te herstellen, zegt Yav. Daartoe is transparantie een essentiële voorwaarde evenals de terughoudendheid van andere partijen, zoals de buitenlandse olie- en mijnbouwbedrijven. En daar wringt het schoentje. Global Witness, de Britse NGO-waakhond over grondstoffen en conflicten, zegt in een nieuw rapport dat de Congolese overheid het niet ernstig neemt met de herziening van de mijncontracten die werden afgesloten tijdens de oorlogsperiode. De speciale commissie die meer dan 60 mijncontracten moest doorlichten, kreeg maar drie maanden om haar werk af te ronden. De civiele samenleving of de bevolking in het algemeen is niet of nauwelijks betrokken bij de zaak. Volgens Global Witness is het totale gebrek aan transparantie funest voor een evenwichtige herziening van de contracten.

Aanbevelingen van Joseph Yav (The Curse of Oil in the Great Lakes of Africa) op Pambazuka

Klik hier voor het nieuwste Global Witness-rapport The Congolese mining sector in the balance

Regio's: 

Lees ook

Vijftien jaar oorlog kostte Afrika ruim 300 miljard dollar

Dat oorlogen en ontwikkeling niet samengaan, weten we al lang. Maar voor het eerst hebben onderzoekers van Oxfam International, IANSA and Saferworld zwart op wit aangetoond dat de oorlogen die tussen 1990 en 2005 in Afrika hebben gewoed het continent ruim 300 miljard dollar armer hebben gemaakt. Geld dat aan wapentuig wordt besteed, is uiteraard niet meer beschikbaar voor ontwikkeling. In dezelfde periode kreeg Afrika ongeveer evenveel ontwikkelingshulp van de internationale donorgemeenschap. Dat het rapport er nu komt, is geen toeval. Binnenkort moet de VN-groep van experts met aanbevelingen komen over een in 2008 goed te keuren internationaal wapenhandelverdrag (ATT).

Yambi geeft actuele Congolese cultuur een podium

Congo is het voorbije decennium veel in het nieuws geweest, maar uiterst zelden in positieve zin. Ondanks de verwoestende oorlog heeft het Centraal-Afrikaanse land een enorm rijke cultuur die grotendeels - op de populaire muziek na - onbekend is gebleven in Europa. De Franstalige Gemeenschap van België heeft kosten noch moeite gespaard om die hedendaagse Congolese cultuur in al zijn verscheidenheid aan het Belgische publiek voor te stellen. Het grootste Congolese cultuurfestival ooit in België vertoond, loopt nog tot eind oktober op meer dan honderd plaatsen in (vooral) Brussel en Wallonië, maar ook in het Antwerpse Zuiderpershuis onder de titel ‘Yambi'. Dat betekent zoveel als ‘welkom' in zowel het Lingala als in de Congolese variant van het Swahili.

Pro-interventielobby trekt maar geen lessen uit Irak: Iran, Soedan,...

De recente uitspraken over Iran van de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner, klonken als een regelrechte oorlogsdreiging aan het adres van Teheran. De reacties in het Midden-Oosten waren unaniem zeer negatief, uitgezonderd van Israël, het enige land in de regio dat over kernwapens beschikt. Zelfs een oorlog van enkele Europese landen zonder instemming van de VN-Veiligheidsraad zou te overwegen zijn, vindt Kouchner, om koste wat het kost te voorkomen dat Iran ooit over een atoomwapen zou beschikken. Wie nog geloofde dat dergelijke gevaarlijke onzin alleen maar uit het brein van een Amerikaanse neocon kan ontspruiten, moet dringend zijn mening herzien.

Kindsoldaten blijven hardnekkig fenomeen in ten minste tien landen

De internationale mensenrechtencoalitie ‘Stop the Use of Child Soldiers' is al bijna tien jaar actief op het vlak van de strijd tegen het gebruik van kinderen (juridisch gezien jongeren onder de 18 jaar) in gewapende conflicten en hun aanwezigheid in legers of milities in het algemeen. Ondanks aantoonbare successen blijft het fenomeen hardnekkig voortbestaan in ten minste tien landen die betrokken zijn bij gewapende conflicten of oorlogen, zo blijkt uit het zopas gepubliceerde rapport over een uniek forum dat vorig jaar in Zwitserland plaatsvond. Ervaringen uit 22 landen werden er samengebracht en geconfronteerd met bevindingen van experts.