Arbeidsmobiliteit goed voor de rijke landen, maar ook voor het Zuiden?
woensdag, 20 september 2006 - 11:45
Over arbeidsmigratie is de laatste tijd veel te doen. Het schrikbeeld van de massale toestroom van goedkope Poolse loodgieters of Roemeense verpleegsters doemt regelmatig op. België en enkele andere ‘oude’ EUi-lidstaten handhaven nog altijd beperkingen tegenover arbeidskrachten uit de 10 nieuwe EUi-leden; mensen uit het Zuiden moeten nog meer barrières overwinnen om op een legale manier aan de slag te gaan in de EUi. Een nieuwe studie van de Amerikaanse denktank Center for Global Development onder de provocerende titel “Laat ze komen” raadt de rijke landen aan dringend werki te maken van een tijdelijke en gecontroleerde arbeidsmigratie. Zowel voor de rijke landen als voor ontwikkelingslanden zou dat alleen maar voordelen opleveren, is de stelling van Lant Pritchett van het Centrum uit Washington. Hij gebruikt met opzet de term ‘arbeidsmobiliteit’ in plaats van migratiei. In zijn visie moeten politici voorwaarden uittekenen: welke mensen mogen komen en voor welke jobs. Zeven procent van de arbeidskrachten in Singapore en Hong Kong zijn buitenlanders die als huishoudsters en kinderverzorgsters werken. Daardoor stijgt het nationaal inkomen met 1,3 tot 3,3 procent en komen er extra belastinginkomsten. Wereldwijd zou een stijging van de werkende bevolkingi in rijke landen met drie procent jaarlijks 56 miljard dollar opleveren. Dat komt bovenop de 305 miljard dollar jaarlijks direct voordeel voor de arbeidsmigranten zelf. Dit is ongeveer dubbel zoveel als wat maatregelen zoals liberaliseringi van de handel, ontwikkelingssamenwerkingi en schuldkwijtschelding jaarlijks opleveren. Mary Robinson, voorzitter van het Ethical Globalisation Initiative en ex-VN-Commissaris voor de Mensenrechteni en president van Ierland, reageerde alvast positief op de studie. Maar de vakbondeni vrezen sociale afbraak in het Noorden en een verdere braindrain in het Zuiden.
Als het gaat over goede voorbeelden van sociaal beleid wordt steevast naar Scandinavië gewezen, niet in het minst naar Zweden. Mensen van LBC-NVK gingen op leerbezoek bij hun collega’s van Unionen, de grote Zweedse bediendenvakbond.
Wie zijn de 300 grootste coöperaties in de wereld? In welke sectoren zijn ze zoal actief? En welke zijn dan telkens de belangrijkste? De antwoorden zijn te lezen in de World Co-operative Monitor.
Zwart geld en zwarte economie, fraude, kapitaalvlucht, belastingparadijzen, ze zijn aanzienlijk, belangrijk én schadelijk; dat is zo in België, Europa en de hele wereld. Maar hoe pak je ze best aan?
Om goed te blijven leven, moeten we snel naar een stationaire economie die de draagkracht van de aarde niet overschrijdt. Maar na tientallen jaren is het economische verhaal van transitiewetenschappers nog steeds héél onaf. Ze blijven ons vele antwoorden schuldig.
Nu al moeten overheden hun inwoners in laaggelegen gebieden vertellen tegen welke stijging van de zeespiegel hun woongebieden zijn bestand of zullen worden beschermd: twee meter?
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingen
In nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
zie Europese Uniezie ook Europees model
zie Europese Uniezie ook Europees model
zie Europese Uniezie ook Europees model
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
zie onder ontwikkeling
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.