Home

Journalist, prachtberoep in barslechte arbeidsomstandigheden

Het model van klassieke mediahuizen
steunt op los zand.
Ze slagen er slecht in om
de mediatransitie door te trekken
in een succesrijk zakelijk model.

Gie Van Roosbroeck
JOURNALIST

Ik heb nog meegemaakt dat er zetters nodig waren voor een krant en dat er lood werd gebruikt, nu is dat puur elektronisch en zijn er beroepen verdwenen. Gelukkig was er in België geen conservatieve syndicale reflex zoals in Groot-Brittannië of Frankrijk. Ooit was daar een compromis om een elektronisch opgemaakte pagina uit de printer te versnijden waarna iemand anders die opnieuw plakte…
Dit is één van de interviews uit het nieuwe Pala boek Voor de kost. 40 mensen over hun job en echt werk.

Internet had en heeft de grootste invloed op de journalistiek. Naast papier is er de website, audio, video en gaandeweg meer sociale media. In opmars zijn heel gepersonaliseerde media, wat merkwaardig genoeg leidt tot enorme bedrijfsconcentraties, naast de intrede in de arena van nieuwe mondiale spelers als Google en Facebook.

Waar gaat die convergentie van media uitkomen? Dat proces is onaf. Zeker is dat de huidige massamedia onder druk staan, zowel print als tv. Hun model steunt op los zand. Klassieke mediahuizen slagen er slecht in om die transitie door te trekken in een succesrijk zakelijk model. Webadvertenties bijvoorbeeld zijn een omzetting van bestaande modellen naar het internet, een banner, een filmpje, koop daar lezers of kijkers. Google biedt advertenties heel gericht aan, op basis van surfgedrag, en verdient geld met producten te verkopen.

Vaak zien mediagroepen het probleem, en streeft men naar een netwerkorganisatie. Maar in de praktijk groeit er een enorme overhead, formalisme en hiërarchie waar iedereen zijn terrein verdedigt. Niet dat er niets gebeurt, maar wij hebben overal in onze samenleving te weinig ondernemingszin. Echte vernieuwing in de sector komt vooral van nieuwe initiatieven, althans van de overlevers. Ik weet hoe het is om van binnenuit bot te vangen met voorstellen voor een andere digitale aanpak. Mediagroepen zouden oplettender moeten zijn voor vernieuwende initiatieven rondom hen. Als ze al kijken richting burgerjournalistiek en sociale media is het om kliks te zoeken.

Na een herstructurering ben ik opnieuw syndicaal uit de kast gekomen, en ik heb vanaf 2013 mee de fusiegesprekken gevoerd voor wat Mediahuis zou worden. Dat zijn altijd lange en zware gesprekken want bij fusies sneuvelen altijd jobs. We zijn er redelijk in geslaagd zoveel mogelijk jobs te redden door o.a. de outsourcing te beperken. Dat was soms hallucinant: beide bedrijven hadden een opmaakafdeling maar de advertentieopmaak zou gaan naar afgeprijsde Duitse jobs, tot ruim de helft goedkoper. Op dat moment zijn sterke vakbondsfiguren cruciaal.

Voor de journalisten zochten we samenwerking met de Vlaamse Vereniging van Journalisten.

Eén van de grote discussiepunten is de erosie van de lonen die twintig jaar geleden veel hoger waren. Meest kwalijk was dat het management geen barema’s meer wilde en de lonen wilde koppelen aan individuele evaluatie en aan te manipuleren bedrijfsresultaten. Dat is hen niet gelukt. In functie van de volgende cao bekijkt een werkgroep nu de werkdruk op de redacties. Journalisten zijn steeds kwetsbaarder. Om adequaat te reageren, zou er één syndicale werking en één paritair comité voor de hele sector moeten komen, niet allemaal verschillend voor kranten, (lokale) radio, (lokale) tv, huis-aan-huis-bladen, drukkerij. We mogen ook niet uitgaan van het eigenbelang van organen, paritaire comités, centrales, we moeten de ijzeren wet van de oligarchie doorbreken.

Vakbonden moeten uit hun comfortzone
komen en de freelancers organiseren.

Er is maar toekomst als het dogmatisch denken verdwijnt en we freelancers als een syndicaal werkterrein zien. Nog te veel worden zij gezien als zelfstandigen die zelf voor dat statuut kiezen. Toch hebben de meesten geen keuze en bestaat er weinig of geen onderhandelingsruimte over de tarieven. Niemand verdedigt hun belangen terwijl ze toch functioneren als werknemers. Syndicaal moeten we daar proactief mee omgaan want de stormvloed in Nederland van deze zelfstandigen zonder personeel komt ook naar hier. Je houdt de flexijobs niet tegen, dus moeten we ze organiseren.

We evolueren naar een informatiemaatschappij waarin intellectueel werk een essentiële plaats heeft. In de media verandert de technologische kwantumsprong bliksemsnel de hele waardeketen, ook de plaats van arbeid met het toenemende belang van intellectuele eigendomsrechten. Journalisten tekenen nu een blanco cheque: wat de uitgever ook verdient met hun werk, voor hen blijft het hetzelfde. Je ziet dat ook in andere sectoren. Wat me bijvoorbeeld frappeerde: de VW ingenieur die mee de sjoemelsoftware schreef, is zwaar veroordeeld voor een intellectuele prestatie in opdracht. De baten zijn voor de aandeelhouders, en de schuld is voor diegene die vanuit bedrijfsstandpunt z’n job heeft gedaan.

De klassieke maatschappelijke functie van de media als vierde macht blijft belangrijk. Maar ik betwijfel of ze die rol van informeren en duiden wel goed genoeg vervullen. De kwaliteit van de informatie gaat erop achteruit omdat het neoliberalisme een paradigmashift introduceerde in het ondernemen. Vroeger wilden autobouwers of krantenuitgevers een goed product maken, en daarmee winst maken. Nu is winst maken het doel, zelfs met slechte producten of sjoemelsoftware. De media combineren dat met echt lage lonen voor freelancers die nu vaak minder verdienen dan een kuisvrouw: een verplaatsing van 50 km, iemand interviewen, de verwerking ervan, dat is makkelijk een halve dag werk, en je verdient dan bruto 45 à 75 euro. Diensten van 10 tot 19 uur zijn normaal voor vaste medewerkers en overuren onbetaald. Slachtoffer is de kwaliteit, zowel van de arbeid als van het product. Ook de robotisering loert, veel websiteartikels zijn perfecte kost voor robots. Reflectie en kritisch onderzoek komen er niet bij te pas. Helaas is de paradigmashift ook in de hoofden van redacties en hoofdredacties gekropen.

Inhoudelijk zou journalistiek een boeiende sector en een prachtberoep moeten zijn, maar de arbeidsomstandigheden zijn slecht: zware werkdruk, ongezonde privé-werkbalans, weinig respect voor kwaliteit en beroepsfierheid. Zelfs checken en toetsen van belang ontbreekt sterk. Raar vind ik dat vele journalisten heel ijdele mensen zijn en toch weinig aanzien genieten: hun geloofwaardigheid durft zelfs tot onder die van politici zakken. Journalisten met een gezicht zullen overleven, sommigen zullen kwaliteit bieden en dus kliks genereren om de goede redenen.

Redacties moeten veel minder hiërarchisch werken, het belang van kwaliteitsinformatie herontdekken, ook voor hun geloofwaardigheid, en echt de rol van vierde macht spelen. Naast de concentratie die diversiteit en persvrijheid bedreigt, is een groot probleem dat lezers niet meer weten waar kranten voor staan. Individuele journalisten die hun eigen merk creëren, kunnen misschien die rol overnemen. Persoonlijk zie ik wel iets in het omvormen van het vakbondsblad in een progressief opiniërend weekblad dat effectief zijn lezers weet te boeien, want dat is er nu niet.

Als lay-outers overbodig worden, is ontslag het makkelijkste.
Maar je kunt er eindredacteurs en infografici van maken, dat is
toegevoegde waarde en trekt iedereen mee in een beter project.

Cruciaal is om bij alle veranderingen de mensen voorop te stellen. Als bijvoorbeeld lay-outers overbodig worden, is ontslag de makkelijke oplossing. Je kunt ook kiezen om er eindredacteurs en infografici van te maken, dat is toegevoegde waarde en trekt iedereen mee in een beter project. Met die benadering kun je syndicaal ook alle geledingen betrekken, wat een veel betere positie is om de bedrijfsleiding mee te krijgen in dat  meerwaardeverhaal. Niet makkelijk met de vervanging van uitgevers door ‘de’ manager die ‘om het even wat’ kan managen.

Vakbonden moeten dan wel uit hun comfortzone komen en maatschappelijke ondernemingszin ontwikkelen: freelancers organiseren, anders communiceren, de schotten tussen en in centrales wegwerken… we moeten leren te veranderen en iedereen meenemen. (db)
 

Dit interview is één van de interviews uit het nieuwe boek Voor de kost. 40 mensen over hun job en echt werk.
klik hier om het boek te bestellen met Pala korting en gratis verzending


Uw doordachte reacties zijn welkom op het emailadres infoATpala.be

Overname van dit artikel toegelaten voor niet-commerciële en niet-gesubsidieerde organisaties met vermelding van auteur en bron, met weblink. Wij vernemen het graag | Commerciële en/of gesubsidieerde organisaties nemen voor publicatie contact op met info@pala.be

Tot het einde gelezen? En het artikel gewaardeerd?
Dan kan Pala misschien op uw steun rekenen.
We verwelkomen u graag als steungever - klik hier

Een goed artikel? Interessant nieuws? Neem een gratis abonnement op de Pala nieuwsbrief (maximaal 2 maal per maand), dan hoeft u geen enkel artikel te missen. Gebruik daarvoor het inschrijvingsformulierklik hier

Lees ook

‘Als we nu eens zoals Mondragon zelf ons werk creëren.’

Als Ford het werk van tienduizend mensen wegneemt, dan is het tijd dat we zelf werk creëren, en misschien zijn daarvoor coöperatieve bedrijven meest geschikt. En dus trokken Limburgers en Kempenaars naar Mondragon, “een plek in Europa waar men er nog in slaagt om zelf koelkasten te produceren”. Mondragon is dan ook uiterst ongewoon, hier werken 83.569 mensen in wel 120 vooral industriële werknemerscoöperaties en velen zijn hun eigen baas.

Keizer Facebook. Sociale netwerken helemaal niet sociaal - een analyse

Zijn we zo hard op ons hoofd gevallen dat we onze vrijheid van communicatie inleveren bij Facebook en andere zgn. sociale netwerksites? Zo gek deze nieuwe almachtige keizers te laten beslissen over wat wel en niet mag in het samenlevingsverkeer? Zo dom om te begrijpen dat de nieuwe sociale netwerken helemaal niet zo sociaal of publiek zijn?