Wereldwijd worden parlementariërs in toenemende mate geconfronteerd met mensenrechtenschendingen en een groter risico op represailles, simpelweg omdat ze hun mandaat uitoefenen of hun ideeën uiten. Azië volgt dezelfde trend.
Het veelgeplaagde Internationaal Strafhof in Den Haag (ICC) ligt onder vuur, van Afrikanen, van de Filipijnse president Duterte, en van president Trump, hoewel de VS geen lid is.
Op 25 november 2016 overleed Fidel Castro. Het is een moment om een blijvende donkere kant te belichten, namelijk van organisaties die een onbegrijpelijke en volledig onkritische verafgoding koesteren voor mensen, partijen of regimes die dictatoriaal en gewelddadig zijn.
Woord in de kijker: millennium (ontwikkelings)doelstellingen en arbeid
Er is de algemene kritiek dat de millenniumdoelstellingen een achteruitgang betekenen in ambities ten opzichte van wat we zijn overeengekomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en dat ze geen aandacht opbrengen voor de structurele oorzaken achter de mondiale problemen. Meer specifiek maar heel opvallend is dat arbeid bij de opstelling van de Millenniumdoelstellingen in 2000 amper aan bod kwam. Degelijk betaald werk, zo cruciaal om die doelen te halen, was zoveel als vergeten. Daar is toen vanuit syndicale organisaties, NGO’s en VN-instellingen veel kritiek op gekomen. In september 2005 hield de Verenigde Naties een opvolgingstop rond de Millenniumdoelstellingen. Na veel druk kwam er ook een paragraaf over menswaardig werk en werd het thema op de agenda geplaatst van de Economische en Sociale Raad (ECOSOC) van de Verenigde Naties. Alle aanwezige ministers namen daar een verklaring rond menswaardig werk aan. De commissie voor sociale ontwikkeling van ECOSOC heeft in 2007-2008 ‘volledige tewerkstelling en menswaardig werk’ als centraal werkthema