Eind april verklaarde Wereldbank-voorzitter, Paul Wolfowitz, dat Tsjaad toch opnieuw leningen kan krijgen. Tsjaad had ermee gedreigd zijn olie-export helemaal te laten stilvallen als de bank niet met vers geld over de brug zou komen. Daarmee maakt de bank wel een bocht van 180 graden.
Begin 2006 kwam het tot een totale breuk tussen de Wereldbank en de regering van president Idriss Deby van Tsjaad. De Wereldbank was niet langer bereid nog leningen toe te staan aan het armlastige - maar olierijke – land, omdat Deby besloten had inkomsten uit de olie-export te gebruiken om zijn staatsbegroting sluitend te krijgen en extra wapens aan te kopen. Dit druiste in tegen alle vroegere afspraken. De Wereldbank had veel geld ter beschikking gesteld voor de omstreden bouw van de oliepijplijn van Tsjaad naar Kameroen. Tsjaad zou een groot deel van de inkomsten uit olie gebruiken om armoede te bestrijden. Het corrupte regime van Idriss Deby is echter erg verzwakt en kreeg op 13 april bijna de genadeslag. Toen slaagden rebellen erin om door te dringen tot de hoofdstad Ndjamena. Algemeen wordt aangenomen dat de rebellen steun kregen vanuit Soedan. Over de kwestie-Darfur zijn beide landen al herhaaldelijk met elkaar in botsing gekomen. De Wereldbank is blijkbaar bereid haar mooie principes over corruptie- en armoedebestrijding opzij schuiven om de Tsjadische oliereserves in handen van westerse bedrijven te houden.
Wereldbank rapport over Tsjaad: http://web.worldbank.org/WBSITE/EXTERNAL/COUNTRIES/AFRICAEXT/EXTREGINI/EXTCHADCAMPIPELINE/0,,menuPK:843277~pagePK:64168427~piPK:64168435~theSitePK:843238,00.html