We naderen steeds sneller het moment waarop onze planeet niet langer geschikt is voor menselijk leven. Toch zijn we het aan toekomstige generaties verplicht de moed niet op te geven. Hoe zou gezamenlijke actie er uit kunnen zien? Het wordt een gevecht van David tegen Goliath.
De Volkswagen malaise is ongezien in de Duitse industrie. Maar het verwondert niet van een bedrijf dat liever sjoemelt en lobbyt in plaats van ernstig de fossielvrije toekomst en doorbraak van de elektrische auto voor te bereiden.
Een groeiend satellietnetwerk brengt de vele lekken van het krachtige broeikasgas methaan in beeld. Met die kennis kunnen we de opwarming van de Aarde verminderen. Maar weten garandeert geen effectieve klimaatactie… al zeker niet omdat overheden slechts tweede viool spelen. Heel bevreemdend.
Google heeft onwettig gehandeld om zijn online zoekmonopolie te behouden. Een aanklacht over het illegale Google advertentiemonopolie komt voor de rechter in september.
Als in België een groter bedrijf zoals Audi Brussel onderuit gaat, stijgt gegarandeerd veel gejammer op en worden fundamentele vragen ontweken. Waarom is onze toekomstgerichte industriële dynamiek zo zwak? Kon de elektrische auto niet, zoals de tram, de wereld vanuit België veroveren?
Overheden moeten snel reageren op nieuwe evoluties om het belang van iedereen te bewaken. Unesco dringt daarom bij regeringen aan op het regelen van artificiële intelligentie voor het onderwijs.
Om te beslissen over wie al dan niet kan genieten van steun, vertrouwen overheden steeds meer op automatisering. Zo vallen velen echter onterecht uit de boot… en sneuvelt het recht van iedereen op sociale zekerheid.
Ineens lijkt artificiële intelligentie overal terwijl ze eigenlijk al decennia in opmars is. Maar er vindt inderdaad een versnelling plaats. En argeloosheid daarover kunnen we maar beter missen, zeker nu zelfs de bazen van OpenAI, Alphabet en Microsoft regulering vragen: alsof Exxon in 1965 zou vragen om een klimaatakkoord.
Nu artificiële intelligentie nog sneller oprukt, heeft de Vlaamse Raad voor de Journalistiek een richtlijn klaar, naar eigen zeggen als eerste in Europa. Dat is geen economisch maar alvast toch een deontologisch antwoord op de verhevigde mediastorm die opsteekt.
Waarom blijven beleids- en opiniemakers zo hardnekkig geloven in technologische innovatie om klimaat en andere ‘existentiële’ planetaire crises op te lossen? Die gaat niet goed samen met een ‘groene’ economie. Daarvoor is meer nodig dan redeneren en rekenen.
Overmatige consumptie en wegwerp typeren nog altijd de kledingindustrie. Kunnen gerecycleerde vezels de productie echt circulair en duurzaam maken? Hoe snel? En moet iedereen jaarlijks 12 tot 37 kilo kleren kunnen weggooien om te recycleren?
Na een lange inspanning krijgt de Europese Unie het voor elkaar om duurzaamheidsregels op te leggen voor smartphones, batterijen – ook van auto’s – en andere zogenaamde energieverbruikende producten.
Komen er nu echt mensachtige robots aan in fabrieken en het dagelijkse leven? Sommigen voorspellen een vrij snelle invoering maar niet alle beloften worden werkelijkheid. Vind een korte video die licht werpt op de hinderpalen.
Het is goed nieuws als zoet water nacht en dag te oogsten valt uit de lucht; nog beter als dit geen energie vergt. Die vitale oplossing hebben onderzoekers in Zurich uitgedokterd.
De VS als - voorlopig nog - enige supermacht en Amerikaanse internetgiganten als overwinnaars van globalisering en digitalisering… met enkel China als ernstige uitdager. Kan de rest van de wereld nog een ongebonden weg uit?
Autobedrijven gaan mee in de evolutie om wagens evenzeer op een softwareplatform te bouwen. Op dat terrein spelen echter de Amerikaanse digitale giganten de hoofdrol. Zo schuift ook de macht in autoland in hun richting.
Elektrische auto’s verschijnen vanaf de jaren 1880. Zelfs de snelle batterijwissel is 100 jaar oud. Maar waarom het vandaag gemakkelijk doen als moeilijk ook kan? De wereld verslikt zich in de loodzware investeringen, materiaalverspilling en maatschappelijke kosten van laadpalen.
TRANSITIE. HOE HET NIET MOET 1. Vóór 1900 reden er al elektrische auto’s. Ze werden vlug industrieel geproduceerd. Weinig illustreert beter de aberrant trage, inefficiënte aanpak van duurzaamheidstransities dan de huidige herinvoering van de elektrische auto.
Zijn er redenen om de wetenschapswereld te wantrouwen? Niet voor het analyseren van problemen, wel voor de aangeboden oplossingen. Zeven wetenschappers zijn bezorgd over het dominante pleidooi voor het doodlopend pad van eenzijdige technologische innovatie.
Zijn lucht en elektriciteit zo beloftevol om voedsel voort te brengen dat ze de millennia oude landbouw compleet hertekenen? Zonder dat er nog plant of dier aan te pas komt? En met vele malen minder gebruik van grond?
Er was hoop dat de coronacrisis een maatschappelijk nieuw begin zou inluiden. Maar als onze experts zich blijven vastrijden in de klassiekers technologische innovatie en groei die net de meeste problemen hebben veroorzaakt, boren we die hoop de grond in.
Sinds eind 19de eeuw regent het waarschuwingen voor straling, asbest, tabak, overbevissing, DDT, groeihormonen, klimaatverandering, insecticiden, genetisch gewijzigde gewassen, nanotechnologie… altijd worden veel te laat lessen getrokken.
Klimaat, corona, ongelijkheid… Vele dynamieken maken onze wereld tot een onzekere en zelfs gevaarlijke plek. Een kwalitatieve dialoog tussen wetenschappers en samenleving is nodig om samen de beste oplossingen te vinden die voor iedereen een duurzame toekomst mogelijk maken.
Woord in de kijker: internationale kaderovereenkomst
Mondiale overeenkomst tussen een multinationaal bedrijf en de internationale vakbond. Daarmee willen de vakbonden de sociale rechten van werknemers afdwingen overal waar een internationale groep actief is in de wereld. Het is niet meer dan logisch dat, wanneer een nationale economie vraagt om nationale akkoorden, een mondiale economie mondiale akkoorden nodig heeft. Concreet beogen zulke akkoorden minimale arbeidsomstandigheden in te voeren of ze te verbeteren zowel in de eigen bedrijfsafdelingen van een multinational als bij de onderaannemers; ze willen respect voor de sociale normen van de Internationale Arbeidsorganisatie; ze betrachten rechtvaardige lonen- en arbeidsvoorwaarden, veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden en ze willen de rol van de vakbond in de multinational versterken. Om die doelstellingen te bereiken, verwijzen alle internationale kaderovereenkomsten naar de fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie en hebben ze altijd betrekking op alle ondernemingen van de betrokken multinational wereldwijd. Ze zullen er ook sterk op hameren dat de multinational haar onderaannemers zal wijzen op het belang van het naleven van de fundamentele arbeidsnormen en dat niet-naleving kan leiden tot een sanctie, namelijk het verbreken van het toeleveringscontract. De jongste jaren hebben vakbonden internationale kaderovereenkomsten gesloten met bedrijven als Accor, Carrefour, Danone en France Telecom uit Frankrijk, H&M, Ikea en Securitas uit Zweden, Metro en Volkswagen uit Duitsland, Statoil uit Noorwegen, Endesa en Telefonica uit Spanje en Umicore uit België. Opvallend is dat er slechts weinig bedrijven bij zijn die hun hoofdkwartier niet in Europa hebben. Uit Canada is er Quebecor, uit Zuid-Afrika Nampak en uit Australië NAG, niet meteen de meest bekende bedrijven.