Een interessante mediavraag. Hoe haalt Nieuw-Zeeland het nieuws? Met de prestatie van 100 dagen coronavrij of het opduiken twee dagen later van nieuwe binnenlandse besmettingen?
China is vervelend voorspelbaar als het gaat om het streven naar democratie en zeggenschap in de samenleving. Voor deze éénpartijstaat en dictatuur horen die niet te bestaan, niet in China en niet in Hongkong.
Waarom éénzijdig de voorspelling van mogelijk 70 procent besmettingen benadrukken als er in Hubei een snelle uitdovingstrend is naar nu zelfs minder dan tien besmette personen per dag? Of moet die trend opnieuw keren? En riskeren we mondiaal zowat 55 miljoen coronadoden?
De Switch programma's willen sociale en ecologische innovaties versterken en de transitie bevorderen naar efficiënte, circulaire en deeleconomieën. Bemoedigend maar te vroeg om de waarde echt in te schatten.
Het Centre tricontinental in Louvain-la-Neuve wil “standpunten uit het Zuiden laten horen en kritisch nadenken over wat ontwikkeling is in het tijdperk van neoliberale mondialisering”. Dat vertaalt zich onder andere in publicaties over de meest diverse thema’s in de reeks Alternatives Sud.
Rio Tinto omzeilt voor de door haar gecontroleerde Oyu Tolgoi mijn in Mongolië 700 miljoen dollar aan belastingen in Canada en Mongolië... met behulp van belastingparadijzen Nederland en Luxemburg.
De Aziatische economie is er deze eeuw sterk op vooruitgegaan. Maar de groei van 7 procent is voor een fiks gedeelte ten koste gegaan van het milieu, van de gezondheid van vele mensen en van verspilling van natuurlijke rijkdommen.
De Wereldbank ligt al tijden onder vuur omdat haar investeringen dikwijls een aanfluiting zijn van echt duurzame ontwikkeling. Af en toe geeft de Wereldbank aan dat ze lessen trekt en zal bijsturen. Maar gebeurt dat ook echt?
De Verenigde Naties proberen nog maar eens - terecht - een dreigende hongerramp te keren. Maar gewagen van de grootste hongerramp is niet terecht. Erger nog, de VN faalt als het om echte oplossingen gaat. Intussen is er de roep om giften, gebruik daarbij vooral uw kritische zin.
Het Greenpeace rapport over de milieukost van smartphones kreeg terecht veel aandacht. Veel minder aandacht is er voor de archislechte arbeidsvoorwaarden bij de grootste producent Samsung.
Het echte Eandis-debat gaat over de onmacht om onze toekomst ernstig in handen te nemen, niet over Chinezen, zelfs niet zozeer over het management en het bestuur van Eandis. We verzuimen de dringende omschakeling naar een duurzame economie stevig te pakken.
In mei van dit jaar wist het netwerk 100 Resilient Cities honderd steden te verzamelen. Het telt leden in vijf continenten. In Nederland zijn dat Den Haag en Rotterdam, België staat niet op de kaart.
Het is een paradox waar niet hard genoeg op gehamerd kan worden. Economische groei leidt op zichzelf niet tot vermindering van ongelijkheid. Zelfs een vermindering van het aantal armen in een land vloeit niet voort uit louter economische groei.
Betaalbare gezondheidszorg voor iedereen. Het is al vele jaren één van de grote internationale dromen. Tegelijk blijft het voor honderden miljoenen mensen een onhaalbare droom, en bijten overheden en samenlevingen hun tanden stuk op deze belangrijke opdracht. Brengt onderzoek redding?
Het publieke goed bij uitstek is de bescherming van de lichamelijke integriteit van elke mens, veiligheid dus. In de straten van stad of dorp mag geen geweld regeren. Het is hoog tijd om dit principe te mondialiseren.
Alle dagen zijn er berichten over conflict en oorlog, in Irak, Gaza, Oekraïne, Syrië, Libië, Nigeria, Zuid-Soedan… de gewekte indruk dat oorlogsgeweld en geweldsdoden in opmars zijn, is echter onjuist.
het verrichten van werk zonder erkenning of contract en dus buiten elke wettelijke regeling, zonder sociale rechten, zonder sociale bescherming ook en meestal onder slechte arbeidsvoorwaarden. Niet verwonderlijk is dergelijk werk veelal onzeker, weinig productief, onderbetaald of ronduit slecht betaald en zijn de inkomens heel wisselend. Hun informele arbeid kunnen informele werkers – als ‘werknemer’ of ‘kleine zelfstandige’ - zowel binnen als buiten informele ondernemingen uitvoeren. Vanzelfsprekend zijn ze uitermate kwetsbaar. Contracten afdwingen zit er niet in voor hen, eigendomsrechten hebben ze niet, ze zijn onbeschermd tegen gevaarlijke of vervuilende stoffen, zelfs hun veiligheid is allerminst gegarandeerd. Zich syndicaal organiseren, zich laten vertegenwoordigen en zich laten horen is aartsmoeilijk. Hun toegang tot publieke diensten is laag of onbestaande. Het gaat om een grote en uiterst verscheiden groep: straatventers, kledingarbeiders, transporteurs, huispersoneel, sekswerkers, straatvegers, schoenpoetsers, … Hun informele economie blijft groeien. Meer en meer mensen moeten werken zonder degelijk loon en zonder sociale bescherming, zowel in de arme als in de rijke landen. In heel Sub-Sahara Afrika is de informele werkgelegenheid de voorbije tien jaar gestegen tot 70 en soms zelfs 90 procent. Binnen deze grote groep mensen zijn de vrouwen oververtegenwoordigd. Omdat er geen werk is in de formele economie, zoeken mensen voor zichzelf een broodwinning. Ook is er een toenemende vervaging van de grens tussen formele en informele economie. Zo hebben perfect ‘formele’ bedrijven toch een aantal ‘informele’ werknemers in dienst.