Een goed inkomen om van te leven hangt niet alleen af van de productie van welvaart maar evenzeer van de verdeling ervan. En dat laatste krijgt al te weinig aandacht terwijl het dikwijls grond scheef loopt. We plukken een paar voorbeelden uit twee net verschenen boeken.
(Uit De stille dood van het neoliberalisme p.42) Sinds de Grote Depressie van 1929 is de ongelijkheid in de Verenigde Staten niet meer zo groot geweest: de 300.000 rijkste mensen verdienen er nu evenveel als de 150 miljoen aan de onderkant. In 2005 ging alle inkomenstijging naar de 10 procent hoogste inkomens terwijl de 90 procent laagste inkomens hun inkomens zagen dalen met 0,6 procent. Een van de redenen voor dat record is dat, net als bij ons, de werknemers moeten inleveren op hun productiviteitswinst.