Het publieke goed bij uitstek is de bescherming van de lichamelijke integriteit van elke mens, veiligheid dus. In de straten van stad of dorp mag geen geweld regeren. Het is hoog tijd om dit principe te mondialiseren.
Alle dagen zijn er berichten over conflict en oorlog, in Irak, Gaza, Oekraïne, Syrië, Libië, Nigeria, Zuid-Soedan… de gewekte indruk dat oorlogsgeweld en geweldsdoden in opmars zijn, is echter onjuist.
Vandaag heeft ons eten de geur van petroleum. We hebben veel aandolie en aardgas nodig om eten op ons bord te krijgen. Met een landbouw en voedselvoorziening die afhankelijk is van een eindige energiebron die slechts uit een beperkt aantal landen aangevoerd wordt, zijn we kwetsbaar. Is het mogelijk om de wereld van voedsel te voorzien met minder fossiele brandstoffen en zo ook de broeikasgasuitstoot te beperken?
Vergeet dat echte democratie mogelijk is als we geen greep hebben op ons economische bestaan. Een reuzengrote bedreiging voor deze economische democratie, en dus voor onze democratie, blijft de vrijwel ongecontroleerde en ongecontesteerde macht van multinationals. Een kleine reis door tijd en ruimte.
Komt straks de financiële crisis terug die bij ons in 2008 banken zoals Fortis en Dexia neerhaalde, die wereldwijd de belastingbetalers afgrijselijk veel miljarden eu
“Misschien helpt het als ik vertel hoe stom mensen de volgende decennia zullen zijn.” Jorgen Randers maakte deel uit van de originele line-up die het rapport Grenzen aan de Groei publiceerde in 1972.
Meer dan de helft van werkzoekende jongeren zonder job in Spanje, vrijgeleide voor roversbanken, de aarde opwarmen met 4 graden, tal van kusten en steden die
Meer dan de helft van werkzoekende jongeren zonder job in Spanje, vrijgeleide voor roversbanken, de aarde opwarmen met 4 graden, tal van kusten en steden die
Meer dan de helft van werkzoekende jongeren zonder job in Spanje, vrijgeleide voor roversbanken, de aarde opwarmen met 4 graden, tal van kusten en steden die
Meer dan de helft van werkzoekende jongeren zonder job in Spanje, vrijgeleide voor roversbanken, de aarde opwarmen met 4 graden, tal van kusten en steden die
Coöperaties zorgen voor meer jobs dan multinationals. En ze presteren beter als het er op aan komt de duurzame economie te creëren die we nodig hebben.
In de jaren 1991-1995 veroorzaakt het pamflet 'De Val der Engelen' een uiterst geanimeerd debat over zin en onzin van NGO-hulp en over de opdracht van die Niet-Gouvernementele Ontwikkelingsorganisaties. Dat boek blijft zowel een referentie als relevant voor een debat dat eigenlijk nooit is opgehouden.
De voorbije eeuwen is uit het oog verloren dat er naast publieke en privégoederen ook heel belangrijke gemeenschappelijke goederen bestaan die vooral goed beheerd moeten worden. We zullen, naast de staat en de falende markt, opnieuw het belang moeten ontdekken van betere beheersvormen van die commons zoals bijvoorbeeld natuurlijke rijkdommen of open source software.
De these van Richard Heinberg is kort en kernachtig: het is gedaan met de economische groei zoals we die gekend hebben, hoog tijd om ons aan te passen.
een multinational bestaat uit een moederbedrijf en filialen of vestigingen in minstens één ander land, meestal in heel veel landen zelfs. Belangrijk is dat het moederbedrijf die vestigingen controleert. In 2004 schat UNCTAD het aantal multinationale ondernemingen in de wereld op 64.000 met samen zowat 866.000 filialen waarin 53 miljoen mensen werken. Vroeger waren dochterbedrijven in grote mate het evenbeeld van het moederbedrijf en bedienden ze hun regionale markt. Vandaag zijn multinationals veeleer geëvolueerd tot complexe productieketens waarbij de filialen zich specialiseren in één of meer schakels daarvan. Dat productieproces raakt steeds meer en steeds sneller gefragmenteerd in een onophoudelijke zoektocht naar waar het kostenplaatje meest voordelig is. Zo komt het dat één derde van de wereldhandel zich afspeelt tussen vestigingen van multinationals. Zulke geïntegreerde netwerken verhogen sterk hun flexibiliteit. Maar de keerzijde is dat het voortbestaan van filialen veel onzekerder is en dat werknemers veel minder zeker zijn van hun job. Nog altijd hebben de meeste multinationals hun hoofdkwartier in de traditionele economische kerngebieden. Van de 500 grootste multinationale ondernemingen telde de Europese Unie er 163 in 2007, de Verenigde Staten 162 en Japan 67. Intussen zijn we al langer gewoon aan Zuid-Koreaanse multinationals, nu met 14 in de lijst. Sinds het Chinese bedrijf de personal computer afdeling van IBM heeft overgenomen in 2005 en de Indiër Lakshmi Mittal wereldwijd overduidelijk de staalproductie domineert, groeit het besef dat we snel zullen wennen aan multinationals uit andere opkomende industrielanden. China heeft al 25 bedrijven onder de 500 grootste, India 6 en Brazilië 5. Op basis van de omzet behaalde Wal-Mart in 2007 de eerste plaats, op de voet gevolgd door Exxon Mobil. Dan komen de andere oliefirma’s Shell en BP en op plaatsen vijf en zes vinden we de autobedrijven General Motors en Toyota. Verder vinden we bij de eerste tien DaimlerChrysler, ConocoPhilips en Total. Nu de bedrijfswereld zich steeds meer op mondiaal vlak organiseert, staan vakbonden voor de opgave om ook internationaal voor tegenwicht te zorgen. Zo is binnen Europa het alternatief van de Europese Ondernemingsraad gegroeid en mondiaal zijn de jongste jaren heel wat internationale kaderovereenkomsten gesloten.