Zonder Europese militaire bases was oorlog in Irak, Afghanistan of Tsjaad onmogelijk, zeggen vredesactivisten

Met de enorme media i-aandacht voor de als ‘historisch' bestempelde Amerikaanse presidentsverkiezingen overheerst al te vaak het beeld dat alleen de Verenigde Staten verantwoordelijk zouden zijn voor de oorlogsvoering in landen zoals Irak of Afghanistan. Maar ook Europa herbergt een uitgebreide militaire interventiemachine die noodzakelijk was - en nog altijd is - om die oorlogen gaande te houden. Onder de slogan ‘Oorlog vertrekt vanuit Europa' willen vredesactivisten daarom op 14 en 15 november in heel Europa de militaire interventiestructuur zichtbaar maken en de wereldwijde interventies aanklagen. Het kader waarin Europa bijdraagt aan de oorlogsvoering kan verschillen: het Atlantische militaire bondgenootschap NAVO, de Europese Unie i, de Amerikaanse ‘coalition of the willing', de Verenigde Naties. Ook de doelwitten en de omvang van de operaties variëren sterk: van Irak, Afghanistan, Libanon tot Tsjaad en - als het van de Belgische en Franse regeringen afhangt, kunnen we straks ook Congo aan dat lijstje toevoegen. Het vertrekpunt vormen telkens de militaire bases, maar ook de civiele havens en luchthavens in heel Europa.

In 2003 waren 54.000 in Europa gestationeerde Amerikaanse militairen direct betrokken bij de oorlog i in Irak. 320.000 ton oorlogsmateriaal werd verscheept vanuit Europese havens (o.a. Antwerpen). Vijfenzeventig procent van het wapentuig en het militaire materieel dat de VS nodig heeft, passeert ook vandaag nog door Europa. Bovendien werden verschillende Europese luchthavens gebruikt voor de clandestiene uitleveringen van gevangenen.

De EU i-lidstaten sturen nu zélf 25.000 troepen naar Afghanistan om er strijd te leveren tegen de Taliban onder NAVO-commando. EU-interventietroepen zijn actief in Tsjaad, de Centraal-Afrikaanse Republiek en binnenkort misschien ook in het oosten van Congo. Dat soort ‘humanitaire' interventies is al jaren grondig voorbereid. Legers worden omgevormd om in te grijpen ver buiten het eigen grondgebied. "Europa voert oorlog onder de noemers 'humanitaire interventie' en 'oorlog tegen terrorisme'", zeggen de vredesactivisten. "Maar verscholen achter deze pr-labels dient de militaire interventiemachine economische kortetermijnbelangen en houdt ze de bestaande wereldorde in stand."

De militaire operaties van de NAVO en de EU worden geleid vanuit militaire hoofdkwartieren in Europa. De ISAF-NAVO-operatie in Afghanistan vanuit Brunssum in Nederland, de EUFOR-operatie van 2006 in Congo vanuit Potsdam in Duitsland, de interventie in Tsjaad vanuit het Franse hoofdkwartier in Mont Valérien. De VS beschikt over een eigen militair commandocentrum (EUCOM) in Stuttgart. Samen vormen ze een enorm logistiek netwerk. Andere bases zorgen voor wereldwijde communicatie en spionage. De grootste luchtmachtbasis in Europa bevindt zich in het Duitse Ramstein. Meer dan tienduizend Amerikaanse soldaten en militair personeel werken er. Het is de centrale plek van waaruit troepen vertrekken naar Azië i, Afrika i en het Midden-Oosten, zowel voor de VS als voor de NAVO.

Van bij het begin van de oorlog in Irak in 2003 werden overal in Europa geweldloze acties gevoerd. Totnogtoe was er weinig samenwerking tussen de verschillende lokale vredesgroepen. Grensoverschrijdende samenwerking is nodig om de impact te versterken. Een Europese dag van geweldloze actie tegen de militaire interventie-infrastructuur moet daar verandering in brengen. (JVC)

Weblinks

klik voor War starts from Europe, een campagne die in België door Vredesactie wordt gecoördineerd

klik voor War Resisters' International: internationale campagne ‘War starts from Europe'

Klik voor European Peace Action

Klik voor Global Witness: Resource plunder still driving eastern Congo conflict
________________

Afbeelding
11 POLITIEKE DWAASHEDEN. 50 jaar schuldig verzuim van onze politici

11 POLITIEKE DWAASHEDEN

Afbeelding
coverGS024transitie.jpg

TRANSITIE. Onze welvaart van morgen

Afbeelding
Coöperaties. Hoe heroveren we de economie?

COOPERATIES. Hoe heroveren we de economie?