De normale gang van zaken is dat klanten een rekening openen bij een financiële instelling. Zeker in het geval van Dexia – de holding of restbank – is dat sinds enkele jaren anders. Dexia heeft een rekening geopend bij de Belgische burgers en kan daar de komende jaren tot 54 miljard euro afhalen om haar schulden mee te betalen. Nog straffer, Dexia moet en kan dat fortuin nooit terugbetalen.
Zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum
Even ons geheugen opfrissen.
In het voorbije decennium hebben ze bij Dexia zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum opgeblazen. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten. (1)
In september 2008 liep het volledig fout… alleen was het niet Dexia dat de rekening moest betalen van zijn gokschulden. Omdat Dexia – net als Fortis en KBC – een zogenaamde systeembank is, kon ze afdwingen om te worden gered op kosten van de belastingbetaler.
Heel wat Europese landen moesten tientallen en tientallen miljarden euro ophoesten om hun systeembanken boven water te houden. Zo raakten natuurlijk de nationale boekhoudingen belast met pakken nieuwe schuld… terwijl op hetzelfde ogenblik de bankencrisis ook de echte economie onderuit haalde. Die bijkomende crisis zorgde zowel voor minder fiscale inkomsten als voor extra uitgaven aan onder andere al dan niet tijdelijke werkloosheidsuitkeringen.
Misschien er nog even aan herinneren dat diezelfde grootbankiers, na al die miserie te hebben veroorzaakt, vervolgens durven vertellen dat de staten financieel boven hun stand leven en moeten bezuinigen. Niet weinigen vinden dat de bankiers daarmee werkelijk alle fatsoen verliezen.
Een rondje van 54 miljard euro: proost Belgen!
Komt dan, al vanaf 2010, een nieuwe financiële crisis in vooral Europa. Het vertrouwen dat landen als Griekenland, Portugal, misschien ook Spanje, Italië en anderen, hun schulden kunnen blijven betalen, gaat snel teloor.
Opnieuw zit Dexia, dat na 2008 halsstarrig heeft geweigerd zich versneld te ontdoen van een pak risicovolle overheidsobligaties, zwaar aan de kant waar de klappen vallen.
Opnieuw gebeurt in najaar 2011 het niet langer onvoorstelbare. Dexia klapt ineen en moet een tweede maal worden gered.
Opnieuw wordt de rekening doorgeschoven naar de vooral Belgische royale belastingbetalers. Onze overheid zegt toe om maar liefst 54 – vierenvijftig – miljard euro aan risicokredieten af te dekken bij Dexia. Even voluit in cijfers: 54.000.000.000 euro, dat is gewoonweg een onvoorstelbaar groot bedrag.
Voor alle duidelijkheid, het is waar dat het niet waarschijnlijk is dat we onze broek zullen scheuren voor dat volledige bedrag. Maar het ziet er wel naar uit dat we echt wel stevig onze broek zullen scheuren… als we dit engagement vanwege onze overheid nakomen.
Is het wel normaal dat we nog langer garant staan voor die 54 miljard euro?
Dit land heeft een slabakkende economie, onder andere door de schuld van de grootbanken, en die economie is allerminst duurzaam. We tellen overheden die in een aantal sectoren – fiscus, justitie, energiebeleid – werkelijk ondermaats presteren en allerminst zijn voorbereid op de uitdagingen van de toekomst (2). En we vormen een samenleving die te weinig bewegingskracht vertoont maar in het verleden gelukkig voor de pinnen is gekomen met zeer goede initiatieven voor bijvoorbeeld gezondheidszorg en onderwijs, systemen die intussen mee gegarandeerd worden door de overheid.
Het wordt tijd dat we een aantal vragen niet langer uit de weg gaan. Zoals, is die blanco check van 54 miljard euro voor Dexia wel zo vanzelfsprekend? Is het normaal dat alle Belgische burgers betalen voor deze bankencrisis behalve de bankiers zelf? Kan onze economie dit simpelweg wel verdragen, niet enkel ethisch, maar vooral puur economisch? Moeten onze overheden dan onbeperkt blijven hakken in allerlei publieke diensten, uitkeringen of subsidies? Kan onze welvaartstaat, die samenhangt met onze economische machinerie en met onze publieke uitgaven en investeringen, dit wel verdragen? Waar halen we dan het geld om te investeren in de dringende ombouw naar een duurzame economie?
Deze vragen zijn echt niet gratuit, ze zijn essentieel. Want laten we vooral even hard nadenken over de consequenties van deze blanco check voor ons manke financiële bestel.
Harde consequentie 1: onzekerheid
De eerste consequentie van de Dexia check is een zware en voortdurende onzekerheid die jarenlang zal blijven hangen over het Belgische en Vlaamse (en ook Waalse) huishouden. Zullen we hier (nog eens) geld aan verliezen? Dat is als een permanente slagschaduw die ons dreigt te verlammen.
Harde consequentie 2: meer onzekerheid
Reken toch maar dat er een factuur zal zijn, en dat ze zal aantikken. Voor 2011 heeft de groep Dexia intussen laten weten dat het nettoverlies maar liefst 11,6 miljard euro bedraagt. Dat is, zacht uigedrukt, niet bepaald geruststellend of hoopgevend. En er komt nog een andere aap uit de mouw. Vorige week vraagt Dexia aan de regeringen van België, Frankrijk en Luxemburg die garant zullen staan voor in totaal 90 miljard euro om daarvoor weinig vergoedingen te rekenen – want daar is eigenlijk geen geld voor – of die zelfs te “herinvesteren in de groep”, versta om dat verschuldigde geld ook maar in de put te gooien.
Daar is dan de tweede harde consequentie. Dat we met de getroffen regeling geld zullen verliezen, staat eigenlijk al vast. Maar de komende jaren zullen we nooit precies weten hoeveel miljarden euro we nu weer in die bijna bodemloze put zullen moeten weggooien?
Harde consequentie 3: voortdurende bezuinigingen
Onze beleidsmakers zullen dus permanent in onzekerheid zitten over de financiële situatie van het land en voortdurend worden verplicht om opnieuw bezuinigingsmaatregelen te nemen. Daartegen riskeren de al geplande besparingen peanuts te zijn.
Het gaat hier niet om een peulschil. Bedenk hoe moeilijk het nu al is voor de federale en regionale regeringen om nog eens een miljard of enkele honderden miljoenen euro te besparen. En vergelijk dat met het risico van 54 miljard euro dat we lopen bij één financiële groep… 1.
Harde consequentie 4: financieel systeem faalt
Sinds 2008, en voor de grootse naïevelingen sinds 2011, weten we met absolute zekerheid dat ons financieel systeem totaal onbetrouwbaar is en elk ogenblik (opnieuw) kan falen, intussen hebben we al onze systeembanken elk al minstens één keer moeten redden. De factuur van nog eens een ineenstorting, laat staan van een algehele ineenstorting, die wil niemand onder ogen krijgen. Tegelijkertijd is een goed werkend geldstelsel een absolute must voor een duurzame economie en een welvarende samenleving.
Erger, ook al is dit alles een zekerheid, er is door de politiek niets fundamenteel gedaan om dat falen te verhelpen en een veilig geldstelsel te garanderen of te bouwen. De mogelijkheid dat de bankwereld zelf zoveel verantwoordelijkheidszin zou tonen en daarvoor zou zorgen, valt zelfs niet te overwegen. Zou er ook maar iemand grootbankiers willen geloven als ze zouden beweren het nodige te doen?
Harde consequentie 5: welvaartstaat bedreigd
Natuurlijk kan de efficiëntie van onze overheid op tal van plekken verbeteren. Dat moet ook gebeuren. Natuurlijk moeten we – altijd zelfs – al onze publieke uitgaven voortdurend met een kritisch oog durven bekijken. Maar vergeet in elk geval dat we met besparingen, eindeloze besparingen, de financiële ramp die dreigt, kunnen afwentelen.
Alleen al de Dexia facturen van de komende jaren gaan zich eerder vroeg dan laat vertalen in pijnlijke besparingen in tal van publieke goederen en diensten, in wat nu nog onze welvaartstaat is. Dan kunnen onze media voortdurend inzoomen op de discussies en gevechten over wie de lasten moet dragen, wie moet inleveren, welke uitgaven we zullen schrappen. Kies maar uit: minder geld voor wegen en andere infrastructuur? Voor cultuur? Voor hernieuwbare energie? Voor gezondheidszorg? Voor vervangingsinkomens? Voor nieuwe economische initiatieven? Voor sociale woningen? Voor openbaar vervoer? Voor politie?
Als we deze nefaste spiraal geen halt toeroepen, is de afbraak van onze economische machine en van onze welvaartstaat nu echt begonnen, en is het einde daarvan nog lang niet in zicht. Dan tuimelen we van de ene financiële crisis via ongeremde en door Europa afgedwongen besparingsdrift in de andere economische crisis, van een sociale crisis in de crisis van de democratie, uiteindelijk die van onze samenleving in het geheel.
En nu?
Maar moet het wel zo? In de Dexia-crisis hebben we gedaan wat moet, namelijk de systeembank Dexia Bank België – vandaag omgedoopt in Belfius – gered door ze te nationaliseren en ze zo (alvast gedeeltelijk) te onttrekken aan de puinhoop die de privébankiers er in 15 jaar van hadden gemaakt.
En wat met de rest van de puinhoop, met die gigantische erfenis van de gokverslaafde Dexia-bazen? Wat hebben de Belgen daarmee te maken dat zij voor zestig en een half procent garant zouden moeten staan voor die gokschulden van in totaal dus misschien wel 90 miljard euro?
Vooral. Moeten wij zo ver gaan dat wij onze welvaartstaat kapot bezuinigen om te betalen voor de dwaasheden van bankiers? Moeten alle burgers betalen, het is jammer om het te moeten vaststellen, voor de kortzichtigheid van de medeplichtige Belgische politici die de welvaart van alle Belgen op het spel zetten?
Het antwoord zou ‘neen’ kunnen zijn. Het is denkbaar dat de burgers van dit land hun politici duidelijk maken dat zij die garanties van 54 miljard euro bancaire gokschulden illegitiem vinden en dus weigeren te betalen? De IJslanders hebben dat voorgedaan, zij kozen ervoor om de banken te straffen en niet de mensen te pesten. En wat blijkt? Hun economie verdween niet in de dieperik zoals vele zogenaamde ‘deskundigen’ voorspelden, maar kon de achteruitgang beperken. En hun sociale vangnet bleef intact en werd zelfs nog versterkt.
Geen enkele samenleving kan verplicht worden zichzelf kapot te bezuinigen. Want het zou bijvoorbeeld betekenen dat ze niet langer voldoet aan haar plicht om alle kinderen prima onderwijs te geven, voor iedereen een duurzaam dak boven het hoofd te bevorderen, alle zieken te verzorgen op de beste wijze, goede jobs te laten creëren voor jong en ouder, humane werkloosheidsuitkeringen te betalen… Het voorbeeld van IJsland toont daarenboven dat het niet nodig en zelfs contraproductief is om de welvaartstaat op te offeren aan vermijdbare bezuinigingen.
Veel beter is dus het alternatief om de gokschulden van de bankiers niet te betalen. Geen bank of bankier kan het waard zijn dat voor hen de goede samenleving wordt vernietigd.
Dirk Barrez
In zijn boek ‘van Verontwaardiging naar Verandering‘ hekelt de auteur het falen van de financiële wereld en de abdicatie van de politiek
1) Andere banken graag, 17 maart 2008
Gokstaat België – nu het Dexia stof gaat liggen, wat hebben we geleerd?, 11 oktober 2011
Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be
Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be
Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen: uw gift is welkom
op rekeningnummer BE66 5230 4091 1443 van Pala vzw – Leuven.
Of we verwelkomen u graag als vaste steungever - klik hier
Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulier – klik hier