Nieuws

Regionale integratie en vrijhandel, het kan een succesvolle route zijn naar meer welvaart en welzijn. Kijk maar naar de Europese Unie of naar de Oost-Aziatische landen en hun Asean.

Maar hoe zou het met Mexico zijn dat zich vijftien jaar geleden liet verleiden of overtuigen om met de Verenigde Staten en Canada het Noord-Amerikaanse Vrijhandelsverdrag (NAFTA) te sluiten? Want de toekomst beloofde alleen maar rozig te zijn: goedkoper voedsel voor de consumenten, meer efficiënte bedrijven en dalende migratie omdat de levensstandaard in Mexico zou toegroeien naar die van de noordelijke partners.

Van alle lidstaten van de Europese Unie is het kleine Cyprus misschien wel het meest bizarre land. Al sinds 1974 leven de twee grote gemeenschappen van het eiland, de Griekse in het zuidelijke deel en de Turkse in het noordelijke deel, gescheiden door de Green Line die wordt bewaakt door VN-blauwhelmen. Velen hadden gehoopt dat met de toetreding tot de EU in 2004 ook de ‘kwestie-Cyprus' eindelijk zou opgelost geraken. Maar een ruime meerderheid van Grieks-Cyprioten verwierp in het referendum van 24 april 2004 het plan van voormalig VN baas Kofi Annan dat voorzag in een federale staatsstructuur voor het hele eiland. Ondanks het feit dat de Turkse gemeenschap massaal vóór stemde, kon van het verdeelde Cyprus alleen het Griekse deel effectief toetreden tot de EU.

De wedloop om Afrika's natuurlijke rijkdommen beperkt zich niet tot de ondergrond. Ook op het vlak van waterkracht biedt het continent enorme mogelijkheden en met de extra stimulans om de CO2-uitstoot terug te dringen, worden grootschalige stuwdamprojecten opnieuw een aantrekkelijk perspectief voor de niet aflatende energiehonger van industriële groepen. Neem nu Inga op de Congostroom in het westen van de Democratische Republiek Congo. De bouw van de stuwdammen Inga I en II stond tijdens de Mobutujaren haast symbool voor ‘witte olifanten': grootschalige infrastructuurprojecten waarvan de bevolking allerminst de vruchten plukte, maar die wel bijdroegen tot de groei van de staatsschuld en de corruptie.

Het begint al 's morgens. Je bent goed op tijd om nog een koffie te kunnen drinken of iets te eten. Maar de fabrieksbazen, meestal Koreanen, manipuleren hun uurwerken om je vroeger dan zeven uur te laten beginnen. In sommige fabrieken is het de hele dag lang verboden te drinken, dan hoeft wc-bezoek geen tijd te kosten. En vaak ben je verplicht om na vier uur in de namiddag nog overuren te presteren, onbetaald. Men sluit zelfs de deuren tot de geplande productie is gehaald. Dat is het ergst, men voelt zich een gevangene, een slaaf. Want je weet niet hoe lang je zal moeten doorwerken, soms is het tot halfacht, soms zelfs tot halfelf 's avonds.'

Nog tot 26 april loopt de 13de editie van het Afrika Filmfestival in Leuven en andere gemeenten van Vlaams-Brabant. Naast het grote aanbod aan speelfilms gemaakt door Afrikaanse regisseurs en documentaires over Afrika en de Afrikaanse diaspora, biedt het festival zijn expertise ook aan in de vorm van wetenschappelijke publicaties.

Vorig jaar verscheen i.s.m. Africalia het boek ‘Images & Démocratie' over de film en audiovisuele sector in Congo. Dit jaar wordt het filmverleden en heden van Rwanda en Burundi belicht onder de titel ‘Images & Paix'.

Twee jaar nadat grote concurrent China een topontmoeting met Afrikaanse leiders organiseerde, was het vorige week de beurt aan India om de banden met Afrika nauwer aan te halen.

De allereerste India-Africa Forum Summit van 8 en 9 april in New Delhi kwam er in de eerste plaats omdat het Indiase bedrijfsleven beseft dat het zonder extra inspanningen de concurrentieslag met China aan het verliezen is in de wereldwijde zoektocht naar grondstoffen en energiebronnen. De handel tussen India en Afrika is de laatste vier jaar fors toegenomen tot 30 miljard dollar of goed voor ruim 8 procent van de totale Indiase buitenlandse handel, maar dat is toch nog maar net de helft van het Chinese handelsverkeer met Afrika.

Conferentie over Handel en Ontwikkeling van de Verenigde Naties, daarvan is Unctad de Engelse afkorting. Ooit een forum dat wereldwijde aandacht trok voor de discussie over de verhoudingen tussen Noord en Zuid en over de noodzaak van een nieuwe, rechtvaardige internationale orde. We zijn nog altijd op zoek naar die orde, maar de stem van Unctad krijgt maar weinig aandacht meer.

Hoe dan ook loopt van 20 tot 25 april in Accra (Ghana) Unctad XII, de twaalfde Conferentie over Handel en Ontwikkeling. ‘Kansen en uitdagingen van globalisering voor ontwikkeling' is het thema. Toegegeven, dat is een passe-partout titel die al heel déjà vu klinkt. Veel kans dat het de zoveelste mondiale bijeenkomst is die de wereld niet echt vooruithelpt.

Het is een lastig dilemma voor China. Het oude ontwikkelingsmodel van geforceerde economische groei loopt vast, terwijl het nieuwe model van duurzame groei niet goed van de grond komt. Nog altijd ligt er veel meer nadruk op groei dan op duurzaamheid. Het is niet zeker of de overgang zal slagen, maar uitgesloten is het niet. Het is de Chinese communistische partij al vaker gelukt een cirkel te kwadrateren zonder politieke hervormingen uit te voeren. Want dat valt op: de hele maatschappij verandert, behalve de politiek. De wil van de partij om haar machtsmonopolie te behouden, blijft groot.

In elk geval bouwt China zijn macht verder uit. Wat heeft deze aanstormende supermacht dan voor met de rest van de wereld?

Ongelijkheid is het thema van het nieuwste boek van Rik Coolsaet - De geschiedenis van de wereld van morgen - waar hij met het Koninklijk Instituut voor Internationale Relaties een internationale conferentie over organiseerde.

Het thema kan verbazen, want totnogtoe is enkel armoedebestrijding de officiële prioriteit en die ‘armoede' wordt beschouwd als absolute en extreme armoede, los van elke overweging over inkomensongelijkheid. Dat is meteen ook het zwaktebod van het ‘armoedeverminderingsbeleid' van de Wereldbank of van de Millenniumdoelstellingen van de VN. Zelfs Europees commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking Louis Michel had het in zijn inleiding over ‘de vloek van de rijkdom' en de werkelijke onrechtvaardigheid in de wereld.

In een wereld waarin de ongelijkheid groeit, is het meer dan nuttig om te kijken naar zowat de helft van de wereldbevolking die te weinig verdient om menselijk te kunnen leven.

Maar het is even nodig ook in de andere richting te kijken, naar de rijken en superrijken, en hoeveel van de mondiale welvaart zij in beslag nemen. Het World Wealth Report biedt daar wat zicht op.

De wereld telt 9,5 miljoen mensen die over meer dan 1 miljoen dollar financiële tegoeden beschikken. Samen zijn ze goed voor ruim 37 biljoen dollar, dat is 37.000 miljard dollar. In 2006 groeide het aantal rijken met 8, 3 procent aan en hun gezamenlijke vermogen nam toe met 11,4 procent. De groei was het snelst in Afrika, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika.

Van de hooggestemde verwachtingen op een snelle wederopbouw en ontwikkeling van Afghanistan na de val van het Taliban-regime is vandaag bitter weinig overeind gebleven. De armoede waarin de overgrote meerderheid van de Afghanen moet overleven, is niet afgenomen en de veiligheidssituatie in grote delen van het land blijft uiterst precair. ACBAR (Agency Coordinating Body For Afghan Relief), een overkoepelende hulporganisatie waarin 94 NGO's participeren, wijst met een beschuldigende vinger naar de internationale donorlanden die helemaal niet doen wat ze beloofden. Ruim 10 miljard dollar van de beloofde hulp is nog altijd niet toegekend.

Sinds we in steden zijn gaan wonen, zijn we hoe langer hoe meer verleerd hoe we moeten omgaan met grote natuurlijke ruimten, met woestijnen, steppes, wouden, ijs- en sneeuwvlaktes. De doorbraak van de westerse industriële samenleving heeft die evolutie nog versterkt. De opkomst van de nationale staten - mét de grenzen en controles die erbij horen, en de opvatting dat mensen maar beter op een vaste plek kunnen vertoeven in plaats van rond te trekken - bezegelt in veel gevallen het lot van deze ‘inheemse' volkeren: voor de levenswijze van nomaden, jagers, zwerflandbouwers, oerwoudbewoners is eigenlijk geen plaats meer.

In het Nederlands is de titel van zijn boek ‘Humanitaire interventies. Mensenrechten als excuus voor oorlog'. Zelf verkiest hij ronduit de originele Franse titel ‘Impérialisme humanitaire. Droits de l'homme, droit d'ingérence, droit du plus fort?'

Jean Bricmont werpt al wel eens meer een zware knuppel in het hoenderhok. Zo kant deze professor theoretische fysica in Louvain-la-Neuve zich fel tegen het postmodernisme dat nonsens produceert. Hij was het die samen met Alan Sokal een volledig onzinnig artikel maakte dat ze probleemloos kregen gepubliceerd. Het zorgde voor een hele rel wanneer ze hun bedrog bekend maakten.