Een goed inkomen om van te leven hangt niet alleen af van de productie van welvaart maar evenzeer van de verdeling ervan. En dat laatste krijgt al te weinig aandacht terwijl het dikwijls grond scheef loopt. We plukken een paar voorbeelden uit twee net verschenen boeken. (Uit De stille dood van het neoliberalisme p.42) Sinds de Grote Depressie van 1929 is de ongelijkheid in de Verenigde Staten niet meer zo groot geweest: de 300.000 rijkste mensen verdienen er nu evenveel als de 150 miljoen aan de onderkant. In 2005 ging alle inkomenstijging naar de 10 procent hoogste inkomens terwijl de 90 procent laagste inkomens hun inkomens zagen dalen met 0,6 procent. Een van de redenen voor dat record is dat, net als bij ons, de werknemersi moeten inleveren op hun productiviteitswinst. (Uit Koe 80 heeft een probleem p.58) De veertig procent van de mensen die in de landbouwi werken zijn maar goed voor vier procent van het mondiale inkomen. De vrucht van hun inzet is dus veel lager dan voor wie in industrie of diensten werkt. Voor de industrie is er een goede reden voor dat waarderingsverschil. De inzet van machines heeft de productiviteit drastisch verhoogd. Voor de diensten is dat minder evident, want het is vanzelfsprekend niet zo dat kapsters of horecapersoneel, leerkrachten of politici nu veel productiever zouden zijn dan vroeger. Misschien is er meer aan de hand met onze waardering voor de landbouwi in vergelijking met de andere sectoren.
Vandaele John, De stille dood van het neoliberalisme - voor meer info en bestellen klik hier
Met de zomer volop in aantocht, een rustig moment om een vraag ernstig te nemen die in het najaar opnieuw voor verhitte discussie zal zorgen: hoe verantwoord is het gebruik van houtkachels?
Wie geïnteresseerd is in hoe coöperaties bijdragen aan duurzame werkgelegenheid en aan waardig werk, van Italië tot Vietnam, kan terecht op de website van de Internationale Arbeidsorganisatie.
De neiging om zich af te wenden van vervelend nieuws is heel menselijk; dus ook van de vraag hoeveel stijging van het zeewater we aankunnen. Dat lijkt comfortabel maar is vooral onverstandig. Want als de vloed je inhaalt, is het te laat voor een veilige ordelijke aftocht.
Elk jaar komt de Ontwikkelingsorganisatie van de Verenigde Naties (UNDP) met haar Rapport Menselijke Ontwikkeling. De editie van 2016 is uit en de grootste krachtlijn oogt niet fraai.
De achilleshiel van massamedia is het geregelde gebrek aan doorgedreven dossierkennis, en daardoor aan betrouwbaarheid en kwaliteit. Zo schrijft Peter Verlinden, VRT-journalist en gastdocent aan de KU Leuven, over het falen van deze media. Zijn bijdrage verdient een verspreiding bij een ruimer publiek.
Europa moet tegen 2010 de meest competitieve economie ter wereld hebben. Dat hebben de Europese leiders in 2000 in Lissabon beslist. Het is geen geheim wat de bedoeling is van deze strategie, namelijk de winst en de concurrentiekracht van de bedrijven veilig te stellen. Maar wat zit erin voor de werknemers? De Europese Commissie is ervan overtuigd dat de huidige arbeidsmarkt en het arbeidsrecht niet soepel genoeg zijn om het doel te bereiken. Hun Lissabonstrategie raakt zo vertaald in een politiek van langer en flexibeler werken en van afbraak van sociale rechten en publieke dienstverlening. Dat programma van flexicurity maakt dus deel uit van de bredere strategie om Europa ‘naar de top van de wereldeconomie te leiden’. Daar is op zich weinig mis mee. Alleen, de uitvoering dreigt goed te zijn voor werkgevers maar een pak minder prettig voor de werknemers in Europa. De kapitaalkrachtigen, aandeelhouders en werkgevers zullen hier de vruchten van plukken. Voor de werknemers betekent het vooral of zelfs alleen maar achteruitgang. Intussen is duidelijk dat Europa de Lissabondoelstellingen niet haalt en wordt steeds onduidelijker waar Europa echt naartoe wil. Vooral het afstemmen van de economische, de sociale en de ecologische ambities verloopt moeilijk. Wel is zonneklaar dat de economische doelstellingen altijd minstens een streepje voor hebben.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.