51. Pleidooi voor een welzijnseconomie, een economie die sociaal is en ecologisch
dinsdag, 13 februari 2007 - 09:00
Lezers van PALAi weten al langer dat de manier waarop we onze wereld economisch laten draaien niet zo sociaal is, en ook niet zo ecologisch verantwoord. Twee en een half miljard mensen die minder dan anderhalve euro per dag verdienen, of zelfs nog veel minder, zijn wel heel karig bedeeld. En de generaties na ons geven we het vergiftigde geschenk van een wereld waarvan we het natuurlijk kapitaali veel te gulzig opeten.
Hoog tijd dus om het roer om te gooien, en werki te maken van een economiei die veel socialer én ecologischer is dan de huidige.
Dat is de ambitie van de leden van de werkgroep Terra Reversa.
Afbeelding
Schrijf in op de PALA nieuwsbrief
verschijnt maximaal 2 maal per maand
een journalistieke kijk op onze globaliserende wereld Hoe is de wereld eraan toe? Waar moet het naartoe? Hoe geraken we daar?
PALA zoekt met haar nieuwsbrief, website en boeken de antwoorden voor een meer sociale, ecologische en democratische samenleving en economie
Gedurende de laatste decennia zijn we getuige geweest van een nieuwe globaliseringsgolf waarbij het Noorden zijn ontwikkelingsmodel goedschiks of kwaadschiks heeft doorgedrukt bij de landen in het Zuiden. Economische groeii, uitgedrukt in een stijging van het Bruto Mondiaal Product, vormt de alfa en de omega van dit ontwikkelingsmodel. De toverwoorden zijn de liberaliseringi van het financiewezen, de vrijmaking van de markten, de afbouw van de regulerende rol van nationale overheden en de privatiseringi van overheidsbedrijven.
Globale economische groeii is nodig, zo beweert men, om ervoor te zorgen dat de armoedei in de wereld effectief kan worden bestreden. De ervaring leert evenwel dat mondiale economische groeii een toch wel zeer inefficiënte manier is om aan armoedeverlichting te doen. In een recent rapport becijferde de New Economics Foundation dat om $1 armoedebestrijding te laten plaatsvinden in de periode 1990-2001, $166 mondiale BNPi-groei vereist was. Vaak betreft het economische groeii die een enorme milieukost met zich meebrengt die de armsten ook nog eens extra hard treft. De ecologische kosten hebben immers ook verregaande economische gevolgen. Onrechtvaardige ecologische verdeling, zowel tussen als binnen landen, houdt een onrechtvaardige economische verdeling in stand. De armsten zijn de eerste slachtoffers wanneer het ‘natuurlijk kapitaali' achteruitgaat: zij zijn het meest afhankelijk van natuurlijke bronnen om te overleven; zij wonen verhoudingsgewijs vaker in de meest vervuilde buurten en zij beschikken niet over de middelen om zich te wapenen tegen de gevolgen van bijvoorbeeld klimaatwijzigingen. Dit is al meteen een eerste indicatie dat de ecologische problematiek en het mondiale rechtvaardigheidsvraagstuk als een siamese tweeling met elkaar verbonden zijn.
Hiermee komen we bij een tweede probleem dat zich stelt met het huidige, groeigerichte ontwikkelingsmodel. Ondanks alle goedbedoelde initiatieven om duurzame ontwikkelingi na te streven, gaat het niet bijster goed met de gezondheid van het Ecosysteem Aardei. De beschikbare wetenschappelijke gegevens tonen aan dat de mondiale milieu-impact de duurzame draagkracht van de aardei overschrijdt, met de globale opwarming en het snelle biodiversiteitsverlies tot gevolg. Ongeveer 80% van de totale milieu-impact wordt veroorzaakt door 25% van de wereldbevolking, de zogenaamde mondiale consumptieklasse. Die bevindt zich niet (langer) alleen in het 'Noorden' (de rijke, geïndustrialiseerde landen) maar meer en meer ook in het Zuiden (de 'ontwikkelingslanden'). In Chinai en India samen telt men ongeveer 400 miljoen ‘nieuwe consumenten' met een even grote milieu-impact als die van de gemiddelde westerling. In een wereld met een beperkt ecologisch draagvlak is het milieubeslag van die consumentenklasse onmogelijk te veralgemenen naar de hele wereldbevolking. Cru gesteld: de consumptiepatronen zoals wij die gewoon zijn in het Westen, zijn ondemocratisch. Zij kunnen niet universeel gedeeld worden. Het betreft immers een materiaal- en energie-intensieve levenswijze die alleen volgehouden kan worden doordat de ecologische kosten ervan worden afgewenteld op de niet-consumerende leden van de huidige generaties én de toekomstige generaties die het zullen moeten stellen met een minder leefbare wereld dan wij kregen van onze voorouders. Het gaat dus zowel over ongelijke verdeling van kansen binnen als tussen generaties. Daarbij komt dat er zich ook een demografisch ‘probleem' zal stellen. Gezien de ingebakken traagheid van bevolkingsevoluties zal de wereldbevolking in 2050 minstens 8 miljard bedragen. Naarmate de wereldbevolking toeneemt, moet de beschikbare biocapaciteit van de planeet gedeeld worden door meer mensen. Om op een menswaardige manier te kunnen leven, hebben de 75% armsten in de wereld recht op een groter deel van de ecologische koek. Het principe van ecologische duurzaamheidi vereist anderzijds dat de totale schaal van de wereldeconomie het draagvlak van de aardei respecteert. Wetenschappers hebben voor dit scenario (mondiale rechtvaardigheid & ecologische duurzaamheidi) berekend dat de doorstroom van materialen en energie doorheen de westerse economiei met een factor 10i zal moeten dalen. Dat betekent dat die doorstroom met 90% zal moeten afnemen. Het is zeer onwaarschijnlijk dat dit wetenschappelijke gegeven te verzoenen valt met ongelimiteerde mondiale BNPi-groei.
Een derde reden waarom een beleid dat eenzijdig is gericht op economische groeii moet worden verworpen, heeft te maken met het feit dat sociologisch onderzoek naar ‘subjectief welzijn' (Engels: life satisfaction) heeft aangetoond dat geldi (inkomensgroei) niet altijd gelukkig maakt. Wanneer men voor verschillende landen, op een gegeven moment in de tijd, het gemiddelde geluksniveau vergelijkt met het gemiddelde inkomensniveau per hoofd, dan vindt men dat bij zeer lage inkomens het geluksniveau sterk stijgt bij een verhoging van het inkomen. Vanaf een bepaalde drempelwaardei vlakt de gelukscurve evenwel af, wat betekent dat een verdere stijging van het inkomen geen noemenswaardig effect meer heeft op het geluk. Kijkt men voor een gegeven (‘rijk') land naar de tijdsevolutie van de levenstevredenheid, dan stelt men vast dat, ondanks een flinke groei van het gemiddelde BNPi/hoofd, het geluksniveau niet toeneemt. In Japan bijvoorbeeld vervijfvoudigde het gemiddelde reële inkomen tussen 1958 en 1987 maar het geluksniveau bleef min of meer stabiel. Als men de individuele levenstevredenheid in een bepaald land op een gegeven ogenblik vergelijkt, dan vindt men dat individueel geluk, voorbij een zeker inkomensniveau, slechts lichtjes blijft toenemen met inkomen. Naarmate men kan genieten van zeer hoge inkomens neemt de grootte van de bijkomende stijging sterk in omvang af. De conclusie van dit onderzoek is dan ook dat in de rijke landen economische groeii een zeer inefficiënte wijze is om het subjectieve welzijn van de mensen te verhogen. De cyclus van work and spend, van alsmaar harder en meer werken, leidt tot steeds meer stress, burnout op vroege leeftijd en een heel scala aan andere welvaartsziektes. De hoge zelfmoordcijfers in de Westerse landen spreken boekdelen.
Conclusie van deze analyse: het hedendaagse, op economische groeii gerichte ontwikkelingsmodel is ecologisch gezien onmogelijk te universaliseren; draagt weinig bij tot het ‘subjectieve welzijn' van de mensen in de geïndustrialiseerde landen; heeft een verwaarloosbaar effect op armoedeverlichting in de landen in het Zuiden, waar het in een aantal gevallen (cf. natuurintensieve, exportgerichte groei) ook nog eens een hypotheek legt op de toekomstige (duurzame) ontwikkelingskansen. Helaas worden er in het gangbare discours bitter weinig conclusies getrokken uit de beschikbare wetenschappelijke gegevens omtrent deze gecombineerde crisis. Business as usual blijft vandaag op alle vlakken - zowel in de politiek als in de economiei - de meest wijdverspreide reactie. Onze conclusie luidt dat, hoe moeilijk en ondankbaar het misschien ook lijkt, we op zoek moeten gaan naar alternatieve ontwikkelingsmodellen, die gericht zijn op het gelijktijdig nastreven van drie doelen: sociale rechtvaardigheid, ecologische duurzaamheidi en algemeen welzijn. In dat laatste geval gaat het uiteraard om een onrechtstreeks doel: de overheid moet de condities creëren waarin het subjectieve welzijn zoveel mogelijk kan floreren. Dit alles impliceert de behoefte aan:
een ander economisch model (een ‘sociaal-ecologische welzijnseconomie') dat een ecologisch duurzame schaal en een rechtvaardige verdeling vooropstelt, en het lange termijndenken volop integreert in het economisch beleid;
een technologische duurzaamheidstransitie, niet alleen op product- of procesniveau (milieuvriendelijke spitstechnologie, maximale eco-efficiëntie) maar ook op het systeemniveau zelf (industriële ecologie: verregaande innovatie en volledige integratie van alle productie- en consumptiestappen);
een evolutie naar een andere ethiek die samengaat met een respectvolle, minder materialistische levensstijl. Die incorporeert een visie op het ‘goede leven' die universaliseerbaar is, welzijnsverhogend werkt en ook enthousiasmerend kan zijn.
Pala wees in september 2023 op de in ademnood verkerende energietransitie. Uiterst vervelend want wind, zon en andere hernieuwbare energie vormen hét wapen in de strijd tegen klimaatverandering. UNCTAD vat die ademnood nu in cijfers.
Samenlevingen investeren eerst best zelf in hun toekomst. Laat u echter niet misleiden door het vele gepraat over deglobalisering en het dichterbij brengen van productie. In de huidige wereldeconomie blijven buitenlandse investeringen van groot belang.
De kans dat het zeewater veel sneller meters hoger komt, is sterk toegenomen. Want niet enkel verdwijnen zowat alle gletsjers maar ook de Groenlandse ijskap… én die van West-Antarctica. Zelfs dan valt er nog goed nieuws te rapen.
Een energie-efficiënte industrie vermindert al in 2030 de mondiale uitstoot van broeikasgassen met 11 of zelfs 15 procent. Digitalisering helpt daarbij sterk. Maar ze schept ook niet te negeren problemen en gevaren.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Voor welvarende landen betekent de transitie dat de milieu-impact van hun economie in 2050 met een factor 10 moet zijn teruggedrongen.Dat wil zeggen dat we in Nederland of België een vergelijkbare welvaart en vergelijkbaar welzijn zullen creëren met tienmaal minder materiaaldoorstroming, negentig procent minder gebruik van materialen dus. Ook zal er tegen dan tienmaal minder uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen zijn.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Bij het overschrijden van zogenaamde drempelwaarden zijn systemen – denk bv. aan het klimaatsysteem - zo hard bedreigd dat ze op een kantelpunt terechtkomen en er plotse niet-lineaire veranderingen optreden.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.