PALA Woordenboek
ecologisch deficit
De Aarde i, ons huis, staat in brand. De feiten onder ogen zien heeft niets met pessimisme te maken: de mens verwarmt de Aarde i op nooit geziene wijze, zorgt voor riskante klimaatwijzigingen, laat planten en dieren minstens honderd maal sneller uitsterven dan normaal, put de natuurlijke hulpbronnen uit en vergeet dat onze economie i deel uitmaakt van het ecosysteem Aarde i. De globalisering i van de huidige economie i veroorzaakt in grote mate die ecologische ravages. Maar wanneer we ons natuurlijk kapitaal i opsouperen en de ecologische productie of biocapaciteit vermindert – van water, voedsel i, energie, allerlei grondstoffen i – beleven we uiteindelijk een onvermijdelijke terugval in economische productie, van onze welvaart dus. Het is veel slimmer om ons grootste kapitaal i, de Aarde i, te bewaren; en nog slimmer is om dat kapitaal i opnieuw te laten aangroeien.
zie ook Aarde i, ecologische voetafdruk i
ecologische voetafdruk
Hoeveel heb je nodig van de Aarde i om al hetgeen je verbruikt, te produceren? Dat is wat jouw ecologische voetafdruk i vertelt. Ook voor een stad, een land of de volledige wereld is het mogelijk de voetafdruk te meten op basis van wat ze consumeren aan energie, voedsel i, water enzovoort. In cijfers voor het jaar 2010: iedere mens beschikt over ongeveer 1,7 hectare. Dat is het evenwicht waarbij het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van de Aarde i niet sneller verloopt dan ze zich kunnen herstellen. Het wordt ook wel Eerlijke Aarde i-aandeel genoemd.
Maar wat toont de werkelijkheid? Een inwoner van de Europese Unie i heeft gemiddeld bijna 4,5 hectare nodig, iemand uit Noord-Amerika vrijwel 7. Iemand uit Afrika i heeft gemiddeld voldoende aan 1,5 hectare en iemand uit Azië i of de Pacific 1,7. En dat zijn nog maar gemiddelden. Er zijn dus enorme verschillen in de mate waarop mensen hun belangrijkste kapitaal i, de planeet Aarde i, belasten.
En de gemiddelde wereldburger? Die legt beslag op 2,6 hectare. Sinds 1970 verbruiken we allemaal samen meer van de Aarde i dan ze kan (ver)dragen. In 2010 is dat al de helft meer. Met die niet-duurzame aanpak handelen we dus alsof we anderhalve Aarde i tot onze beschikking hebben. Dat is het groeiende ecologische deficit, of in het Engels overshoot. Het gaat nog steeds de verkeerde richting uit. In 2015 leggen we beslag op 1,6 Aardes. Wanneer er een paar miljard mensen bijkomen en de gemiddelde mens nog meer zou verbruiken, hebben we twee of zelfs drie Aardes nodig – en die zijn er echt niet.
Lees meer in hoofdstuk 7 van het boek Transitie. Onze welvaart van morgen
economie
Voor ‘oorsprong’ en ‘meer lezen’
naar beneden scrollen
Wat is economie i eigenlijk?
We zitten in de rats, zelfs in de val, met onze huidige productie- en distributiesystemen. Ze brengen welvaart voort op een allerminst duurzame wijze en ze verdelen die welvaart heel onrechtvaardig. Het is wel opletten om het begrip ‘economie i’ niet in de verdomhoek te stoppen. Want dat is niet haar plaats, we hebben haar nodig. Laten we eerst de economie i terug omarmen door ons eraan te herinneren waarvoor dat begrip hoort te staan. Wat is economie i eigenlijk?
Zowel creatie als verdeling
van welvaart en welzijn
Economie i omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie i is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie i is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Wat, hoe en voor wie?
De economie i leert ons ‘wat’ we produceren, met andere woorden, welke goederen en diensten we voortbrengen; ze leert ons hoe de productie daarvan gebeurt en voor wie we produceren.
De ‘hoe-vraag’ maakt ons wijzer over de manier waarop de productiefactoren – arbeid i, grondstoffen i, kapitaal i en kennis – ingezet worden. Die vraag herbergt of verbergt dus ook het ecologische vraagstuk: hoe graag sommigen het ook willen ontkennen, de economie i kan maar zo groot zijn als de Aarde i kan (ver)dragen.
De vraag ‘voor wie’ herinnert ons aan het verdelingsvraagstuk.
Economie i is kiezen en dus politiek
Telkens worden er keuzes gemaakt. Geloof vooral niet dat die opgelegd zijn door zogenaamde economische wetmatigheden. Of een samenleving de weg plaveit voor steeds meer Ferrari’s of voorrang geeft aan sociale woningbouw, of Coca-Cola wereldwijd meer verspreid is dan zuiver water, of mobiliteit vooral aangedreven is door fossiele brandstoffen of door hernieuwbare energie, of we onze hernieuwbare energie zelf in handen nemen of ons blijven onderwerpen aan concerns, of belastingen i zorgen voor goede publieke diensten en infrastructuur en een duurzame economie i in de hand werken dan wel ongelijkheid bevorderen, of we ons enkel blindstaren op bruto productie dan wel oog hebben voor echte welvaart, welzijn en welbevinden… al die keuzeprocessen verlopen allerminst ‘neutraal’ of ‘waardevrij’.
zie ook duurzame economie i, duurzame ontwikkeling i, economische groei i
Oorsprong van deze omschrijving
Deze definitie van economie i is overgenomen uit 'Op weg naar een duurzame economie i', hoofdstuk 8 van Dirk Barrez, Transitie. Onze welvaart van morgen, 2016, p.55-57
De omschrijving verscheen voor het eerst in 1999 in ‘Economie
i, draaischijf voor onze behoeften en ambities’, hoofdstuk 5 van het boek Dirk Barrez, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 20ste eeuw, p.79-93. Dit boek is integraal te lezen op Pala.
Markant: economie
i komt na het hoofdstuk ‘Kan de mens leven?’. De gehanteerde logica is duidelijk: de economie
i is een middel in dienst van mens en samenleving, geen doel.
Ze sluit nauw aan bij de reeds in 1991 ontwikkelde zienswijze op economie i, in het afsluitende hoofdstuk ‘Is er een alternatief’’ van het pamflet De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen (1991). Dat veelbesproken pamflet was aanleiding voor en is gepubliceerd in het boek Het Orkest van de Titanic. Werken aan andere Noord-Zuid Verhoudingen, 1993.
Meer lezen
Op Pala
i verscheen reeds eerder een meer uitgebreide versie - zie
Op weg naar een duurzame economie | Pala
i 5-7-2019
Dat eerste artikel van de reeks ‘Waar moet het naartoe’ werd aangevuld met drie artikels gebaseerd op hoofdstuk 9 van Transitie. Onze welvaart van morgen, 2016, p.58-66. Samen vormen ze de kern van een ecologische en sociale economie
i.
Ecologisch duurzame schaal | Pala
i 12-7-2019
Rechtvaardige aanspraken in een menselijke samenleving | Pala
i 12-8-2019
Architectuur van een duurzame economie | Pala
i 10-9-2019
economische democratie
Democratie krijgt pas echt betekenis wanneer het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek maar ook economisch krachtig doorbreekt en dus zowel de politieke democratie als haar economische tegenhangster sterk ontwikkeld en heel levenskrachtig zijn.
Het recht op kapitaal i en het recht om welvaart te creëren – basisrechten voor alle mensen - vormen fundamenten van die economische democratie i.
Wanneer de mens zijn of haar arbeid i inbrengt in een breder productieproces komt het erop aan die essentiële doelstelling van het democratiseren van onze economie i waar te maken. Ze krijgt uitwerking door medebeheer, zelfbeheer, coöperatieve samenwerking, gezamenlijke eigendom van productiemiddelen en andere democratische economische organisatievormen.
(gebaseerd op boek Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving, hoofdstuk 11)
economische groei
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie i vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie i en de economische productie hard nodig.
Vandaag is die productie groter dan ooit, ze is nog nooit zo fel gestegen als in de jongste zestig jaar. Merkwaardig genoeg zijn we veel minder intens bezig (geweest) met onze behoeften en ambities. Welke behoeften eerst voldoen, en voor wie, zijn vragen waarvoor de aandacht veel minder is gegroeid dan de explosie van de economische productie zou laten vermoeden. We zijn als het ware gefixeerd op economische groei i en veel minder op waarvoor die dan wel moet dienen. En dus krijgt de welvaartsverdeling veel te weinig aandacht.
We verzuimen ook ernstig bezig te zijn met de vraag hoe aan onze behoeften voldoen, hoe produceren dus. En we leren maar slecht dat in een per definitie eindige wereld waarvan we de draagkracht nu volop overschrijden, economische groei i altijd op grenzen zal botsen. Meer en meer wordt duidelijk dat wat wij groei noemen, nu al in landen als de VS, GB of Nederland tot minder in plaats van meer welvaart leidt. Op een bepaald ogenblik wordt de groei oneconomisch.
Probleem is dat onze meetlat uiterst slecht is om echte en duurzame welvaart te meten. Volgens het bruto nationaal product i (BNP i) worden we rijker van alle kosten die een kettingbotsing meebrengt, of de vervuiling i van waterlopen, of tandbederf. Alles wat mensen of de natuur gratis presteren telt dan weer niet mee.
Het is dringend tijd om volop te zoeken naar en over te schakelen op een duurzame economie i die werkelijk welvaart voortbrengt om voor iedereen een goed leven mogelijk te maken zonder onze planeet pijn te doen of te overvragen.
Economische Partnerschapsakkoorden
de EPA’s (van het Engelse Economic Partnerschip Agreement) zijn regionale handelsakkoorden die de Europese Unie i wil sluiten met de 77 zogenaamde ACS-landen uit Afrika i, de Caraïben en de Stille Oceaan, waaronder heel veel van de armste landen. Het zijn eigenlijk vrijhandelsakkoorden. De bedoeling ervan was om op 1 januari 2008 de grenzen te openen en de douanetarieven op bijna alle Europese goederen af te schaffen.
Al ruim dertig jaar genieten deze landen van een voordelige toegang tot de Europese markt. Maar dat mag niet van de Wereldhandelsorganisatie i. En dus moet die voorkeursbehandeling verdwijnen.
Dit maakt het voor deze landen in grote mate onmogelijk hun landbouw i te beschermen en hun eigen economieën uit te bouwen. En ze verliezen daarenboven de inkomsten die de douanetarieven opleverden waardoor ze nog armer achterblijven.
Daarom komt er veel kritiek op die EPA’s, zowel in de ACS-landen als in Europa van o.a. NGO’s voor ontwikkelingsorganisaties en milieuorganisaties. Eind 2007 is duidelijk dat Europa niet van wijken wil weten. Toch raakt er slechts met één regio een echt EPA-akkoord rond, met de Cariben. De andere regio’s moeten toezien hoe Europa interimakkoorden begint te onderhandelen met de afzonderlijke landen. Twintig landen hebben zulke akkoorden intussen aanvaard, met 41 landen is er geen akkoord bereikt. In 2008 worden de onderhandelingen hervat.
lees meer over EPA’s en de interimakkoorden
Ecosoc - Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie
het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Unie
i telt 344 leden. Dat comité geeft advies over ieder ontwerp van richtlijn, aanbeveling of actieprogramma van de Europese Unie
i en dit voor om het even welk onderwerp. Bestaande nationale economische en sociale comités vormden het model voor Ecosoc.
Er zitten vertegenwoordigers in van drie groepen: de nationale werknemersorganisaties, de nationale werkgeversorganisaties en een groep diversen die vertegenwoordigers telt van o.a. de consumenten en de landbouwers.
Het zijn de lidstaten die de vertegenwoordigers voordragen maar meer en meer coördineren de Europese sociale partners de werkzaamheden van Ecosoc.
eerlijke handel
zie fair trade i
emergentie
Wanneer, los van elkaar, nieuwe initiatieven ontstaan die zich vervolgens verbinden tot een netwerk en uitgroeien tot sterke praktijken, kunnen daaruit plots nieuwe systemen ontstaan met een heel eigen kracht. Dat proces heet emergentie i.
Transitiekringen hechten veel belang aan de dynamiek van emergentie i om tot grote transities te komen. Velen gaan ervan uit dat de economie i een heel complex systeem is dat enkel door zo’n emergentie i fundamenteel kan veranderen.
Lees meer in hoofdstuk 16 van het boek Transitie. Onze welvaart van morgen
Enron
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron i frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron i aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron i aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld i te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Film Enron i, The Smartest Guys in the Room - www.enronmovie.com
EU
zie Europese Unie i
zie ook Europees model i
Europees model
Democratische rechtsstaten die niet langer oorlog i voeren en met een vrije markteconomie die in grote mate sociaal gecorrigeerd is, en meer en meer ook ecologisch.
Niet alle prijzen komen volledig vrij op de markt tot stand. Wat betaald wordt voor nogal wat landbouwproducten, brandstoffen, sigaretten, geneesmiddelen, huishuur, arbeid i, doktersbezoek enzovoort is in veel landen gereglementeerd.
Te langzaam dwingen we onze economie i ook om ecologisch duurzamer te zijn.
Overheden nemen sommige diensten zelf in handen, openbaar vervoer i b.v., of laten privéspelers werken binnen een bindend publiek kader, dikwijls ook spelers zonder financieel winstoogmerk, denk aan scholen of mutualiteiten. Zo genieten we van goede en heel betaalbare gezondheidszorg en onderwijs.
Het Europees model i is deze vrij succesvolle en pragmatische middenweg tussen de bijna verdwenen planeconomie en het falende neoliberalisme. Dat laatste blijkt heel dikwijls de rechte weg naar sociale ongelijkheid, armoede i,en milieuvernietiging en verlies aan democratie.
Dit Europese model is bewonderd in de hele wereld. Vraag is of deze sociale markteconomie overeind kan blijven in een mondiaal model van volledig vrije markt waar sociale correcties niet verplicht zijn en in vele landen maar moeilijk of zelfs niet afgedwongen geraken.
En hoe haalbaar blijft het om ecologische correcties te eisen van economische sectoren die bloot staan aan felle mondiale concurrentie i? Dan spreken we niet eens over de ombouw naar een echt duurzame economie i.
Europees Sociaal Forum
In navolging van het Wereld Sociaal Forum i ontstaan al gauw ook continentale en regionale sociale fora. Het eerste Europees Sociaal Forum i dateert al van in 2002 en grijpt plaats in het Italiaanse Firenze. Later volgen Parijs in 2003, Londen in 2004 en Athene in 2006. Tienduizenden vertegenwoordigers van sociale bewegingen uit heel Europa debatteren over de strijd voor een democratisch, sociaal en solidair Europa en over de rol van Europa in de wereld. Een Europees Sociaal Forum i neemt meestal vier tot vijf dagen in beslag. De tienduizenden aanwezigen voeren het debat met elkaar over de toekomst van de beweging en gaan na of er gemeenschappelijke campagnes mogelijk zijn. Ze treffen elkaar in duizenden workshops, seminaries of in grote meetings. Op die manier ontstaan er steeds sterkere Europese netwerken rond een heleboel uiteenlopende thema’s. De sociale bewegingen blijven zeker en vast ook actief op het nationale en lokale niveau, maar nu zeventig procent van nieuwe nationale wetgeving het gevolg is van Europese richtlijnen en afspraken, moet meer dan ooit ook op Europees niveau een sociale tegenmacht worden opgebouwd. zie ook Belgisch Sociaal Forum i, Wereld Sociaal Forum i
Europees sociaal overleg
bij het verdrag van Maastricht hoort ook een sociaal protocol. Daarin staat dat over ieder voorontwerp van Europese wet en initiatieven inzake sociaal beleid de Europese Commissie de representatieve Europese werknemers
i- en werkgeversorganisaties moet consulteren. Voor de werknemers
i is dat het Europees Vakverbond (EVV) en voor de werkgevers UNICE en CEEP. Als het over sectorale aangelegenheden gaat, zijn de Europese vakbondsfederaties bevoegd. Op die manier zijn de sociale partners van bij het begin betrokken bij de besluitvorming.
De Europese sociale partners kunnen ook Europese collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten. Op hun voorstel of dat van de Europese commissie kan de Europese Commissie die Europese CAO’s algemeen bindend verklaren.
Sinds 2002 zijn de Europese sociale partners nog meer betrokken bij de strategie voor werkgelegenheid en sociale bescherming. Hun tripartiete sociale top komt minstens één maal per jaar samen. Ze tekenen er hun gemeenschappelijk werkprogramma uit.
Europees vakverbond (EVV)
In de jaren vijftig van vorige eeuw groeit de idee om de Europese vakbonden i te groeperen. Met de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) is het noodzakelijk voor de vakbeweging om de gemeenschappelijke problemen te kunnen aanpakken met een representatieve organisatie. In 1972 raakt men akkoord over de oprichting van een nieuwe organisatie, het Europees Vakverbond (EVV).
Alles samen vertegenwoordigt het EVV vandaag meer dan 50 miljoen werknemers i uit 33 landen. De professionele pijlers van het EVV zijn de Vakbondsfederaties (zoals metaal, transport, openbare diensten, hout en bouw,...). Ze hebben de taak om de vakbondsacties uit hun sector te coördineren.
Binnen het EVV worden ook de Europese ondernemingsraden georganiseerd. De Europese richtlijn inzake voorlichting en raadpleging van werknemers i in transnationale bedrijven i betekent een grote stap vooruit voor het Europese syndicalisme. Ze geeft de vakbeweging immers de kans om zich in de multinationals beter te structureren, haar actievermogen te versterken en op termijn gemeenschappelijke acties op te zetten. Het EVV coördineert ook hier de vakbondsstandpunten en waakt erover dat deze richtlijn in de verschillende landen op een coherente en homogene wijze wordt omgezet in regelgeving.
Europese Ondernemingsraad
Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economie i volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijven i die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemers i snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemers i meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.
Pas op 22 september 1994 keurt de Ministerraad de Europese richtlijn 94/45/EG goed. Dat kan omdat met het verdrag van Maastricht unanimiteit geen absolute voorwaarde meer is.
De nieuwe richtlijn regelt de instelling van een Europese ondernemingsraad i of van een procedure ter informatie en raadpleging van de werknemers i. De goedkeuring betekent de start van een Europese sociale dialoog die is afgestemd op de Europees gestructureerde concerns.
In het Belgische recht is de bevoegdheid van de standaard Europese Ondernemingsraad i beperkt tot het verstrekken van informatie en tot raadpleging over wat van belang is voor het hele concern of voor minstens twee vestigingen in verschillende lidstaten. Bovenop moet het gaan om materies die te maken hebben met vestigingen in de lidstaten van de Europese Unie i.
Wat slechts voor één vestiging van belang is, wordt nu dus niet als transnationaal beschouwd. Dat is enkel zo indien er gevolgen kunnen zijn voor de hele groep.
Het Europees vakverbond zou de transnationale kwesties liefst ruimer willen definiëren bij een eventuele herziening van de richtlijn.
zie ook Europees vakverbond, internationale kaderovereenkomst i
Europese Unie
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk i gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie i handelen volgende PALA i artikels:
Na de Brexit. Hoe kan EU presteren en ons vertrouwen verdienen?
Europa is nodig, maar dan wel een ander Europa
Wat nu Europeanen? Een nieuwe koers voor Europa
Het ziekbed van Europa. Van crash tot succes tot crisis
Hoe gebruiken we geld het best?
Europese sociale pijler krijgt vorm
zie hoger in dit woordenboek - Europees model
(verwijzingspagina)
extremisme
Voor informatie over extremisme i kan u terecht in:
- het artikel Extremisme veronachtzamen | 6-6-2019 - gebaseerd op hoofdstuk negen uit 11 politieke dwaasheden
- het hoofdstuk ‘Nieuwe en oude bedreigingen voor vrede en democratie’ in Barrez Dirk i, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 21ste eeuw, 1999, p.175-185 (boek is uitverkocht) of in het gratis toegankelijke E-boek pala.be/e-boek-ik-wil-niet-sterven-aan-globalisering-over-leven-de-21ste-eeuw p.153-162
- het essay Beeldenstorm. Essay 'We leven gevaarlijk' - 1 Extremisme i is terug van nooit weggeweest | 14-1-2015
G20
Groep van 20 ontwikkelingslanden die zich manifesteerde op de WTO i conferentie in Cancun in 2003 en vooral belang hecht aan landbouw i. Onder de leden China i, India, Indonesië, Brazilië en Nigeria. De groep blijkt opgewassen tegen Europa en de VS wat maakt dat de WTO i nu nog maar moeilijk tot beslissingen komt.
G7
Groep van 7 grote industrielanden, de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Canada. Begon in 1975 als een groep van 6 waarna snel Canada volgde als zevende lid. Vermijd van te spreken over de grootste industrielanden want dat klopt niet meer: China i heeft Canada en Italië al voorbijgestoken, als je rekent volgens het BNP i. En wanneer je rekening houdt met de reële koopkracht staat het zelfs al op de tweede plaats.
G7 tot G77
Diverse groepen van landen die gezamenlijk een rol spelen of trachten te spelen op het wereldtoneel, o.a. in de Wereldhandelsorganisatie i (WTO i).
G77
Groep van 77 ontwikkelingslanden opgericht in 1964 op het einde van de eerste UNCTAD conferentie. Nu zijn ze met 130.
G8
De G8
i bestaat uit de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Canada en Rusland. Begon in 1975 als een groep van 6 waarna snel Canada volgde als zevende lid. Zo werd het de G7
i. En sinds 1997 is Rusland er officieel bij. Vermijd van te spreken over de grootste industrielanden want dat klopt niet meer: China
i heeft Rusland, Canada en Italië al voorbijgestoken, als je rekent volgens het BNP
i. En wanneer je rekening houdt met de reële koopkracht staat het zelfs al op de tweede plaats. Ook India en Brazilië scoren zowel voor BNP
i als voor reële koopkracht hoger dan Rusland.
Hun jaarlijkse bijeenkomsten brengen veel volk op de been, vooral andersglobalistische betogers, in overgrote meerderheid geweldloze betogers. Zij pikken het niet dat een informele club de koers van de wereld bepaalt.
Gates Bill
Sinds midden jaren negentig de rijkste mens ter wereld dankzij het monopolie van het door hem gestichte bedrijf Microsoft. Dat levert het besturingssysteem voor de meeste Pc’s en groeide uit tot grootste softwarebedrijf. Zijn fortuin bedraagt om en bij 50 miljard dollar. Hij is altijd voorstander geweest van gesloten software, niet verwonderlijk want dat versterkt zijn monopolie en maakt hem rijk. Natuurlijk is het praktisch dat Microsoft de wereld netwerkt op basis van één dominante norm. Maar het verzekert ons daarom niet van de beste software of van de beste koop. Het blijft verbazingwekkend dat één bedrijf of zelfs persoon zulke dominante positie kan blijven uitoefenen in de digitale samenleving. Als de elektronische snelweg daarin de plaats inneemt die vroeger spoorwegen, kanalen en wegen innamen, dan hebben we er vroeger altijd op gelet dat er geen privé monopolies konden groeien, en we slaagden er toch in om daarvan één groot netwerk te maken.
GATS
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie i of WTO i die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw i of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO i om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
Website Wereldhandelsorganisatie i
zie ook TRIPS i, Wereldhandelsorganisatie i
geld
Deze Pala
i artikels zoomen in op de rol van geld
i, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.
Onder Dexia
i zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
EU landen verloren al 213 miljard euro aan bankencrisis (20/3/2017)
Hoe gebruiken we geld het best? (11/2/2016)
Er zijn al lang veel ernstige redenen om grote vraagtekens te plaatsen bij ons geldsysteem, in de eerste plaats omdat het een duurzame wereld tegenwerkt.
CoopWijzer. Geld voor de toekomst (24/10/2018)
Hoe met ons geld i transitie i maken? Burgers kunnen hun geld i ook investeren in duurzaamheid i.
Schade en scherven Dexia-debacle niet te overzien (27/10/2011)
Onze gemeenten zijn hun Gemeentelijke Holding en hun bank kwijt, dat is de pijnlijke werkelijkheid. En de grootste werknemersbeweging ziet, na haar bank te hebben verkwanseld, haar Arco kapitaal i samen met Dexia i in rook opgaan.
Na de Dexia-commissie: gelach, verwondering en ontgoocheling (27/3/2012)
‘Topmanagers tot zelfkritiek aanzetten’, het is echt waar een aanbeveling van de Dexia i-commissie. Net als de nieuwe Belfius Bank zo snel mogelijk verkopen, wat tot nu volledig aan de aandacht is ontsnapt. Verder is het veelal vruchteloos zoeken naar verantwoordelijken voor het Dexia i-debacle, een echt veilig financieel systeem of hoe te ontsnappen aan mogelijk wel 54 miljard euro extra overheidsschuld.
Andere banken graag (17/3/2008)
De privé bankiers van deze wereld verspelen snel hun rechten. Maar wat zijn de alternatieven?
Tijd voor ernstige beslissingen over geld. We maken van Fortis en Dexia opnieuw 'onze' banken (30/9/2008)
Eén voordeel van de geldcrisis: ze begint langzaam ogen te openen... maar echte oplossingen halen zelfs nu nog niet het publieke debat. We moeten dringend beschikken over banken die echt van ons zijn: betrouwbare overheidsbanken en coöperatieve banken, dat is wat een dynamische markteconomie en een goede samenleving nodig hebben.
Wat doen we nu om betrouwbare banken te hebben? Die vraag moeten we beantwoorden (3/10/2008)
Heeft u ook gehoord hoe politici zich fors uitlaten over de financiële crisis: dit is het failliet van het neoliberalisme, dit casinokapitalisme moet stoppen? Ze zijn nogal laat met hun ontdekking. Vooral kunnen we allemaal met stijgende verbazing vaststellen dat deze politici niet met ernstige alternatieven komen en ze nog minder doorvoeren. Die zijn er nochtans wel.
70. In België verknoeien ze het (11-2-2009)
Groot is de verbazing als de diepe financiële en economische crisis in het zwaar getroffen België niet eens tot een fundamenteel debat leidt over welke banken nodig zijn om ook morgen een welvaartsstaat te zijn.
Rare kwasten die mensen. Ze redden bankiersbonussen en laten miljoenen van honger creperen (14/7/2009)
Een tergende vergelijking tussen hoe we tot vandaag omgaan met geld i en grootbankiers en hoe we omgaan men landbouw i en mensen die zorgen dat we te eten hebben.
Meest fundamenteel is de discussie te voeren over een heel nieuw geldstelsel, met naast een wereldmunt ook lokale munten en met, jawel, een nulrente, of zelfs een negatieve rente.
2012 was slecht jaar. En toch… Een eigenzinnig jaaroverzicht (27-12-2012)
2012 bood onder andere een vrijgeleide aan roversbanken.
Van Zwitserland en Italië tot Canada, Brazilië en India tonen coöperaties i dat ze als geen ander succesrijk kunnen ondernemen, voor meer jobs zorgen dan multinationals en nog meest ecologisch te werk i gaan ook. Het is niet te geloven hoe blind wij zijn voor het potentieel van coöperatieve bedrijven i om de crisis te lijf te gaan.
Hoe het geld meester blijven? Cigales clubs (16/6/2017)
De Franse Cigales clubs vallen niet zozeer op door de grote massa’s spaargeld die ze weten te investeren in lokale bedrijven i. Maar ze vormen in elk geval een opvallend alternatief voor klassieke financiële instellingen.
zie ook helikoptergeld i
gemeengoed
zie commons i
genetisch gewijzigd organisme
sinds de mens landbouwer en veeteler is, tracht hij planten en dieren te veredelen of verbeteren. De biotechnologie maakt het mogelijk om erfelijk materiaal van de ene soort in een andere te brengen wat de creatie van nieuwe soorten stukken versnelt. Daar wordt veel van verwacht, hogere opbrengsten b.v., of resistentie tegen droogte, ziekten of zout. Tegenstanders wijzen op de gevaren van monoculturen en verminderde biodiversiteit
i. Patenten en monopolievorming zullen boeren benadelen ten voordele van multinationale biotechnologiebedrijven. En als men eerder zoekt naar gewassen die bestand zijn tegen onkruidverdelgers i.p.v. rechtstreeks tegen onkruid neemt hun afhankelijkheid nog toe.
Cruciaal zijn de mogelijke gevolgen van de introductie van GGO’s voor de gezondheid en voor het leefmilieu, lang geen theoretische vraag meer want er wordt al veel genetisch gewijzigde soja, maïs of rijst geteeld in de wereld. Ze kunnen zorgen voor allergische reacties bij mensen, onverwachte gevolgen voor vogels of insecten, of eigenschappen die overspringen op andere planten met onoverzienbare gevolgen. De grootste voorzichtigheid is dus geboden.
Een aantal boerenbewegingen
i en andersglobalisten wijzen alle GGO’s radicaal af.
Lees ook het e-boek 'Ik wil niet sterven aan globalisering i' op deze website op het einde van deel 3 Hoe behouden we dieren en planten? en het voedselhoofdstuk in deel 4 Kan de mens leven?
Genuine Progress Indicator
De Genuine Progress Indicator i (GPI) is een maatstaf die verwant is aan de Index voor Duurzame Economische Welvaart i (ISEW) – zie ook daar
Global Climate Indicators
Deze indicatoren worden verzameld door het Global Climate Observing System i
Vind meteen de Global Climate Indicators i - klik hier.
Nadeel is dat ze niet volledig up to date zijn.
Zie ook Global Climate Observing System i, klimaatverandering i
Global Climate Observing System
Het Global Climate Observing System i (GCOS) wordt gesponsord door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), de Intergouvernementele Oceanografische Commissie van UNESCO i, het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Internationale Wetenschapsraad (ISC). GCOS beoordeelt regelmatig de status van wereldwijde klimaatwaarnemingen van atmosfeer, land en oceaan en stelt richtlijnen op voor de verbetering ervan.
GCOS-deskundigenpanels waken over de definities van essentiële klimaatvariabelen (ECV's). Die zijn nodig om het veranderende klimaat op Aarde i systematisch te observeren. De GCOS waarnemingen dragen bij aan het klimaatonderzoek en ondersteunen ook klimaatbeleid. GCOS ambieert dat klimaatwaarnemingen nauwkeurig en duurzaam zijn, en dat de toegang tot deze gegevens vrij en open is. (bron GCOS)
Het GCOS verzamelt de Global Climate Indicators i.
Website Global Climate Observing System (GCOS)
zie ook Global Climate Indicators i, klimaatverandering i
Global Methane Pledge
Het broeikasgas methaan i is in de eerste decennia immens veel krachtiger dan CO2. Dus is een sterk verminderde uitstoot cruciaal om de opwarming van de Aarde i in de meest nabije toekomst te kunnen beperken.
Toch dateert de Global Methane Pledge i pas van 2021. De deelnemende landen zeggen toe om tegen 2030 de uitstoot van methaan i met minstens dertig procent te verminderen.
Maar heel wat landen die tekenen voor aanzienlijke methaanemissies, doen niet mee. En zij die meedoen, ontplooien meestal niet de nodige activiteit om dat doel te bereiken.
Vind meer in Satellieten speuren naar methaan… met geld van filantropen, Pala i 10-9-2024
Global Methane Pledge website
zie ook klimaatverandering i, methaan i
Global Reporting Initiative
In de economische wereld leeft al een tijdje een beweging die pleit om de ééndimensionale benadering van het ondernemen uit te breiden. Ze pleit ervoor om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven i. Bedrijven i moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aarde i. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven i nagaan wat hun resultaten zijn.
En waarom zouden niet alle organisaties - van multinational tot KMO, van spoorwegbedrijf tot gemeente, van school tot NGO - nagaan hoe ze presteren voor de drie P’s? Dat is de visie van Global Reporting Initiative i (GRI) die geen reden ziet waarom het maken van een ecologische en sociale balans niet evengoed routine en even vergelijkbaar zou moeten zijn als een financiële balans. Daarom biedt GRI zijn G3 richtlijnen aan die een duurzaamheidsverslaggeving i voor iedereen moeten vergemakkelijken.
Tot de gebruikers van die GRI richtlijnen behoren op dit ogenblik o.a. Coca-Cola, Microsoft, IBM, General Electric en Nokia. In Zweden zullen 55 overheidsbedrijven GRI gebruiken vanaf 2009.
global stocktake
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs i de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
Dat Klimaatakkoord eist dat alle landen hun bijdragen daartoe vastleggen in klimaatplannen, nationally determined contributions i in het VN-jargon. En het introduceert ook de global stocktake i.
Dat is de inventaris die elke vijf jaar zal worden opgemaakt over waar de wereld staat met haar klimaatpolitiek. Wat zijn de vorderingen? Wat zijn de tekortkomingen? Hoe kan en moet het beter?
De eerste global stocktake i komt er voor de klimaatconferentie van 30 november tot 12 december 2023 in Dubai (COP 28).
Feitelijk evalueert de global stocktake i of het lukt om de noodzakelijke vermindering van uitstoot van broeikasgassen voor elkaar te krijgen.
Overduidelijk is dat de wereld in 2023 allesbehalve op koers zit om op de opwarming van de Aarde i onder twee graden te houden, laat staan onder anderhalve graad.
Omdat het Klimaatakkoord van Parijs i niet voorziet in straffen, is de global stocktake i zowat het enige overtuigingsinstrument om meer daadkracht te stimuleren bij wie onvoldoende bijdraagt in de strijd tegen klimaatverandering i.
Belangrijk zeker, maar allicht zwaar onvoldoende om de afgesproken en urgente klimaatdoelstellingen te halen.
Bronnen
UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change) - Why the Global Stocktake is Important for Climate Action this Decade
Wikipedia Engels – Global stocktake
Zie ook deze begrippen in het PALA
i woordenboek
global stocktake
i | Klimaatakkoord van Parijs
i | klimaatverandering
i | nationally determined contributions
i
globalisering
Globalisering i of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld i, grondstoffen i makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Al 500 jaar verspreidt ons westerse economische systeem zich steeds verder en raken de economieën en samenlevingen van de hele wereld meer verweven. Dat brengt veel welvaart en steeds nieuwe producten. Maar, er is een keerzijde, we krijgen te maken met een economie i die niet meer in dienst van de mens staat maar waarbij de mens die economie i moet dienen. Dit kan slogantaal lijken maar wie globaal naar de wereld kijkt, ziet hoe een minderheid van de bijna 8 miljard mensen het – voorlopig – goed hebben en hoe we aan de andere kant overal geconfronteerd zijn met groeiende onaanvaardbare sociale, ecologische, politieke en culturele deficits: die ziet dat de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, zelfs dat deze economie i armoede i en honger i produceert; die ziet dat vele mensenrechten i in de verdrukking komen; die ziet dat de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn; die ziet dat de mondiale democratie bijna volledig afwezig is en de besluitvorming over dit alles heel ondemocratisch gebeurt door vooral grote multinationale bedrijven i, enkele grote landen, instellingen zoals IMF i, Wereldbank i en Wereldhandelsorganisatie i en misschien bovenal, volledig losgelaten financiële markten; en die ziet dat de talen, culturen en levenswijzen van vele volkeren en samenlevingen in de verdrukking komen.
Nieuw aan de globalisering
i van de jongste decennia is dat de markten blijkbaar nooit vrij of geliberaliseerd genoeg kunnen zijn, dat er altijd maar verder moet worden geprivatiseerd – tot zelfs het privé-eigendom van stukjes plant, dier of mens - en dat de overheden nooit ver genoeg terugtreden en regels afschaffen. Net doordat de economie
i zich globaal organiseert en de samenlevingen en vooral de politiek dat veel minder of niet doen, moeten we meemaken hoe de economie
i alle terreinen van het sociale, politieke en culturele leven verovert en koloniseert – er haar economische wetten opdringt - en het milieu exploiteert.
Dit neoliberalisme van ongeremde liberalisering
i, privatisering
i en deregulering
i is voor velen een nieuw geloof, ook als het in vele landen een sociale, ecologische en zelfs economische mislukking blijkt.
lees ook
Globalisering, wat is dat nu? | Dit is een hoofdstuk uit deel I - globalisering i, verschenen in Barrez Dirk i, De antwoorden van het antiglobalisme. Van Seattle tot Porto Alegre, 2001, p.45-51 - inhoudstafel
lees ook het uitgebreide artikel
Het gezicht van de globalisering. Over het wereldburgerschap in onze globaliserende wereld
zie ook andersglobalisme i andersglobaliseringsbeweging i, culturele deficit i, deregulering i, ecologisch deficit i, liberalisering i, privatisering i
Green Deal
Green Deal i: geen nieuw idee
Als de Europese Unie i op 11 december 2019 haar voorstel van Green Deal i lanceert, is ze daarmee lang niet de eerste.
Het verkiezingsprogramma van Obama pleitte reeds in 2008 volop voor een New Green Deal i, al bleef de uitvoering fel onder de intenties.
Tevoren al gooiden de Internationale Arbeidsorganisatie i (IAO i) en de milieuorganisatie van de Verenigde Naties (UNEP) zich op de mogelijkheden van een groene economie i om jobs te creëren.
De Amerikaanse vakbonden i spraken er zich voor uit in hun Jobs and Energy document uit 2007 en sloten een jaar later een verbond daarover met milieu-ngo’s.
Begin 2009 beslissen zowel Japan als Zuid-Korea om 1 miljoen jobs te creëren in de groene economie i.
Zowel in de Pala i boeken Van eiland tot wereld (2008) als Het Mondiale Uitzendkantoor (2009) is er veel aandacht voor de noodzaak van een sociaalecologisch pact of Green Deal i.
Lees meer over het idee van een green deal
i of sociaalecologisch pact
Zowel Japan als Zuid-Korea beslissen om 1 miljoen nieuwe groene jobs te creëren, de VS gaat straks voor 5 miljoen groene jobs
52. Voorbij de Kyoto hype. Een ecologische economie vereist een ecologisch pact
Hoofdstuk 20 uit Van eiland tot wereld §20. Een ecologische economie - een sociaalecologische economie
grondstoffen
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we er dus beter heel zuinig mee omspringen, best zelfs hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting i ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering i voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen i is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde i niet te overschrijden of uit te putten.
zie ook duurzaamheid i, klimaatverandering i, milieuproblemen i, transitie i
grondstoffenovereenkomsten
Vele arme landen zijn heel afhankelijk van de uitvoer van grondstoffen i voor hun inkomen. Maar de prijzen zijn wisselvallig en op lange termijn dalen ze zodat hun inkomen zakt. In de vorige eeuw, toen men nog echt aan een andere betere wereld wilde werken, sloot men grondstoffenovereenkomsten i die daaraan moesten verhelpen. Middelen daartoe zijn productie en/of exportbeperkingen, buffervoorraden en contracten over verzekerde levering en/of afname. Er schiet niet veel meer van over.