Home

Naar een eigen Afrikaanse Vrede- & Veiligheidsarchitectuur?

Met de oprichting van de Afrikaanse Unie (AU) in 2001, ter vervanging van de onmachtige Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE), werd ook voorzichtig de basis gelegd voor een eigen Afrikaans veiligheidsbeleid. Een van de ‘heilige' principes van de OAE was precies de soevereiniteit van elke lidstaat en de niet-inmenging in de interne zaken van andere lidstaten. De grote meerderheid van gewapende conflicten in Afrika van het voorbije decennium waren echter grootschalige ‘burgeroorlogen' waarbij vaak wel buurlanden betrokken geraakten zoals in Soedan of Congo. De OAE stond daarbij machteloos. In navolging van de VN-Veiligheidsraad heeft de AU een Peace and Security Council opgericht met de African Standby Force (ASF) als toekomstige operationele troepenmacht. Deze is voor het eerst - niet zonder veel interne tegenstand - actief ingezet als AMIS (African Mission in Sudan) bij de bescherming van de burgerbevolking in het conflict in de westelijke Soedanese regio Darfour. Algemeen wordt aangenomen dat de AU tegen 2010 over een volledig operationele interventiemacht zal beschikken om ook bij complexe vredesmissies te kunnen tussenkomen, al dan niet in samenwerking met de VN. Toch blijft het een moeizaam proces waarbij de verschillende regionale organisaties elk eigen klemtonen leggen en andere belangen laten meespelen. In West-Afrika is men al het verst gevorderd met het uitbouwen van een eigen veiligheidsbeleid. De ECOWAS-missie in Liberia, die tot doel had om er vanaf 2003 het overgangsproces naar democratische verkiezingen te begeleiden, werd algemeen als redelijk succesvol beschouwd.
De trainingsprogramma's voor vredeshandhaving van de diverse donoren lopen bovendien sterk uiteen. De Europese Unie voorziet Euro RECAMP, een grootschalige veldtrainingsprogramma in 2010. Ook de VS laat zich niet onbetuigd in Afrika met ACOTA (African Contingency Operations Training Assistance) en OFR (Operation Focus Relief). De Amerikaanse programma's passen op de een of andere wijze in de ‘oorlog tegen de terreur' van president Bush en zijn dus niet noodzakelijk compatibel met wat de AU zelf voor ogen heeft met een eigen veiligheidsbeleid. De Noord-Europese landen hebben dan weer hun eigen Training for Peace (TfP) programma. Een zwak punt bij dit alles blijft de civiele component van de vredesoperaties: politiemensen zijn nauwelijks getraind op het vlak van bescherming van mensenrechten en de begeleiding van vluchtelingen. Kortom, een uitgebalanceerd Afrikaans veiligheidsbeleid voor het gehele continent is nog niet voor morgen.

African Standby Force (ASF)

‘Home Grown' African Peackeeping, opiniestuk door Festus Aboagye

Regio's: 

Lees ook

Vakbonden doelwit van repressie in Zimbabwe

Sinds de fel gecontesteerde verkiezingen van 29 maart zinkt Zimbabwe elke dag een beetje verder weg in het moeras. In de laatste aflevering van de machtsstrijd van president Robert Mugabe tegen de oppositie moeten nu ook de vakbonden het ontgelden. Vorige week werden voorzitter Lovemore Matombo en algemeen-secretaris Wellington Chibebe van het Zimbabwe Congress of Trade Unions (ZCTU) gearresteerd en opgesloten in de centrale gevangenis van Harare. Daarbij is de politie bijzonder hardhandig te werk gegaan. Er wordt gevreesd dat beide mannen in de gevangenis zullen worden gemarteld. ZCTU is de belangrijkste onafhankelijke vakcentrale van het land. Hun misdaad?

Afrika-beleid van de VS in teken van Bush' oorlog tegen de terreur

Volgens kritische analisten van het Amerikaanse buitenlandse beleid paste het bezoek dat president George W. Bush tussen 15 en 21 februari bracht aan vijf Afrikaanse landen (Benin, Tanzania, Rwanda, Ghana en Liberia) perfect in zijn streven om de ‘oorlog tegen de terreur' wereldwijd uit te breiden. Africa Action, Africa Faith and Justice Network (AFJN), International Labor Rights Forum en Jubilee USA Network hebben samen met het onderzoeksinstituut Foreign Policy In Focus een doorlichting gemaakt van het Amerikaanse Afrika-beleid in het laatste jaar van het presidentschap van Bush.

Conflicten in Tsjaad en Darfour houden elkaar in de greep

Na Kenia is weer een ander Afrikaans land in de greep van geweld: Tsjaad. Dat het regime van president Idriss Deby steeds meer onder druk komt te staan van allerlei rebellenbewegingen is voor niemand een verrassing. Al in april 2006 scheelde het maar een haartje of Deby had het onderspit moeten delven. Toen kwamen de Franse troepen - die permanent in het Centraal-Afrikaanse land gelegerd zijn - hem ter hulp. Sindsdien is het nooit helemaal rustig geworden in het oosten van het uitgestrekte land waar ook honderdduizenden vluchtelingen uit Darfour in kampen zitten. Bovendien is het straatarme Tsjaad een producent geworden van olie.

Strijd tegen straffeloosheid als voorwaarde voor duurzame vrede in Centraal-Afrika

Officieel heerst er vrede in de regio van de Grote Meren. Congo hield vorig jaar verkiezingen na een turbulente periode van tien jaar waarbij naar schatting vier miljoen mensen omkwamen. De Burundezen hadden al een jaar eerder een moeizame overgangsperiode afgesloten met verkiezingen. En Rwanda experimenteert met het gacaca-systeem voor de berechting van duizenden genocideverdachten. Maar iedereen weet dat de vrede in de regio heel broos is. In het oosten van Congo gaat het de laatste weken veeleer de verkeerde kant uit. Kan de strijd tegen de straffeloosheid van oorlogsmisdaden een voldoende voorwaarde scheppen voor een duurzame vrede?