Civiele maatschappij discussieert over rol China in Afrika
woensdag, 13 juni 2007 - 14:29
Niemand kan er nog naast kijken: Chinai heeft zich de laatste jaren ontpopt tot een belangrijke speler op de Afrikaanse markt. In de marge van de jaarvergadering van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB), die eind mei voor de eerste keer in de Chinese havenstad Sjanghai plaatsvond, ontmoetten ook vertegenwoordigers van de Afrikaanse en de Chinese civiele samenlevingi elkaar. Deze historische bijeenkomst kwam er op initiatief van Chinai Development Brief, Focus on the Global South en het Transnational Institute uit Amsterdam. Het was de bedoeling dat iedereen op een vrije en kritische manier zou kunnen discussiëren over de gevolgen van de Chinese economische ‘invasie’ voor de bevolkingi van Afrikai. Vele Afrikanen vrezen namelijk een nieuwe kolonisatie van het continent, terwijl anderen er een mogelijkheid in zien van vernieuwde Zuid-Zuidsamenwerking zonder het betuttelende voorwaardenbeleid dat de meeste westerse donoren gewoonlijk hanteren. Vertegenwoordigers uit Kenia, Egypte, Soedan, Zimbabwe, Benin, Zuid-Afrikai, Mozambique, maar ook uit Birma, de Filipijnen, Brazilië, India, Australië, Groot-Brittannië en de VS namen aan de conferentie deel. Prof. Yan Hirong van de Universiteit van Hong Kong toonde met heldere cijfers aan dat Chinai al bij al nog een kleine speler is bij investeringen in Afrikai, maar dat het aandeel snel groeit. Belangrijker dan de reële cijfers is de perceptie en de gevolgen die de Chinese investeringen lokaal kunnen veroorzaken. Daniel Ribeiro van de Mozambikaanse milieugroep Justiça Ambiental waarschuwde voor de dramatische ontbossing als gevolg van grootschalige Chinese investeringen in Mozambique. Een milieukritiek die wel meer te horen was, onder meer bij de bouw van de Merowe Dam in Soedan, het grootste project voor hydro-elektriciteit in Afrikai, volledig gefinancierd door de Chinai Export Import Bank, waarvoor 70.000 mensen zullen moeten verhuizen. Ali Askouri van het Soedanese Piankhi Institute zei niet per se tégen de dam te zijn, maar vroeg wel om duidelijke mechanismen van inspraak van de betrokken bevolkingi. Een zwak punt in de economische relaties met Chinai vond hij het gebrek aan transparantie en democratische controle vanuit de Chinese samenleving. En daar wringt precies het schoentje. Chinai mag dan een economische reus zijn, de civiele samenlevingi is er nog uiterst zwak en mist elke ervaring op het vlak van buitenlandse relaties en controle van de eigen regering. Een confrontatiepolitiek, zoals westerse NGO’s dat al jaren gewoon zijn, is helemaal onbestaande. De gemiddelde Chinees heeft ook nauwelijks een besef van wat de Chinese regering in het buitenland uitspookt.
Voor activisten en voor hun bewegingen die ijveren voor mensenrechten, milieurechten, sociale bescherming of echte democratie loert altijd het gevaar van NGO-isering. Dan dreigt een professionalisering die hun doelstellingen allerminst dichterbij brengt.
How to truly leave no-one behind: het is geen geringe ambitie van dit rapport van Christelijke Mutualiteit, ACV en Wereldsolidariteit over de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Ze vinden dat België ambitieuzer duurzame ontwikkeling moet nastreven en verdedigen hun prioriteiten.
Om goed te blijven leven, moeten we snel naar een stationaire economie die de draagkracht van de aarde niet overschrijdt. Maar na tientallen jaren is het economische verhaal van transitiewetenschappers nog steeds héél onaf. Ze blijven ons vele antwoorden schuldig.
Bij de Europese Commissie rijpt het besef dat we eindelijk ook de nadelen van globalisering moeten aanpakken. Ze schept echter enkel de illusie van een derde weg tussen wilde globalisering en uitzichtloos protectionisme. Wie aandachtig leest, vindt die weg helemaal niet.
De voorlopig onvindbare derde weg van de Europese Commissie tussen wilde globalisering en uitzichtloos protectionisme, doet fel denken aan de zogenaamde ‘derde’ weg van Blair, Clinton en Schröder in de jaren negentig. Alleen, dat was helemaal geen derde weg, het was net het verlaten ervan.
Woord in de kijker: IAO en WTO: ze studeren alvast samen
Bedrijven hanteren meer en meer een mondiaal perspectief en wereldmarkten spelen een grotere rol. De economische globalisering holt maar verder. De consensus groeit dat er nood is om een sociale bodem te leggen onder de wereldeconomie, ook bij internationale en economische organisaties zoals het IMF, de Wereldbank, de OESO en de WTO. Om dat te realiseren, kijken velen richting Internationale Arbeidsorganisatie die zou kunnen uitgroeien tot een soort wereldministerie van arbeid. Daar zijn we nog lang niet. Maar er is toch een pril begin van samenwerking tussen die IAO en de Wereldhandelsorganisatie. Samen hebben ze de studie ‘handel en werkgelegenheid’ gemaakt. De terechte conclusie luidt dat er over het verband tussen die twee geen echt algemene uitspraken mogelijk zijn: te veel héél verschillende elementen spelen hun rol. Maar even duidelijk is dat de gevoerde handelspolitiek en sociale politiek wel degelijk elkaar beïnvloeden, en dat het dus nodig is om ze op elkaar af te stemmen. We raden u graag de lectuur aan van de samenvatting die het Internationaal Vakverbond - de wereldvakbond – maakte, slechts negen pagina’s lang.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.