De these van Richard Heinberg is kort en kernachtig: het is gedaan met de economische groei zoals we die gekend hebben, hoog tijd om ons aan te passen.
Hoe geraken we voorbij het knellende lijf van de verontwaardiging? Hoe geraken we van betogen - zowel in de betekenis van betogen op straat als van een betoog al redenerend - tot effectieve verandering?
Op 19 oktober publiceren we met Global Society van Verontwaardiging naar Verandering, een nieuw boek van Dirk Barrez. Hierbij laten we u alvast kennis maken met de voorstellingstekst en geven we ook graag de inleiding mee.
Media moeten in handen zijn van journalisten en gedragen door de samenleving. Met Pala.be, MO* en DeWereldMorgen tracht(te) Dirk Barrez ook de daad bij het woord te voegen. Geen makkelijke, wel een noodzakelijke oefening. Succes niet verzekerd.
Zijn we zo hard op ons hoofd gevallen dat we onze vrijheid van communicatie inleveren bij Facebook en andere zgn. sociale netwerksites? Zo gek deze nieuwe almachtige keizers te laten beslissen over wat wel en niet mag in het samenlevingsverkeer? Zo dom om te begrijpen dat de nieuwe sociale netwerken helemaal niet zo sociaal of publiek zijn?
U wist er al van dat PALA samen met anderen werkte aan een nieuwe nieuwssite. U was misschien al een kijkje gaan nemen bij OnsNieuws.be, de voorlopige naam die we hadden gekozen.
Lokale gemeenschappen staan vaak heel kwetsbaar tegen multinationale ondernemingen die natuurlijke grondstoffen exploiteren. Bovendien is er vaak een directe band met wapenhandel en corruptie.
De Klimaattop in Kopenhagen van eind vorig jaar draaide uit op een mislukking. Dat was geen reden voor de regering van Bolivia om bij de pakken te blijven zitten.
Volgens een recent rapport van de Congolese mensenrechtenorganisatie ASADHO neemt de Chinese firma CREC een loopje met de sociale wetgeving en fundamentele arbeidsrechten in Congo.
"Opvallend hoe verschillend de werknemers van Umicore in Hoboken-Antwerpen en van General Motors in datzelfde Antwerpen hun werksituatie inschatten." (uit Het Mondiale Uitzendkantoor)
Europa moet tegen 2010 de meest competitieve economie ter wereld hebben. Dat hebben de Europese leiders in 2000 in Lissabon beslist. Het is geen geheim wat de bedoeling is van deze strategie, namelijk de winst en de concurrentiekracht van de bedrijven veilig te stellen. Maar wat zit erin voor de werknemers? De Europese Commissie is ervan overtuigd dat de huidige arbeidsmarkt en het arbeidsrecht niet soepel genoeg zijn om het doel te bereiken. Hun Lissabonstrategie raakt zo vertaald in een politiek van langer en flexibeler werken en van afbraak van sociale rechten en publieke dienstverlening. Dat programma van flexicurity maakt dus deel uit van de bredere strategie om Europa ‘naar de top van de wereldeconomie te leiden’. Daar is op zich weinig mis mee. Alleen, de uitvoering dreigt goed te zijn voor werkgevers maar een pak minder prettig voor de werknemers in Europa. De kapitaalkrachtigen, aandeelhouders en werkgevers zullen hier de vruchten van plukken. Voor de werknemers betekent het vooral of zelfs alleen maar achteruitgang. Intussen is duidelijk dat Europa de Lissabondoelstellingen niet haalt en wordt steeds onduidelijker waar Europa echt naartoe wil. Vooral het afstemmen van de economische, de sociale en de ecologische ambities verloopt moeilijk. Wel is zonneklaar dat de economische doelstellingen altijd minstens een streepje voor hebben.