Frans De Clerck is medeoprichter van Triodos Bank België. Hij kreeg deze maand de Burgerschapsprijs van de Stichting P&V. Een reden voor hem om stil te staan bij wat het burgerschap verbindt met ondernemen; en om ondernemers op te roepen de transitie naar een duurzame economie niet te missen. Interessant voor Pala dus.
Mensen betrachten al tijden een veiliger wereld. En ze zijn daar vrij succesvol in. Er vallen nu 10 keer minder geweldsdoden dan in de middeleeuwen, en zelfs 20 maal minder dan onze voorouders presteerden in de steentijd. Toch zijn we er niet helemaal. Hoe maken we de wereld nog veiliger?
Ontwikkelingssamenwerking is in 50 jaar uitgegroeid tot een aparte wereld. Die komt haar mooie beloften niet na en het begrip ontwikkeling is al lang onttoverd. Het milieuwereldje ontwikkelt zich langs even onvruchtbare sporen. Als ze in hun cocons blijven, brengen ze een duurzame economie niets dichterbij.
Ondanks minnen blijf de VRT balans positief. Hoe dit grote mediagoed bewaken? Een cruciale vraag voor elke democratie. Daarom, geen paniekzaaierij maar een verkenning van kansen voor onze omroep, ingebed in een medialandschap waarin zowel overheid, privébedrijven als samenleving thuis zijn.
Als ze in tijden van dolgedraaide globalisering een meer ecologische, sociale en democratische wereld ambiëren, moeten sociale bewegingen veel meer internationaliseren. Alleen in een nationale of lokale context werken, volstaat al lang niet meer.
Dictators en potentaten kunnen in New York met gerust gemoed hun handtekening plaatsen onder de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Hun funeste rol in de onderontwikkeling van hun landen en in de achterstelling en armoede van talloze mensen komt niet in beeld.
Proficiat voor de initiatiefnemers van Klimaatzaak, ze hebben gelijk. Maar hun rechtvaardige zaak loopt gevaar om te sneuvelen in de gerechtelijke molen. Dan biedt een klimaattribunaal hen een bijkomend alternatief.
Het publieke goed bij uitstek is de bescherming van de lichamelijke integriteit van elke mens, veiligheid dus. In de straten van stad of dorp mag geen geweld regeren. Het is hoog tijd om dit principe te mondialiseren.
Vergeet dat echte democratie mogelijk is als we geen greep hebben op ons economische bestaan. Een reuzengrote bedreiging voor deze economische democratie, en dus voor onze democratie, blijft de vrijwel ongecontroleerde en ongecontesteerde macht van multinationals. Een kleine reis door tijd en ruimte.
De these van Richard Heinberg is kort en kernachtig: het is gedaan met de economische groei zoals we die gekend hebben, hoog tijd om ons aan te passen.
Hoe geraken we voorbij het knellende lijf van de verontwaardiging? Hoe geraken we van betogen - zowel in de betekenis van betogen op straat als van een betoog al redenerend - tot effectieve verandering?
Wat heeft het voorbije jaar gebracht? Niet veel goeds, op het eerste gezicht. Onze vertrouwde wereld valt in scherven uiteen, en de nieuwe wereld is er nog niet.
Economische groei en de herverdelende kracht van sociale bewegingen hebben de basis gevormd voor een aantal welvaartstaten, een te koesteren prachtprestatie. Maar de huidige economie loopt vast op de biofysische onmogelijkheid om onbeperkt te kunnen blijven groeien. Een transitie naar een sociaalecologische economie dringt zich op.
Al enkele decennia gaan vele media er steeds meer toe over om managers en zogenaamde managementgoeroes (ook nu nog altijd vooral mannen) op het schild te hijsen.
Aan de universiteit roept een professor economie zijn tienduizenden studenten van de voorbije dertig jaar terug. "Ik heb me vergist", schrijft hij in de uitnodiging.
Ze kunnen Awa, Kamala, Modibo of Riri heten, de kinderen die vandaag omkomen van honger, Johan of Naranga, de boeren en boerinnen, die vandaag zelfmoord plegen, allemaal slachtoffers van econ
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord). 185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden. Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten. Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen. Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding. Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken. Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld. De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.