Aantastingi slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteiti schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aardei zal overhouden.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aardei. Zo is er in de eerste plaats natuurlijk al wat we eten. Maar heel onze economiei werkt op basis van wat de Aardei kan leveren. Denk aan katoen, hout, rubber en wat veld en bos nog meer opleveren. Er is een element als silicium, heel nuttig. Er zijn ijzererts, koper, tin, aluminium en tal van andere zogenaamde delfstoffen. We mogen daarbij vooral niet vergeten dat onze huidige economiei bijna volledig draait op de inzet van fossiele brandstoffen. En we kennen ook het grote nadeel daarvan, de opwarming van de Aardei.
Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan, om het even of het gaat om ontbossing, overbevissingi, overdreven oliewinning, broeikaseffecti of vervuilingi allerhande. Het is allemaal om ter domst want we zullen er in de nabije toekomst minder welvaart aan overhouden.
Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder. Gelukkig zijn we op onze Aardei ook in staat om de energie te plukken van de zon, van de wind en van altijd stromende waterkracht. En als we ons verstand gebruiken kunnen we dezelfde welvaart voortbrengen met verbruik van veel minder materialen en, nog beter, door die materialen steeds opnieuw te gebruiken.
Het Aardegebruiksrechti kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aardei toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aardei nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteiti.
De armste mensen en de armste samenlevingen verwerven in een overgangsfase extra gebruiksrechten. Die zijn mee gerechtvaardigd op basis van de ecologische schuldenlasti die hun is opgedrongen. Zo zijn ze in staat hun welvaartsproductie snel en op de meest duurzame wijze te laten groeien om eindelijk menswaardig te kunnen leven.
Met de introductie van het Aardegebruiksrechti krijgt de democratie daarenboven haar volle betekenis omdat het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek en economisch maar voortaan ook ecologisch van kracht is.
techniek om bedrijfsreclame of politieke boodschappen te counteren door er een parodie van te maken, meestal gebruikt door zelfverklaarde tegenstanders van de kapitalistische consumptiemaatschappij, b.v. Coca-cola leuze en logo veranderd in enjoy capitalism.
Adbusters argumenteren dat zij het recht hebben om weerwerk te bieden tegen de commerciële boodschappen die ongevraagd het publieke domein binnendringen omdat de openbare ruimte aan iedereen toebehoort.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrikai tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffeni en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Een belangrijke reden voor die open economiei is dat Afrikaanse landen o.a. onder impuls en zelfs druk van IMFi en Wereldbanki en van de rijke landen in het algemeen de weg opgingen van verregaande vrijmaking of liberaliseringi van de markten en van privatiseringen. Dit continent is dus meest van al ten prooi gevallen aan de huidige neoliberale globaliseringi. Zeker in combinatie met afwezig, zwak of corrupt bestuur is het een recept gebleken voor armoedei en ongelijkheid. Zelfs wanneer de prijzen van grondstoffeni stijgen, zien de meeste Afrikanen daar niets van.
De jongste jaren groeit snel de invloed van Chinai in Afrikai. Dat land is in geen tijd uitgegroeid tot een speler van formaat inzake handel, financiering én hulp. Ook voor Chinai is de toegang tot de vele grondstoffeni doorslaggevend en het is maar de vraag of de Afrikaans-Chinese verhoudingen het neokoloniale karakter zullen kunnen vermijden van de relatie tussen Afrikai en de westerse landen. Die laatste krijgen er met Chinai in elk geval een zware concurrent bij.
De courante agro-industriële landbouwi zit op alle manieren in een doodlopende straat. De analyse daarvan is sinds het begin van Palai te vinden in diverse artikels, zie o.a. de links bij landbouw en voedseli, en in het boek Koe 80 heeft een probleem dat spijtig genoeg nog altijd even relevant is als bij het verschijnen tien jaar geleden.
De toekomst is te zoeken in agro-ecologische landbouwi, dat weten we nu al jaren. Wat moet schuilgaan achter dat begrip is echt duurzame landbouwi.
Duurzame - agro-ecologische - landbouwi zorgt dat er voldoende gevarieerd eten is voor alle mensen, voedseli dat veilig is om te eten, milieuvriendelijk voortgebracht door volop te steunen op de natuur en de natuurlijke kringlopen en door de ecosystemen en biodiversiteiti te respecteren en bewaken.
Hij is in de eerste plaats lokaal en regionaal, en in handen van de boeren zelf.
Tegelijk laat hij zoveel mogelijk mensen goed leven van het landbouwbedrijf doordat de productiemiddelen verdeeld blijven over tal van boerenfamilies; en doordat landbouwers een faire prijs krijgen voor hun producten en voor het verwerken ervan, hoog genoeg om alle productiekosten te dekken en fatsoenlijk te kunnen leven.
Het is ook een landbouwi die deel uitmaakt van een leefbaar platteland met behoud van de cultuurlandschappen en met het nodige respect voor het culinaire en andere erfgoed.
Voor wie meer wil weten
Op de website van de Wereldvoedsel- en landbouworganisatie FAO is er een kennisbank te vinden over agro-ecologie met onder andere bijna vijftig praktijkvoorbeelden de wereld rond.
tegenover het neoliberalisme groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechteni, aan sociale en ecologische oogmerken - aan duurzame ontwikkelingi dus -, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Het andersglobalismei wil kortom een economiei in dienst van de mens. Het wil komaf maken met de absurde situatie dat goederen, diensten en geldi rechten hebben die wereldwijd afdwingbaar zijn terwijl de rechten van de mensen, in het bijzonder de werknemersrechten, en de rechten van het milieu niet afdwingbaar zijn of zelfs amper bestaan. Voor het andersglobalismei is dit de wereld op zijn kop. De rechten van de mensen en het milieu moeten minstens even afdwingbaar zijn en zonodig zelfs voorrang krijgen. Niet omdat de economiei onbelangrijk zou zijn, maar omdat ze – hoe belangrijk ook – uiteindelijk een middel is en geen doel.
Het andersglobalismei wil de politici verplichten het mondiale algemeen belang te organiseren, via het afdwingbaar maken van sociale basisnormen en werknemersrechten, via het opleggen van ecologische minimumregels, via landhervormingen en regionale landbouwmarkten, belasting op internationale financiële verrichtingen, het verdwijnen van belastingparadijzen, inkomensherverdeling en sociale zekerheidi, economieën die voorrang geven aan lokale en regionale behoeften, de oprichting van een mondiale VN politiemacht, en ga zo maar door. zie ook anders- of antiglobaliseringsbewegingi
Vooral sinds de conferentie van de Wereldhandelsorganisatiei in Seattle in 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de huidige globaliseringi heel zichtbaar, van Seattle – waar de Amerikaanse vakbondeni voor de meeste betogers zorgen - tot Genua en Bangkok, van Cancun tot Dakar en Brussel, van Washington tot Praag en Hong Kong.
Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economiei voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechteni in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles veelal in het geheim en dus ondemocratisch verloopt. Wanneer je te maken krijgt met een economiei die zo veel nadelen meebrengt en zo veel deficits veroorzaakt, moet niemand verbaasd zijn dat de onvrede groot is.
Antiglobaliseringsbewegingi kreeg ze eerst als naam, eigenlijk volkomen onterecht. Want deze beweging is ook naarstig op zoek naar alternatieven. Onder het wervende motto ‘een andere wereld is mogelijk’ verzamelen zich sinds 2001 vele bewegingen en organisaties, vele tienduizenden mensen op het Wereld Sociaal Forumi en in talrijke regionale en nationale fora de wereld rond.
Die beweging is dus zo veelzijdig als je maar kan indenken en dat is de vertaling van alle problemen die de huidige globaliseringi met zich meebrengt. Maar net omdat al die problemen meer en meer met elkaar te maken hebben, is er druk om elkaar te vinden en zelfs een noodzaak om samen te werken. Met als kern de vakbondeni, boerenbewegingeni en milieuorganisaties kan zij uitgroeien tot de eerste werkelijk mondiale sociale beweging, een beweging voor een meer duurzame, sociale en democratische wereld.
Wetgeving die moet beletten dat één bedrijf of handelaar misbruik maakt van een monopoliepositie of dat bedrijveni of handelaars het op een akkoordje gooien om de normale concurrentiei op de markt te omzeilen door bijvoorbeeld prijsafspraken of dat concurrerende bedrijveni overgaan tot een fusie met hetzelfde marktverstorende effect.
De toenemende internationale concurrentiei op de wereldmarkt en de snelle technologische (r)evoluties zouden monopolievorming tegengaan, of alvast moeilijker maken. Maar in werkelijkheid laten de digitale en AI ontwikkelingi het tegendeel zien: nieuwe online en datamonopolies duiken op.
Antikartelzaak Microsoft
Terzelfder tijd moet men eind 20ste eeuw vaststellen dat het digitale monopolie dat Microsoft vestigt (met Windows en Interneti Explorer) net samenvalt met de jongste globaliseringsgolf. Er komt een antikartel rechtszaak van in de VS. Maar tot een opsplitsing van het bedrijf komt het uiteindelijk niet. (1)
Datajacht
De om zich heen grijpende digitalisering, nog versterkt door artificiële intelligentie, leidt begin 21ste eeuw tot een vrijwel ongeremde datajacht. Een ongeziene concentratie van geldi en machti belandt bij een handvol monopolistische dataverzamelaars: Alphabet (met z’n al 20 jaar volstrekt dominante zoekmachine Google) gevolgd door Meta met o.a. Facebook en Instagram, Apple, Amazon en ook nog altijd Microsoft, verder Tiktok en mogelijk Open AI. Vooral in Chinai heersen Chinese tegenhangers als Baidu, Alibaba en Tencent.
Op 9 september 2024 begint in de VS een tweede antitrust of concurrentierechtszaak tegen Google met als aanklacht dat het bedrijf onwettig de online advertentiemarkt monopoliseert. (3)
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.
Let wel, arbeidi is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werki in de zwarte of informele economiei is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werki is.
De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werki te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globaliseringi vrijheid en rechten voor geldi, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeidi te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaali. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoedei mee.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatiei (IAOi) onderhandelen regeringen, werknemersi en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormeni vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAOi. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
De fundamentele arbeidsnormeni - vrijheid van vereniging of vakbondsvrijheid, het recht op collectieve onderhandelingen, geen dwangarbeid, geen discriminatie op de werkvloer, geen kinderarbeidi – moeten volgens een IAOi Verklaring uit 1998 door iedereen worden nageleefd. Naast de fundamentele arbeidsnormeni zijn er conventies over tal van arbeidsverbonden thema’s: werkgelegenheid, arbeidsinspectie, tripartiete sociaal overleg op nationaal vlak, veiligheidi en gezondheid, sociale zekerheidi, arbeidsduur, ontslagrecht,…
De IAOi heeft controlemechanismen opgezet om de toepassing van de conventies op te volgen.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentiniëi in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werki in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoeri.
Maar hun politici laten hen in de steek en hun militairen maken het met een staatsgreep alleen maar erger. De economiei krijgt het moeilijk. Zo raakt Argentiniëi in de greep van het Internationaal Monetair Fondsi maar het ‘herstelbeleid’ van dat IMFi duwt het land volledig in de economische afgrond.
De Argentijnse industrie wordt weerloos uitgeleverd aan de wereldmarkt, het resultaat is catastrofaal. Duizenden fabrieken gaan dicht, vele honderdduizenden verliezen hun werki en in 2002 leeft 58 % van de bevolkingi in armoedei en sterven kinderen van hongeri in een land dat voedseli voortbrengt voor wel driehonderd miljoen mensen, dat is acht maal de eigen bevolkingi. De grote middenklasse bevolkingi, met een levensstijl zoals doorsnee Europeanen, verdwijnt in grote mate. Er rest een kleine minderheid van superrijken en vooral veel, heel veel armen.
Bijna alleszeggend is de evolutie van de inkomensverdeling. In 1973-74 waren de 10 procent armste Argentijnen zeven keer armer dan de 10 procent rijkste. Dat maakt het mogelijk dat Argentiniëi een grote middenklasse had. In 2003 is die verhouding tussen arm en rijk 1 op 43. De inkomenskloofi is dus enorm gegroeid.
Niets zegt dat dit ook de toekomst van Europese landen zal zijn. Dat hoeft zeker niet zo te zijn. Maar het is wel een waarschuwing. Een land met slechte politici riskeert zijn welvaart te ondergraven. En wat na 2003? Het is waar dat het de jongste jaren bergop gaat met Argentiniëi. Maar dat is heel relatief: wie van de hoogste toppen helemaal tot beneden is gevallen, kan bij het beklimmen van de eerste hellingen inderdaad zeggen dat het omhoog gaat. Maar dat blijft veel lager dan vroeger. Een kapotte welvaartstaat herstel je niet zo snel.
Armoedei is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen.
Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoedei te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische machti verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol.
Het belang van behoorlijk vergoed werki om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werki nooit teveel kan worden beklemtoond.
Zelfs de Aziatische tijgersi blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisisi van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geldi vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fondsi opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werki en inkomen.
Volgens de voormalige hoofdeconoom van de Wereldbanki en Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz zal het zelfs enkele decennia duren vooraleer deze landen volledig zullen herstellen van de onnodig diepe economische crisis die ze door de schuld van het IMFi te verduren kregen. Vooral is de Aziatische crisisi een waarschuwing dat volledige liberaliseringi of vrijmaking van de financiële markten niet zonder gevaren is.
Vooral vanaf de jaren zestig van vorige eeuw realiseren Zuid-Korea, Taiwan en de stadstaten Singapore en Hongkong een spectaculaire industrialisering en indrukwekkende groeicijfers. De vier oorspronkelijke tijgers of draken katapulteren zich in één of twee generaties van een soms Afrikaans naar een Zuid-Europees welvaartspeil. Later volgen Thailand, Maleisië, Indonesië en de Filippijnen dit voorbeeld, met wisselend succes.
Het wondermiddel is exportgeleide groei maar dan wel op hun zelfgekozen voorwaarden. Zo verdelen Zuid-Korea en Taiwan de grond, investeren in onderwijs en gezondheidszorg, beschermen hun landbouwi en hun opkomende industrie, veroveren vanuit die gesloten binnenlandse markt de wereldmarkt… en altijd kiezen ze voor relatief grote welvaartsgelijkheid. Dit is allerminst volgens het ontwikkelingsrecept of de regels van IMFi, Wereldbanki en Wereldhandelsorganisatiei die volkomen onterecht naar deze succesverhalen wijzen als een bewijs van hun gelijk.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aardei en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Toch vertoont Aziëi heel verschillende ontwikkelingen, ook binnenin landen als Chinai en India die grote subcontinenten zijn.
Naast metropolen als Tokio, Sjanghai, Singapore en Mumbai die hun rijkdom dikwijls opvallend uitstallen telt Aziëi nog altijd de meeste armen en hongerigen op deze wereld. In de jaren ’90 van vorige eeuw is het aantal armen in Zuid-Aziëi zelfs gestegen, vooral op het platteland. Inpassing in de wereldeconomie brengt niet voor iedereen meer welvaart.
Opvallend is dat Aziëi het snelst ecologisch achteruitboert. De meest vervuilde steden zijn vooral hier te vinden.
haalt de top 5 van landbouwproducten en is wat de pot schaft voor miljoenen mensen. Bij ons ooit héél exotisch fruit, nu al met de paplepel verorberd.
Zowat 20 procent van de bananenoogst belandt op de wereldmarkt, vooral gecontroleerd door multinationals als Chiquita en Dole en door supermarktketens. Overproductie leidt tot dalende prijzen, lagere inkomens en slechte werkomstandigheden. Welke zullen we dan eten?
Er was een bananenoorlog tussen dollarbananen uit Latijns-Amerika en ACP-bananen uit Afrikai of de Cariben die van een Europees voorkeurtarief genieten; de toekomst daarvan blijft onduidelijkheid.
Fair tradei bananen garanderen een eerlijke prijs maar halen slechts een beperkt marktaandeel.
Interessant is dat Chiquita, vroeger symbool van al wat fout liep, zich nu werpt op duurzame bananenteelt met respect voor o.a. milieu en arbeidsrechten. Voor de eigen plantages lukt dat al, bij de onderaannemers nog niet volledig.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Palai.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Hij stond (mee) aan de wieg van diverse maatschappelijke initiatieven, zoals o.a. TransitieNetwerk Middenveldi en het TransitieFestival, NewB, Energiedemocratie Vlaanderen, dewereldmorgen, MO*magazine, mondiaal/travailmondial, 11.11.11 uitgeverij, wereldinbeeld.be, ikwilniet.org dat later uitgroeide tot Palai.be ... soms onder het motto: “We maken onze structuren om er kwaad op te kunnen zijn. Anders kunnen we enkel janken van onmacht.” Zijn jongste initiatieven zijn CoopWijzer. Geld voor de toekomst en het e-boek 10.000 doden & lockdown. Waren ze te vermijden?
vormen een belangrijke motor van de huidige globaliseringi.
Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globaliseringi. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Maar we worstelen met hun steeds minder geremde concentratie- en monopoliezucht en met hun hongeri om van alles koopwaar te maken. Ook hun principes van concurrentiei en winststreven, die binnen het economische terrein een zeker nut hebben, overwoekeren snel hele sectoren van de samenleving.
Publieke dienstverlening, cultuur, mediai, wetenschappelijk onderzoek, ja zelfs onderwijs en sociale zekerheidi in sommige landen worden gekoloniseerd door economisch en bedrijfsmatig denken. Veel meer dan vroeger speelt ook hier de markt, komen ze onder verregaande invloed van bedrijveni of gaan ze (deels) over in hun handen.
onder de toelichting overzicht van belangrijke Palai artikels met link
Zonder belastingeni geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheidi (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economiei met nuttig werki voor iedereen. Te weinig belastingeni heffen is zo veel als zeggen dat vlot auto’s van 100.000 euro of meer kunnen kopen belangrijker is dan werkverschaffing of inkomen voor talloze minder bedeelden.
In onze globaliserende wereld zijn ook mondiale publieke goederen nodig, denk maar aan controle op en vernietiging van massavernietigingswapens, een VN politiemacht om o.a. massamoorden te voorkomen, stoppen van de overbevissingi en vervuilingi van de zeeën, afdwingen van minimale sociale regels zodat alvast kinderarbeidi en slavernij niet meer kunnen, onderzoek naar armoedeziekten, een tegenwicht om multinationals te controleren. Er is ook internationale inkomensherverdeling nodig zodat alle mensen minstens genoeg hebben om menswaardig te leven.
En dus moeten we mondiale belastingeni heffen om dit alles te kunnen betalen, vooreerst bij wie rijker is en via heffingen op activiteiten die sociaal, ecologisch en economisch schadelijk zijn. In die logica heffen we mondiale belastingeni prioritair op internationale financiële verrichtingen en – zolang die er zijn – op de uitstoot van broeikasgassen, op de miskenning van sociale rechten en op monopolistische winsten.
De politiek is weggegleden van zelfs maar de schijn van eerlijke fiscaliteit. Dat ondermijnt sociale rechtvaardigheid en milieuvriendelijkheid, zo belangrijk voor goede samenlevingen.
We gaan de coronacrisis toch niet alleen met belastingeni betalen? Want er is een prima alternatief. Zet de corona relance miljarden grotendeels om in aandelen van bedrijveni, dan zorgen die straks voor overheidsinkomsten.
Als Amerikaanse miljardairs pleiten om meer belastingeni te betalen, refereren ze naar de wonderjaren van de VS. Toen werden superrijken als vanzelfsprekend zwaar belast en genoot het hele land van goede infrastructuur.
Apple heeft 14,3 miljard euro op een geblokkeerde rekening gestort. Dat is de volledige som aan achterstallige belastingeni en intresten die het bedrijf aan Ierland moet betalen... als het ook in beroep ongelijk krijgt.
Het Europees Gerecht heeft geoordeeld dat Apple toch geen 13 miljard euro belastingeni moet betalen aan Ierland. De miserie van fiscale concurrentiei tussen verschillende landen ligt weer volop bloot.
Rio Tinto omzeilt voor de door haar gecontroleerde Oyu Tolgoi mijn in Mongolië 700 miljoen dollar aan belastingeni in Canada en Mongolië … Dit betreft slechts één van de vele mijnen die worden uitgebaat.
Ja, waarom zijn er eigenlijk nog geen lage emissiezones voor schepen en vliegtuigen? Want hun groeiende belasting voor de planeet en bedreiging voor het klimaat zijn niet te harden.
Echte democratie vereist greep op ons economische bestaan. Een zware bedreiging voor economische democratie, en dus voor democratie, blijft de vrijwel ongecontroleerde en ongecontesteerde machti van multinationals.
2000 deelnemers zorgden op zaterdag 21 september 2002 voor een vliegende start van het Belgisch Sociaal Forumi. Meer dan 150 organisaties hadden vooraf hun handtekening gezet onder de beginselverklaring van het Forum. Belgische vakbondeni, NGO's, klassieke en nieuwe sociale bewegingen vonden elkaar voor een gemeenschappelijk project.
Met het forum hopen ze de dynamiek die sinds januari 2001 op het Wereld Sociaal Forumi te Porto Alegre is ontstaan, verder te zetten en te verspreiden in steden, dorpen, wijken, bedrijveni, organisaties en scholen in België. De slogan “Een andere wereld is mogelijk” blijft de centrale leuze die het streefdoel vertolkt, namelijk het globaliseren van rechtvaardigheid, vrede en solidariteit.
Grote ontmoetingsdagen van het Belgisch Sociaal Forumi zijn er na 21 september 2002 nog op 10 mei 2003, vlak voor de parlementsverkiezingen van dat jaar, en op 16 december 2006.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolkingi aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Het is waar dat te veel mensen voor problemen kan zorgen, zeker in landbouweconomieën die het moeilijk krijgen om voedseli en inkomen mee te laten groeien. Geboortebeperking is een stukje van de oplossing, maar enkel op vrijwillige basis en in combinatie met veel meer onderwijs, gezondheidszorg en zelfbeschikking voor vrouwen.
De andere – veel minder vertelde - kant van het verhaal is dat een Noord-Amerikaan 50 tot 100 maal meer verbruikt dan een Afrikaan. Niet enkel geboortebeperking is nodig, vooral een rechtvaardiger verdeling van de welvaart dringt zich op.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Heel vreemd want ons overleven hangt volledig af van de natuurlijke verscheidenheid van levende organismen en hun ecosystemen. Ze leveren cultuurgewassen, vlees en vis om te eten, industriële gewassen als rubber, katoen of hout, ook energie, geneesmiddelen en, niet te vergeten, ze bieden rust en recreatie. De meest productieve gewassen zijn veredeld en hebben behoefte aan regelmatige kruising met hun uitstervende primitieve voorouders.
De biodiversiteiti behouden is de boodschap, in de eerste plaats de zogenaamde Vavilov-gebieden die de grootste plantenrijkdom herbergen, bijna allemaal in zuidelijke landen gelegen zoals Peru, Ethiopië of Zuid-Oost-Aziëi. Het Biodiversiteitsverdragi uit 1992 moet ons daarbij helpen. Het trad in werking in 1997.
Basmati rijst is lekker, geurig en voedzaam. Dat is zo omdat tientallen generaties van Indiase landbouwers die rijstsoort hebben verbeterd en veredeld tot wat die nu is. Maar nooit is een landbouwer op het idee gekomen: ik heb die plant verbeterd en nu is ze van mij. Altijd is deze rijst het gezamenlijke bezit van de Indiase boeren en boerinnen gebleven, het was hun collectieve erfgoed, zelfs dat van de hele wereld. In 2001 verkreeg een Amerikaans bedrijf het patenti op enkele varianten van Basmati rijst, tot ontzetting van vele Indiërs. Zij verzetten zich tegen wat zij ervaren als het wegkapen of inpikken van hun gewassen. En zij vrezen voor hun inkomen doordat ze minder zullen kunnen verkopen in het buitenland. Mogen stukjes plant, dier of mens, levend materiaal dus, privé-eigendom worden via patenten? De biotechnologiebedrijven zijn voor want die biodiversiteiti vormt hun economische en commerciële basis. Vele boerenbewegingeni, milieubewegingen en wetenschappers zijn tegen het verhandelen van genen en monopoliseren van gewassen, o.a. omdat het kleine boeren en inheemse volkeren zwaar benadeelt. De Indiase wetenschapster en activiste Vandana Shiva is één van de bekendste tegenstandsters.
Boerenbewegingeni zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouwi in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen.
Wereldwijd pleiten boerenbewegingeni voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies.
Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbewegingi.
Na de beurscrash van 1929, de economische crisis en zelfs ineenstorting wereldwijd, de massaal door dictaturen weggespoelde democratieën en het inferno van de Tweede Wereldoorlog dat 52 miljoen mensenlevens eist, kan de mensheid eindelijk puin ruimen.
Voor de heropbouw en om de wereldeconomie in betere banen te leiden, worden in 1944 in het stadje Bretton Woodsi (VS) het Internationaal Monetair Fondsi en de Wereldbanki opgericht. Tientallen jaren lang is de evaluatie van deze Bretton Woodsi instellingen eerder positief.
Al vlug is er ook kritiek te horen op hun exclusief op groei gericht ontwikkelingsmodel. Duurzame ontwikkelingi, armoedebestrijding, inkomens(her)verdeling en mensenrechteni komen laat of niet in hun blikveld en blijven meer intentie dan werkelijkheid.
Vooral na 1980 worden ze onder vuur genomen voor hun acute en eenzijdige hang naar volledig vrije markten en privatiseringen.
Het natuurlijk broeikaseffecti zorgt ervoor dat het op Aardei lekker warm is met gemiddeld 15°C.
Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffecti en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatveranderingi.
Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoeri en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.
En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegeli, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.
Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globaliseringi, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.
Het bruto nationaal producti of bnpi telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Of rekent die productie om per inwoner van dat land, gemiddeld natuurlijk.
Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over. Of die inwoners lang leven of vroeg sterven, ziekelijk zijn of niet, geschoold of ongeschoold, of er superrijken zijn naast hopen ondervoede drommels of vooral een redelijk verdienende middenklasse, daar vertelt de hoogte van het bnpi weinig of niets over.
Ronduit kortzichtig is dat het bnpi geen rekening houdt met het verlies van natuurlijk kapitaali dat onze economiei veroorzaakt.
Weinig menselijke realisaties zonder organisatie, denk aan scholen, overheden, spoorwegen, multinationals of NGO’s.
Maar, het is al te waar, geen menselijke organisaties zonder bureaucratiei, een steeds dreigend fenomeen van immobilisme en nutteloze hiërarchie, zowel in de privé, bij de overheid als in de civiele samenlevingi.
Het bureaucratische onvermogen van vele organisaties om buiten de oude krijtlijnen oplossingen te zoeken leidt ertoe dat nieuwe mondiale problemen veel te lang zullen voortwoekeren, dat we b.v. voorlopig vruchteloos wachten op mondiale belastingeni, inkomensherverdeling, afdwingbare milieunormen of een permanente VN-politiemacht.
Eeuwenlang is Chinai goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert Chinai naar zijn vertrouwde dimensie.
De discussie blijft woeden, is Chinai nu een economische grootmacht of vooral toch nog een arm land? Het beste antwoord is dat Chinai het één en het ander is. Maar laten we vooral enkele cijfers spreken over de Chinese economische ontwikkelingi.
Tussen 1990 en 2006 neemt het aandeel in de economische wereldproductie toe van 2 tot 5,5 %, dat is bijna een verdrievoudiging. In reële koopkracht is het Chinese aandeel zelfs ruim 15%. In 1983 is Japan goed voor 8% van de werelduitvoer en Chinai voor 1,2%. Goed twee decennia later, in 2006, is Japan met 5,1% van de wereldexport voorbijgestoken door Chinai dat al 8,1% voor zijn rekening neemt.
Ja, Chinai is flink op weg om de fabriek van de wereld te zijn in de 21ste eeuw. En zelfs als consument klopt Chinai al meer dan eens de Verenigde Staten. Chinai verbruikt meer steenkool (sinds 1986), meer staal (1999), meer gsm’s (2001) en meer vlees (1992). De VS consumeert in 2007 wel nog drie maal meer olie en telt tweeëndertig maal meer luchthavens. Schaduwzijde is dat Chinai ook de snelst groeiende bijdrage levert aan de opwarming van de Aardei. (01/06/2006)
Een circulaire economiei is ontworpen voor hergebruik en herstel. Ze beoogt altijd het behoud van de hoogst mogelijke nuttigheidswaarde van producten, componenten en materialen. Daarbij maakt ze onderscheidt tussen biologische en technische levenscycli. Het doel is te komen tot een voortdurende positieve kringloopontwikkeling: die behoudt of verbetert natuurlijk kapitaali, optimaliseert de opbrengsten en minimaliseert de systeemrisico’s door de eindige voorraden en de hernieuwbare stromen te beheren. Dat zijn meteen de principes van deze economiei.
In een echte circulaire economiei bestaat verbruik alleen maar via biologische stromen. Anders moet het niet om verbruik maar om gebruik gaan. Alle hulpbronnen worden hernieuwd in biologische kringlopen of hersteld en hergebruikt in de technische kringloop.
In 1907 zijn honderd zesenzeventig duizend mensen lid van een niet-gouvernementele organisatie of ngo. Dit cijfer stijgt langzaam tot de jaren zestig. Vanaf dan lijkt de groei van de ngo’s niet meer te stuiten: in 1993 nadert hun gezamenlijke ledental negenentwintig miljoen.
In 1995 zijn honderdvierenzestig miljoen werknemersi lid van een vakbond. De arbeidersbeweging is tot vandaag veruit de grootste sociale beweging.
Het loopt niet altijd even vlot, maar we moeten durven opmerken dat overal ter wereld steeds meer mensen uiting geven aan hun emancipatiedrang. Ze verenigen zich in politieke organisaties, in bevrijdingsorganisaties, in vakbondeni; boeren, vrouwen, landlozeni, consumenten, minderheden, ze organiseren zich allemaal; er komen coöperatiesi, en organisaties rond milieu, mensenrechteni, cultuur en nog veel meer organisaties, allemaal om meer greep te krijgen op hun levenscondities, om hun rechten uit te zoeken, te formuleren en op te eisen. Op dat maatschappelijke middenveldi tussen individu en overheid - de civiele samenlevingi dus, wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Het zijn deze bewegingskrachten die het democratiseringsproces van de wereldsamenleving verder stuwen. Zij verplichten de wereld om gaandeweg respect voor eenieders rechten af te dwingen. Natuurlijk gaat hun weg niet over rozen. Misschien zal iemand willen opmerken dat hun emancipatiestrijd moet leiden tot conflicten met de machthebbers. Dat is onmiskenbaar zo. Mensen krijgen hun emancipatie en ontvoogding zelden in de schoot geworpen. Bijna altijd wacht de confrontatie met andere belangen, met wie profijt haalt uit de bestaande situatie.
Daarbij mag men niet uit het oog verliezen dat uiteindelijk elke machti het moeilijk krijgt om een georganiseerde samenleving te weerstaan. Wie verandering beoogt, moet dus vooral de samenleving of de mensen ‘uitdagen’, niet zozeer de machtsstructuren of machthebbers, dat komt dan vanzelf wel.
Het belang van de civiele samenlevingi voor emancipatie en voor de goede werking van een democratie kan moeilijk overschat worden.
Uit Barrez Dirki, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 21ste eeuw', p.171-172. Het boek is uitverkocht maar nog te lezen als e-boek - klik hier
Deze informatie is ook te vinden onder de term middenveldi
Weblinks naar verwante artikels
Van vlag tot hashtag Blijven bewegingen motor van verandering in globaliserende wereld? | 8-10-2015
wanneer landen hun buitenlandse schuldenlasti niet meer aankunnen, komen hun bankiers samen in de Club van Londeni om een schuldherschikking te onderhandelen.
deze club verzamelt 19 rijke landen die leningen geven aan ontwikkelingslanden. Wanneer het Internationaal Monetair Fondsi (IMFi) een schuldencrisis in een ontwikkelingsland vaststelt, onderzoekt die Club van Parijsi de mogelijkheden om de schuld te verminderen en/of te herschikken. In ruil daarvoor moeten die landen vanaf de jaren ’80 meer en meer hun economieën liberaliseren en hun overheidsuitgaven beperken.
deze denkgroep verzamelt sinds 1968 wetenschappers, economen, zakenmensen, internationale ambtenaren en toppolitici die een betere wereld betrachten.
Meest bekend is hun rapport De grenzen aan de groeii uit 1972, fel bejubeld en bekritiseerd, dikwijls verkeerd geciteerd.
De conclusies van het rapport zijn dat
1) bij ongewijzigde trends van bevolkingsgroei, industrialisering, vervuilingi, voedselproductie en uitputtingi van de natuurlijke hulpbronnen de groeigrenzen binnen de 100 jaar worden bereikt,
2) verandering en de opbouw van een duurzame economiei mogelijk zijn en
3) als de wereld voor 2) kiest, we onze kans op succes vergroten naarmate we sneller beginnen.
Dit rapport zet het probleem van een duurzame ontwikkelingi, en vooral dan van de ecologische duurzaamheidi, op de wereldagenda. In 2004 verschijnt een actualisering.
De Club van Romei werkt al die tijd via conferenties en rapporten.
In 2005 verschijnt het opvallende rapport Grenzen aan privatisering dat wel 50 gevallen van al dan niet gelukte privatiseringen uit de hele wereld onderzoekt en één algemene conclusie trekt, let op voor extremen. Het is een overtuigend pleidooi om pragmatisch tewerk te gaan en te kijken wat werkt, en wat niet werkt bij privatiseringen.
Bij de veertigste verjaardag van het rapport De grenzen aan de groeiiverschijnt 2052. A Global Forecast for the Next Forty Years - dit boek biedt een vooruitblik en vertelt, in de woorden van de auteur, hoe stom mensen de volgende 40 jaar zullen zijn
Uit het jaar van de vijftigste verjaardag van deze Club dateert het rapport Come On! Zowel in de betekenis van Komaan! Je gaat me toch niet vertellen dat de huidige trends duurzaam zijn! Als van Komaan! Blijf toch niet vasthangen aan verouderde filosofieën en maak toch mee die spannende reis naar duurzaamheidi!
Aangenomen door de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België (AVBB), de Belgische Vereniging van Dagbladuitgevers (BVDU) en de Nationale Federatie van Informatieweekbladen (NFIW) - sinds 1999 FEBELMA - in 1982.
De vrijheid van meningsuiting is één van de fundamentele rechten van de mens. Zij is een essentiële voorwaarde voor een goed voorgelichte publieke opinie.
Teneinde bij te dragen tot het behoud van de integriteit en de vrijheid van de pers hebben de BVDU en de AVBB de hierna volgende code van journalistieke beginselen aangenomen.
1) Persvrijheid
De persvrijheid is de voornaamste waarborg voor de vrijheid van meningsuiting zonder dewelke de bescherming van de andere fundamentele burgerrechten niet kan gewaarborgd worden. De pers moet het recht hebben ongehinderd gegevens te verzamelen en informatie en commentaren te publiceren teneinde de vorming van de publieke opinie te verzekeren.
2) De feiten
De feiten moeten onpartijdig verzameld en weergegeven worden.
3) Onderscheid tussen informatie en commentaar
Het onderscheid tussen de weergave van de feiten en de commentaren moet duidelijk merkbaar zijn. Dit principe mag geen beperking vormen voor de krant om haar eigen visie en het standpunt van anderen weer te geven.
4) Respect voor verscheidenheid van opinie
De pers erkent en respecteert de verscheidenheid van opinie, zij verdedigt de vrijheid van publicatie van verschillende standpunten. Zij kant zich tegen elke vorm van discriminatie op grond van geslacht, ras, nationaliteit, taal, godsdienst, ideologie, volk, cultuur, klasse of overtuiging in de mate dat de alzo beleden overtuigingen niet in conflict komen met het respect voor de fundamentele rechten van de menselijke persoon.
5) Respect voor de menselijke waardigheid
De uitgevers, de hoofdredacteuren en journalisten moeten de individuele waardigheid en privacy respecteren; zij moeten iedere ongeoorloofde inmenging in persoonlijke pijn en smart vermijden, tenzij overwegingen i.v.m. de persvrijheid zoals onder artikel 1 bepaald, dit noodzakelijk maken.
6) Voorstellen van geweld
De misdaden, het terrorisme en andere daden van wreedheid en onmenselijkheid mogen niet geroemd worden.
7) Rechtzetting van foutieve informatie
Feiten en informatie die na publicatie ervan foutief blijken te zijn, moeten rechtgezet worden en dit zonder beperking, onverminderd de wettelijke beschikkingen inzake het recht op antwoord.
8) Bescherming van informatiebronnen
Vertrouwelijke informatiebronnen mogen niet onthuld worden zonder de uitdrukkelijke toelating van de aanbrengers.
9) Geheimhouding
De vrijwaring van het geheim karakter in privé- en staatsbelangen, zoals voorzien door de wet, mag de persvrijheid zoals onder artikel 1 bepaald niet aantasten.
10) Rechten van de mens
Indien er tegenstelling zou kunnen ontstaan tussen de beoefening van de vrije meningsuiting en andere fundamentele rechten van de mens, moeten uitgevers en hoofdredacteuren op eigen verantwoordelijkheid beslissen aan welk recht voorrang verleend wordt na raadpleging van de betrokken journalisten.
11) Onafhankelijkheid
De kranten en journalisten mogen aan geen enkele druk toegeven.
12) Advertenties
De advertenties moeten dermate opgemaakt worden dat de lezer ze niet kan verwarren met de berichtgeving.
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commonsiof gemeengoedi om alles wat mensen delen. Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
Gemeen goedcoöperatiesi zijn vaak de meest aangewezen oplossing om de commonsi of gemeenschappelijke goederen te beheren, van natuurlijke hulpbronnen als grond of water tot erfgoed en intellectuele eigendom. Privatiseringi van dat gemeen goed brengt bijna altijd waardeverlies mee en ontzegt de vrije toegang aan alle anderen. Maar ook overheden blijken al te dikwijls niet de beste beheerders van gemeen goed.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentiei op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten.
Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentiei ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentiei tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie.
In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentiei de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globaliseringi uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werki slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheidi en gezondheid.
Op 18 maart 2007 is het zover. De Unescoi Conventie over de Bescherming en Promotie van de Culturele Diversiteit is van kracht geworden. Die conventie is belangrijk als tegenwicht voor de huidige globaliseringi die de economiei bijna ongeremd buiten haar oevers doet treden. Ze legt haar regels van concurrentiei, privatiseringi of commercialisering op aan samenleving, mediai, wetenschapi en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanricht.
We zien b.v. hoe de wetenschapi via contractonderzoek met de industrie haar waarden van vrij onderzoek en openbaarheid verkoopt. We merken hoe de pletwals van een westerse economiei en cultuur die zich overal opdringt al te dikwijls de talen, levenswijzen en culturen van vele gemeenschappen in verdrukking brengt, van nomaden die niet meer mogen rondtrekken tot oerwoudbewoners die hun bossen gekapt zien. In een poging dit culturele deficiti te keren, keurde de Unescoi op 20 oktober 2005 de Conventie Culturele Diversiteiti goed zodat landen b.v. hun eigen filmproductie mogen ondersteunen, een forse uitzondering op het principe van vrijhandeli.
Intussen hebben tweeënvijftig landen de Conventie geratificeerd, daarbij ook de Europese Uniei, en dat is een primeur.
Wanneer consumenten, producenten, werknemersi of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatiei.
Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders, zoals een naamloze vennootschap of ander privébedrijf, wel om de gedeelde economische, sociale, culturele en/of ecologische doelstellingen te realiseren van de coöperanten. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Belangrijk om op te merken is dat coöperatiesi wel degelijk bedrijveni zijn. Ook de Internationale Coöperatieve Alliantiei (ICA), dat is de mondiale koepelorganisatie, hamert daar op; maar evenzeer, en daarin onderscheiden ze zich van andere bedrijveni, dat ze in handen zijn van de leden en door hen worden geleid. Al die leden hebben een gelijkwaardige stem in hun onderneming en ze beheren hun onderneming democratisch.
Niet geldgedreven, maar waardegedreven
Wat hier meteen uit blijkt, is dat coöperatieve bedrijveni niet in de eerste plaats financiële winst nastreven maar veel meer waardegedreven zijn. Natuurlijk is voldoende winst nodig om met de nodige investeringen de toekomst veilig te stellen en om een gerechtvaardigd dividendi uit te keren voor het kapitaali dat de coöperanten verschaffen. Veel essentiëler voor coöperatiesi dan winst zijn echter de talrijke waarden die ze willen waarmaken.
Het zelf nemen van verantwoordelijkheid en de daarmee verbonden waarde van zelfredzaamheid behoren daartoe. Gelijkheid is natuurlijk ook een coöperatieve waarde, en billijkheid, verder ook solidariteit. ICA herinnert eveneens aan de ethische waarden die altijd al hoorden bij het coöperatieve gedachtegoed, de openheid voor nieuwe leden, eerlijkheid, sociale verantwoordelijkheid en zorg dragen voor anderen. Niet verbazingwekkend springt zeker de waarde van democratie in het oog, de wil tot participatieve besluitvorming en democratische controle en eigenaarschap. Ze is hier vernoemd als laatste waarde, niet omdat ze de minste zou zijn maar net om ze extra in de verf te zetten.
Geen politieke democratie zonder economische democratie
De coöperatieve ondernemingsvorm is een belangrijke hefboom om niet enkel politieke democratie maar ook economische democratie te realiseren. Bedenk immers dat democratie pas echt betekenis krijgt wanneer het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek maar ook economisch krachtig doorbreekt en dus zowel de politieke democratie als haar economische zuster sterk ontwikkeld en heel levenskrachtig zijn.
Het recht op kapitaali en het recht om welvaart te creëren – basisrechten voor alle mensen - vormen fundamenten van die economische democratie. Wanneer de mens zijn of haar arbeidi inbrengt in een breder productieproces komt het erop aan die essentiële doelstelling van het democratiseren van onze economiei waar te maken. Ze krijgt uitwerking door medebeheer, zelfbeheer, coöperatieve samenwerking, gezamenlijke eigendom van productiemiddelen en andere democratische economische organisatievormen. Het is in het licht van deze ambitie om de economische democratie te realiseren dat de kracht van coöperatiesi haar volle betekenis krijgt. (1)
Waardegedreven als ze zijn, geven coöperatiesi op basis van hun principes vorm aan de economische democratie. Dat is van een onschatbare waarde omdat democratie maar echt betekenis krijgt wanneer het gelijkheidsbeginsel niet enkel politiek maar ook economisch krachtig doorbreekt.
Het kunnen politici of ambtenaren zijn die misbruik maken van hun functie en verantwoordelijkheid; of managers van grote bedrijveni die de boeken vervalsen en zich verrijken ten koste van aandeelhouders, personeel of samenleving; of financiers die fortuinen vergaren of basis van misleidende informatie of voorkennis.
De huidige globaliseringi doet de economiei bijna ongeremd buiten haar oevers treden. Ze legt haar regels van concurrentiei, privatiseringi of commercialisering op aan samenleving, mediai, wetenschapi en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanrichten. We zien b.v. hoe de wetenschapi via contractonderzoek met de industrie haar waarden van vrij onderzoek en openbaarheid verkoopt. We merken hoe de pletwals van een westerse economiei en cultuur die zich overal opdringt al te dikwijls de talen, levenswijzen en culturen van vele gemeenschappen in verdrukking brengt, van nomaden die niet meer mogen rondtrekken tot oerwoudbewoners die hun bossen gekapt zien. In een poging dit culturele deficiti te keren, keurde de Unescoi op 20 oktober 2005 de Conventie Culturele Diversiteiti goed zodat landen b.v. hun eigen filmproductie mogen ondersteunen, een forse uitzondering op het principe van vrijhandeli.
onder de toelichting overzicht van belangrijke Palai artikels met link
We staan allen onder toezicht. Op interneti worden we gevolgd en geclassificeerd.
En waarom al die datajacht? Onze meest persoonlijke gegevens, overtuigingen, zelfs persoonlijkheidskenmerken zijn koopwaar geworden.
Dit heeft geleid tot de grootste geldi- en machtsconcentratie ooit in handen van privé concerns: GAFAM, te weten Google (Alphabet), Apple, Facebook (Meta Platforms), Amazon, Microsoft.
Overheden, zelfs de zich meest democratisch wanende, concentreren zich allerminst op de bescherming van hun burgers tegen de monopolistische dataverzamelaars, nochtans een kerntaak. In plaats daarvan profiteren ze van hun bestaan om zelf grootschalig burgers te kunnen bespioneren.
Datastrijd met zware gevolgen
Niet enkel raken we onze privacy kwijt.
Ook ons koopgedrag wordt verregaand gemanipuleerd.
Evenals ons kiesgedrag: Brexit, Trump,…
En ook ons gedrag tout court: de grootste politieke excessen vertonen zich blijkbaar zelfs in de meest bevolkingsrijke landen. Chinai met zijn op de rails gezette sociaalkredietsysteem. India met Aadhaar, een identificatieprogramma dat afnemen van vingerafdrukken en irisscans voor tal van zaken verplicht wil stellen.
We worden gevolgd en geclassificeerd. Onze meest persoonlijke gegevens, overtuigingen, zelfs persoonlijkheidskenmerken zijn koopwaar geworden. In plaats van hen te beschermen tegen datareuzen profiteren overheden ervan om zelf grootschalig burgers te bespioneren. Zeg niet dat u het niet wist.
Al een jaar leren we leven met GDPR. Zijn burgers nu beter beschermd tegen digitale reuzen als Google en Facebook? De leden van de werknemerscoöperatiei Nestor zijn daar niet van overtuigd.
We kennen al lang de voordelen van kennis delen, denk aan boeken en bibliotheken. Maar blijft dat lukken nu vooral Google, Facebook, Uber, Airbnb … niet ophouden hun elektronische prikkeldraad te plaatsen in wat eigenlijk de publieke ruimte van interneti is?
Fairphone, Framadrive en tal van andere noodzakelijke alternatieven om onze wereld te verduurzamen hebben één grote beperking: ze zijn niet goed bezig, of zeker niet goed genoeg.
Voor vele jongeren – in dit geval al wie pakweg jonger dan 50 is – zal het een koude douche zijn, of zelfs ronduit schokkend. Wanneer ze weet krijgen van het rapport The Limits of Growthi uit 1972, dat toen al accuraat de toename van de CO2-concentratie voorspelde mét als oorzaak de verbranding van fossiele brandstoffen door de mens, zullen ze zich terecht afvragen: ‘Maar waar is jullie verstand gebleven? Politiek, economiei en samenleving wisten al die tijd dat de wereld een gevaarlijke, onhoudbare koers aan het varen was. Waarom hebben jullie – politici in de allereerste plaats – decennia gewacht om in te grijpen?’
Het besef van het belang en de dringendheid van een omslag was evenwel groot in die tijd. Ter illustratie, nog datzelfde jaar verscheen onder andere de Nederlandse vertaling van The Limits of Growthi met als titel Rapport van de Club van Romei. De grenzen aan de groeii. Het rapport was inderdaad bedoeld voor die denkgroep. Die verzamelt sinds 1968 en tot vandaag wetenschappers, economen, zakenmensen, internationale ambtenaren en toppolitici uit alle werelddelen. Ze delen een grote bezorgdheid over de problemen die opduiken voor de mensheid. Daarom vragen ze in 1970 aan de Systems Dynamics Group van het befaamde Massachusetts Institute of Technology (MIT) om een studie te maken.
De grote verdienste van dat rapport is dat het uitgaat van het wereldsysteem Aardei en wijst op de onhoudbaarheid van de groeitrends inzake industrialisering, bevolking, vervuilingi, voedselproductie en uitputtingi van natuurlijke hulpbronnen. Het poneert ook zonneklare conclusies.
Een ecologisch en economisch evenwicht is mogelijk
Wie zal vandaag de drie conclusies uit The Limits of Growthi tegenspreken? Ten eerste: bij ongewijzigde trends zullen we binnen honderd jaar de grenzen aan de groeii bereiken. Ten tweede: het is mogelijk die trends te veranderen en een toestand van ecologisch en economisch evenwicht op te bouwen. Ten derde: als alle volken het tweede verkiezen, zal de kans op succes groter zijn naarmate ze sneller beginnen.
Nogmaals, dat alles dateert uit 1972, en weinig informatie raakt in die tijd meer verspreid over de aardbol of krijgt meer aandacht. Er is zelfs niet de minste reden voor excuses in de aard van ‘dat wisten we niet’ of ‘dat konden we niet weten’.
De Val der Engeleni. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen is een boek dat Dirk Barrez schreef in 1991 over "de ontaarding van de internationale samenwerking" zoals in de titel van de inleiding staat.
Te langzaam dringt door hoe belangrijk het geheel van mensenrechteni is dat onze wereld moeizaam heeft opgebouwd. Burgerlijke en politieke rechten, economische, sociale en culturele rechten, ze wijzen allemaal de weg naar een meer menselijke wereld.
De auteur acht de niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties (NGO's) onvervangbaar als zij streven naar veranderingen in de wereldverhoudingen tussen Noord en Zuid die vandaag tot de miskenning van zovele mensenrechteni leiden.
Hulp is de allerarmste vorm van samenwerking
Maar er rijzen problemen als NGO's vergeten dat hun opdracht om mensenrechteni draait en bijna uitsluitend vertalen in financiële hulp. Want hulp is net de allerarmste en allerslechtste en dus meest verwerpelijke vorm van internationale samenwerking. Waarom?
Ten eerste omdat hulp het ontwikkelingsprobleem niet meer in termen van mensenrechteni - en dus in politieke termen - plaatst maar wegbergt in de sfeer van de hulp, de caritas, de liefdadigheid.
Ten tweede omdat de NGO's de mythe creëren en koesteren dat hun hulp, hun ontwikkelingssamenwerkingi ook echt zou helpen de problemen van de Derde Wereldi op te lossen.
Ten derde omdat NGO's die vergeten dat hun opdracht om mensenrechteni draait en een politieke uitdaging is, niet meer zijn dan hulporganisaties. Ze worden meer deel van het probleem dan van de oplossing.
Na een inleidende blik op de echte wereld vandaag en op het ontstaan van NGO's, toont dit gewild striemend pamflet in een eerste deel dat het de NGO's vooral om geldi is te doen.
Dan volgt het kernprobleem: we ontdekken dat de NGO-hulp niet bijdraagt tot de ontwikkelingi van Derde Wereldlanden en waarom hun hulp niet kan werken.
Het derde deel verdiept zich in de verblindingsmachine die de NGO-wereld is geworden.
De uitleiding waarschuwt voor dooddoeners en schetst de contouren van een mogelijk alternatief.
"Meest besproken onuitgegeven boek"
Nog voor het pamflet uitgegeven geraakt, doet De Val der Engeleni ongezien veel stof opwaaien: kranteninterviews, debatten, massaal bijgewoonde discussieavonden, voorpublicaties, verspreiding van ongeautoriseerde kopieën, zelfs boekbesprekingen... Al vindt het twee jaar lang geen uitgever - meer dan één krabbelt terug onder NGO-druk, een democratisch land onwaardig - mee daardoor wordt het al die tijd misschien wel het "meest besproken onuitgegeven boek".
Uiteindelijk verschijnt De val der engeleni. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen, 1991, 79 p. in Het orkest van de Titanic. Werken aan andere Noord-Zuid verhoudingen, een boek uitgegeven door VUBpress & Student Aid in 1993. Zij zorgen mee voor een bredere en betere publieke discussie.
Op zowel onorthodoxe als klassieke wijzen slaagt het pamflet in zijn ambitie om een debat en een open dialoog te stimuleren over de doelstellingen van NGO's en de essentie van internationale samenwerking. Als reactie ontstaat onder andere de denkgroep Ekstermolengroep.
Twintig en zelfs dertig jaar na het schrijven blijft De Val der Engeleni meer dan eens een referentie in het nog altijd aan de gang zijnde debat over de rol van de NGO's in onze globaliserende wereld waarin de rechten van mensen, samenlevingen én de Aardei zwaar miskend blijven.
Boekinfo Barrez Dirki, De Val der Engeleni. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen, 1991, 79 p. in Hans Achterhuis, Dirk Barrez, Yash Tandon, Melanie Schellens, Antonio Elizalde, Alan Fowler, Jean Bossuyt, Het orkest van de Titanic. Werken aan andere Noord-Zuid verhoudingen, VUBpress & Student Aid, 1993, 216 p.
eind 2002 sluit Philips Hasselt de deuren, 1400 mensen verliezen hun job, het werki verhuist vooral naar Hongarije en Chinai. Textiel- en confectiefabrieken van Mexico tot Tunesië en Bangladesh ervaren de mokerslag van de Chinese industrie.
Delokalisatiei – de verhuis van economische activiteiten naar andere landen of regio’s - overkomt miljoenen werknemersi, in rijke landen én in arme landen. Economische activiteit verschuift steeds sneller doorheen de wereld, op zoek naar de goedkoopste en voordeligste plekken. Die vrijheid om te ondernemen leidt dikwijls tot grotere productiviteit en betere producten. Delokalisatiei hoeft niet negatief te zijn, op voorwaarde dat er nieuwe werkgelegenheid komt en opvang voor wie toch uit de boot valt. En waar het werki naartoe gaat moeten de mensen meer gaan verdienen en betere arbeidsvoorwaarden verkrijgen. Maar ook een negatief scenario is mogelijk. De ongeremde jacht op de goedkoopste en meest onbeschermde arbeidi verandert het mondiale economische speelveld in een strijdperk met vooral verliezers. Voor steeds meer mensen is werki, inkomen en dus het leven zelf wankel. Ongelijkheid en armoedei groeien. Uiteindelijk verliest ook de economiei zelf bij zoveel dalende koopkracht. Om dit scenario te voorkomen moeten we dringend afspreken welke minimale regels van sociale bescherming en zekerheid niet langer straffeloos mogen overtreden worden in de wereld.
We moeten ons hoeden voor een al te somber toekomstbeeld. De leegloop van de industrielanden is niet voor morgen. De volledige of gedeeltelijke sluiting van een Belgische fabriek om ze ergens anders neer te poten, blijft eerder uitzonderlijk. Het komt vaker voor dat bedrijveni elders filialen oprichten om een gedeelte van de productie uit te besteden, een ander product te ontwikkelen of een nieuwe markt aan te boren. Er is dus een groot verschil tussen de zogenaamde delokalisatiei met afbouw die gelukkig niet zo veel voorkomt en delokalisatiei met expansie of diversificatie.
artikel en video over het verhaal van Philips Hasselt
de economiei is de voorbije decennia door het wegvallen van vele grenzen als het ware in de mondiale champions league gaan spelen. Maar overheid en samenleving spelen vooral nog nationaal, een beetje Europees en veel te weinig op wereldschaal. Zo verliezen ze hun democratische greep die hen binnen de nationale grenzen in staat stelde de nodige sociale en ecologische spelregels op te leggen aan de economiei en haar te gebruiken om de welvaartsstaat te realiseren. Dat lukt niet langer wanneer de economische machti huist bij multinationals, enkele grote landen, instellingen zoals IMFi en bovenal zoiets ongrijpbaars als de volledig vrije wereldmarkt. Het democratisch deficiti kan enkel maar worden overwonnen indien politiek en samenleving zich op wereldvlak organiseren om de economiei afdwingbare regels op te leggen. Daarvoor moet ook de overheersende opvatting sneuvelen dat politiek zich ver moet houden van de economiei.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden.
Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
Die tweede wereld bestaat eigenlijk niet meer, maar daarom schuift de Derde Wereldi nog niet op.
Al in de nadagen van het kolonialisme werden de arme landen gedoopt met de afschuwelijke verzamelnaam ‘Derde Wereldi', waarmee talloze verschillende mensen, volkeren, culturen en vormen van levensvoorziening zomaar op één hoop werden gegooid. We zullen het jammer genoeg met die benaming moeten stellen.
Er is ook wel een verantwoorde reden om de grof veralgemenende begrippen Derde Wereldi of het Zuiden te gebruiken. Er is namelijk een punt van gemeenschappelijkheid dat deze zo verscheiden wereld vertoont, of beter, opgedrongen heeft gekregen. Toen het Westen zich ontwikkelde en zich militair en economisch de sterkste wist, heeft het op nietsontziende wijze zowat de hele wereld in die ‘ontwikkelingi' betrokken. Die wereld bood uitzonderlijk succesvol weerstand - Japan -, ging vaker ten onder - Inca's, Azteken - en moest meestal de aftocht blazen op militair, politiek, economisch en soms zelfs cultureel en religieus vlak. De onderontwikkeling was in gang gezet, de Noord-Zuiddeling werd een nieuw en vrij duurzaam gegeven. Ironischerwijze is de kloof tussen Noord en Zuid het sterkst gegroeid toen het kolonialisme naar de geschiedenisboeken was verwezen.
De jongste decennia is de wereld echter complexer geworden. Nieuwere industrielanden als Zuid-Korea of Taiwan kunnen maar moeilijk nog tot de Derde Wereldi worden gerekend. En landen als Chinai, India of Brazilië behoren minstens tot een heel andere categorie dan de meeste Afrikaanse of dan de Centraalamerikaanse landen.
Vroeger al liep de kloof tussen rijk en arm natuurlijk niet enkel tussen maar ook door de samenlevingen binnen landen zelf. Vandaag is dat meer dan ooit het geval. De Derde Wereldi rukt op in de traditionele ‘eerste wereld', en die eerste wereld tref je ook meer aan in die vroegere ‘Derde Wereldi'. Overal neemt de inkomenskloofi tussen arm en rijk toe.
wie de vrije markt en niets dan de markt wil laten spelen, ziet graag zoveel mogelijk regels afgeschaft. Dereguleren hangt dus nauw samen met liberaliseren, normen en wetten zouden enkel maar hinderlijk zijn voor de vrije markt. Niemand kan beweren dat een wettendiarree zoals b.v. in België het samenleven beter maakt, al is het maar omdat vele wetten dode letter blijven. Al even dwaas is om niet de voordelen van een goede marktwerking te plukken. Maar meest dwaas is de ambitie om regelgeving en overheden volledig uit het economische leven te bannen, want dat maakt één regel dominant, dan telt enkel nog het recht van de sterkste en de rijkste. Als het om onze welstand draait, om wat we in het leven nodig hebben en belangrijk vinden, zijn het wetten die de rechten van de zwakkeren beschermen, of het nu gaat om werknemersi, kleine ondernemers of zelfstandigen, consumenten, het milieu, inheemse volkeren, ja zelfs aandeelhouders.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexiai bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
In september 2008 liep het volledig fout… alleen was het niet Dexiai dat de rekening moest betalen van zijn gokschulden. Omdat Dexiai – net als Fortis en KBC – een zogenaamde systeembank is, kon ze afdwingen om te worden gered op kosten van de belastingbetaler.
Najaar 2011 gebeurt het niet langer onvoorstelbare opnieuw: Dexiai klapt ineen en moet een tweede maal worden gered. Opnieuw wordt de rekening doorgeschoven naar de vooral Belgische royale belastingbetalers. De overheid zegt toe om maar liefst 54 – vierenvijftig – miljard euro aan risicokredieten af te dekken bij Dexiai. Even voluit in cijfers: 54.000.000.000 euro, een onvoorstelbaar groot bedrag.
Overzicht van Palai artikels over de ineenstorting van de bank Dexiai - zie verder ook onder geldi
Alom oprukkende digitalisering, nog versterkt door artificiële intelligentie, is ongetwijfeld één van de allerbelangrijkste mondiale dynamieken vanaf het laatste kwart van de twintigste eeuw...
Een (r)evolutie waar heel veel bedenkingen over te maken zijn, vooral dan:
- de nooit geziene economische machtsconcentratie die de huidige digitalisering meebrengt;
- de al bijna even ongeziene argeloosheid van samenleving en politiek;
- de grote risico's en gevaren van al te losgelaten digitalisering, algoritmes en artificiële intelligentie;
- de nood aan gedecentraliseerde digitalisering en aan echte datademocratiei.
Van zogenaamde ‘sociale media’ tot AI, argeloosheid is de rode draad | 25 mei 2023 Ineens lijkt AI of artificiële intelligentie overal terwijl ze eigenlijk al decennia in opmars is. Maar er vindt inderdaad een versnelling plaats. En argeloosheid daarover kunnen we maar beter missen, zeker nu zelfs de bazen van OpenAI, Alphabet en Microsoft regulering vragen: alsof Exxon in 1965 zou vragen om een klimaatakkoord.
De veiligheid van AI: Bletchley Verklaring | 15 november 2023 De eerste landenconferentie over mogelijkheden en risico’s van artificiële intelligentie, en de nood aan internationale samenwerking, heeft de Bletchley Declaration opgeleverd. Maar hoeveel overeenstemming is er echt?
Wie beheerst de nieuwste onderzeekabels? | 16 januari 2022 Heel lang beheerste het Britse rijk de cruciale onderzeekabels. Vandaag hebben de datamultinationals Alphabet, Meta en Microsoft die ambitie. Waarom? Die communicatiekabels met namen als Marea en Dunant verzorgen vrijwel alle overzeese datatrafiek.
The Facebook Files | 5 oktober 2021 Facebook ligt de jongste tijd zwaar onder vuur. Maar waarmee begon dat? De Facebook files van The Wall Street Journal, en die gaan nog over veel meer dan de schade die Instagram aan jongeren toebrengt.
Hoe omspringen met artificiële intelligentie systemen? | 5 april 2019 We gebruiken artificiële intelligentie of AI al lang, denk bijvoorbeeld aan online suggesties voor boeken, muziek of wat dan ook. Met het oprukken van AI systemen rijzen er echter fundamentele politieke vragen. Hoeveel machti geven we aan de technologie en de bedrijveni die er gebruik van maken? Hoe verzoenen we hun activiteiten met privacy en andere essentiële democratische waarden en mensenrechteni?
We staan allen onder toezicht | 28 november 2018 We worden gevolgd en geclassificeerd. Onze meest persoonlijke gegevens, overtuigingen, zelfs persoonlijkheidskenmerken zijn koopwaar geworden. In plaats van hen te beschermen tegen datareuzen profiteren overheden ervan om zelf grootschalig burgers te bespioneren.
E-prikkeldraad en de herovering van de digitale commons | 13 februari 2017 We kennen al lang de voordelen van kennis delen, denk aan boeken en bibliotheken. Maar blijft dat lukken nu vooral Google, Facebook, Uber, Airbnb … niet ophouden hun elektronische prikkeldraad te plaatsen in wat eigenlijk de publieke ruimte van interneti is?
Keizer Facebook. Sociale netwerken helemaal niet sociaal - een analyse | 28 oktober 2010 Zijn we zo hard op ons hoofd gevallen dat we onze vrijheid van communicatie inleveren bij Facebook en andere zogenaamde sociale netwerksites? Zo gek deze nieuwe almachtige keizers te laten beslissen over wat wel en niet mag in het samenlevingsverkeer? Zo dom om te begrijpen dat de nieuwe sociale netwerken helemaal niet zo sociaal of publiek zijn?
Als een bedrijf financiële winst maakt, kan die (deels) worden gebruikt om de aandeelhouders te vergoeden voor het geldi dat ze ter beschikking stellen. De winst die wordt uitbetaald wordt gedeeld door alle aandelen. Dat bedrag is dan het dividendi per aandeel.
Voor duurzame coöperatiesi en bedrijveni is financiële winst geen doel op zich, de maatschappelijke doelen staan voorop. Toch is in een duurzame economiei een verantwoorde vergoeding van het kapitaali van de vennoten niet zonder belang.
Dat is natuurlijk zo omdat ze risico lopen en hun vertrouwen cruciaal is om hun geldi te blijven investeren. Voor de hoogte van het dividendi is zeker de vergelijking relevant van duurzame bedrijveni uit een zelfde economische sector, bijvoorbeeld energiecoöperaties.
Belangrijk om weten is dat een sterk uiteenlopend financieel presteren op de middellange en lange termijn een enorm verschil aan beschikbaar duurzaam kapitaali, zie daarvoor onder financieel rendementi.
België - vrijstelling dividenden
Dividenden zijn vrijgesteld van belasting voor aanslagjaar 2019 (inkomsten 2018) tot 640 euro per belastingplichtige en per jaar. De betaalde roerende voorheffing is te recupereren via de belastingaangifte.
Duurzaamheidi is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheidi, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Futurei uit 1987.
Duurzaamheidi wil dus een goed presterende economiei die zowel onze planeet respecteert als de mens, daarvoor moeten we minstens het natuurlijk kapitaali in stand houden. Daar zijn we nog heel ver veraf.
Let wel op. De veelgebruikte voorstelling alsof we duurzaamheidi moeten zoeken ergens midden in het raakveld van het drietal planeet – samenleving - economiei is een farce. Want die systemen bestaan niet naast elkaar. Neen, het economische systeem - de economiei - maakt deel uit van het grotere sociale systeem - de samenleving – dat op zijn beurt een deel is van het nog grotere aardse ecosysteem – de planeet. Hieruit volgt dat de economiei maar duurzaam kan zijn als ze de sociale grenzen van de samenleving respecteert. En zowel de economiei als de samenleving heeft maar een duurzame toekomst binnen de ecologische of planetaire grenzeni die de planeet dicteert.
Onder druk van de buitenwereld die meer transparantie wil van bedrijveni over hun milieu beleid en hun sociaal beleid groeit er in de economische wereld sinds eind vorige eeuw een beweging die pleit om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijveni. Bedrijveni moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aardei. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijveni nagaan wat hun resultaten zijn.
In de jaren negentig duiken de eerste milieurapporten op, met als voorlopers bedrijveni als Monsanto en Norsk Hydro. Volgens KPMG stellen in 2000 al achthonderd bedrijveni een sociaal en ecologisch rapport op, vijf jaar later zijn er dat al negentienhonderd. De helft daarvan is gecertificeerd door een buitenstaander. Bovenop is er een trend om niet enkel de eigen milieuverplichtingen te onderzoeken maar veel bredere duurzaamheidsrapporten over het sociaal beleid en de ecologische impact af te leveren. De kwaliteit en de betrouwbaarheid van deze niet-financiële berichtgeving neemt snel toe. En wellicht brengt de toekomst meer externe certificering, komen er ook wettelijke verplichtingen om zulke rapporten te publiceren en evolueren we naar een aantal standaard rapporteringsschema’s.
Voor de evaluatie van arbeidsvoorwaarden bestaat intussen al de Social Accountability 8000 standaard, voor duurzaamheidsrapporten is er de standaard AA1000AS en voor de evaluatie van milieubeleid heeft de Europese Uniei EMAS ontwikkeld. Maar het lijkt erop dat Global Reporting Initiativei (GRI) zich aan het opwerken is tot de universele standaard voor duurzaamheidsrapportering. Dit alles mag niet doen vergeten dat verreweg de meeste bedrijveni nog allerminst participeren aan deze evolutie.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economiei in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werki en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economiei die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
zie ook duurzaamheidivoor meer uitgebreide informatie
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkelingi zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economiei die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheidi drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economiei.
De duurzame ontwikkelingsdoeleni zijn de opvolger van de millennium (ontwikkelings)doelstellingeni. Ze maken de kern uit van een actieplan met als titel Onze wereld transformeren: agenda 2030 voor duurzame ontwikkelingi dat officieel wordt gelanceerd door staatshoofden, regeringsleiders of hun afgevaardigden op de VN-top van 25-27 september 2015 in New York.
2. End hunger, achieve food security and improved nutrition and promote sustainable agriculture
3. Ensure healthy lives and promote well-being for all at all ages
4. Ensure inclusive and equitable quality education and promote lifelong learning opportunities for all
5. Achieve gender equality and empower all women and girls
6. Ensure availability and sustainable management of water and sanitation for all
7. Ensure access to affordable, reliable, sustainable and modern energy for all
8. Promote sustained, inclusive and sustainable economic growth, full and productive employment and decent work for all
9. Build resilient infrastructure, promote inclusive and sustainable industrialization and foster innovation
10. Reduce inequality within and among countries
11. Make cities and human settlements inclusive, safe, resilient and sustainable
12. Ensure sustainable consumption and production patterns
13. Take urgent action to combat climate change and its impacts
14. Conserve and sustainably use the oceans, seas and marine resources for sustainable development
15. Protect, restore and promote sustainable use of terrestrial ecosystems, sustainably manage forests, combat desertification, and halt and reverse land degradation and halt biodiversity loss
16. Promote peaceful and inclusive societies for sustainable development, provide access to justice for all and build effective, accountable and inclusive institutions at all levels
17. Strengthen the means of implementation and revitalize the global partnership for sustainable development
De Aardei, ons huis, staat in brand. De feiten onder ogen zien heeft niets met pessimisme te maken: de mens verwarmt de Aardei op nooit geziene wijze, zorgt voor riskante klimaatwijzigingen, laat planten en dieren minstens honderd maal sneller uitsterven dan normaal, put de natuurlijke hulpbronnen uit en vergeet dat onze economiei deel uitmaakt van het ecosysteem Aardei. De globaliseringi van de huidige economiei veroorzaakt in grote mate die ecologische ravages. Maar wanneer we ons natuurlijk kapitaali opsouperen en de ecologische productie of biocapaciteit vermindert – van water, voedseli, energie, allerlei grondstoffeni – beleven we uiteindelijk een onvermijdelijke terugval in economische productie, van onze welvaart dus. Het is veel slimmer om ons grootste kapitaali, de Aardei, te bewaren; en nog slimmer is om dat kapitaali opnieuw te laten aangroeien.
Hoeveel heb je nodig van de Aardei om al hetgeen je verbruikt, te produceren? Dat is wat jouw ecologische voetafdruki vertelt. Ook voor een stad, een land of de volledige wereld is het mogelijk de voetafdruk te meten op basis van wat ze consumeren aan energie, voedseli, water enzovoort. In cijfers voor het jaar 2010: iedere mens beschikt over ongeveer 1,7 hectare. Dat is het evenwicht waarbij het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van de Aardei niet sneller verloopt dan ze zich kunnen herstellen. Het wordt ook wel Eerlijke Aardei-aandeel genoemd.
Maar wat toont de werkelijkheid? Een inwoner van de Europese Uniei heeft gemiddeld bijna 4,5 hectare nodig, iemand uit Noord-Amerika vrijwel 7. Iemand uit Afrikai heeft gemiddeld voldoende aan 1,5 hectare en iemand uit Aziëi of de Pacific 1,7. En dat zijn nog maar gemiddelden. Er zijn dus enorme verschillen in de mate waarop mensen hun belangrijkste kapitaali, de planeet Aardei, belasten.
En de gemiddelde wereldburger? Die legt beslag op 2,6 hectare. Sinds 1970 verbruiken we allemaal samen meer van de Aardei dan ze kan (ver)dragen. In 2010 is dat al de helft meer. Met die niet-duurzame aanpak handelen we dus alsof we anderhalve Aardei tot onze beschikking hebben. Dat is het groeiende ecologische deficit, of in het Engels overshoot. Het gaat nog steeds de verkeerde richting uit. In 2015 leggen we beslag op 1,6 Aardes. Wanneer er een paar miljard mensen bijkomen en de gemiddelde mens nog meer zou verbruiken, hebben we twee of zelfs drie Aardes nodig – en die zijn er echt niet.
We zitten in de rats, zelfs in de val, met onze huidige productie- en distributiesystemen. Ze brengen welvaart voort op een allerminst duurzame wijze en ze verdelen die welvaart heel onrechtvaardig. Het is wel opletten om het begrip ‘economiei’ niet in de verdomhoek te stoppen. Want dat is niet haar plaats, we hebben haar nodig. Laten we eerst de economiei terug omarmen door ons eraan te herinneren waarvoor dat begrip hoort te staan. Wat is economiei eigenlijk?
Zowel creatie als verdeling van welvaart en welzijn
Economiei omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economiei is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economiei is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Wat, hoe en voor wie?
De economiei leert ons ‘wat’ we produceren, met andere woorden, welke goederen en diensten we voortbrengen; ze leert ons hoe de productie daarvan gebeurt en voor wie we produceren.
De ‘hoe-vraag’ maakt ons wijzer over de manier waarop de productiefactoren – arbeidi, grondstoffeni, kapitaali en kennis – ingezet worden. Die vraag herbergt of verbergt dus ook het ecologische vraagstuk: hoe graag sommigen het ook willen ontkennen, de economiei kan maar zo groot zijn als de Aardei kan (ver)dragen.
De vraag ‘voor wie’ herinnert ons aan het verdelingsvraagstuk.
Telkens worden er keuzes gemaakt. Geloof vooral niet dat die opgelegd zijn door zogenaamde economische wetmatigheden. Of een samenleving de weg plaveit voor steeds meer Ferrari’s of voorrang geeft aan sociale woningbouw, of Coca-Cola wereldwijd meer verspreid is dan zuiver water, of mobiliteit vooral aangedreven is door fossiele brandstoffen of door hernieuwbare energie, of we onze hernieuwbare energie zelf in handen nemen of ons blijven onderwerpen aan concerns, of belastingeni zorgen voor goede publieke diensten en infrastructuur en een duurzame economiei in de hand werken dan wel ongelijkheid bevorderen, of we ons enkel blindstaren op bruto productie dan wel oog hebben voor echte welvaart, welzijn en welbevinden… al die keuzeprocessen verlopen allerminst ‘neutraal’ of ‘waardevrij’.
De omschrijving verscheen voor het eerst in 1999 in ‘Economiei, draaischijf voor onze behoeften en ambities’, hoofdstuk 5 van het boek Dirk Barrez, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 20ste eeuw, p.79-93. Dit boek is integraal te lezen op Pala. Markant: economiei komt na het hoofdstuk ‘Kan de mens leven?’. De gehanteerde logica is duidelijk: de economiei is een middel in dienst van mens en samenleving, geen doel.
Ze sluit nauw aan bij de reeds in 1991 ontwikkelde zienswijze op economiei, in het afsluitende hoofdstuk ‘Is er een alternatief’’ van het pamflet De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen (1991). Dat veelbesproken pamflet was aanleiding voor en is gepubliceerd in het boek Het Orkest van de Titanic. Werken aan andere Noord-Zuid Verhoudingen, 1993.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economiei vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economiei en de economische productie hard nodig.
Vandaag is die productie groter dan ooit, ze is nog nooit zo fel gestegen als in de jongste zestig jaar. Merkwaardig genoeg zijn we veel minder intens bezig (geweest) met onze behoeften en ambities. Welke behoeften eerst voldoen, en voor wie, zijn vragen waarvoor de aandacht veel minder is gegroeid dan de explosie van de economische productie zou laten vermoeden. We zijn als het ware gefixeerd op economische groeii en veel minder op waarvoor die dan wel moet dienen. En dus krijgt de welvaartsverdeling veel te weinig aandacht.
We verzuimen ook ernstig bezig te zijn met de vraag hoe aan onze behoeften voldoen, hoe produceren dus. En we leren maar slecht dat in een per definitie eindige wereld waarvan we de draagkracht nu volop overschrijden, economische groeii altijd op grenzen zal botsen. Meer en meer wordt duidelijk dat wat wij groei noemen, nu al in landen als de VS, GB of Nederland tot minder in plaats van meer welvaart leidt. Op een bepaald ogenblik wordt de groei oneconomisch.
Probleem is dat onze meetlat uiterst slecht is om echte en duurzame welvaart te meten. Volgens het bruto nationaal producti (BNPi) worden we rijker van alle kosten die een kettingbotsing meebrengt, of de vervuilingi van waterlopen, of tandbederf. Alles wat mensen of de natuur gratis presteren telt dan weer niet mee.
Het is dringend tijd om volop te zoeken naar en over te schakelen op een duurzame economiei die werkelijk welvaart voortbrengt om voor iedereen een goed leven mogelijk te maken zonder onze planeet pijn te doen of te overvragen.
de EPA’s (van het Engelse Economic Partnerschip Agreement) zijn regionale handelsakkoorden die de Europese Uniei wil sluiten met de 77 zogenaamde ACS-landen uit Afrikai, de Caraïben en de Stille Oceaan, waaronder heel veel van de armste landen. Het zijn eigenlijk vrijhandelsakkoorden. De bedoeling ervan was om op 1 januari 2008 de grenzen te openen en de douanetarieven op bijna alle Europese goederen af te schaffen.
Al ruim dertig jaar genieten deze landen van een voordelige toegang tot de Europese markt. Maar dat mag niet van de Wereldhandelsorganisatiei. En dus moet die voorkeursbehandeling verdwijnen.
Dit maakt het voor deze landen in grote mate onmogelijk hun landbouwi te beschermen en hun eigen economieën uit te bouwen. En ze verliezen daarenboven de inkomsten die de douanetarieven opleverden waardoor ze nog armer achterblijven.
Daarom komt er veel kritiek op die EPA’s, zowel in de ACS-landen als in Europa van o.a. NGO’s voor ontwikkelingsorganisaties en milieuorganisaties. Eind 2007 is duidelijk dat Europa niet van wijken wil weten. Toch raakt er slechts met één regio een echt EPA-akkoord rond, met de Cariben. De andere regio’s moeten toezien hoe Europa interimakkoorden begint te onderhandelen met de afzonderlijke landen. Twintig landen hebben zulke akkoorden intussen aanvaard, met 41 landen is er geen akkoord bereikt. In 2008 worden de onderhandelingen hervat.
het Economisch en Sociaal Comité van de Europese Uniei telt 344 leden. Dat comité geeft advies over ieder ontwerp van richtlijn, aanbeveling of actieprogramma van de Europese Uniei en dit voor om het even welk onderwerp. Bestaande nationale economische en sociale comités vormden het model voor Ecosoc.
Er zitten vertegenwoordigers in van drie groepen: de nationale werknemersorganisaties, de nationale werkgeversorganisaties en een groep diversen die vertegenwoordigers telt van o.a. de consumenten en de landbouwers.
Het zijn de lidstaten die de vertegenwoordigers voordragen maar meer en meer coördineren de Europese sociale partners de werkzaamheden van Ecosoc.
Wanneer, los van elkaar, nieuwe initiatieven ontstaan die zich vervolgens verbinden tot een netwerk en uitgroeien tot sterke praktijken, kunnen daaruit plots nieuwe systemen ontstaan met een heel eigen kracht. Dat proces heet emergentiei.
Transitiekringen hechten veel belang aan de dynamiek van emergentiei om tot grote transities te komen. Velen gaan ervan uit dat de economiei een heel complex systeem is dat enkel door zo’n emergentiei fundamenteel kan veranderen.
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enroni frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enroni aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enroni aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geldi te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Democratische rechtsstaten die niet langer oorlogi voeren en met een vrije markteconomie die in grote mate sociaal gecorrigeerd is, en meer en meer ook ecologisch.
Niet alle prijzen komen volledig vrij op de markt tot stand. Wat betaald wordt voor nogal wat landbouwproducten, brandstoffen, sigaretten, geneesmiddelen, huishuur, arbeidi, doktersbezoek enzovoort is in veel landen gereglementeerd.
Te langzaam dwingen we onze economiei ook om ecologisch duurzamer te zijn.
Overheden nemen sommige diensten zelf in handen, openbaar vervoeri b.v., of laten privéspelers werken binnen een bindend publiek kader, dikwijls ook spelers zonder financieel winstoogmerk, denk aan scholen of mutualiteiten. Zo genieten we van goede en heel betaalbare gezondheidszorg en onderwijs.
Het Europees modeli is deze vrij succesvolle en pragmatische middenweg tussen de bijna verdwenen planeconomie en het falende neoliberalisme. Dat laatste blijkt heel dikwijls de rechte weg naar sociale ongelijkheid, armoedei,en milieuvernietiging en verlies aan democratie.
Dit Europese model is bewonderd in de hele wereld. Vraag is of deze sociale markteconomie overeind kan blijven in een mondiaal model van volledig vrije markt waar sociale correcties niet verplicht zijn en in vele landen maar moeilijk of zelfs niet afgedwongen geraken.
En hoe haalbaar blijft het om ecologische correcties te eisen van economische sectoren die bloot staan aan felle mondiale concurrentiei? Dan spreken we niet eens over de ombouw naar een echt duurzame economiei.
In navolging van het Wereld Sociaal Forumi ontstaan al gauw ook continentale en regionale sociale fora. Het eerste Europees Sociaal Forumi dateert al van in 2002 en grijpt plaats in het Italiaanse Firenze. Later volgen Parijs in 2003, Londen in 2004 en Athene in 2006. Tienduizenden vertegenwoordigers van sociale bewegingen uit heel Europa debatteren over de strijd voor een democratisch, sociaal en solidair Europa en over de rol van Europa in de wereld. Een Europees Sociaal Forumi neemt meestal vier tot vijf dagen in beslag. De tienduizenden aanwezigen voeren het debat met elkaar over de toekomst van de beweging en gaan na of er gemeenschappelijke campagnes mogelijk zijn. Ze treffen elkaar in duizenden workshops, seminaries of in grote meetings. Op die manier ontstaan er steeds sterkere Europese netwerken rond een heleboel uiteenlopende thema’s. De sociale bewegingen blijven zeker en vast ook actief op het nationale en lokale niveau, maar nu zeventig procent van nieuwe nationale wetgeving het gevolg is van Europese richtlijnen en afspraken, moet meer dan ooit ook op Europees niveau een sociale tegenmacht worden opgebouwd. zie ook Belgisch Sociaal Forumi, Wereld Sociaal Forumi
bij het verdrag van Maastricht hoort ook een sociaal protocol. Daarin staat dat over ieder voorontwerp van Europese wet en initiatieven inzake sociaal beleid de Europese Commissie de representatieve Europese werknemersi- en werkgeversorganisaties moet consulteren. Voor de werknemersi is dat het Europees Vakverbond (EVV) en voor de werkgevers UNICE en CEEP. Als het over sectorale aangelegenheden gaat, zijn de Europese vakbondsfederaties bevoegd. Op die manier zijn de sociale partners van bij het begin betrokken bij de besluitvorming.
De Europese sociale partners kunnen ook Europese collectieve arbeidsovereenkomsten sluiten. Op hun voorstel of dat van de Europese commissie kan de Europese Commissie die Europese CAO’s algemeen bindend verklaren.
Sinds 2002 zijn de Europese sociale partners nog meer betrokken bij de strategie voor werkgelegenheid en sociale bescherming. Hun tripartiete sociale top komt minstens één maal per jaar samen. Ze tekenen er hun gemeenschappelijk werkprogramma uit.
In de jaren vijftig van vorige eeuw groeit de idee om de Europese vakbondeni te groeperen. Met de oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS) is het noodzakelijk voor de vakbeweging om de gemeenschappelijke problemen te kunnen aanpakken met een representatieve organisatie. In 1972 raakt men akkoord over de oprichting van een nieuwe organisatie, het Europees Vakverbond (EVV).
Alles samen vertegenwoordigt het EVV vandaag meer dan 50 miljoen werknemersi uit 33 landen. De professionele pijlers van het EVV zijn de Vakbondsfederaties (zoals metaal, transport, openbare diensten, hout en bouw,...). Ze hebben de taak om de vakbondsacties uit hun sector te coördineren.
Binnen het EVV worden ook de Europese ondernemingsraden georganiseerd. De Europese richtlijn inzake voorlichting en raadpleging van werknemersi in transnationale bedrijveni betekent een grote stap vooruit voor het Europese syndicalisme. Ze geeft de vakbeweging immers de kans om zich in de multinationals beter te structureren, haar actievermogen te versterken en op termijn gemeenschappelijke acties op te zetten. Het EVV coördineert ook hier de vakbondsstandpunten en waakt erover dat deze richtlijn in de verschillende landen op een coherente en homogene wijze wordt omgezet in regelgeving.
Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economiei volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijveni die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemersi snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemersi meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.
Pas op 22 september 1994 keurt de Ministerraad de Europese richtlijn 94/45/EG goed. Dat kan omdat met het verdrag van Maastricht unanimiteit geen absolute voorwaarde meer is.
De nieuwe richtlijn regelt de instelling van een Europese ondernemingsraadi of van een procedure ter informatie en raadpleging van de werknemersi. De goedkeuring betekent de start van een Europese sociale dialoog die is afgestemd op de Europees gestructureerde concerns.
In het Belgische recht is de bevoegdheid van de standaard Europese Ondernemingsraadi beperkt tot het verstrekken van informatie en tot raadpleging over wat van belang is voor het hele concern of voor minstens twee vestigingen in verschillende lidstaten. Bovenop moet het gaan om materies die te maken hebben met vestigingen in de lidstaten van de Europese Uniei.
Wat slechts voor één vestiging van belang is, wordt nu dus niet als transnationaal beschouwd. Dat is enkel zo indien er gevolgen kunnen zijn voor de hele groep.
Het Europees vakverbond zou de transnationale kwesties liefst ruimer willen definiëren bij een eventuele herziening van de richtlijn.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werki gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Uniei handelen volgende PALAi artikels:
Voor welvarende landen betekent de transitiei dat de milieu-impact van hun economiei in 2050 met een factor 10i moet zijn teruggedrongen.
Dat wil zeggen dat we in Nederland of België een vergelijkbare welvaart en vergelijkbaar welzijn zullen creëren met tienmaal minder materiaaldoorstroming, negentig procent minder gebruik van materialen dus. Ook zal er tegen dan tienmaal minder uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen zijn.
Het is een immense maar haalbare opdracht.
Die noodzaak van dematerialisatie en reductie van broeikasgassen met factor 10i in rijke landen is onder andere terug te vinden in Global Environment Outlook van UNEP, in de rapportering van het VN-klimaatpaneli en in Peter Tom Jones & Vicky de Meyere, Terra Reversa, 2009, p. 83-84.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handeli of fair tradei. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Maar voor de consument wordt het moeilijk om door de bomen het bos nog te zien. Want in de winkel zijn er producten met duurzaamheidslabels die vooral of uitsluitend op de ecologische pijler steunen. Er zijn sociale labels die het respecteren van minimale arbeidsnormeni centraal stellen. Sommige willen zowel ecologisch als sociaal duurzaam zijn, nog andere garanderen een minimumprijs maar scoren ecologisch niet zo goed. Max Havelaar ambieert het keurmerk van echte eerlijke handeli te zijn en hoopt vele andere labels te stimuleren in de richting van volwaardige fair tradei.
Critici argumenteren dat internationale akkoorden de volledige handel duurzamer, socialer en eerlijker moet maken.
Net omdat geldi of kapitaali in een duurzame economiei ten dienste staat van het maatschappelijk doel, moet men het financieel rendementi ervan goed in het oog te houden. Het is belangrijk om te begrijpen dat een groot verschil in financieel rendementi op lange termijn ook een groot duurzaamheidsverschil maakt.
Veronderstel dat de aandeelhouders van coöperatiesi en andere duurzame bedrijveni een steeds groeiend vertrouwen kunnen hebben in de ecologische, sociale, democratische én ook financiële prestaties van hun bedrijveni. Dan zijn ze wellicht aangemoedigd om hun dividendi duurzaam te blijven investeren, altijd opnieuw. Dat is ook nodig om de komende decennia de transitiei op tal van terreinen (mee) te kunnen financieren.
Wat is dan het verschil tussen 6 en 2 procent aan dividendi? Met 6 procent is het geïnvesteerde kapitaali al verdubbeld na nog geen twaalf jaar. Met 2 procent duurt dat maar liefst 35 jaar. Op dat ogenblik is het geïnvesteerde kapitaali aan 6 procent dividendi al achtmaal groter, dus maar liefst 4 keer meer… of hoe een transitiei ook een stevige financiële kant heeft om maximaal succesvol te zijn.
fiscale concurrentiei - landen raken in een economiei zonder grenzen meer en meer verwikkeld in een fiscaal opbod, of beter, afbod. Ze proberen investeringen en investeerders te lokken met steeds lagere bedrijfsbelastingen.
Als er één klein land dat doet, zoals Ierland de voorbije decennia binnen Europa, kan het daar goed van profiteren om massaal investeringen aan te trekken en zo te groeien. Maar wat als de Oost-Europese landen ook meedoen en nog veel andere, als tarieven tot zelfs nul procent zakken? Het kan nog lager als je bedrijveni bovenop nog subsidies geeft om te komen.
Die fiscale concurrentiei tussen landen dreigt snel contraproductief te worden. Ze vreet aan de inkomsten die samenlevingen nodig hebben om welvarend te zijn. En wanneer er te weinig geldi is voor goede wegen, goede scholen, goede gezondheidszorg, verliest uiteindelijk ook de economiei en is de welvaartstaat helemaal bedreigd. Pogingen om de belastingeni alvast in de Europese Uniei te harmoniseren en die fiscale race naar beneden binnen aanvaardbare perken te houden, willen voorlopig maar niet lukken.
Net zo goed als dat je ondernemingen niet onnodig moet belasten, zijn er grenzen aan wat je kan zonder geldi, die les leren we maar moeilijk.
organisaties en werksystemen hebben de neiging om te bureaucratiseren. Het is dus belangrijk om ze lenig of flexibel te houden. Mondialisering dwingt vooral bedrijveni tot flexibiliteiti. Ze moeten zich aanpassen aan snel wijzigende economische omstandigheden met nieuwe of betere producten of diensten, andere manieren van produceren, een betere arbeidsorganisatie. Al te dikwijls wordt flexibiliteiti enkel op de werknemersi verhaald terwijl ze toch van twee kanten moet komen en toekomstgerichte investeringen minstens even belangrijk zijn, zoals verstandige werkgevers heel goed beseffen. Helemaal onvriendelijk voor werknemersi is wanneer flexibiliteiti hun totale beschikbaarheid en opeisbaarheid wil zonder dat daar iets tegenover staat, zelfs amper fatsoenlijke lonen of voltijdse banen. Het is op veel plekken in de wereld een groeiende realiteit in vooral dienstenbedrijven, de zogenaamde hamburgerjobs, en nog meer in de grijze of zwarte economiei.
in België is uitzendarbeid in 2007 goed voor een kleine 100.000 voltijdse jobs, dubbel zoveel als 10 jaar ervoor. Bedrijveni gebruiken uitzendarbeid steeds meer als selectiekanaal voor aanwervingen. Pas afgestudeerden schuimen de uitzendkantoren af, op zoek naar eerste werkervaringen. Studenten vinden er kleine jobs, die ze met hun studie kunnen combineren. Dat het tijdelijke en flexibele jobs zijn, daar maken ze zich in het begin geen al te grote zorgen over. Verschillende soorten werkervaring, dat staat goed op je curriculum vitae wanneer je solliciteert voor een ‘echte’ job. Problematisch wordt het wanneer die vaste job lang op zich laat wachten en je blijft laveren tussen werkloosheid, opleidingen en interims. Veel jongeren belanden uiteindelijk in deze onzekere en onvrijwillige situatie.
Als de Europese Commissie haar zin krijgt zal dat in de toekomst niet enkel het lot zijn van de jongeren die net beginnen werken. De hele Europese arbeidsmarkt moet gaan functioneren als één groot uitzendkantoor. Dat staat in het Groenboek van de Europese Commissie over de modernisering van het arbeidsrecht. Een soepele, mobiele arbeidsmarkt, niet gehinderd door al te beschermend arbeidsrecht, moet de concurrentiekracht van de Europese bedrijveni versterken.
Volgens de Europese Commissie heeft Europa die flexicurityi – een flexibele arbeidsmarkt gekoppeld aan een minimale sociale bescherming - nodig om concurrerend te zijn in de geglobaliseerde economiei. Zulke arbeidsmarkt vereist twee zaken. Eerst en vooral moeten de werknemersi soepel en inzetbaar zijn, levenslang leren en niet te moeilijk doen over loon en arbeidstijden. Ten tweede moet het arbeidsrecht worden aangepast aan de flexibiliteitswensen van de bedrijveni. Vooral het ontslagrecht moet worden versoepeld.
En de werknemersi? Die zullen moeten wennen aan het idee dat ze, in de loop van hun carrière, veelvuldig van job zullen veranderen. In de overgang van één job naar een andere of van opleiding naar werki zullen ze kunnen genieten van een minimale sociale zekerheidi. Werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd en op het ontslagrecht wordt beknibbeld.
Voor België komen vooral de opzegtermijnen en opzegvergoedingen in het vizier. In Nederland protesteren de vakbondeni heel sterk tegen het flitsontslag.
Flexicurityi geeft het begrip werkzekerheid een volledig andere betekenis. Het betekent niet langer de zekerheid je werki te behouden, maar wel de belofte snel ander werki te zullen vinden wanneer je wordt ontslagen.
Foutvriendelijke technologieën zijn maximaal veilig, veroorzaken minimale schade indien het onvoorzien toch verkeerd gaat en zijn daarom heel dicht bij de mens te hanteren, te beheren en te beheersen.
Steeds is het opletten voor technologie die ons ontsnapt en niet aangepast is aan de menselijke maat. Foutonvriendelijke technologieën leiden tot industrieel-wetenschappelijke complexen die vrijwel ongrijpbaar zijn voor de samenleving. Ze zadelen de mensheid op met overmatig veel risico’s. Als het fout loopt, gaat het echt wel mis, denk maar aan de kernrampen van bijvoorbeeld Tsjernobyl of Fukushima.
1. Vrijheid van Vereniging – vastgelegd in Conventie 87 uit het jaar 1948 en Conventie 98 uit 1949
2. Het recht op collectieve onderhandelingen – vastgelegd in Conventie 98 uit 1949
3. Afschaffing van alle vormen van dwangarbeid of verplichte arbeidi – vastgelegd in Conventie 29 uit 1930 en Conventie 105 uit 1957
4. Opheffing van discriminatie op het gebied van werkgelegenheid en beroep - vastgelegd in Conventie 111 uit 1958 en Conventie 100 uit 1951
5. Daadwerkelijke afschaffing van kinderarbeidi - vastgelegd in Conventie 138 uit 1973 en Conventie 182 uit 1999
De Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werki roept alle lidstaten van de IAOi op om de fundamentele arbeidsnormeni te erkennen en toe te passen als fundamentele rechten van mannelijke en vrouwelijke werknemersi overal ter wereld, zelfs indien zij deze acht conventies niet of niet allemaal hebben geratificeerd.
De IAOi-normen zijn enkel bindend voor staten en niet voor ondernemingen. Veel middelen om deze normen af te dwingen heeft de Internationale Arbeidsorganisatiei niet, ze is afhankelijk van de individuele staten voor de wettelijke toepassing en het nazicht op naleving van de normen. Internationale raamakkoorden op het niveau van de ondernemingen kunnen een alternatief bieden om IAOi-normen in te voeren.
Het spreekt vanzelf dat de fundamentele arbeidsnormeni enkel antwoord bieden op de ergste vormen van uitbuiting van werknemersi. Verder reikende sociale minimumnormen zijn nodig om in de hele wereld een minimale sociale zekerheidi uit te bouwen.
Groep van 20 ontwikkelingslanden die zich manifesteerde op de WTOi conferentie in Cancun in 2003 en vooral belang hecht aan landbouwi. Onder de leden Chinai, India, Indonesië, Brazilië en Nigeria. De groep blijkt opgewassen tegen Europa en de VS wat maakt dat de WTOi nu nog maar moeilijk tot beslissingen komt.
Groep van 7 grote industrielanden, de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Canada. Begon in 1975 als een groep van 6 waarna snel Canada volgde als zevende lid. Vermijd van te spreken over de grootste industrielanden want dat klopt niet meer: Chinai heeft Canada en Italië al voorbijgestoken, als je rekent volgens het BNPi. En wanneer je rekening houdt met de reële koopkracht staat het zelfs al op de tweede plaats.
De G8i bestaat uit de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Canada en Rusland. Begon in 1975 als een groep van 6 waarna snel Canada volgde als zevende lid. Zo werd het de G7i. En sinds 1997 is Rusland er officieel bij. Vermijd van te spreken over de grootste industrielanden want dat klopt niet meer: Chinai heeft Rusland, Canada en Italië al voorbijgestoken, als je rekent volgens het BNPi. En wanneer je rekening houdt met de reële koopkracht staat het zelfs al op de tweede plaats. Ook India en Brazilië scoren zowel voor BNPi als voor reële koopkracht hoger dan Rusland. Hun jaarlijkse bijeenkomsten brengen veel volk op de been, vooral andersglobalistische betogers, in overgrote meerderheid geweldloze betogers. Zij pikken het niet dat een informele club de koers van de wereld bepaalt.
Sinds midden jaren negentig de rijkste mens ter wereld dankzij het monopolie van het door hem gestichte bedrijf Microsoft. Dat levert het besturingssysteem voor de meeste Pc’s en groeide uit tot grootste softwarebedrijf. Zijn fortuin bedraagt om en bij 50 miljard dollar. Hij is altijd voorstander geweest van gesloten software, niet verwonderlijk want dat versterkt zijn monopolie en maakt hem rijk. Natuurlijk is het praktisch dat Microsoft de wereld netwerkt op basis van één dominante norm. Maar het verzekert ons daarom niet van de beste software of van de beste koop. Het blijft verbazingwekkend dat één bedrijf of zelfs persoon zulke dominante positie kan blijven uitoefenen in de digitale samenleving. Als de elektronische snelweg daarin de plaats inneemt die vroeger spoorwegen, kanalen en wegen innamen, dan hebben we er vroeger altijd op gelet dat er geen privé monopolies konden groeien, en we slaagden er toch in om daarvan één groot netwerk te maken.
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatiei of WTOi die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouwi of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTOi om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
Deze Palai artikels zoomen in op de rol van geldi, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven. Onder Dexiai zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Er zijn al lang veel ernstige redenen om grote vraagtekens te plaatsen bij ons geldsysteem, in de eerste plaats omdat het een duurzame wereld tegenwerkt.
Onze gemeenten zijn hun Gemeentelijke Holding en hun bank kwijt, dat is de pijnlijke werkelijkheid. En de grootste werknemersbeweging ziet, na haar bank te hebben verkwanseld, haar Arco kapitaali samen met Dexiai in rook opgaan.
‘Topmanagers tot zelfkritiek aanzetten’, het is echt waar een aanbeveling van de Dexiai-commissie. Net als de nieuwe Belfius Bank zo snel mogelijk verkopen, wat tot nu volledig aan de aandacht is ontsnapt. Verder is het veelal vruchteloos zoeken naar verantwoordelijken voor het Dexiai-debacle, een echt veilig financieel systeem of hoe te ontsnappen aan mogelijk wel 54 miljard euro extra overheidsschuld.
Eén voordeel van de geldcrisis: ze begint langzaam ogen te openen... maar echte oplossingen halen zelfs nu nog niet het publieke debat. We moeten dringend beschikken over banken die echt van ons zijn: betrouwbare overheidsbanken en coöperatieve banken, dat is wat een dynamische markteconomie en een goede samenleving nodig hebben.
Heeft u ook gehoord hoe politici zich fors uitlaten over de financiële crisis: dit is het failliet van het neoliberalisme, dit casinokapitalisme moet stoppen? Ze zijn nogal laat met hun ontdekking. Vooral kunnen we allemaal met stijgende verbazing vaststellen dat deze politici niet met ernstige alternatieven komen en ze nog minder doorvoeren. Die zijn er nochtans wel.
Groot is de verbazing als de diepe financiële en economische crisis in het zwaar getroffen België niet eens tot een fundamenteel debat leidt over welke banken nodig zijn om ook morgen een welvaartsstaat te zijn.
Een tergende vergelijking tussen hoe we tot vandaag omgaan met geldi en grootbankiers en hoe we omgaan men landbouwi en mensen die zorgen dat we te eten hebben.
Meest fundamenteel is de discussie te voeren over een heel nieuw geldstelsel, met naast een wereldmunt ook lokale munten en met, jawel, een nulrente, of zelfs een negatieve rente.
Van Zwitserland en Italië tot Canada, Brazilië en India tonen coöperatiesi dat ze als geen ander succesrijk kunnen ondernemen, voor meer jobs zorgen dan multinationals en nog meest ecologisch te werki gaan ook. Het is niet te geloven hoe blind wij zijn voor het potentieel van coöperatieve bedrijveni om de crisis te lijf te gaan.
De Franse Cigales clubs vallen niet zozeer op door de grote massa’s spaargeld die ze weten te investeren in lokale bedrijveni. Maar ze vormen in elk geval een opvallend alternatief voor klassieke financiële instellingen.
sinds de mens landbouwer en veeteler is, tracht hij planten en dieren te veredelen of verbeteren. De biotechnologie maakt het mogelijk om erfelijk materiaal van de ene soort in een andere te brengen wat de creatie van nieuwe soorten stukken versnelt. Daar wordt veel van verwacht, hogere opbrengsten b.v., of resistentie tegen droogte, ziekten of zout. Tegenstanders wijzen op de gevaren van monoculturen en verminderde biodiversiteiti. Patenten en monopolievorming zullen boeren benadelen ten voordele van multinationale biotechnologiebedrijven. En als men eerder zoekt naar gewassen die bestand zijn tegen onkruidverdelgers i.p.v. rechtstreeks tegen onkruid neemt hun afhankelijkheid nog toe. Cruciaal zijn de mogelijke gevolgen van de introductie van GGO’s voor de gezondheid en voor het leefmilieu, lang geen theoretische vraag meer want er wordt al veel genetisch gewijzigde soja, maïs of rijst geteeld in de wereld. Ze kunnen zorgen voor allergische reacties bij mensen, onverwachte gevolgen voor vogels of insecten, of eigenschappen die overspringen op andere planten met onoverzienbare gevolgen. De grootste voorzichtigheid is dus geboden. Een aantal boerenbewegingeni en andersglobalisten wijzen alle GGO’s radicaal af.
Lees ook het e-boek 'Ik wil niet sterven aan globaliseringi' op deze website op het einde van deel 3 Hoe behouden we dieren en planten? en het voedselhoofdstuk in deel 4 Kan de mens leven?
Het Global Climate Observing Systemi (GCOS) wordt gesponsord door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), de Intergouvernementele Oceanografische Commissie van UNESCOi, het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Internationale Wetenschapsraad (ISC). GCOS beoordeelt regelmatig de status van wereldwijde klimaatwaarnemingen van atmosfeer, land en oceaan en stelt richtlijnen op voor de verbetering ervan.
GCOS-deskundigenpanels waken over de definities van essentiële klimaatvariabelen (ECV's). Die zijn nodig om het veranderende klimaat op Aardei systematisch te observeren. De GCOS waarnemingen dragen bij aan het klimaatonderzoek en ondersteunen ook klimaatbeleid. GCOS ambieert dat klimaatwaarnemingen nauwkeurig en duurzaam zijn, en dat de toegang tot deze gegevens vrij en open is. (bron GCOS)
Het broeikasgas methaani is in de eerste decennia immens veel krachtiger dan CO2. Dus is een sterk verminderde uitstoot cruciaal om de opwarming van de Aardei in de meest nabije toekomst te kunnen beperken.
Toch dateert de Global Methane Pledgei pas van 2021. De deelnemende landen zeggen toe om tegen 2030 de uitstoot van methaani met minstens dertig procent te verminderen.
Maar heel wat landen die tekenen voor aanzienlijke methaanemissies, doen niet mee. En zij die meedoen, ontplooien meestal niet de nodige activiteit om dat doel te bereiken.
In de economische wereld leeft al een tijdje een beweging die pleit om de ééndimensionale benadering van het ondernemen uit te breiden. Ze pleit ervoor om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijveni. Bedrijveni moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aardei. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijveni nagaan wat hun resultaten zijn.
En waarom zouden niet alle organisaties - van multinational tot KMO, van spoorwegbedrijf tot gemeente, van school tot NGO - nagaan hoe ze presteren voor de drie P’s? Dat is de visie van Global Reporting Initiativei (GRI) die geen reden ziet waarom het maken van een ecologische en sociale balans niet evengoed routine en even vergelijkbaar zou moeten zijn als een financiële balans. Daarom biedt GRI zijn G3 richtlijnen aan die een duurzaamheidsverslaggevingi voor iedereen moeten vergemakkelijken.
Tot de gebruikers van die GRI richtlijnen behoren op dit ogenblik o.a. Coca-Cola, Microsoft, IBM, General Electric en Nokia. In Zweden zullen 55 overheidsbedrijven GRI gebruiken vanaf 2009.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijsi de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
Dat is de inventaris die elke vijf jaar zal worden opgemaakt over waar de wereld staat met haar klimaatpolitiek. Wat zijn de vorderingen? Wat zijn de tekortkomingen? Hoe kan en moet het beter?
De eerste global stocktakei komt er voor de klimaatconferentie van 30 november tot 12 december 2023 in Dubai (COP 28).
Feitelijk evalueert de global stocktakei of het lukt om de noodzakelijke vermindering van uitstoot van broeikasgassen voor elkaar te krijgen.
Overduidelijk is dat de wereld in 2023 allesbehalve op koers zit om op de opwarming van de Aardei onder twee graden te houden, laat staan onder anderhalve graad.
Globaliseringi of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geldi, grondstoffeni makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Al 500 jaar verspreidt ons westerse economische systeem zich steeds verder en raken de economieën en samenlevingen van de hele wereld meer verweven. Dat brengt veel welvaart en steeds nieuwe producten. Maar, er is een keerzijde, we krijgen te maken met een economiei die niet meer in dienst van de mens staat maar waarbij de mens die economiei moet dienen. Dit kan slogantaal lijken maar wie globaal naar de wereld kijkt, ziet hoe een minderheid van de bijna 8 miljard mensen het – voorlopig – goed hebben en hoe we aan de andere kant overal geconfronteerd zijn met groeiende onaanvaardbare sociale, ecologische, politieke en culturele deficits: die ziet dat de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, zelfs dat deze economieiarmoedei en hongeri produceert; die ziet dat vele mensenrechteni in de verdrukking komen; die ziet dat de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn; die ziet dat de mondiale democratie bijna volledig afwezig is en de besluitvorming over dit alles heel ondemocratisch gebeurt door vooral grote multinationale bedrijveni, enkele grote landen, instellingen zoals IMFi, Wereldbanki en Wereldhandelsorganisatiei en misschien bovenal, volledig losgelaten financiële markten; en die ziet dat de talen, culturen en levenswijzen van vele volkeren en samenlevingen in de verdrukking komen.
Nieuw aan de globaliseringi van de jongste decennia is dat de markten blijkbaar nooit vrij of geliberaliseerd genoeg kunnen zijn, dat er altijd maar verder moet worden geprivatiseerd – tot zelfs het privé-eigendom van stukjes plant, dier of mens - en dat de overheden nooit ver genoeg terugtreden en regels afschaffen. Net doordat de economiei zich globaal organiseert en de samenlevingen en vooral de politiek dat veel minder of niet doen, moeten we meemaken hoe de economiei alle terreinen van het sociale, politieke en culturele leven verovert en koloniseert – er haar economische wetten opdringt - en het milieu exploiteert. Dit neoliberalisme van ongeremde liberaliseringi, privatiseringi en dereguleringi is voor velen een nieuw geloof, ook als het in vele landen een sociale, ecologische en zelfs economische mislukking blijkt.
Het verkiezingsprogramma van Obama pleitte reeds in 2008 volop voor een New Green Deali, al bleef de uitvoering fel onder de intenties.
Tevoren al gooiden de Internationale Arbeidsorganisatiei (IAOi) en de milieuorganisatie van de Verenigde Naties (UNEP) zich op de mogelijkheden van een groene economiei om jobs te creëren.
De Amerikaanse vakbondeni spraken er zich voor uit in hun Jobs and Energy document uit 2007 en sloten een jaar later een verbond daarover met milieu-ngo’s.
Begin 2009 beslissen zowel Japan als Zuid-Korea om 1 miljoen jobs te creëren in de groene economiei.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we er dus beter heel zuinig mee omspringen, best zelfs hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputtingi ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatveranderingi voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffeni is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aardei niet te overschrijden of uit te putten.
Vele arme landen zijn heel afhankelijk van de uitvoer van grondstoffeni voor hun inkomen. Maar de prijzen zijn wisselvallig en op lange termijn dalen ze zodat hun inkomen zakt. In de vorige eeuw, toen men nog echt aan een andere betere wereld wilde werken, sloot men grondstoffenovereenkomsteni die daaraan moesten verhelpen. Middelen daartoe zijn productie en/of exportbeperkingen, buffervoorraden en contracten over verzekerde levering en/of afname. Er schiet niet veel meer van over.
Cash geldi dat nationale banken rechtstreeks geven aan de burgers. Dat is het oorspronkelijke bevattelijke voorstel.
Hoe kan dat? Plastisch uitgedrukt, doordat nationale banken dat helikoptergeldi bijdrukken.
De overtuiging wint al jaren veld dat deze aanpak kan werken om economische en financiële crisis te bestrijden. In het bijzonder is dat zo in het geval van almaar dalende prijzen (deflatie) en van economische krimp of achteruitgang (recessie).
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedseli en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aardei genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedseli is dus de belangrijkste oorzaak van hongeri en hongersnoodi. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
wanneer massaal veel mensen sterven door gebrek aan voedseli en verhongering. Opvallend is dat hongersnoden niet voorkomen in min of meer democratisch bestuurde landen. Zo woekert ondervoeding nog altijd in India maar na de onafhankelijkheid komen grote hongersnoden niet meer voor. Chinai is er wel in geslaagd de inwoners een beter dieet te bezorgen maar kende door de mislukte grote sprong voorwaarts rond 1960 waarschijnlijk de grootste hongerdood van vorige eeuw. Vaak gaat hongersnoodi samen met oorlogi en burgeroorlog zoals b.v. in Soedan. Hongersnoodi is in elk geval veel meer een menselijk dan een natuurlijk fenomeen. Wie arm is en wie rijk is, wie veel, weinig of zelfs geen vruchtbare grond heeft, dat wordt vooral bepaald door de verhoudingen tussen mensen. Vanzelfsprekend spelen ook natuurlijke fenomenen zoals droogte of overstromingen een rol. Ze kunnen de menselijke keuzen of stommiteiten versterken.
lees artikelNiger, een zoveelste aangekondigde hongerramp
(1927) – auteur van Botsende Beschavingen, de Nederlandse titel van zijn meest bekende boek Clash of Civilizations and the Remaking of World Order. Na de Koude Oorlogi zouden conflicten meer cultureel dan ideologisch zijn en in de 21ste eeuw zouden beschavingen de plaats innemen van de staten als belangrijkste politieke spelers. Heel populair boek omdat velen na 11 september 2001 zijn botsing der beschavingen goed menen te begrijpen. Mediai maken er dankbaar gebruik van om deze en andere gebeurtenissen te duiden. Veel minder aandacht krijgen de vele kritieken, o.a. op zijn indeling van de beschavingen. Fundamenteel is de kritiek dat er geen toename merkbaar is van beschavingsconflicten na de Koude Oorlogi en dat culturen en beschavingen meer veranderen en mekaar beïnvloeden dan Huntington veronderstelt.
Deze afkorting staat voor International Assessment of Agricultural Knowledge, Science and Technology for Development. Het was een gezamenlijke inspanning, drie jaar lang, van wel negenhonderd wetenschappers of kenniswerkers.
Het doel? Verzamelen wat we nu eigenlijk weten over welke landbouwi duurzaam is, een landbouwi die dus hongeri en armoedei wegwerkt, gezondheid en evenwichtige voeding bevordert, voor inkomen en een leefbaar platteland zorgt en binnen de ecologische grenzen blijft.
Bedrijveni hanteren meer en meer een mondiaal perspectief en wereldmarkten spelen een grotere rol. De economische globaliseringi holt maar verder. De consensus groeit dat er nood is om een sociale bodem te leggen onder de wereldeconomie, ook bij internationale en economische organisaties zoals het IMFi, de Wereldbanki, de OESO en de WTOi. Om dat te realiseren, kijken velen richting Internationale Arbeidsorganisatiei die zou kunnen uitgroeien tot een soort wereldministerie van arbeidi. Daar zijn we nog lang niet. Maar er is toch een pril begin van samenwerking tussen die IAOi en de Wereldhandelsorganisatiei. Samen hebben ze de studie ‘handel en werkgelegenheid’ gemaakt. De terechte conclusie luidt dat er over het verband tussen die twee geen echt algemene uitspraken mogelijk zijn: te veel héél verschillende elementen spelen hun rol. Maar even duidelijk is dat de gevoerde handelspolitiek en sociale politiek wel degelijk elkaar beïnvloeden, en dat het dus nodig is om ze op elkaar af te stemmen. We raden u graag de lectuur aan van de samenvatting die het Internationaal Vakverbond - de wereldvakbond – maakte, slechts negen pagina’s lang.
klik voor studie Handel en werkgelegenheid - samenvatting
Om haar coöperatieve waarden in praktijk te brengen heeft de wereldwijde coöperatieve beweging, verzameld in de Internationale Coöperatieve Alliantiei zeven coöperatieve principes aanvaard. Die zogenaamde ICA-principesi moeten de werking van coöperatiesi leiden. Ze dienen als toetssteen om te controleren of een bedrijf een echte coöperatiei is.
1. Een eerste principe is dat de leden vrijwillig toetreden en dat coöperatiesi open staan voor iedereen die hun diensten wil gebruiken en de voorwaarden van lidmaatschap aanvaardt, zonder enige vorm van discriminatie. Leden kunnen individuen, bedrijveni, verenigingen of publieke instellingen zijn.
2. Democratische besluitvorming is essentieel in elke coöperatiei. De leden participeren actief in het uitstippelen van het beleid en het nemen van beslissingen. Ze kiezen hun vertegenwoordigers die hen verantwoording zijn verschuldigd. Heel kenmerkend is het principe dat elk lid één stem heeft, hoeveel kapitaali hij of zij ook mag hebben.
3. Leden zijn economisch betrokken bij hun coöperatiei. Ze dragen op billijke wijze bij tot het kapitaali dat ze samen democratisch controleren. Een bepaald minimum is voorzien als voorwaarde voor lidmaatschap. De vergoeding voor hun kapitaalinbreng is doorgaans beperkt. Zo mag in België het uitgekeerde dividendi maximaal zes procent bedragen. Als er winst is, kan dat enkel volgende bestemmingen krijgen: investeringen in de coöperatiei, opbouwen van reserves, korting (eigenlijk teruggave of ristorno) voor de leden in verhouding tot de zaken die zij doen met hun coöperatiei, ondersteunen van andere activiteiten met goedkeuring van de leden.
4. Coöperatiesi zijn baas over hun eigen doen en laten, ze houden dus strikt vast aan hun autonomie en onafhankelijkheid. Wanneer ze samenwerkingsakkoorden sluiten, of kapitaali halen bij derden, kan dat enkel als ze hun democratische zeggenschap en coöperatieve autonomie behouden.
5. Vorming, training en informatie van hun leden, gekozenen en werknemersi vinden coöperatiesi ontzettend belangrijk voor hun goede ontwikkelingi. Ook het informeren van het grote publiek over de coöperatieve werking en voordelen staat op de agenda.
6. Het principe van samenwerking tussen coöperatiesi dient het belang van de leden en versterkt de coöperatieve beweging.
7. Oog hebben voor de samenleving vertaalt zich in het laatste principe van verantwoordelijkheid tegenover de gemeenschap. Coöperatiesi nemen die concreet op door te werken aan de duurzame ontwikkelingi van hun gemeenschappen.
Lees meer over de impact van plotse niet-lineaire veranderingen (ook bv. ontdooien permafrost, massale ontbossing e.a.) op onze klimaatkennis en de noodzaak van een constructief-kritische journalistieke aanpak in Smeltende ijskappen en stijgende zeespiegel: reactie en bedenkingen | Palai 15-12-2021 – artikel geschreven n.a.v. een academische reactie “die een zeeniveaustijging van 1 of meer meter in een eeuw onmogelijk acht” terwijl het IPCCi die intussen wel mogelijk acht
De Index voor Duurzame Economische Welvaarti (ISEW) is een goede kandidaat om de plaats van het bnpi in te nemen. Die index maakt onderscheid tussen positieve en negatieve economische bedrijvigheden, brengt welvaartsverhogende informele activiteiten in rekening en neemt de ongelijkheid van de inkomensverdeling mee op. Ook het verlies van natuurlijk kapitaali wordt in rekening gebracht.
De index voor menselijke ontwikkelingi is een meetlat die, anders dan het bnpi, rekening houdtmet levensverwachting, alfabetisme, kindersterfte. Meteen komt de mens centraal te staan in plaats van economische groeii of consumptie. Die laatste vormen dan niet langer het doel, maar worden beschouwd als middelen. Het fundament voor die aanpak is aangereikt door Amartya Sen. Hij focust op de vrijheden of mogelijkheden die mensen moeten hebben of verwerven om het leven te leiden dat zij verkiezen.
In de armste landen beschikken 16 mensen op 1000 over een gsm en kunnen er 4 op interneti, in de rijkste landen zijn er dat 705 en 480. Ziedaar de informatiekloofi. De industrielanden bezitten meer dan 95 procent van alle patenten in de wereld. De rijke landen tellen ook ruim negen keer meer wetenschappelijke onderzoekers dan de arme. Op dat vlak tellen de armste landen vrijwel helemaal niet mee. Ziedaar de kenniskloof. In de mondiale kennissamenleving is de informatiekloofi al even erg als de inkomenskloofi, en de beide kloven hebben veel met elkaar te maken.
Vele mensen hebben te weinig toegang tot informatie. Maar het tegengestelde bestaat ook, dan heb je informatieruisi. In de globale informatiesamenleving worden we overspoeld door een zee van informatie en nog meer door een oceaan van losse gegevens die talloze mediai elke seconde uitspuwen. Die overdaad aan ongestructureerde informatiegegevens maakt degenen die er aan geraken niet noodzakelijk wijzer. De informatiestroom is zo overvloedig en zo sterk geworden dat weinigen hem nog kunnen verwerken en op zinvolle wijze structureren. Dat geldt zelfs voor wetenschappers, journalisten en al die anderen die beroepshalve met de grondstof informatie werken. Onze ononderbroken jacht op informatie riskeert de kennis te doden. We dreigen allemaal samen te verdrinken in een zee van gegevens die we niet meer kunnen omzetten in weten. Of nog minder in bruikbare kennis en zinvolle machti die we kunnen aanwenden om onze grote en kleine problemen te counteren. In plaats van kennis en machti te schenken, laat de informatieoverdaad ons achter in verwarring en onmacht.
zie ook onder mediai voor een overzicht van Palai bijdragen over mediai
het verrichten van werki zonder erkenning of contract en dus buiten elke wettelijke regeling, zonder sociale rechten, zonder sociale bescherming ook en meestal onder slechte arbeidsvoorwaarden. Niet verwonderlijk is dergelijk werki veelal onzeker, weinig productief, onderbetaald of ronduit slecht betaald en zijn de inkomens heel wisselend. Hun informele arbeidi kunnen informele werkers – als ‘werknemer’ of ‘kleine zelfstandige’ - zowel binnen als buiten informele ondernemingen uitvoeren. Vanzelfsprekend zijn ze uitermate kwetsbaar. Contracten afdwingen zit er niet in voor hen, eigendomsrechten hebben ze niet, ze zijn onbeschermd tegen gevaarlijke of vervuilende stoffen, zelfs hun veiligheidi is allerminst gegarandeerd. Zich syndicaal organiseren, zich laten vertegenwoordigen en zich laten horen is aartsmoeilijk. Hun toegang tot publieke diensten is laag of onbestaande. Het gaat om een grote en uiterst verscheiden groep: straatventers, kledingarbeiders, transporteurs, huispersoneel, sekswerkers, straatvegers, schoenpoetsers, … Hun informele economiei blijft groeien. Meer en meer mensen moeten werken zonder degelijk loon en zonder sociale bescherming, zowel in de arme als in de rijke landen. In heel Sub-Sahara Afrikai is de informele werkgelegenheid de voorbije tien jaar gestegen tot 70 en soms zelfs 90 procent. Binnen deze grote groep mensen zijn de vrouwen oververtegenwoordigd. Omdat er geen werki is in de formele economiei, zoeken mensen voor zichzelf een broodwinning. Ook is er een toenemende vervaging van de grens tussen formele en informele economiei. Zo hebben perfect ‘formele’ bedrijveni toch een aantal ‘informele’ werknemersi in dienst.
Op basis van informeel werki ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economiei. Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economiei geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn. Veel meer dan in de formele economiei is wie werkt in de informele economiei arm, en binnen die informele economiei zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen. Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armeni’, mensen die wel werki hebben maar te weinig verdienen om aan de armoedei te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economiei. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijveni oneerlijk wanneer ze geen belastingeni of sociale zekerheidi betalen.
Klik voor Resolution concerning decent work and the informal economy
Klik voor ILO rapport Decent Work and the informal economy (90ste zitting 2002)
We denken allemaal de cijfers te kennen, maar ze blijven verbazingwekkend: de 20 % rijksten op deze wereld verdienen zowat 75 keer zoveel als de 20 % armsten. In 1960 was dat 30 maal zoveel. Het rijkste land was in 1820 drie maal rijker dan het armste, in 1913 was dat 11 maal, in 1973 al 35 maal en 72 maal in 1992. Eind vorige eeuw bezitten de drie rijkste mensen ter wereld (samen) meer dan het gezamenlijke jaarinkomen van de 43 armste landen. De huidige wereldeconomie zorgt voor groeiende inkomensongelijkheid. Het is dringend nodig om deze ongelijke verdeling van de welvaart, het sociale deficit van de globaliseringi, aan te pakken. Minder dan 2 % van het inkomen van de 10% rijksten volstaat om alle mensen ter wereld minstens aan één dollar per dag te helpen.
Daar is het oude insourcingi terug, vele bedrijveni en organisaties betrouwen opnieuw meer op de eigen werknemersi om hun resultaten te verbeteren, om te innoveren en om simpelweg opnieuw zelf te weten waarmee ze bezig zijn. In 2013 laat de sector van de outsourcingi een flinke terugval zien tot 83 miljard dollar, dat is een daling van meer dan 16 procent.
Altijd zijn er bedrijveni die de zotternijen van over het paard getilde managementgoeroes sneller zien en adequaat reageren. Zo kocht het Zwitserse Coop al jaren geleden een spoorwegbedrijf, net om de expertise om treinen te kunnen laten rijden in eigen huis te halen. Deze distributiecoöperatie wil zelf in staat zijn om haar vele vrachtwagens van de weg te halen en te vervangen door treinen. De ecologische voetafdruki doen dalen vindt Coop te belangrijk om aan buitenstaanders over te laten, en dus kiest ze voor insourcingi van die kennis. In dit geval is het in alle opzichten de meest rendabele keuze. (DB)
het IMFi is - samen met de Wereldbanki - opgericht in 1944 in Bretton Woodsi (zie ook onder dat trefwoord). 185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMFi dus niet. De Europese Uniei kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden. Het IMFi moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten. Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberaliseringi en privatiseringi. De IMFi activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen. Lidstaten die steun wensen van IMFi en Wereldbanki moeten hun economiei aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding. Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMFi heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geldi te geraken bij financiële instellingen. De machti in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaali. Veel machti dus voor wie veel geldi heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Uniei met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken. Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMFi en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatiei wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMFi moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werki heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld. De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fondsi van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Aziëi onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geldi zitten, of er alternatieven zijn voor het IMFi. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMFi of Wereldbanki maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld Chinai.
Op 1 november 2006 schrijft de mondiale arbeidersbeweging geschiedenis in Wenen. Nadat de twee bestaande vakbondskoepels Wereldverbond van de Arbeidi (WVA) waarin o.a. het ACV en het Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen (IVVV) met o.a. het ABVV zich hebben ontbonden, wordt er voor het eerst één mondiale vakbondskoepel opgericht. Het nieuwe Internationaal Vakverbond (IVV) telt 306 aangesloten lidorganisaties uit 154 landen. Dat zijn vooral de vakbondeni van de vroegere koepels maar ook vakbondeni die tevoren van geen van beide koepels lid waren. In totaal vertegenwoordigt de nieuwe vakbond 168 miljoen betalende leden over heel de wereld. Met zoveel vakbondeni in zoveel landen is het mogelijk om een sterkere tegenmacht te vormen tegen de ongebreidelde globaliseringi en om te bouwen aan een nieuw internationalisme dat antwoord biedt op de nieuwe uitdagingen. Die tegenmacht wordt ook ondersteund vanuit de internationale beroepswerking die gebundeld is in de Global Union Federation (GUF). De nieuwe wereldvakbond wil wegen op de beslissingen van internationale instellingen zoals de Wereldhandelsorganisatiei, het IMFi en de Wereldbanki. Daarvoor wil het naast een lobbymachine zeker ook een sterke mobilisatiekracht zijn. Guy Ryder is verkozen tot secretaris-generaal, Luc Cortebeeck van het ACV is ondervoorzitter van het IVV.
De IAOi dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Reeds in 1948 verklaart de IAOi dat arbeidi geen koopwaar is, een nog altijd fris idee waarmee ze moeiteloos de band legt met de andersglobaliseringsbewegingi. Zij is de aangewezen organisatie om de economische globaliseringi ook sociaal te maken.
De IAOi werkt opvallend democratisch. Helemaal uniek is dat de helft van de zetels voor vakbondeni en werkgevers zijn. Het is de enige internationale organisatie waarin de werknemersi betrokken zijn bij alle werkzaamheden en bij de besluitvorming.
Daar komt bij dat de IAOi bevoegd is om internationale arbeidsconventies goed te keuren. Die arbeidsnormeni zijn het resultaat van soms jarenlang overleg tussen regeringen, werknemersi en werkgevers. De belangrijkste onderhandelingen zijn de arbeidsconferenties elk jaar in juni in Genève. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019).
Maar, alhoewel de IAOi conventies of arbeidsnormeni uitvaardigt en controleert, slaagt zij er niet in die echt afdwingbaar te maken. Zelfs de fundamentele arbeidsnormeni - vrijheid van vereniging of vakbondsvrijheid, het recht op collectieve onderhandelingen geen dwangarbeid, geen discriminatie op de werkvloer, geen kinderarbeidi – die elke lidstaat moet naleven, zijn niet afdwingbaar.
De IAOi heeft geen echte tanden zoals de Wereldhandelsorganisatiei die bijvoorbeeld wel heeft. Haar enige wapens zijn naming en shaming en stille diplomatie. Landen als de VS of Chinai zijn daar niet echt van onder de indruk. Toch moet de wereld zo snel mogelijk van de IAOi normen afdwingbare regels maken - ook ten aanzien van WTOi en IMFi - zodat er een sociale bodem wordt gelegd onder de wereldeconomie. Makkelijk zal het niet gaan.
Wanneer mensen vooral kunnen doen waar ze goed in zijn, zorgt die werki- of arbeidsverdeling voor betere prestaties en dus voor meer welvaart. Het samenleven van mensen kenmerkt zich al lang door specialisatie, en de moderne samenleving krijgt er maar niet genoeg van.
We zien dergelijke economische taakverdeling ook internationaal opduiken. Landen en regio’s van de wereld werpen zich op het voortbrengen van goederen en diensten waar ze best voor gewapend zijn. Dat leidt globaal tot een hogere welvaartsproductie.
Maar de internationale arbeidsverdelingi zoals ze de voorbije eeuwen groeide tussen rijke industrielanden in het Noorden en arme ontwikkelingslanden is zeker geen vrije keuze geweest van de ontwikkelingslanden. De slechte ruilverhouding tussen de industriële producten die ze invoeren en wat zij leveren aan exportgoederen werkt in hun nadeel en maakt hen armer. De opkomst van nieuwe industrielanden in Oost-Aziëi en ook Latijns-Amerika - de Aziatische tijgersi, Brazilië, Mexico, Chinai - verandert het plaatje en brengt een nieuwe internationale arbeidsverdelingi.
Die gaat deels gepaard met delokalisatiei van economische activiteiten uit de oude naar de nieuwe industrielanden. Dat proces levert zowel extra welvaart op als herstructureringen, soms heel pijnlijke, denk maar aan het verdwijnen van onze scheepswerven en de grote ontmanteling van onze staalindustrie. Toch zijn de handelsbalansen met de nieuwe industrielanden lange tijd positief voor België. Zowel oude als nieuwe industrielanden winnen erbij, de economische en sociale spiraal gaat overal omhoog.
Maar die positieve evolutie is niet gegarandeerd, het kan ook omgekeerd. Vooral sinds Chinai zich ontplooit tot de fabriek van de wereld kleurt de handelsbalans rood voor de oude industrielanden en loopt het niet lekker met de verdeling van de welvaart en de rechten van de werknemersi in de allernieuwste ontwikkelingslanden zoals Chinai.
In elk geval is de tijd voorbij dat de Verenigde Staten, Europa en Japan de wereldeconomie volledig domineren.
Mondiale overeenkomst tussen een multinationaal bedrijf en de internationale vakbond. Daarmee willen de vakbondeni de sociale rechten van werknemersi afdwingen overal waar een internationale groep actief is in de wereld. Het is niet meer dan logisch dat, wanneer een nationale economiei vraagt om nationale akkoorden, een mondiale economiei mondiale akkoorden nodig heeft. Concreet beogen zulke akkoorden minimale arbeidsomstandigheden in te voeren of ze te verbeteren zowel in de eigen bedrijfsafdelingen van een multinational als bij de onderaannemers; ze willen respect voor de sociale normen van de Internationale Arbeidsorganisatiei; ze betrachten rechtvaardige lonen- en arbeidsvoorwaarden, veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden en ze willen de rol van de vakbond in de multinational versterken. Om die doelstellingen te bereiken, verwijzen alle internationale kaderovereenkomsten naar de fundamentele arbeidsnormeni van de Internationale Arbeidsorganisatiei en hebben ze altijd betrekking op alle ondernemingen van de betrokken multinational wereldwijd. Ze zullen er ook sterk op hameren dat de multinational haar onderaannemers zal wijzen op het belang van het naleven van de fundamentele arbeidsnormeni en dat niet-naleving kan leiden tot een sanctie, namelijk het verbreken van het toeleveringscontract. De jongste jaren hebben vakbondeni internationale kaderovereenkomsten gesloten met bedrijveni als Accor, Carrefour, Danone en France Telecom uit Frankrijk, H&M, Ikea en Securitas uit Zweden, Metro en Volkswagen uit Duitsland, Statoil uit Noorwegen, Endesa en Telefonica uit Spanje en Umicore uit België. Opvallend is dat er slechts weinig bedrijveni bij zijn die hun hoofdkwartier niet in Europa hebben. Uit Canada is er Quebecor, uit Zuid-Afrikai Nampak en uit Australië NAG, niet meteen de meest bekende bedrijveni.
Klik voor pagina met Global Framework Agreements van UNI Global Union
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Interneti als exponent -, brengt de globaliseringi in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen. Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbewegingi voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Interneti biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Interneti kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forumi niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCCi) is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat de wetenschapi over klimaatveranderingi beoordeelt. Men spreekt ook wel van het VN-klimaatpaneli.
Het IPCCi is meest bekend voor zijn uitgebreide evaluatierapporten - Assessment Reports - over de stand van de kennis over klimaatveranderingi, over de gevolgen en toekomstige risico's ervan, en over de mogelijkheden om de snelheid van de klimaatveranderingi te verminderen. (bron IPCCi)
Bij het overschrijden van zogenaamde drempelwaarden zijn systemen – denk bv. aan het klimaatsysteem - zo hard bedreigd dat ze op een kantelpunti terechtkomen en er plotse niet-lineaire veranderingen optreden.
De opwarming van de Aardei kan bv. leiden tot het verdwijnen van de ijskappeni van Groenland en West-Antarctica, het stoppen of omkeren van de Golfstroom, de teloorgang van het Amazonewoud of het ontdooien van de permafrost.
Is naast arbeidi, grondstoffeni en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaali kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaali om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aardei. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedseli, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffeni. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aardei zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
De informaticarevolutie maakt mogelijk dat het financiële kapitaali de klok rond de wereld afdweilt. En vanaf de jaren zeventig hebben de politici de kapitaalstromeni zowat alle vrijheid gegeven, door de kapitaalmarkten altijd maar verder te liberaliseren. De theorie zegt dat die vrije kapitaalstroom goed is voor de economiei. De praktijk wijst meer dan eens op het tegendeel. Speculatie en kuddegeest op de financiële markten halen meer dan eens zelfs goeddraaiende economieën onderuit, denk aan de Aziatische crisisi. Dat bedrijveni die op lange termijn willen investeren, zichzelf van de beurs halen om aan die kortzichtige financiële dictatuur te ontsnappen stemt tot nadenken.
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder hongeri. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeidi is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economiei die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeidi dan een beschamend bijproduct van globaliseringi. Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeidi. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
Ze zorgen in heel de wereld voor veel werkgelegenheid, vormen de ruggengraat van lokale en regionale economieën en maken samenlevingen minder afhankelijk van de grillen van grote en multinationale bedrijveni. In een netwerk van kleinere bedrijveni is de economische machti gespreid en dat biedt meer kans op economische democratie en zeker op het vermijden van monopolies of al te grote concentratie. Kleine bedrijveni zijn zelfs dikwijls innovatiever en flexibeler dan hun grotere broers, creëren veel welvaart en weten die redelijk goed te verdelen. Ze zijn m.a.w. belangrijk sociaal kapitaali voor een samenleving. Toch worden ze in de mondiale economiei veel te weinig naar waarde geschat. Van regels voor openingsuren tot vestigingsmogelijkheden, van steunmaatregelen tot belastingfaciliteiten, je zal zien dat de grote bedrijveni bijna altijd het laken naar zich toe weten te trekken. De wereldmarkt is op hun maat en - meer nog - die van de financiële wereld geschreven.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijsi de afspraak vast dat de Aardei maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Tevens wordt het streefdoel van maximaal 1,5°C opwarming geformuleerd.
De emissies van broeikasgassen moeten drastisch verminderen om in 2050 tot netto nuluitstoot te komen. Versta, het gebruik van fossiele brandstoffen moet snel verminderen en stoppen.
onder deze term een overzicht van belangrijke Palai artikels met link
Het natuurlijk broeikaseffecti zorgt ervoor dat het op Aardei lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffecti en vele wetenschappers waarschuwen voor een extra opwarming en voor klimaatveranderingi. Ze leren ons dat vooral industrie, verwarming, vervoeri en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen. En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegeli, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.
Opwarming, een oude bekende
Al in 1972 kan iedereen in De grenzen aan de groeii - dit Rapport van de Club van Romei wordt massaal verspreid als pocket - de voorspelling lezen van een CO2-concentratie in de atmosfeer van 380 deeltjes per miljoen tegen 2000. Dat is een toename van 30 procent t.a.v. de waarschijnlijke waarde in 1860. De voorspelling was vrij accuraat, momenteel zitten we al aan meer dan 400.
Om dit risicogedrag, een enorm ecologische deficit van de huidige globaliseringi, tegen te gaan is op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkelingi in 1992 in Rio de Janeiro het Klimaatverdragi opgesteld dat de hoeveelheid broeikasgassen wil stabiliseren. Daaruit groeit in 1997 het Kyoto-protocoli dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en pas inwerking kan treden in 2005. De Kyoto beperkingen zijn echter onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.
Na tientallen jaren van groeiende wetenschappelijke bevindingen van o.a. een snelle toename van CO2 in de atmosfeer en van een wereldwijde opwarming raakt in 2006 eindelijk een groot deel van de publieke opinie ervan overtuigd dat we met een ernstig probleem te kampen hebben. In december 2007 is er op de VN Klimaatveranderingi Conferentie in Bali beslist tot onderhandelingen in 2008-2009 over de opvolger van het Kyoto-protocoli dat afloopt in 2012. Pas in 2015 komt er eindelijk het Klimaatakkoord van Parijsi: de temperatuur mag niet meer dan twee graden en liefst maar anderhalve graad stijgen in vergelijking met het pre-industriële niveau. Alle landen moeten met maatregelen komen die almaar strenger worden.
De werkelijkheid is dat we intussen verkeren in een quasi oorlogssituatie die ons regelrecht voert naar een opwarming van minstens drie graden, en mogelijk ruim meer. Met alle risico’s die daarbij horen. Daarover is zowat alles al gezegd en geschreven… en in vijftig jaar bitter weinig gedaan.
Klimaatcrisis. Al 50 jaar geen effectieve klimaatpolitiek - Politieke traagheid regeert en voert ons naar een opwarming die zelfs nog veel groter en risicovoller kan zijn dan 3 °C. Toch is er ook een plezierige ontdekking te doen. (10/4/2019)
Niet alleen gletsjers, ook West-Antarctische ijskap gaat er aan - De kans dat het zeewater veel sneller meters hoger komt, is sterk toegenomen. Want niet enkel verdwijnen zowat alle gletsjers maar ook de Groenlandse ijskap… én die van West-Antarctica. Zelfs dan valt er nog goed nieuws te rapen. (7/11/2023)
Klimaat en transitie na Glasgow. Vermijd ongefundeerd optimisme - De pandemie toont klaar het onvermogen van vele politici om zelfs met de meest dringende crisis om te gaan. Het laat zich raden hoe slecht ze de klimaat- en andere crises aanpakken die minder snel of, volgens hen althans, 'traag' evolueren. Ongefundeerd optimisme zal niet helpen om deze gevaarlijke non-politiek te doorbreken. (14-11-2021)
Klimaatbetogers en gele hesjes kunnen elkaar versterken - Zijn we veroordeeld tot een afschuwelijk dilemma? Ofwel de planeet redden, ofwel de mensen redden? Neen, of toch niet noodzakelijk, er is een uitweg van rechtvaardige duurzaamheidi mogelijk, tegelijk sociaal én ecologisch. (6/3/2019)
Na de klimaattop, enkele feiten om aan de bedwelming te ontsnappen - Usain Bolt kan hard lopen. Maar beweren dat hij 100 meter in 7" kan lopen, zou u dat geloven? Diplomatiek is de klimaattop van 2015 een topprestatie. Maar geloof vooral niet dat het in de echte wereld nog lukt om de opwarming onder 1,5 graad te houden. (15/12/2015)
Waarschuwing voor broeikasaarde en systeemcrises - Het is verleidelijk om te kijken naar wat goed loopt. Natuurlijk is het positief dat mensen langer en beter leven. Maar hoe duurzaam is die welvaart? Zijn de systemen waarop ze steunt wel robuust? Vervelend maar waarschuwen is noodzakelijk: er dreigt snel een systeemcrisisi voor de Aardei. (31/8/18)
Hoe vergaat het Klimaatzaak in België? In vergelijking met Nederland? - Al in 2015 won Urgenda haar klimaatzaak en moest de Nederlandse broeikasuitstoot een kwart minder vóór 2020. In België valt ten vroegste eind 2020 een uitspraak. Misschien was en is het beter om ook een andere weg te bewandelen. (13/6/2019)
Klimaattop Parijs, goed en slecht nieuws- De klimaatveranderingi is al meer dan 40 jaar aangekaart, de roep om duurzaamheidi is al meer dan 25 jaar oud. Het internationale leerproces verloopt tergend traag. Elke zogenaamde klimaattop onttoverde zichzelf in een nieuwe aanslag op onze toekomst. (9/11/2015)
Hoe hoog kan het water stijgen door klimaatverandering? - Zich afwenden van vervelend nieuws is menselijk, dus ook van de vraag hoeveel de zee zal stijgen. Dat lijkt comfortabel maar is onverstandig. Want als de vloed je inhaalt, is het te laat voor een veilige ordelijke aftocht. (18/4/2017)
Hoe keren we het klimaatalarm? - De wereld stevent nog altijd af op 2,9 tot 3,4 graden opwarming. Een snelle omschakeling naar een betrouwbare sociaalecologische economiei is nodig zodat we ook morgen goed kunnen leven. (18/11/2016)
Voor wanneer lage emissie havens en luchthavens?- Ja, waarom zijn er eigenlijk nog geen lage emissiezones voor schepen en vliegtuigen? Want hun groeiende belasting voor de planeet en bedreiging voor het klimaat zijn niet te harden. (17/4/2018)
1965: eerste presidentiële klimaatwaarschuwing - Het is al 54 jaar geleden dat de Amerikaanse president Johnson als eerste staatshoofd officieel waarschuwde voor stijgende CO2-niveaus. Op 6 november 1965 meldde hij de klimaatdreiging aan de Congresleden. (11/6/2019)
Wij zijn in oorlog... Maar anders dan we spontaan denken - Bij oorlogi denken we aan zwaar bevochten conflicten, burgeroorlogen of terreur. Maar niet aan de oorlogen die onnoemelijk veel meer slachtoffers maken en ons bestaan veel ernstiger bedreigen: de marktoorlogen en de wereldoorlog tegen onze planeet, op kop de klimaatoorlog. (16/1/2007)
Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatveranderingi meer veroorzaakt.
Om een te grote opwarming van de Aardei te vermijden, moeten we dringend minder broeikasgassen uitstoten. Daar is zowat iedereen van overtuigd, zover zijn we gelukkig dus al. Want dreigende klimaatveranderingi door een verhoogd broeikaseffecti is een topzwaar ecologisch deficiti van de huidige globaliseringi. In het Kyoto-protocoli leggen de industrielanden vast dat er iets moet worden gedaan. Tegen 2012 willen ze de uitstoot van broeikasgassen verminderen met 5,2 procent tegenover de uitstoot in 1990. Op 16 februari 2005 treedt het protocol eindelijk in werking. Eigenlijk is dit maar de eerste stap in de bestrijding van het broeikaseffecti, we zijn nog lang niet uit de problemen. Vooreerst zal het niet makkelijk zijn om die norm te halen. Extra vervelend is dat het uitstootniveau van 1990 eigenlijk nog veel te hoog is. En een volgend akkoord zal ook landen als Chinai en India moeten omvatten. Ontwikkelingslanden zijn nu vrijgesteld omdat ze niet verantwoordelijk zijn voor de vroegere vervuilingi. Maar hun snelle inpassing in de wereldeconomie leidt ertoe dat ze - zeker Chinai - veel meer broeikasgassen voortbrengen.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouwi een steeds kleiner deel is van onze economiei, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouwi is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Nog altijd haalt vrijwel de helft van de mensen een inkomen uit landbouwi. Bij hen ook de meeste armen. Voor hen is de in de ogen van de rijken ‘onooglijke' economiei van het dagelijks ‘brood' het verschil tussen overleven en sterven.
Naast voedseli zorgt de landbouwi voor andere energiegewassen zoals koolzaadolie of ethanol op basis van suikerriet - niet zonder kritiek overigens. En ze levert grondstoffeni voor de industrie, denk maar aan katoen.
De landbouwi is een heel uitzonderlijke economische sector waarvoor de markt, en zeker de wereldmarkt, inefficiënt functioneert. Vandaar de noodzaak aan prijsbescherming voor de landbouwers.
De landbouwi is belangrijker dan we denken: we moeten allemaal eten en voor enkele miljarden mensen is het zelfs zowat hun hele bestaan... al laten de wereldmarkt en de voedselindustrie hen zwaar in de steek. Eigenlijk beleven we zowat permanent een wereldwijde voedselcrisis die nochtans al die tijd vermijdbaar is. De aangename waarheid dat familiale boeren de wereld kunnen voeden dringt maar niet door.
Grootgrondbezit zorgt vooral in Latijns-Amerika maar ook in andere continenten voor miljoenen landlozeni en berooft hen van werki en inkomen. Meestal wordt de grond gebruikt voor exportgewassen die op de wereldmarkt belanden. Bewegingen van landlozeni ijveren voor de verdeling van de grond om armoedei en ongelijkheid te bestrijden. De meest bekende landlozenbeweging is MST uit Brazilië.
Vele generaties lang steunt onze levensstandaardi vooral op wat we zelf voortbrengen, meestal als landbouwer, en op wat de lokale economiei aan extra welvaart te bieden heeft. De inbreng van de verdere buitenwereld was gering tot verwaarloosbaar. Globaliseringi brengt ons talrijke producten uit de hele wereld en leidt doorgaans tot een hogere levensstandaardi. Maar die opdringerige wereldeconomie doet ook lokale economieën kapseizen en bedreigt zo de levensstandaardi van vele mensen die hun inkomen en werki zien verdwijnen.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentiei, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globaliseringi is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Dit leidt tot een almaar groeiende concentratie van economische machti die culmineert in de almacht van multinationale ondernemingen die nu de drijvende kracht achter de globaliseringi zijn. Steeds meer grootschaligheid, centralisering, homogenisering en een technocratische aanpak kenmerken onze economiei.
Keerzijde is dat de zelfstandigheid van regionale of plaatselijke economieën verdwijnt, meer dan eens verliezen ze zelfs de controle over de meest noodzakelijke bestaansmiddelen zoals voedselproductie of energievoorziening.
We dreigen ook te vergeten dat het succes van onze vrije markteconomieën en onze nationale welvaartstaten juist mee te danken is aan actieve overheden die de economiei en de markt spelregels opleggen, sociale spelregels zoals minimumlonen, vakbondsvrijheid en andere sociale normen maar ook ecologische regels en zelfs wat democratische regels zoals toegang tot essentiële bedrijfsinformatie voor werknemersi.
Er zijn ongeveer 640 miljoen kleine of lichte wapensi in omloop op onze wereld, heel dikwijls via illegale wapenhandel. Elk jaar spuwen de wapenfabrieken nog acht miljoen nieuwe uit. Die kleine wapens zijn verantwoordelijk voor wel 90 % van de slachtoffers bij gewapende conflicten.
Website International Action Network on Small Arms
Europa moet tegen 2010 de meest competitieve economiei ter wereld hebben. Dat hebben de Europese leiders in 2000 in Lissabon beslist. Het is geen geheim wat de bedoeling is van deze strategie, namelijk de winst en de concurrentiekracht van de bedrijveni veilig te stellen. Maar wat zit erin voor de werknemersi? De Europese Commissie is ervan overtuigd dat de huidige arbeidsmarkt en het arbeidsrecht niet soepel genoeg zijn om het doel te bereiken. Hun Lissabonstrategiei raakt zo vertaald in een politiek van langer en flexibeler werken en van afbraak van sociale rechten en publieke dienstverlening. Dat programma van flexicurityi maakt dus deel uit van de bredere strategie om Europa ‘naar de top van de wereldeconomie te leiden’. Daar is op zich weinig mis mee. Alleen, de uitvoering dreigt goed te zijn voor werkgevers maar een pak minder prettig voor de werknemersi in Europa. De kapitaalkrachtigen, aandeelhouders en werkgevers zullen hier de vruchten van plukken. Voor de werknemersi betekent het vooral of zelfs alleen maar achteruitgang. Intussen is duidelijk dat Europa de Lissabondoelstellingen niet haalt en wordt steeds onduidelijker waar Europa echt naartoe wil. Vooral het afstemmen van de economische, de sociale en de ecologische ambities verloopt moeilijk. Wel is zonneklaar dat de economische doelstellingen altijd minstens een streepje voor hebben.
Natuurlijk voeren we veel olie en gas in, en ook heel wat goederen uit Chinai en Oost-Aziëi. Maar de groeiende aandacht voor de wereldmarkt doet velen vergeten dat de lokale en regionale markten, de Europese b.v., economisch veel belangrijker zijn dan de wereldmarkt. Negen tienden van de Europese welvaart brengen de Europeanen zelf voort, amper tien procent halen we via handel uit andere werelddelen. Het belang van onze lokale en regionale economiei kan dus moeilijk worden overschat. Bedenk dat o.a. gezondheidszorg, onderwijs, woningbouw, wegenbouw, cultuur- en sportactiviteiten, horeca en zoveel andere diensten, dat het allemaal welvaart is die we hier voortbrengen en waar we ook hier van genieten.
Ja maar, valt misschien de opmerking, België en meer nog Vlaanderen leven toch van de export? Ons land voert inderdaad vrijwel vijfentachtig procent uit van zijn nationale productie maar daarvan gaat het overgrote deel naar Europese landen, vooral naar de buurlanden en vooral naar regio’s in een omtrek van 400 km rond Brussel. Dat is dus niet echt de wereldmarkt. Niet vergeten ook dat diamant op papier een reuzengrote export is maar veel werki of belastingsinkomsten levert dat echt niet op, de toegevoegde waarde is bitter klein.
Herinner je de golf van protest wanneer Shell eind vorige eeuw het olieplatform Brent Spar in zee wil dumpen, of de brede onvrede over mensonwaardige arbeidsomstandigheden bij onderaannemers van de grote sportmerken. Sindsdien is er in het bedrijfsleven en daarbuiten een stroming gegroeid die ijvert voor maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemeni.
Bedrijveni moeten niet enkel winstgevend of economisch leefbaar zijn, ze moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de tripple bottom line, de drie P's - profit, people en planet - die elk bedrijf zou moeten respecteren, in onze taal misschien best vertaald met winst, mensen en Aardei. Eigenlijk is er nog een vierde bottom line want ook cultuur verdient respect.
De roep naar maatschappelijk verantwoord ondernemeni vertaalt zich o.a. in bedrijfs- en gedragscodes, en een inflatie van ecologische, sociale en fair tradei labels. Naast de traditionele financiële balans is er de opkomst van duurzaamheidsverslaggevingi die ook de sociale en ecologische balans opmaakt. En er is het groeiend fenomeen van internationale kaderovereenkomsten tussen multinationale bedrijveni en internationale vakbondeni.
Sommige bedrijveni wijzen echt de weg op ecologisch en sociaal vlak én blijven economisch gezonde en winstgevende bedrijveni. Eigenlijk zou je er niet één bedrijf mogen uitpikken maar de ommekeer die Umicore – het vroegere Union Minière - in de loop van de jongste jaren liet optekenen is toch vermeldenswaard. Van een ontzettend vervuilend koper- en loodbedrijf dat gezondheidsravages aanrichtte en maandenlange stakingen kende is het getransformeerd in een nieuwe materialenbedrijf dat duurzaamheidi werkelijk in de praktijk weet te brengen.
Maar nog al te vaak gaat maatschappelijk verantwoord ondernemeni om schone schijn, om een marketingtruc, en primeert finaal altijd die ene bottom line, de winst.
En altijd gaat het om vrijwillige initiatieven. Vergeet niet dat labels inderdaad goed kunnen helpen om de duurzaamheidslat hoger te leggen, maar dat overheden in elk geval minimale sociale en ecologische normen moeten afdwingen om te beletten dat malafide bedrijveni helemaal onder de lat lopen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van machti in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële machti. De opkomst van Oost-Aziëi heeft vooral met die machti te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke machti, hard nodig om de economische machti zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economiei is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld. In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van machti en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
'Van wie zijn de mediai? De mediai zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare mediai'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mensi goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkelingi is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Geregeld vallen er geluiden te horen die het universele karakter van deze mensenrechtenverklaring betwijfelen. Maar neem ze en lees ze niet vooringenomen. Daar staat weinig in dat b.v. door cultuurverschillen gerelativeerd kan worden. Zeker de principes blijven altijd en overal overeind, al kan de concrete invulling er wel anders uitzien.
Zo kan de uitwerking van b.v. het recht op sociale zekerheidi heel verschillende vormen aannemen. Aan de andere kant, op het verbod om te folteren of op de gelijkheid van man en vrouw zit helemaal geen rek.
Het zal sommigen nog verrassen, maar mensen uit de meest diverse culturen zijn merkwaardig eensgezind over wat kan en wat in geen geval door de beugel kan. Zover zijn we allemaal samen toch al geraakt.
Methaani heeft een veel kortere levensduur dan CO2 maar is een uiterst krachtig broeikasgas.
Het warmt de aardei gedurende twintig jaar vierentachtig maal meer op dan CO2. Bekeken over een periode van 100 jaar is de opwarmingskracht van methaani ongeveer achtentwintig maal groter dan van CO2.
Dertig procent van de opwarming sinds de industriële revolutie is veroorzaakt door methaani. Het is daarmee na het veel meer voorkomende CO2 het broeikasgas dat meest schadelijk is.
De meeste mensen die een inkomen willen vergaren, hebben geen werkgever of arbeidscontract. Erger nog, als arme zelfstandige landbouwster, handelaarster, bakker, werkloze of wat dan ook raken ze maar zelden aan voldoende middelen om te kunnen investeren in een lonende activiteit. Gewone commerciële banken hebben weinig of geen belangstelling voor de 3 miljard armen. Heel jammer want dikwijls is er maar weinig geldi nodig om hun opbrengsten te verhogen, hun zaak beter te laten draaien en hen dus een beter leven te bezorgen.
Microkredieten van slechts enkele tientallen of honderden euro slagen er vooral sinds de jaren '70 in om vele arme mensen in ontwikkelingslanden aan een inkomen te helpen. Meest bekend voor haar microkredieten en microfinancieringi is de Grameen Bank uit Bangladesh.
Wie microfinanciering zegt, ziet het breder, dan betreft het niet enkel krediet maar ook sparen, verzekeren of andere financiële diensten. In de hele wereld zijn er intussen duizenden microfinancieringsinstellingen.
In 1907 zijn honderd zesenzeventig duizend mensen lid van een niet-gouvernementele organisatie of ngo. Dit cijfer stijgt langzaam tot de jaren zestig. Vanaf dan lijkt de groei van de ngo’s niet meer te stuiten: in 1993 nadert hun gezamenlijke ledental negenentwintig miljoen.
In 1995 zijn honderdvierenzestig miljoen werknemersi lid van een vakbond. De arbeidersbeweging is tot vandaag veruit de grootste sociale beweging.
Het loopt niet altijd even vlot, maar we moeten durven opmerken dat overal ter wereld steeds meer mensen uiting geven aan hun emancipatiedrang. Ze verenigen zich in politieke organisaties, in bevrijdingsorganisaties, in vakbondeni; boeren, vrouwen, landlozeni, consumenten, minderheden, ze organiseren zich allemaal; er komen coöperatiesi, en organisaties rond milieu, mensenrechteni, cultuur en nog veel meer organisaties, allemaal om meer greep te krijgen op hun levenscondities, om hun rechten uit te zoeken, te formuleren en op te eisen. Dat maatschappelijke middenveldi tussen individu en overheid is de civiele samenlevingi; en het wordt er gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Het zijn deze bewegingskrachten die het democratiseringsproces van de wereldsamenleving verder stuwen. Zij verplichten de wereld om gaandeweg respect voor eenieders rechten af te dwingen. Natuurlijk gaat hun weg niet over rozen. Misschien zal iemand willen opmerken dat hun emancipatiestrijd moet leiden tot conflicten met de machthebbers. Dat is onmiskenbaar zo. Mensen krijgen hun emancipatie en ontvoogding zelden in de schoot geworpen. Bijna altijd wacht de confrontatie met andere belangen, met wie profijt haalt uit de bestaande situatie.
Daarbij mag men niet uit het oog verliezen dat uiteindelijk elke machti het moeilijk krijgt om een georganiseerde samenleving te weerstaan. Wie verandering beoogt, moet dus vooral de samenleving of de mensen ‘uitdagen’, niet zozeer de machtsstructuren of machthebbers, dat komt dan vanzelf wel.
Het belang van het maatschappelijke middenveldi voor emancipatie en voor de goede werking van een democratie kan moeilijk overschat worden.
Uit Barrez Dirki, Ik wil niet sterven aan de XXste eeuw. Over leven in de 21ste eeuw', p.171-172. Het boek is uitverkocht maar nog te lezen als e-boek - klik hier
Voor Palai artikels over migratiei – zie onderaan deze term
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratiei die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Europa was lange tijd een emigratiecontinent, zelfs tot na de Tweede Wereldoorlog. Vooral na 1965 vestigen miljoenen buitenlanders zich in West-Europa. Ze komen uit het Middellandse Zeegebied, vanaf de jaren tachtig ook uit het verdere Aziëi en Afrikai, en na de val van het ijzeren gordijn komen ook Oost-Europeanen en inwoners van de voormalige Sovjetunie. We wonen nu in een immigratiecontinent maar willen het nog niet echt erkennen.
De laatste tijd groeit het besef dat we ergens tussen volledig open grenzen en het bouwen van een fort Europa - waaruit men alle ‘illegalen’ wil verwijderen - een manier moeten vinden om met migratiei om te gaan. Ook wint de overtuiging veld dat onze verouderende bevolkingi en het straks krimpende arbeidsreservoir externe impulsen kunnen gebruiken. Er is economische druk om de vacatures van knelpuntberoepen in te vullen. En dus komen er initiatieven voor legale migratiei van werknemersi en gaan er stemmen op voor gecontroleerde migratiei.
Daar is allemaal weinig op tegen… alleen dat het een nogal éénzijdige kijk is, ingegeven door de toevloed van illegale migranten en door onze eigen bevolkingsevolutie en economische behoeften. Ze houdt niet echt rekening met de zwakkeren in de wereld. De grenzen openen klinkt mooi maar het is best de gevolgen in te schatten voor de arbeidskansen en –voorwaarden van lager geschoolden en al wie het moeilijk heeft op de arbeidsmarkt.
We moeten ons aan de andere kant afvragen of het zo goed is voor ontwikkelingslanden als we hun beste krachten willen afromen.
En we moeten ook het perspectief van de migranten zelf durven nemen. Wat mensen meest beweegt zijn economische redenen. Wie arm is, wil het beter hebben. Als dat in de vertrouwde omgeving niet kan, zoeken mensen elders beterschap. Laten we niet blind zijn voor het feit dat de huidige wereldeconomie voortdurend de bodem onder hun leven wegslaat. Het kan toch niet dat mensen tot migratiei gedwongen zijn, dat is de fundamentele uitdaging. Onze wereld moet erover waken dat alle samenlevingen in staat zijn om een goed presterende economiei op te bouwen en de welvaartsvruchten daarvan door iedereen te laten plukken. Want mensen moeten ook kunnen kiezen om te blijven waar ze zijn.
Er is vooreerst vervuilingi of verontreinigingi die het milieu opzadelt met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur. Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemverontreiniging. Het is belangrijk om het verschil te zien tussen dat eerste generatiemilieuprobleem en de tweede generatieproblemen van uitputtingi en aantastingi.
Bij uitputtingi gaat het om het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aardei weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aardei en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissingi of overmatig oppompen van water. Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatveranderingi veroorzaakt, ruim voor hun uitputtingi dreigt.
Daarmee zijn we bij aantastingi belandt. Die slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteiti schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aardei zal overhouden.
Op hun Millennium Top in september 2000 nemen de wereldleiders de Millenniumverklaring aan. Zij verbinden hun landen ertoe zich in te zetten voor acht concrete Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen die moeten gerealiseerd zijn in 2015.
In het Nederlands spreekt men meestal kortweg van Millenniumdoelstellingen, hier volgt het lijstje:
1. Het aantal mensen dat in extreme armoedei leeft, d.i. met minder dan een dollar per dag, is gehalveerd ten opzichte van 1990. Dit geldt ook voor het aantal mensen dat hongeri heeft
2. Alle kinderen op de wereld - jongens én meisjes (sic) - volgen volledig basisonderwijs
3. Meisjes krijgen dezelfde kansen als jongens, in het basis- en middelbaar onderwijs reeds in 2005, tegen 2015 op alle onderwijsniveaus
4. Het sterftecijfer van kinderen onder de vijf jaar is met twee derde teruggebracht
5. De moedersterfte is met driekwart teruggebracht
6. Strijd tegen HIV/Aids, malaria en andere ziektes : er is een halt toegeroepen aan de verspreiding ervan en een begin gemaakt van hun terugdringing
7. Verzekeren van ecologisch duurzaamheidi : we integreren overal de principes van duurzame ontwikkelingi in het beleid en het onomkeerbare verlies van natuurlijke hulpbronnen is gestopt. Het aantal mensen zonder toegang tot veilig drinkwater is gehalveerd en de levensomstandigheden van ten minste honderd miljoen mensen in sloppenwijken is aanzienlijk verbeterd in 2020
8. Wereldwijd wordt samengewerkt op het gebied van ontwikkelingi
Wie kan hier tegen zijn, niemand toch? Dat is de reden waarom heel veel mensen en organisaties zich sinds enkele jaren inspannen voor deze millenniumdoelstellingen.
Toch is een kritische kijk hard nodig. Want eigenlijk koesteren die doelstellingen geen al te hoge ambities. Zo willen zij de hongeri en de armoedei slechts halveren. Dat is een onaanvaardbare achteruitgang i.v.m. de rechten die de Universele Verklaring van de Rechten van de Mensi aan alle mensen toekent, o.a. het recht op een levensstandaardi die hoog genoeg is om de nodige voeding, kleding, huisvesting, gezondheidszorg enzovoort te verzekeren.
Daarenboven weten de wereldleiders best dat, zoals men nu bezig is, zelfs die halvering van hongeri en armoedei niet zal lukken. En dat heeft alles te maken met een volslagen gebrek aan aandacht voor de structurele oorzaken van al deze problemen. Het is de huidige globaliseringi die op veel plaatsen meer ongelijkheid, armoedei, hongeri, milieuverloedering en verlies aan democratie creëert.
Om dat te keren zijn mondiale politieke veranderingen nodig: het is aan de politici om de wereld en de wereldeconomie te verplichten op meer sociale en ecologische sporen te rijden, het is aan hen om de welvaart van deze wereld voldoende te herverdelen en het bestaan van alle mensen individueel te verzekeren. Zoniet blijft het met de millenniumdoelstellingen grotendeels dweilen met de kraan open.
Er is de algemene kritiek dat de millenniumdoelstellingen een achteruitgang betekenen in ambities ten opzichte van wat we zijn overeengekomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mensi en dat ze geen aandacht opbrengen voor de structurele oorzaken achter de mondiale problemen. Meer specifiek maar heel opvallend is dat arbeidi bij de opstelling van de Millenniumdoelstellingen in 2000 amper aan bod kwam. Degelijk betaald werki, zo cruciaal om die doelen te halen, was zoveel als vergeten. Daar is toen vanuit syndicale organisaties, NGO’s en VN-instellingen veel kritiek op gekomen. In september 2005 hield de Verenigde Naties een opvolgingstop rond de Millenniumdoelstellingen. Na veel druk kwam er ook een paragraaf over menswaardig werki en werd het thema op de agenda geplaatst van de Economische en Sociale Raad (ECOSOC) van de Verenigde Naties. Alle aanwezige ministers namen daar een verklaring rond menswaardig werki aan. De commissie voor sociale ontwikkelingi van ECOSOC heeft in 2007-2008 ‘volledige tewerkstelling en menswaardig werki’ als centraal werkthema
zie ook millennium(ontwikkelings)doelstellingen, waardig werki, werki
Meestal gebruikt in de context van klimaatveranderingi, met als betekenis: het voorkómen van nog meer opwarming van de Aardei door overmatige broeikasgasemissies
Korter: het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen
een multinational bestaat uit een moederbedrijf en filialen of vestigingen in minstens één ander land, meestal in heel veel landen zelfs. Belangrijk is dat het moederbedrijf die vestigingen controleert. In 2004 schat UNCTAD het aantal multinationale ondernemingen in de wereld op 64.000 met samen zowat 866.000 filialen waarin 53 miljoen mensen werken. Vroeger waren dochterbedrijven in grote mate het evenbeeld van het moederbedrijf en bedienden ze hun regionale markt. Vandaag zijn multinationals veeleer geëvolueerd tot complexe productieketens waarbij de filialen zich specialiseren in één of meer schakels daarvan. Dat productieproces raakt steeds meer en steeds sneller gefragmenteerd in een onophoudelijke zoektocht naar waar het kostenplaatje meest voordelig is. Zo komt het dat één derde van de wereldhandel zich afspeelt tussen vestigingen van multinationals. Zulke geïntegreerde netwerken verhogen sterk hun flexibiliteiti. Maar de keerzijde is dat het voortbestaan van filialen veel onzekerder is en dat werknemersi veel minder zeker zijn van hun job. Nog altijd hebben de meeste multinationals hun hoofdkwartier in de traditionele economische kerngebieden. Van de 500 grootste multinationale ondernemingen telde de Europese Uniei er 163 in 2007, de Verenigde Staten 162 en Japan 67. Intussen zijn we al langer gewoon aan Zuid-Koreaanse multinationals, nu met 14 in de lijst. Sinds het Chinese bedrijf de personal computer afdeling van IBM heeft overgenomen in 2005 en de Indiër Lakshmi Mittal wereldwijd overduidelijk de staalproductie domineert, groeit het besef dat we snel zullen wennen aan multinationals uit andere opkomende industrielanden. Chinai heeft al 25 bedrijveni onder de 500 grootste, India 6 en Brazilië 5. Op basis van de omzet behaalde Wal-Mart in 2007 de eerste plaats, op de voet gevolgd door Exxon Mobil. Dan komen de andere oliefirma’s Shell en BP en op plaatsen vijf en zes vinden we de autobedrijven General Motors en Toyota. Verder vinden we bij de eerste tien DaimlerChrysler, ConocoPhilips en Total. Nu de bedrijfswereld zich steeds meer op mondiaal vlak organiseert, staan vakbondeni voor de opgave om ook internationaal voor tegenwicht te zorgen. Zo is binnen Europa het alternatief van de Europese Ondernemingsraadi gegroeid en mondiaal zijn de jongste jaren heel wat internationale kaderovereenkomsten gesloten.
België telt bijna 25.000 coöperatiesi. De wetgeving is echter zo ruim dat vele daarvan niet volgens de coöperatieve principes werken. De in 1955 opgerichte Nationale Raad voor de Coöperatiei (NRC) heeft als doel de coöperatieve idee te verspreiden en in stand te houden.
Coöperatiesi die de fundamentele waarden en principes van het coöperatief ondernemen respecteren kunnen erkend worden door de NRC. Ze verwerven daarmee zeg maar een label. In 2017 hebben zowat zeshonderd coöperatiesi een erkenning.
Om in aanmerking te komen dienen kandidaat coöperatiesi te voldoen aan zeven voorwaarden. Ietwat verwarrend is dat die verschillen van de internationaal erkende ICA principes van de International Co-operative Alliance. Een erkenning levert een aantal voordelen op.
Daarin vermelden zij, in principe elke vijf jaar, hun inspanningen om broeikasgasemissies te verminderen, en om zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatveranderingi.
Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat alle landen die inspanningen steeds verder opdrijven en daarmee voor zichzelf de klimaatlat steeds hoger leggen.
Het grote nadeel is dat deze plannen niet bindend zijn.
Als een soort stok achter de deur voorziet het Klimaatakkoord van Parijsi in een vijfjaarlijkse global stocktakei. Die zal inventariseren in welke mate de plannen ook uitgevoerd geraken.
Ons grootste kapitaali om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aardei. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedseli, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffeni. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aardei zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Het fenomeen dat bij zwaar uit hun evenwicht gebrachte systemen het zo vertrouwde eenvoudige en evenredige verband tussen oorzaak en gevolg niet langer blijkt te spelen.
Bij het overschrijden van zogenaamde drempelwaarden zijn systemen zo hard bedreigd dat ze op een kantelpunti terechtkomen en er plotse niet-lineaire veranderingen optreden. Het is volledig onvoorspelbaar in welke nieuwe evenwichtstoestand het systeem zal terechtkomen.
Meer concreet lopen we bv. het risico op abrupte niet-lineaire klimaatveranderingen bij het overschrijden van zulke zogenaamde drempelwaarden. We weten niet exact met hoeveel graden de temperatuur zal stijgen, maar wel dat bij een opwarming vanaf anderhalve graad en zeker bij nog meer graden stijging diverse kantelpunten opdoemen. Het overschrijden van die drempels dompelt ons onder in een chaotisch wijzigend klimaatsysteem.
We beleven bijvoorbeeld het volledig wegsmelten van het Groenlandse ijs waardoor de zeespiegeli uiteindelijk zeven meter zou stijgen; en ook van de ijskap van West-Antarctica, goed voor vijf meter extra zeespiegelstijging. Of nog, het bruusk stoppen of omkeren van de warme Golfstroom zou Europa als enige in de kou zetten.
Lees ook Globalisering en chaos. Het is chaos natuurlijk - volledige tekst | Palai 19-10-2006 - Orde of chaos? Lineair of niet-lineairi? Voorspelbaar of onvoorspelbaar? 'It's chaos, stupid' is wellicht een nuttige variante van een bekende uitspraak. Als we over globaliseringi en chaos spreken, is het goed om weten dat kleine oorzaken grote gevolgen kunnen hebben.
De doorstroom van alle materialen en energievormen voor onze welvaartsmachinerie moet vóór 2050 binnen een ecologisch duurzame schaal blijven. Voor rijke landen dringt zich een dematerialisatie op met factor 10i: grondstoffenverbruik én broeikasgasuitstoot moeten tienmaal kleiner.
Dit impliceert een radicale ontgroeii – een vertaling van décroissance en degrowth – waarbij alle onhoudbare systemen inzake energie, mobiliteit, voedseli enzovoort verdwijnen en snel plaatsmaken voor duurzame alternatieven.
Voor deze transitiei mag het begrip ont-groei ons niet misleiden. Want net de groei van hernieuwbare energiesystemen, duurzame landbouwi en korte voedselketens, nieuwe commonsi, materiaalkringlopen, deeleconomie of nieuwe duurzame coöperatiesi is in de eerstkomende jaren en decennia uiterst noodzakelijk.
De begrippen transitiei en ontwikkelingi lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheidi, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Dat komt omdat ontwikkelingi al even ten onrechte dikwijls wordt gereduceerd tot sociaaleconomische ontwikkelingi, of zelfs alleen maar tot groei van het bruto nationaal producti. Zeker het laatste is een uiterst eenzijdige en zelfs perfide invulling van ontwikkelingi.
Voor wie zich echt toelegt op welvaart, ecologische duurzaamheidi, rechtvaardigheid en democratisering, zijn de begrippen ontwikkelingi en transitiei eigenlijk inwisselbaar. Wie een dergelijke invalshoek hanteert, bestempelt al vele decennia ontwikkelingslanden als ‘landen in transitiei’. Want zowel bij ontwikkelingi als bij transitiei gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheidi.
Het komt erop aan die begrippen terug te winnen in hun meest waarden-volle duurzame betekenis. En meteen ook te beseffen dat we overal meer dan ooit aan transitiei toe zijn, dat met andere woorden vandaag alle landen ontwikkelingslanden zijn.
Ontwikkelingssamenwerkingi is in 50 jaar uitgegroeid tot een aparte wereld. Die komt haar mooie beloften niet na en het begrip ontwikkelingi is al lang onttoverd. Het milieuwereldje ontwikkelt zich langs even onvruchtbare sporen. Als ze in hun cocons blijven, brengen ze een duurzame economiei niets dichterbij.
Het ontbreekt ons aan een ernstig migratiebeleid. En er is geen spoor van een ontwikkelingspolitiek die werkt. Wat dan? Een mondiaal basisinkomeni is de beste hefboom om snelst en meest effectief welvaart en welzijn te verspreiden. Derde deel van de artikelreeks Migratiei en ontwikkelingi: de olifanten in de kamer.
Oorlogi is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.
Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlogi te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
De OESO verzamelt de industrielanden van de wereld en wordt daarom ook wel de club van de rijkste landen genoemd. Wat deze organisatie vooral doet is informeren en adviseren op het vlak van economisch en sociaal beleid. De OESO speelt een belangrijke rol in de mondiale economische ontwikkelingen en haar studies en rapporten hebben grote invloed op het beleid van de lidstaten. Vooral vakbondeni hebben kritiek op het sociaal beleid dat doorklinkt in een aantal studies, en dat ze niet echt als werknemersvriendelijk ervaren. De werkwijze en besluitvorming van de OESO zit daar voor veel tussen. Haar belangrijkste gesprekspartners zijn immers de ministers van economische zaken die in al te veel gevallen geen hoge dunk hebben van sociaal beleid. In 1976 komt de organisatie zowat als eerste met een gedragscode voor multinationale ondernemingen die later enkele keren is gewijzigd en aangepast. Deze richtlijnen zijn geen verplichtingen. Het zijn aanbevelingen aan multinationals om vrijwillig een aantal principes te respecteren op zo verschillende terreinen als werkgelegenheid, mensenrechteni, milieu, informatie, concurrentiei, belastingeni en zelfs wetenschapi en technologie.
In 1987 verschijnt Our Common Futurei, een rapport van de Commissie Milieu en Ontwikkelingi van de Verenigde Naties. Het is ook bekend als het Brundtland-rapport, naar de commissievoorzitster, de voormalige Noorse premier Gro Harlem Brundtland. Our Common Futurei introduceert voor de hele wereld het concept van duurzaamheidi met een vrijwel perfecte definitie.
Duurzaamheidi is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien.
Duurzaamheidi beoogt dus een goed presterende economiei die zowel onze planeet als de mens respecteert, zowel vandaag als morgen. Daarvoor moeten we het natuurlijk kapitaali minstens in stand houden.
Dit pleidooi voor duurzaamheidi via wat een duurzame ontwikkelingi wordt genoemd, markeert een belangrijke mijlpaal. Wie na 1987 het begrip ‘duurzaamheidi’ niet kent en het belang ervan niet doorgrondt, leeft eigenlijk op een andere planeet.
In de werkelijkheid zijn we in 1987, en blijven we tot vandaag, pijnlijk veraf van duurzaamheidi.
Outsourcingi komt sterk op in de mondiale economiei van de 21ste eeuw. In 2000 was deze activiteit 45 miljard dollar waard. Twaalf jaar later gaat er in 2012 maar liefst 99 miljard dollar om in de wereld van de outsourcingi.
Al die tijd steeg ook de twijfel over het nut van outsourcingi? Want de resultaten bleven en blijven dikwijls ver onder de voorgespiegelde verwachtingen. Steeds harder dringen zich de vragen op: wanneer is outsourcingi nuttig, en wanneer wordt het weggegooid geldi? In 2013 laat de sector van de outsourcingi daardoor een flinke terugval zien tot 83 miljard dollar, dat is een daling van meer dan 16 procent.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissingi. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Als je een ecosysteem kraakt, zoals in Newfoundland, dan weet je nog wel hoe het eens is geweest, maar niet of die mooie tijd ooit terugkeert. De Canadezen kunnen nu enkel heel hard hopen dat de kabeljauw zich weet te herstellen want dat wil maar niet lukken. Aan commerciële visvangst op kabeljauw moeten ze op dit ogenblik zelfs helemaal niet denken.
Al te langzaam leren we van onze fouten. In de Noordzee gaat het evenmin goed met de kabeljauw, en ook wijting, schol en schelvis happen stevig naar adem. Er zijn wel de visquota van de Europese Uniei maar die volstaan niet om de overbevissingi helemaal te keren.
En nu zien zelfs de traditionele vissers in de uitgestrekte Stille Oceaan hun opbrengsten dalen. Grote visserschepen hebben de jacht geopend op de laatste rijke visgrond op Aardei, de Stille Oceaan. Als we zo voortdoen, storten de komende vijftig jaar alle visvoorraden in, zo vertelt een eind 2006 in Science verschenen studie.
web-tv reportage - overbevissingi in de Stille Oceaan
uit het boek Barrez Dirki, Koe 80 heeft een probleem. Boer, consument, agro-industrie en grootdistributie - klik hier voor info en bestellen
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globaliseringi. PALAi zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werki maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De Palai nieuwjaarsbrief biedt een ietwat eigenzinnig jaaroverzicht dat focust op wat sociaal, ecologisch en democratisch meest van belang is in de wereld. Dit uitgebreide jaarrapport is ingebed in de langere termijn van mondiale crises die zich steeds sneller ontvouwen en duurzame antwoorden die moeizaam tot stand komen. De samenstelling gebeurt o.a. aan de hand van Palai artikels, meteen de meest zinvolle evaluatie van ons werki.
Nogal wat mediai hebben de neiging lang vóór een jaar is geëindigd uit te pakken met allerlei lijstjes en overzichten. Palai verkiest januari - wanneer een jaar echt voorbij is - om de mondiale stand van zaken te overwegen.
Dit zijn de PALA nieuwjaarsbrieveni waarvan de eerste aanzet verscheen in januari 2020, telkens met de bijbehorende link.
Wie iets uitvindt, kan daar een patenti of octrooi voor krijgen, meestal voor zowat twintig jaar. In die periode heeft alleen de uitvinder het recht om de vruchten te plukken van die uitvinding, als een vergoeding voor de geleverde inspanningen. Dat lijkt fair maar die periode is zo lang dat er dikwijls superwinsten kunnen worden gemaakt, vele malen meer dan de investeringskost. Farmaceutische bedrijveni en ook heel wat softwarebedrijven behoren niet toevallig tot de meest winstgevende. Die winsthonger kan vele mensenlevens kosten, denk bijvoorbeeld aan de weigering van bedrijveni om de prijzen voor hun aidsmedicijnen in vele ontwikkelingslanden te laten zakken. De gecreëerde monopolies riskeren ook vernieuwingen in de samenleving te blokkeren. Zeker in het geval van computerprogramma’s vormen zogenaamde sotwarepatenten een rem op innovatie en zijn deze nadelen veel duidelijker dan de voordelen. Vandaar de opkomst van de beweging voor opensource software. Daarmee belanden we bij nog een andere kritiek: er kan gewoonweg veel te veel gepatenteerd worden. Nu zijn zelfs patenten mogelijk op het leven zelf, op stukjes plant, dier of mens. Biotechnologische en farmaceutische bedrijveni hebben de jacht geopend op genen of stukken van genen waarvan ze denken dat ze die nuttig kunnen gebruiken, en waarmee ze dus geldi hopen te verdienen. Bekend is het verhaal van Myriad Genetics dat in 2001 het octrooi verwerft op een borstkankergen. Volgens het bedrijf mogen de borstkankertests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen tien keer meer betalen. Zo bedreigen stijgende kosten onze gezondheidszorg en de solidariteit waarop zij steunt; ze halen het principe onderuit dat iedereen recht heeft op de beste gezondheidszorg. Vandaar de fundamentele vraag: kan de genetische rijkdom van planten, dieren en menselijk leven wel geprivatiseerd worden – want daar draait het om bij dit soort patenten - of is dit alles gemeenschappelijk eigendom van de mensheid? Tot waar reikt het privé belang, en waar begint het algemeen belang? Die discussie is hard nodig.
Na de uitleg vindt u overzicht met links naar artikels over planetaire grenzeni
Respecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aardei? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzeni? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Blijven we met andere woorden binnen wat de planeet aankan zodat de mensheid zich veilig mag voelen en gerust mag zijn in haar voortbestaan?
Waar staan we met de klimaatveranderingi? Hoe vergaat het dieren en planten? Verzuren onze oceanen? Zetten we niet te veel grond om in akkerland? Brengen we de waterkringloop niet in de knoei? Iedereen zal snel begrijpen dat het naderen of doorbreken van de ene grens, zoals klimaatveranderingi, gevolgen meebrengt voor de toestand met betrekking tot andere planetaire grenzeni, zoals biodiversiteiti, verzuring van de oceanen of de waterkringloop. De wisselwerkingen zijn talrijk en impactrijk.
Natuurlijk is het altijd mogelijk een discussie te voeren over waar die grenzen exact liggen. Ze bieden geen absolute zekerheid of de situatie aan de ene kant van de grens veilig is en aan de andere kant onveilig. De wetenschappelijke wereld is het er wel over eens dat die grenzen bestaan. En wetenschappers gebruiken de meest recente en relevante kennis om ze zo goed mogelijk te bepalen.
Wie de planetaire grenzeni snel wil verkennen, kan terecht in een artikelreeks van Palai die een heuse satellietvlucht biedt over de grootste milieu-obstakels:
(1) Rockström, J., W. Steffen, K. Noone, Å. Persson, F. S. Chapin, III, E. Lambin, T. M. Lenton, M. Scheffer, C. Folke, H. Schellnhuber, B. Nykvist, C. A. De Wit, T. Hughes, S. van der Leeuw, H. Rodhe, S. Sörlin, P. K. Snyder, R. Costanza, U. Svedin, M. Falkenmark, L. Karlberg, R. W. Corell, V. J. Fabry, J. Hansen, B. Walker, D. Liverman, K. Richardson, P. Crutzen, & J. Foley, 2009, Planetary boundaries: Exploring the safe operating space for humanity. Ecology and Society, 14(2), 32.
In tegenstelling tot de meeste mediasites en vele websites geeft Palai.be geen gegevens door over bezoekers aan een troep op uw gegevens jagende internetconcerns.
Vormt samen met liberaliseringi en dereguleringi het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechteni. De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken. Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozeni hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien? Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden? Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben? Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globaliseringi, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
Voor meer Palai lectuur zie overzicht met weblinks onderaan
Wanneer overheden en burgers samen de netwerken - voor energie, water, interneti enzovoort - en andere publieke diensten gaan besturen, creëren we het momentum om onze democratie diepgaand te vernieuwen en de kloof tussen politici en burgers te dichten. Dat is een kans om niet te missen.
Vandaag rijpt meer en meer het besef dat distributienetwerken en vele overheidsbedrijven commonsi of publiek goed vormen. Zij horen in handen te zijn van de samenleving, zowel van (lokale) overheden alsook rechtstreeks van burgers die zich verenigen in hun coöperatiesi.
Deze publiekciviele samenwerkingi biedt het beste antwoord om weinig transparante overheidsstructuren (bv. intercommunales) en overheidsbedrijven (bv. spoorwegen) om te vormen tot nieuwe transparante publieke bedrijveni die politici en burgers samen beheren. Dat politici daar zetelen is vanuit democratisch oogpunt een goede zaak, maar zij kunnen het niet alleen. In de 21ste eeuw is het pakken intelligenter om de burgers veel nauwer te laten participeren en hen voluit te betrekken bij het bestuur ervan. Zo versterken representatieve en participatieve democratie elkaar.
Dit is pas nieuwe democratie, als burgers en besturen samen het publiek goed beheren. Als burgers worden betrokken én met hun geldi én met hun expertise én met effectieve zeggenschap.
Wie het conservatisme inwisselt voor enige inventiviteit, ontdekt dat coöperatiesi vandaag de betere oplossing kunnen bieden voor overheidsbedrijven zoals Belfius, bpost, Telenet, Proximus, VRT, FLuvius (het vroegere Eandis en Infrax).
Hoe dan wel? Geef overheidsbedrijven het statuut van coöperatiei met exact altijd evenveel vennoten als er Belgen zijn… plus de overheidsvennoten, in dit geval minstens de Belgische staat.
Zo creëren we de mengvorm van de publiekscoöperatiei, een beloftevolle formule om maatschappelijk te ondernemen. Dan blijft deze publiekscoöperatiei voor de helft in handen van één of meer overheden, en tegelijkertijd zijn alle burgers onvervreemdbaar eigenaar van de andere helft. Zij kunnen hun aandeel niet verkopen. Zo wordt het onmogelijk voor politici om dit nieuwe gemeengoedi te verkopen aan privébelangen. De overheid deelt het eigendomsrecht immers met ruim 11 miljoen burgers en kan hen daarvan niet beroven.
Overheid en burgers moeten dus hun publiekscoöperatiesi samen beheren. Ze leveren daarom elk evenveel bestuurders. Deze twee soorten vennoten delen ook de eventuele winst van hun gezamenlijke bedrijf. De helft van de dividenden gaat dan naar de overheid, de andere helft is voor alle Belgische burgers die, hun gelijkheid indachtig, allemaal evenveel ontvangen.
Waar en in welke omstandigheden worden onze kleren gemaakt? Dat is de vraag die de Schone Kleren Campagnei zich stelt. De kledingindustrie is een schoolvoorbeeld van de globaliseringi. Onze kleren zijn echte wereldproducten: gemaakt aan de ene kant en gekocht aan de andere kant van de wereld. De toegenomen concurrentiei heeft echter geen gunstig effect op de arbeidsomstandigheden. Lage lonen, lange werkuren, onderdrukking van vakbondeni, slechte verlichting en verluchting… zijn schering en inslag. Sociale spelregels worden niet gerespecteerd. Op de vrije markt zijn multinationals de sterspelers en lijkt de overheid buitenspel te staan. De belangen van miljoenen kledingarbeidsters staan op het spel. De Schone Kleren Campagnei ziet een actieve rol voor de consument want koopkracht is machti. Ze wil met consumentenacties bijdragen tot de verbetering van de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. Ze wil op een positieve manier actie voeren en wil geen boycot van één merk of keten. Vanzelfsprekend moet zo’n actie internationaal zijn. Ze begon in Nederland en wordt nu ook gevoerd in België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië, Oostenrijk, Spanje, Zweden en Zwitserland. In Vlaanderen hebben eind 1995 een vijfentwintigtal organisaties een Schone Kleren platform gevormd. Het gaat om vakbewegingen, derdewereldorganisaties, socio-culturele organisaties, jeugdorganisaties en consumentenorganisaties. Wereldsolidariteit heeft de taak van secretariaat en coördinator op zich genomen. De campagne vraagt vooreerst aan consumenten om stil te staan bij ons aankoopgedrag. De kledingverkopende bedrijveni worden opgeroepen om aan leveranciers even hoge eisen te stellen inzake arbeidsomstandigheden als inzake kwaliteit en leveringsvoorwaarden. Er wordt hen gevraagd om een gedragscode te ondertekenen. Ook van de kledingproducerende bedrijveni in Vlaanderen vraagt de campagne dat zij de internationale naleven en laten controleren. Dit geldt zowel voor hun productie hier als die in uitbesteding in het buitenland. Ten derde vraagt de campagne aan politici een regel -en wetgeving te ontwikkelen die kan bijdragen tot de toepassing van de arbeidsnormeni van de Internationale Arbeidsorganisatiei. Ten vierde wil de campagne samenwerken met partners van vakbondeni en (vrouwen)organisaties in het Zuiden en hen ondersteunen.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentiniëi moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent. De voorbije vijfendertig jaar hebben vele landen een ontzagwekkende schuldenlasti opgebouwd. Die schuldenberg is voor een deel veroorzaakt doordat ze maar bekaaid uit de internationale handel komen. Wie steeds minder geldi krijgt voor zijn waar, kan maar moeilijk de eindjes aan elkaar blijven knopen, moet dan maar de gespaarde reserves aanspreken en ten slotte in het rood gaan. Toch is die dalende ruilvoet niet de enige oorzaak voor de enorme schuldenlasti van de ontwikkelingslanden. Men mag niet vergeten dat er ook heel wat geleend geldi gegaan is naar dure investeringsprojecten die weinig of niets opbrengen. Zo heeft de Ingastuwdam in Kongo bijvoorbeeld handenvol geldi gekost, maar die produceert amper elektriciteit, en erger nog, er waren betere alternatieven. De wereld staat jammer genoeg vol van die peperdure, nutteloze ‘witte olifanten’ waaraan duur geleend geldi is opgegaan. Veel geleend geldi is ook gespendeerd aan militair tuig. En militaire uitgaven zijn, economisch bekeken, zowat de minst productieve uitgaven. Maar alles kan altijd nog erger. Niet te verwaarlozen zijn de sommen die allerhande dictators en andere corrupte figuren in eigen zak hebben gestoken. Zo bleek dat gewezen president ‘Baby Doc’ Duvalier van Haïti in 1981 van een IMFi lening van tweeëntwintig miljoen dollar, na twee dagen al twintig miljoen dollar voor zichzelf had afgehaald. Hoe konden de vroegere dictators Mobutu, van toenmalig Zaïre, en Marcos, van de Filippijnen, hun miljardenfortuin opbouwen? Hoe zijn vele machthebbers van de vroegere communistische landen immens rijk geworden in de jaren negentig van vorige eeuw? Verder moet zeker de rol van de stijgende rentevoeten in de jaren tachtig aangestipt worden. Die maakte de aflossing van de schuld heel wat zwaarder – er moet nog veel meer geldi terugbetaald worden – en dat veroorzaakte mede de explosie van de schuldenlasti. Ook dat is geldi dat zeker niet naar maatschappelijke behoeften kan gaan.
www.cadtm.org Comité pour l’Annulation de la Dette du Tiers Monde
In 1973 publiceerde Gene Sharp zijn meesterwerk The Politics of Nonviolent Action dat maar liefst uit drie delen bestaat. In het eerste deel bespreekt hij de fenomenen machti en strijd.
Anders dan vele andere academici beklemtoont hij dat regeerders en bestuurders niet vanzelfsprekend over hun politieke machti beschikken, en ze als ‘gegeven’ kunnen beschouwen.
Neen, voor hun politieke machti zijn ze afhankelijk van het volk. Want burgers kunnen inderdaad gehoorzamen aan hun bestuurders. Maar ze kunnen ook beslissen om hun steun in te trekken.
In die wederzijdse afhankelijkheid ligt de basis voor vele vormen van succesvol geweldloos verzet.
Ze vormt ook de voedingsbodem voor de kracht van een georganiseerde samenleving. Hier wortelt de gedachte dat die civiele samenlevingi als een rem kan werken op een dictatoriale ontsporing van de politieke machti. Het bestaan van een civiele samenlevingi garandeert als het ware het democratische functioneren van een samenleving.
Daarom is het dus dat democratische politici er, in het belang van de democratie, moeten over waken dat de autonome bewegingsruimte van de civiele samenlevingi niet wordt aangetast. Meer zelfs, ze moeten net een zo sterk mogelijk middenveldi nastreven. (db)
Heel algemeen slaat sociaal kapitaali op tal van factoren die groepen of organisaties doen functioneren.
Vaak verwijst sociaal kapitaali meer specifiek naar de creatie van publieke goederen en commonsi. Het betreft dan de sterk gedeelde overtuigingen en waarden die een samenleving helpen om waardevolle publieke diensten en goederen voort te brengen en tegelijkertijd te vermijden dat vrijbuiters profiteren van de gezamenlijke inspanningen zonder zelf bij te dragen.
DIt laatste wordt ook wel het free rider-probleem genoemd. Denk bv. aan mensen die zich onttrekken aan het betalen van belastingeni of die niet betalen voor hun trein- of buskaartje, politici die zich onterecht hoge vergoedingen uitbetalen voor niet-geleverde prestaties en burgers die dergelijke fraudevormen tolereren of zelfs vergoelijken.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechteni waar te maken.
Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.
Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Aan wie andersvalide is of ongewild werkloos garandeert de samenleving een gewaarborgd inkomen. Beter nog, de samenleving verzekert hen ook van nuttig en fatsoenlijk betaald werki, afgestemd op hun mogelijkheden.
Voor wie een heel leven heeft gewerkt, garandeert een welvaartsvast pensioen een bestaanszekere oude dag.
Een goed uitgebouwde sociale zekerheidi – met een wettelijke basis en verplicht voor iedereen - waarborgt in alle samenlevingen alle mensen en alle gezinnen of andere samenlevingsvormen in alle omstandigheden hun bestaanszekerheid en hun integratie in de samenleving.
Daarom verschaft zij voor kinderen - die de beste opvoeding en onderwijs verdienen - voor wie getroffen is door ziekte, voor wie andersvalide is of werkloos en voor gepensioneerden de nodige extra middelen om die zekerheid te realiseren.
Alle samenlevingen verplichten zich ertoe om, uit de welvaart die ze creëren, in de mate van het mogelijke de inkomsten te halen om hun sociale zekerheidssysteem zelf te financieren.
Belangrijk is dat de mondiale samenleving voor alle mensen overal ter wereld haar herverdelende rol vervult. Zeker in het begin staat zij er mee borg voor dat arme landen over de nodige middelen beschikken om hun burgers van een minimale sociale zekerheidi te laten genieten. Deze is namelijk een noodzakelijke voorwaarde om welvarende samenlevingen te kunnen uitbouwen.
Van zodra hun welvaart stijgt, halen ook arme landen daaruit gaandeweg de nodige middelen om hun sociale zekerheidssysteem steeds meer zelf te financieren.
Het meest wezenlijke kenmerk van een stationaire economiei is dat de doorstroom van alle materialen en energievormen binnen een ecologisch duurzame schaal blijft.
Het zal erop aan komen meer te doen met minder, namelijk tegelijk de inzet van grondstoffeni en fossiele brandstoffen drastisch te doen dalen en toch beduidend meer welvaart voort te brengen, vooral voor de armsten. Want zij hebben recht op rechtvaardigheid en dus op meer welvaart. Die hoort even afdwingbaar te zijn als de grenzen die de ecologisch duurzame schaal oplegt.
De mens heeft sinds de industriële revolutie de stikstofkringloopi op Aardei nog veel meer verstoord dan de mismeesterde koolstofkringloop die ons met de klimaatcrisis heeft opgezadeld. Ze vormt dan ook één de van verst overschreden planetaire grenzeni.
De hoofdoorzaak voor wat er misloopt met de stikstofkringloopi is het onverantwoord grote gebruik van kunstmest in onze landbouwi. Op sommige plaatsen is de verbranding van fossiele brandstoffen de grote boosdoener. Zogenaamde biobrandstoffen, vooral dan ethanol, vergroten dat probleem.
Ontwikkelingslanden die financieel in de problemen komen, moeten zeker nog in de jaren tachtig en negentig aankloppen bij het Internationaal Monetair Fondsi. Heel dikwijls krijgen zij dan een structureel aanpassingsprogrammai opgelegd als voorwaarde om hulp te krijgen. Het doel daarvan is om het land in staat te stellen zijn schulden terug te betalen. Altijd krijgen die landen een monetaristische politiek te slikken die de munt devalueert, de overheidsuitgaven drastisch naar beneden haalt en alle economische inspanningen op de export richt. Die zware bezuinigingen halen meer dan eens de gezondheidszorg, het onderwijs en de landbouwondersteuning onderuit. In feite verplicht men die landen elk sociaal-economisch beleid op te geven en een sociale politiek te vergeten. De forse muntdevaluatie maakt het leven veel duurder en verhoogt de schuld in reële termen. Wanneer je daarenboven zowat alle arme landen datzelfde beleid opdringt, stort je hen allemaal samen in een neerwaartse concurrentiespiraal. Een vlammende kritiek op dat beleid van het Internationaal Monetair Fondsi komt van Joseph Stiglitz, de Nobelprijswinnaar economiei van 2001 en voormalig topeconoom bij de Wereldbanki. Heel overtuigend beschrijft hij in zijn in 2002 verschenen boek Perverse globaliseringi hoe het IMFi tientallen landen het slechtst denkbare economische beleid opdringt. Altijd opnieuw is het resultaat een veel diepere economische crisis dan zou moeten, veel meer werkloosheid, armoedei en verloren welvaartsproductie.
Verder doen zoals we bezig zijn, voert ons regelrecht naar een ecologische, economische, sociale en democratische ineenstorting ergens in de tweede helft van deze eeuw. Bij ongewijzigd beleid is dat het meest waarschijnlijke toekomstscenario.
Het zou een algemene systeemcrisisi betekenen. De enige uitweg is een systeemverandering. De kernvraag is dan: welke verandering, welke transitiei?
De opvatting dat technologie alle problemen die samenlevingen ontmoeten, wel tijdig zal weten op te lossen. Het betreft dus een ongebreideld technologisch vooruitgangsoptimisme.
De jongste decennia hebben de financiële markten veel meer vrijheid gekregen. Die financiële globaliseringi zorgt voor een spectaculaire aangroei van het zogenaamde flipperkapitaal dat de wereld rondflitst op zoek naar snelle en hoge winsten. Meer dan eens heeft dit geleid tot financiële crises die ontzettend veel mensen hun werki en inkomen kosten. James Tobin, Amerikaans econoom en Nobelprijswinnaar, stelde al in 1978 voor om een kleine belasting van bijvoorbeeld 0,1 procent te heffen op munt- of valutatransacties. Grote voordeel daarvan is dat het de speculatie door flitskapitaal zal afremmen: speculanten moeten immers bij elke wisseloperatie deze taks ophoesten. Als tweede voordeel is er de fikse opbrengst. Zo kan deze mondiale belasting mee de middelen verschaffen om de grote wereldproblemen aan te pakken. Nadelen voor de gewone economiei zijn er niet. Zulke éénmalige minieme belasting vormt geen hinderpaal voor wie internationaal goederen of diensten verhandelt of investeert. De Duitse hoogleraar Paul Bernd Spahn stelt later voor om de taks laag of zelfs op nul te houden in normale tijden op de financiële markten. Maar wanneer munten sterk gaan schommelen en er financieel onweer opduikt, zou het tarief sterk kunnen verhogen tot maximum 80 procent of nog meer. Dan dam je de speculatie werkelijk af. De Tobin-Spahn taksi is geadopteerd door de andersglobalistische beweging als één van hun hoofdeisen. Nogal wat landen, waaronder India en Duitsland, zijn voorstander van deze belasting. Frankrijk en België zijn nog verder gegaan en hebben de Tobin-Spahn taksi in een wet gegoten. Die treedt in werking zodra alle landen van de Eurozone zulke wet hebben gestemd.
Het Trade Union Advisory Committee (TUAC) is het overleg- en adviescomité van de vakbondeni bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkelingi of OESO. De OESO verzamelt de rijkste landen van de wereld en speelt een belangrijke rol in de ontwikkelingen wereldwijd. De organisaties van werknemersi en van de werkgevers kunnen advies geven. Voor de werknemersi gebeurt dit dus via het syndicaal adviescomité of TUAC.
De mondiale visserij illustreert als geen ander het probleem van onze gemeenschappelijke hulpbronnen. Ze zijn vrij beschikbaar, iedereen mag er vrij gebruik van maken. En iedereen gaat tewerk alsof ze onuitputtelijk zijn. Iedereen gelukkig dus?
Ja, zolang we in een wereld leven waar de economiei binnen de biofysische grenzen van de Aardei blijft en haar draagkracht niet overschrijdt. Maar wanneer de economiei overmatig groeit, en vooral wanneer ze vergeet dat ze deel uitmaakt van het ecosysteem Aardei en de ecologische grenzen doorboort, komen de problemen. Steeds meer en grotere vissersboten zorgen eerst voor recordvangsten. Maar dan is snel het mooie liedje uit, niet omdat er niet genoeg boten zouden zijn, wel omdat er geen voldoende vis meer is.
Doordat iedereen vrij gebruik mag maken van het gemeenschappelijke of publieke goed, in dit geval de zeeën en oceanen met hun visvoorraden, voelt niemand zich verantwoordelijk voor het instandhouden van dat goed. Het resultaat is dat iedereen er bij verliest, niemand heeft nog genoeg vis. Vandaar de tragedie van de commonsi.
uit het boek Barrez Dirki, Koe 80 heeft een probleem. Boer, consument, agro-industrie en grootdistributie - klik hier voor info en bestellen
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitiei.
Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economiei en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruki hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economiei.
Haar ecologische dimensie is dat zij onze welvaart moet voortbrengen binnen de grenzen van het ecosysteem Aardei en van al haar ecosystemen. Haar sociale dimensie is dat zij voor de nodige welvaart zal zorgen om aan de gerechtvaardigde behoeften van alle wereldburgers te voldoen. Haar democratische dimensie is dat burgers en samenlevingen, van lokaal tot globaal, greep krijgen op hun nieuwe sociaalecologische economiei, dat ze er zeggenschap over hebben.
Die omschakeling moet uiteindelijk gebeuren in AL haar systemen: energie, water, voedseli, mobiliteit, geldi, werki, inkomen, wonen, onderwijs, democratie, reizen, informatie, biodiversiteiti, veiligheidi, kennis, fiscaliteit, gezondheidsvoorzieningen, sociale zekerheidi, cultuur…
De transities zullen zich afspelen en moeten doorzetten op drie niveaus. Ze wortelen in het niche- of microniveau en stoten door naar het regime- of mesoniveau. Ze vervangen gaandeweg de heersende regimes en forceren zogenaamde regimeveranderingen. Uiteindelijk veranderen ze samen op macroniveau het landschap om van een algehele transitiei te kunnen spreken.
Een transitiearenai verzamelt voor een welbepaalde uitdaging of probleem, bijvoorbeeld duurzaam wonen of hernieuwbare energie of leefbare voedselketens, zowel pioniers als leden met invloed. Die laatste hebben een zekere greep op de dominante systemen en kunnen er invloed op uitoefenen. Ze zijn dus meer wel dan niet verbonden met regimespelers.
De mix van voldoende visionaire vernieuwers met ook zwaargewichten is hard nodig. Door hun combinatie en samenspel kunnen ze de betrokken sector grondig analyseren, om vervolgens een diepgaande confrontatie te stimuleren over de duurzaamheidsproblemen ervan.
Belangrijk is tot een gezamenlijke probleemformulering te komen. Nog belangrijker is om daaruit een duurzaam toekomstbeeld te puren, dat daarna ook een meer concrete invulling krijgt.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPSi-verdrag geeft de bezitter van een patenti minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Farmaceutische, biotechnologische, software- en vele andere kennisbedrijven halen daar hun voordeel uit. Want natuurlijk is het waar dat patenten economisch zinvol zijn omdat bedrijveni hun investeringen in onderzoek en ontwikkelingi moeten kunnen terugverdienen. Maar 20 jaar is wel een veel te lange tijd en creëert in feite monopoliesituaties.
TRIPSi horen thuis bij de Wereldhandelsorganisatiei (WTOi). Het is opvallend hoe de tenoren van de internationale vrijhandeli erin slagen om heel strikte en afdwingbare regels uit te vaardigen voor intellectuele rechten zodat er jarenlang ongestoord reuzenwinsten kunnen worden gemaakt. En aan de andere kant acht de WTOi het ondenkbaar om werknemersrechten of milieurechten hun rechtmatige plaats te geven.
De vrijheid op de vrije wereldmarkt en in de internationale vrijhandeli is overduidelijk op maat gesneden van de sterken. TRIPSi dringt de beschermingsnormen van de industrielanden op aan alle andere landen, ook al is de wetgeving daar dikwijls veel minder streng. Bij schending ervan riskeren landen voortaan handelssancties opgelegd te krijgen.
Er komt al snel kritiek, o.a. op al te dure geneesmiddelen die efficiënte bestrijding van aids in Afrikai onmogelijk maken. In 2001 leidt het tot een bijsturing. De WTOi beslist dat het TRIPSi akkoord landen niet mag verhinderen om hun gezondheidzorg te beschermen en om de beschikbaarheid van essentiële geneesmiddelen voor iedereen te waarborgen. Daarvoor moeten patentrechten wijken.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aardei weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aardei en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissingi of overmatig oppompen van water. Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatveranderingi veroorzaakt, ruim voor hun uitputtingi dreigt.
De mens is tot vrijwel alles in staat. De mens kan zich zowel wijden aan zaken die algemeen als positief worden ervaren, de uitbouw van de verzorgingsstaat bijvoorbeeld, als aan zaken die de meeste mensen negatief zullen vinden, denk maar aan racisme of slavernij. Sommigen zullen niet spreken van positief en negatief maar wel van goed en slecht, nog anderen zullen het hebben over goed en kwaad.
Wat ons hier vooral bekoort, is net de positieve of goede kant van de mens. Zij zoekt permanent naar een leven dat van een betere kwaliteit is.
Dat verhaal van de mens op zoek naar een beter leven – of zij kan leven en of zij mag leven – is ook op een andere wijze te schrijven. Het wordt dan een verhaal van rechten en vrijheden. Heel bewust noemden we in Ik wil niet sterven aan globalisering. Over leven in de 21ste eeuw naar het einde van hoofdstuk 7 het recht op bestaan het eerste mensenrecht.
Op 10 december 1948 schrijft de mens van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de algemene vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mensi (UVRM) goed.
Die Verklaring telt slechts dertig artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (tot en met artikel 21), de sociale en economische rechten (artikels 22 tot en met 25), als de culturele rechten (artikels 22, 26 en 27). Ook het recht op ontwikkelingi is er reeds in vervat (artikel 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (artikel 29).
Complete ecologische blindheid
Ook al vormen de natuurlijke hulpbronnen de vitale basis voor elk menselijk leven, toch schenkt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mensi geen enkele aandacht aan het ecologische vraagstuk: de Aardei is eindig en haar draagkracht is beperkt door de zogenaamde planetaire grenzeni.
En dus ontbreekt in die Universele Verklaring het Aardegebruiksrechti. Dat essentiële recht moet de aanspraak garanderen van alle mensen op hun rechtmatige deel van het natuurlijk kapitaali. Nog anders uitgedrukt, het is de milieugebruiksruimte die iedereen toekomt.
Tientallen verdragen en conventies hebben later de Universele Verklaring aangevuld. Naast het recht op ontwikkelingi worden nog andere collectieve mensenrechteni of solidariteitsrechten geformuleerd, zoals het recht op vrede, het recht op een ongeschonden leefmilieu en het recht van volken op zelfbeschikking.
Nog altijd zijn vakbondeni, samen met boerenbewegingeni, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbondeni het allerbeste instrument voor werknemersi om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werki en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemersi beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werki zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
De nood aan sterke vakbondeni om de welvaart van de wereld evenwichtiger verdeeld te krijgen, zal in de toekomst nog toenemen. Want de jongste jaren zijn Chinai, India en de vroegere Sovjetstaten in snel tempo opgenomen in de wereldeconomie. Zo is het aantal werkers in de globale economiei verdubbeld van anderhalf tot drie miljard mensen. Maar die nieuwelingen brengen relatief weinig kapitaali mee wat de verhouding tussen arbeidi en kapitaali drastisch verandert. Er zijn op mondiaal vlak nu tweemaal zoveel mensen in strijd met elkaar voor ongeveer evenveel investeringen. Als je dan de vrije arbeidsmarkt laat spelen, zal er druk ontstaan op de lonen, zeker van de overvloedig aanwezige laaggeschoolde werkers.
De vakbondeni hebben de uitdaging goed begrepen. Eind oktober-begin november 2006 ontbinden de twee grote vakbondskoepels zichzelf om één nieuwe wereldvakbondskoepel te stichten.
Veerkrachti is het vermogen van elk systeem om grote veranderingen of schokken op te vangen zonder zijn kwaliteiten te verliezen of zelfs in te storten. Dit begrip van veerkrachti is allereerst van toepassing op ecosystemen. Even belangrijk is het om de veerkrachti van onze sociale, economische en culturele systemen te bewaken. Want grote veranderingen, schokken of crises kunnen ook hun weerbaarheid aantasten.
Het is uiterst belangrijk om de veerkrachti van systemen nauwgezet te respecteren opdat ze hun vele functies blijven vervullen en hun diensten blijven leveren. De veerkrachti van een systeem laten breken, brengt ons soms in terra incognita, op volledig onbekend terrein, zoals met de opwarming van de Aardei.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingen
In nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Een permanente en democratisch gecontroleerde supranationale VN-politiemacht verzekert samen met regionale politiemachten de veiligheidi in de wereld, ook in landen die ten prooi vallen aan burgeroorlog of zwaar oncontroleerbaar geweld.
Massavernietigingswapens hebben geen bestaansrecht en worden vernietigd. De ontwikkelingi en productie van wapens zijn een overheidsmonopolie. De handel en het bezit van wapens zijn zo veel mogelijk beperkt, sterk gereglementeerd en streng gecontroleerd. In elk geval is het privébezit van vuurwapens en oorlogswapens verboden.
Een permanente internationale strafrechtbank beoordeelt oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.
Het structurele geweld van hongeri, armoedei, vermijdbare ziekten en analfabetisme dat vaak voorafgaat aan fysiek geweld moet gekeerd door een herverdeling van de mondiale welvaart.
Aanvaard te Munchen op 24 en 25 november 1971 door de afgevaardigden van de journalistenvakbonden van de (toen nog) zes lidstaten van de Europese Gemeenschap en vervolgens aanvaard door de Internationale Federatie van Journalisten (waaronder de AVBB) op het congres van Istanboel in 1972.
Inleiding
Het recht op informatie, op vrije meningsuiting en op kritiek is één van de fundamentele vrijheden van elk menselijk wezen.
Uit dit recht van het publiek om de feiten en de opinies te kennen, vloeit het geheel van de rechten en plichten van de journalist voort.
De verantwoordelijkheid van de journalisten tegenover het publiek heeft voorrang op elke andere, in het bijzonder op deze tegenover hun werkgever en tegenover de overheid.
De informatieopdracht behelst noodzakelijkerwijze de grenzen die de journalisten zichzelf spontaan opleggen.
Dit is het voorwerp van de Verklaring der plichten zoals zij hier werd geformuleerd. Maar deze plichten kunnen slechts daadwerkelijk nagekomen worden bij de uitoefening van het beroep van journalist indien de concrete voorwaarden tot de onafhankelijkheid en tot de waardigheid van het beroep verwezenlijkt worden. Dit is het voorwerp van de Verklaring der rechten zoals zij hierna opgegeven wordt.
Verklaring der plichten
De essentiële plichten van de journalist bij het opzoeken en het commentariëren van de gebeurtenissen zijn de volgende:
1) De waarheid eerbiedigen, welke ook de gevolgen voor hem mogen zijn. Dit vloeit voort uit het recht van het publiek om de waarheid te kennen.
2) De vrijheid van informatie, van commentaar en van kritiek verdedigen.
3) Alleen informaties publiceren waarvan de oorsprong gekend is; geen essentiële informaties schrappen, noch tekst of documenten verdraaien.
4) Geen oneerlijke methodes gebruiken om informaties, foto's en documenten te bekomen.
5) Zich ertoe verplichten het privé-leven van de personen te eerbiedigen.
6) Elke gepubliceerde informatie rechtzetten indien deze onjuist is gebleken.
7) Het beroepsgeheim bewaren en de herkomst van de bekomen vertrouwelijke informaties niet verspreiden.
8) Zich niet overgeven aan plagiaat, laster, eerroof en beschuldigingen zonder grond noch enig voordeel in ontvangst nemen voor het al dan niet publiceren van een informatie.
9) Nooit het vak van journalist verwarren met dit van reclameman of van propagandist en geen enkele rechtstreekse of onrechtstreekse instructie in ontvangst nemen van adverteerders.
10) Elke drukking weigeren en slechts redactionele richtlijnen aanvaarden van de redactieverantwoordelijken.
Elke journalist die naam waardig, moet het als een plicht aanzien de hierboven aangehaalde principes strikt na te leven; hij erkent het recht van kracht in ieder land, maar hij aanvaardt op beroepsgebied enkel de rechtsmacht van zijn gelijken, met uitsluiting van elke gouvernementele of andere inmenging.
Verklaring der rechten
1) De journalisten eisen vrije toegang tot alle informatiebronnen alsmede het recht vrijuit opzoekingen te mogen uitvoeren naar alle feiten die het openbaar leven kunnen beïnvloeden. Het geheim van de staats- en privé-belangen kan niet tegen de journalist ingeroepen worden, tenzij uitzonderlijk op grond van klaar omschreven redenen.
2) De journalist heeft het recht elke ondergeschiktheid te weigeren die in strijd zou zijn met de algemene lijn van het informatieorgaan waaraan hij medewerkt zoals deze schriftelijk werd vastgelegd in zijn contract van dienstneming. Deze weigering geldt ook voor elke ondergeschiktheid die niet duidelijk met deze algemene lijn overeenkomt.
3) De journalist kan niet verplicht worden een beroepsdaad te stellen of een opinie uit te drukken die strijdig is met zijn overtuiging of met zijn geweten.
4) De redactionele ploeg moet verplichtend ingelicht worden over elke belangrijke beslissing die van aard is het leven van de onderneming te beïnvloeden. Zij moet tenminste geraadpleegd worden, voor de definitieve beslissing, over elke maatregel met betrekking tot de samenstelling van de redactie: aanwerving, ontslag, overplaatsing en bevordering van journalisten.
5) Wegens zijn funktie en zijn verantwoordelijkheid heeft de journalist niet alleen het recht op de voordelen van de collectieve overeenkomsten, maar ook op een persoonlijk contract dat de materiële en morele veiligheidi van zijn werki verzekert. Dit contract moet hem een bezoldiging toekennen die in overeenstemming is met zijn sociale rol en die voldoende is om zijn economische onafhankelijkheid te waarborgen.
Verontreinigingi of vervuilingi zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur. Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemverontreiniging.
Het is al veel gewonnen dat naast treinen, bussen, auto’s en vrachtwagens schepen aandacht krijgen. En de website biedt ook een kijk op vliegverkeer en containertransport. Wat ontbreekt zijn de toch aanzienlijke en vooral aan te moedigen meest duurzame verplaatsingen van mensen en goederen te voet of per fiets, of met nog andere transportmiddelen.
Wereldwijde gegevens over spoorwegvervoer van personen en goederen – weliswaar geregeld onvolkomen wegens o.a. niet zo recent - is te vinden op Wikipedia
Vervuilingi of verontreinigingi zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur. Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Dat de Verenigde Naties in juni 1992, niet veel jaren na Our Common Futurei, 172 landen kunnen verzamelen op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkelingi in de Braziliaanse stad Rio de Janeiro, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aardei en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen.
Van snelle bewustwording tot zelfs besluitvorming
Dat had in vele landen, organisaties, bedrijveni of bewegingen veel beter gekund, maar er zijn vele manieren om naast de meest essentiële vraagstukken te kijken. De wereld wacht intussen niet op de achterblijvers. Er komt zelfs besluitvorming op die zogenaamde Aardetopi.
Het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatveranderingi - kortweg Klimaatverdragi - wordt goedgekeurd. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatveranderingi meer veroorzaakt.
Ook het Biodiversiteitsverdragi ziet in Rio de Janeiro het levenslicht. Dat wil de natuurlijke soortenrijkdom beschermen en een duurzaam gebruik ervan mogelijk maken. Het beoogt ook de opbrengsten van genetisch materiaal billijk te verdelen. De soortenrijkdom behoort door dat verdrag toe aan de soevereine landen, die ook moeten zorgen voor het voortbestaan ervan.
Met Agenda 21 wordt op de wereldtop in Rio zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkelingi in de 21ste eeuw afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis. Men rekent op de Verenigde Naties, andere internationale organisaties en individuele landen om de agenda uit te voeren van het internationale tot het lokale niveau. Jammer van die vervelende achilleshiel van vrijwilligheid: geen enkele organisatie en geen enkel land is verplicht om werki te maken van die duurzame ontwikkelingi.
Verdragen blijven dode letter
Daarmee is zowat al het goede nieuws verteld. Want ook al ondertekenen vele landen die verdragen, de werkelijkheid ziet er tot vandaag almaar slechter uit: de uitstoot van broeikasgassen en de bijbehorende opwarming zetten zich vrijwel ongestoord verder; de voortdurende aanslag op planten en dieren verloopt zelfs nog erger.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingeni en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandeli. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economiei op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkelingi verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Voorstanders argumenteren dat vrijhandeli kan zorgen voor meer concurrentiei, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Dat is onder andere zo omdat landen en regio’s zich kunnen toeleggen op waar ze goed in zijn. Zeker landen met een sterke economiei kunnen met vrijhandeli op de wereldmarkten winst halen uit hun specialisaties.
Na de Tweede Wereldoorlog is om die reden en onder impuls van het vrijhandelsakkoord GATT en later van de Wereldhandelsorganisatiei de wereldhandel steeds vrijer gemaakt. Bijkomend sterk argument was de huiver voor het protectionisme van de jaren dertig, volgende op de beurscrash van 1929, dat zowat de hele wereld in een zware economische recessie stortte en tot de opkomst leidde van dictaturen en wellicht zelfs de Tweede Wereldoorlog.
Maar er is een keerzijde, of minstens zijn er zware schaduwzijden. Zwakkere lokale en regionale economieën delven het onderspit. Samenlevingen verliezen de greep op hun economiei. En bijna altijd opnieuw lijkt vrijhandeli samen te moeten gaan met grotere ongelijkheid, met een meer ongelijke verdeling van de voortgebrachte welvaart. De realiteit toont hoe mensen en werknemersi zich overal maar moeten inschrijven in een kapitalistische wereldeconomie en een vrijhandeli die op maat zijn geschreven van het bedrijfsleven.
Vrijhandeli is verworden tot een dogma dat doet vergeten de meest fundamentele vraag te stellen: hoe draagt vrijhandeli bij aan het welzijn en de bestaanszekerheid van samenlevingen?
Om van waardig werki te kunnen spreken, moet het gaan om het uitoefenen van werki waarvoor men vrij kiest en dat een inkomen oplevert dat de behoeften van zichzelf en van het gezin dekt. Menswaardig werki respecteert tevens de arbeidsrechten van mensen. Hiertoe behoren fundamentele werknemersrechten zoals het recht op organisatie, op collectieve arbeidsonderhandelingen én op gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Belangrijk om van menswaardig werki te kunnen spreken is ook dat het recht op sociale bescherming en op sociale zekerheidi zijn vervuld.
En ten slotte moet er plaats zijn voor sociale dialoog en voor tripartiete onderhandelingen.
Deze doelstellingen van waardig werki gelden voor alle werkende mensen, om het even of ze man of vrouw zijn, of ze werken in de formele dan wel in de informele economiei, of ze werknemer zijn dan wel voor zichzelf werken, of ze op het veld, in fabrieken, op kantoren of thuis werken.
Niet alleen de markten en de economiei hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forumi (WSF) plaats.
Het idee voor een Wereld Sociaal Forumi was ontstaan tijdens de protesten tegen het Wereld Economisch Forum in het Zwitserse Davos. Daar ontmoet elk jaar zowat de hele mondiale economische en politieke elite elkaar met als doel agenda’s op elkaar af te stemmen en te debatteren over hoe het verder moet met het mondiale kapitalisme. Waarom daar geen Wereld Sociaal Forumi tegenover plaatsen waarop de mondiale sociale bewegingen elkaar ontmoeten, eveneens gemeenschappelijke campagnes en actiekalenders kunnen afspreken en debatteren over hoe je de wereld in progressieve zin kan veranderen?
En dat is het Wereld Sociaal Forumi nu, een ontmoetingsplaats voor organisaties uit het sociaal middenveldi die oppositie voeren tegen het neoliberale model, imperialisme en een door geldi gedomineerde wereld. Hun doel is te werken aan een wereld waarin de mens centraal staat. Het Wereld Sociaal Forumi neemt geen standpunten in en wil enkel een forum zijn voor alle organisaties die weigeren zich over te geven aan het kapitalisme. Dat vertaalt zich in dé slogan van het Wereld Sociaal Forumi “Een andere wereld is mogelijk”.
Ook in 2002 en 2003 is het WSF in Porto Alegre. Mumbai in India is de gaststad in 2004. In 2005 verhuist het Forum opnieuw naar Porto Alegre. In 2006 verspreidt het Wereld Sociaal Forumi zich over drie continenten met fora in Bamako (Mali) en Caracas (Venezuela) in januari en in Karachi (Pakistan) in maart. Nairobi is de verzamelplaats in 2007, en in 2008 is er geen Forum maar wel een wereldwijde actiedag op 26 januari, overal lokaal in te vullen.
Is samen met het IMFi opgericht in 1944 in Bretton Woodsi (zie ook daar). Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkelingi en de Internationale Associatie voor Ontwikkelingi. De Wereldbanki telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet. Samen vormen IMFi en Wereldbanki zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMFi zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbanki leningen om hun ontwikkelingi te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden. In de praktijk vormt de Wereldbanki één as met het IMFi en wendt zij haar financiële machti aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMFi en Wereldbanki om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd. De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbanki, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globaliseringi (zie ook onder structureel aanpassingsprogrammai).
De overzichtspagina https://data.worldbank.org/indicator leidt naar gegevens over volgende thema's, soms vergezeld van verwijzingen naar andere databanken:
Agriculture & Rural Development | Aid Effectiveness | Climate Change | Economy & Growth | Education | Energy & Mining | Environment | External Debt | Financial Sector | Gender | Health | Infrastructure | Poverty | Private Sector | Public Sector | Science & Technology | Social Development | Social Protection & Labor | Trade | Urban Development
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT. De Wereldhandelsorganisatiei – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTOi - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel. De WTOi is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTOi-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTOi meteen één van de machtigste instellingen ter wereld. Bovendien kan de WTOi meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATSi) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPSi) ter sprake. De Wereldhandelsorganisatiei is de drijvende kracht achter de liberaliseringi of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemersi en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTOi. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormeni kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTOi afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden. Vooral sinds de WTOi-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbondeni, boerenbewegingeni, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbewegingi. Sinds de WTOi conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Uniei en Japan beslissen.
Betaald werki is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.
Let wel, werki of arbeidi is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken rechtstreeks voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker.
Traditioneel onderscheidt men werki in drie sectoren, de primaire sector met vooral de landbouwi, de industrie en de dienstensector. Maar altijd is cruciaal of het inkomen dat men put uit arbeidi hoog genoeg is om behoorlijk te leven. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werki in de zwarte of informele economiei is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werki is.
De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werki te creëren voor iedereen die wil werken.
Met de huidige globaliseringi die vooral vrijheid en rechten creëert voor geldi, goederen en diensten zonder de rechten van wie werkt te beschermen komt de ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking.
Want er is een tendens om arbeidi minder te vergoeden ten voordele van kapitaali.
En die andere tendens om weinigen immens veel te laten verdienen en de grote meerderheid amper een habbekrats helpt ons evenmin, het creëert enkel grotere inkomensongelijkheid en meer armoedei.
Begin jaren zeventig introduceerde de Internationale Arbeidsorganisatiei de term ‘informele sector’ om de activiteiten te beschrijven van de werkende armeni: ze werken erg hard maar hun werki is niet erkend, geregistreerd, beschermd of geregeld door één of andere overheid. De meeste zijn te vinden in ontwikkelingslanden. In 2002 schat de IAOi het aantal werkende armeni in de wereld op 530 miljoen: zij verdienen niet genoeg om hun gezin aan een inkomen te helpen van één dollar per gezinslid. Maar ook in rijke landen, zeker in bv. Italië of België, bestaat het fenomeen van de onofficiële economiei. Dan praten we over het woekerende zwartwerk en de verdoken productie in bijvoorbeeld illegale kledingateliers, de bouw, horeca, tuinbouw en fruitpluk, of de transportsector. In die informele sectoren van zowel de arme als de rijke landen liggen de lonen of wat daarvoor moet doorgaan bijna altijd veel lager. Wie daar moet werken is gelukkig als hij min of meer kan rondkomen, want meestal levert dat werki niet genoeg op om van te leven. En daar moet nog bij verrekend worden dat er van werkzekerheid zelden sprake is, evenmin als van sociale zekerheidi. Voor pensioenen, ziekte, werkloosheid is niets geregeld, om van vakantiegeld of kinderbijslag maar te zwijgen. Het fenomeen dat iemand wel werki heeft maar te weinig verdient om fatsoenlijk te leven, beperkt zich echter niet tot die informele arbeidssectoren. Vooral in de Verenigde Staten is de jongste jaren het aantal onderbetaalde formele banen fors gegroeid. Bijna iedereen kan er aan werki geraken, maar met die lage salarissen blijft men ruim onder het levensminimum hangen. En het gaat hier om miljoenen jobs.
Met werknemersi bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben. We verstaan onder werknemersi dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werki in de formele economiei, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Heel verschillend van de verbruikers- of producentencoöperatie is de werknemerscoöperatiei.
In een werknemerscoöperatiei zijn namelijk de werknemersi de coöperanten. Zij zijn dus de eigenaars en de bazen van en in hun eigen coöperatief bedrijf, in hún coöperatiei.
Een heel bekend en succesvol voorbeeld bieden de Mondragon coöperatiesi in Spanje.
Mondragon, waar werknemers de baas zijn Korte inhoud - In moeilijke omstandigheden scheppen de werknemerscoöperaties van Mondragon nu al meer dan 83.569 jobs, heel dikwijls gedreven door spitstechnologie, ze exporteren en produceren intussen de wereld rond, de werkloosheid is er het laagst van Spanje en, wellicht meest verrassend, in dit alles zijn de werknemersi de baas.
Werknemers als ondernemers, hoe moet dat? Het nadenken waard Korte inhoud - Bedrijveni waar werknemersi zelf de baas zijn, kan dat? Ja dus, die vorm van meest doorgedreven economische democratie bestaat wel degelijk, bv. in de meer dan honderd werknemerscoöperaties van Mondragon. In België zijn we er nog maar heel weinig mee vertrouwd. Dat alternatief ondernemersmodel stoot op scepsis, zeker bij traditionele ondernemers. Maar ook in de brede werknemersbeweging en bij vakbondeni rijzen er vragen.
‘Als we nu eens zoals Mondragon zelf ons werk creëren.’ Korte inhoud - Als Ford het werki van tienduizend mensen wegneemt, dan is het tijd dat we zelf werki creëren, en misschien zijn daarvoor coöperatieve bedrijveni meest geschikt. En dus trokken Limburgers en Kempenaars naar Mondragon, “een plek in Europa waar men er nog in slaagt om zelf koelkasten te produceren”. Mondragon is dan ook uiterst ongewoon, hier werken 83.569 mensen in wel 120 vooral industriële werknemerscoöperaties en velen zijn hun eigen baas.
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschapi zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.
Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschapi. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.
Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschapi niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.
In die opbouwende geest verschenen op Palai o.a. volgende kritisch-constructieve artikels over wetenschapi en wetenschappers
Kijk mama, zonder hersens | 3-5-2017 We gaan echte wetenschappers hard nodig hebben om de komende decennia goed door te komen. Doodjammer dat sommigen de ruiten van hun geloofwaardigheid hard inslaan. Velen willen het anders
Verbinding als strategie voor een duurzame toekomst |20-7-2020 Klimaat, corona, ongelijkheid… Vele dynamieken maken onze wereld tot een onzekere en zelfs gevaarlijke plek. Een kwalitatieve dialoog tussen wetenschappers en samenleving is nodig om samen de beste oplossingen te vinden die voor iedereen een duurzame toekomst mogelijk maken.
Hoe traag mag inzicht van corona ‘deskundigen’ voortschrijden? | 15-6-2020 Onze ‘experts’ minimaliseerden zelfs nog begin maart het gevaar van het coronavirus. Wij hadden niet het geluk van landen die mee dankzij alerte deskundigen veel minder getroffen zijn. Waarom leerden de ‘onze’ zo traag? Zie onderaan voor meer artikels over wetenschapi in de coronacrisis
Waanzin of verstand | 13-11-2017 Op de boude vraag van Bart Peeters ‘waarom de waanzin het verstand versloeg’ zoekt deze analyse een deel van het antwoord in de gedachteloosheid in wetenschaps- en innovatiesystemen die ons opzadelt met dat banale kwaad van de waanzin.
Politici in schapenvacht. Waarin wetenschappers wel en geen experten zijn | 4-3-2019 "Als kankerpatiënt ben ik dankbaar voor de fantastische verwezenlijkingen van wetenschapi en technologie. Als doctor is mijn geloof dat hun vooruitgang bijdraagt aan een betere wereld zwaar aangetast." Een pleidooi voor democratie in een achterhaald onderzoeksysteem.
Iedereen proefkonijn. Het politieke gehalte van Onderzoek en Ontwikkeling | 8-11-2019 Politieke meerstemmigheid zou vooral voor mens- en geesteswetenschappers belangrijk zijn. Zou het? Wie introduceert tal van ontwrichtende technologische innovaties? Wie levert straks de hele wereld uit aan geo-engineering?
Herexamen voor transitiewetenschappers | 26-6-2017 Om goed te blijven leven, moeten we snel naar een stationaire economiei die de draagkracht van de Aardei niet overschrijdt. Maar na tientallen jaren is het economische verhaal van transitiewetenschappers nog steeds héél onaf. Ze blijven ons vele antwoorden schuldig.
Economische groei via groene technologie: voorschrift voor totale zelfvernietiging | 11-9-2020 Er was hoop dat de coronacrisis een maatschappelijk nieuw begin zou inluiden. Maar als onze experts zich blijven vastrijden in de klassiekers technologische innovatie en groei die net de meeste problemen hebben veroorzaakt, boren we die hoop de grond in.
Globalisering en chaos. Het is chaos natuurlijk - volledige tekst | 16-10-2006 Orde of chaos? Lineair of niet-lineairi? Voorspelbaar of onvoorspelbaar? It’s chaos, stupid is voor vanavond wellicht een nuttige variante van een bekende uitspraak. Als we spreken over globaliseringi en chaos is het goed om weten dat kleine oorzaken grote gevolgen kunnen hebben.
Over wetenschapi in de coronacrisis verschenen ook nog volgende bijdragen:
Eén jaar corona. Misschien kennen we al de miskleun van de eeuw | 19-1-2021 Een jaar geleden zijn virologen gebiologeerd door een nieuw virus. De meesten raken zo gefascineerd dat ze zich niet kunnen inbeelden dat de wereld dit virus liever kwijt dan rijk is. Hun miskleun veroorzaakt een catastrofe. Hun ‘keuze’ om het virus onder ons te laten zorgt voor blijvend gevaar.
Frappante corona verschillen. Een kleine tijdslijn Stille Oceaan-Europa | 1-2-2021 Lezers reageren op onze corona artikels van instemmend tot kwaad. Omdat feiten verhelderen: deze tijdslijn toont hoe hard opvattingen en adviezen van wetenschappers en daarop gestoeld beleid kunnen verschillen.
Striking corona differences Europe – West Pacific. Q&A | 29-3-2021 This Q & A reveals how European experts responded and advised very differently from their peers in many West Pacific countries. Europeans – and the whole world – are paying the highest price for what may be the biggest blunder of the 21st century.
Valt het virus nog uit te roeien? Wie geeft de beste adviezen? | 9-3-2021 Laten we dezelfde ‘experts’ die corona als een zware griep onthaalden nu oordelen dat dit gevaarlijke virus onder ons zal blijven? Voor die levensbelangrijke keuze, een toekomst met of zonder virus, moeten samenlevingen zich laten adviseren door betrouwbare deskundigen.
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatveranderingi, de zeespiegeli zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economiei zullen moeten heropbouwen.
Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappeni van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegeli na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.
Meer over de stijging van de zeespiegeli in deze Palai artikels:
Hoe hoog kan het water stijgen door klimaatverandering? - Zich afwenden van vervelend nieuws is menselijk, dus ook van de vraag hoeveel de zee zal stijgen. Dat lijkt comfortabel maar is onverstandig. Want als de vloed je inhaalt, is het te laat voor een veilige ordelijke aftocht. | 18-4-2017
Na de beurscrash van 1929, de economische crisis en zelfs ineenstorting wereldwijd, de massaal door dictaturen weggespoelde democratieën en het inferno van de Tweede Wereldoorlog dat 52 miljoen mensenlevens eist, kan de mensheid eindelijk puin ruimen.
Schrijf je in op de PALA nieuwsbrief
Aantasting slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteit schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aarde zal overhouden.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Ze bestaan in verschillende soorten.Er is vooreerst vervuiling of verontreiniging waarbij men het milieu opzadelt met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk kan zijn voor mens en natuur.Het is belangrijk om het verschil te zien tussen dat eerste generatiemilieuprobleem en de tweede generatieproblemen van uitputting en aantasting.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
Verontreiniging of vervuiling zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemverontreiniging.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.www.ipcc.chzie ook klimaatverandering
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Duur woord voor vermindering of verzachting.Meestal gebruikt in de context van klimaatverandering, met als betekenis: het voorkómen van nog meer opwarming van de Aarde door overmatige broeikasgasemissies
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De landbouw is belangrijker dan we denken: we moeten allemaal eten en voor enkele miljarden mensen is het zowat hun hele bestaan... al laten wereldmarkt en voedselindustrie hen zwaar in de steek. Eigenlijk beleven we zowat permanent een wereldwijde voedselcrisis die nochtans al die tijd vermijdbaar is. De aangename waarheid dat familiale boeren de wereld kunnen voeden dringt maar niet door.Over eten, al wat ermee samenhangt en al wie erbij betrokken is, heeft de Pala website veel te bieden. Vind de links die u snel verder brengen.
De courante agro-industriële landbouw zit op alle manieren in een doodlopende straat. De analyse daarvan is sinds het begin van Pala te vinden in diverse artikels, zie o.a. de links bij landbouw en voedsel, en in het boek Koe 80 heeft een probleem dat spijtig genoeg nog altijd even relevant is als bij het verschijnen tien jaar geleden.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
De landbouw is belangrijker dan we denken: we moeten allemaal eten en voor enkele miljarden mensen is het zowat hun hele bestaan... al laten wereldmarkt en voedselindustrie hen zwaar in de steek. Eigenlijk beleven we zowat permanent een wereldwijde voedselcrisis die nochtans al die tijd vermijdbaar is. De aangename waarheid dat familiale boeren de wereld kunnen voeden dringt maar niet door.Over eten, al wat ermee samenhangt en al wie erbij betrokken is, heeft de Pala website veel te bieden. Vind de links die u snel verder brengen.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
tegenover het neoliberalisme groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechten, aan sociale en ecologische oogmerken - aan duurzame ontwikkeling dus -, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
tegenover het neoliberalisme groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechten, aan sociale en ecologische oogmerken - aan duurzame ontwikkeling dus -, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
tegenover het neoliberalisme groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechten, aan sociale en ecologische oogmerken - aan duurzame ontwikkeling dus -, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
We staan allen onder toezicht. Op internet worden we gevolgd en geclassificeerd.En waarom al die datajacht? Onze meest persoonlijke gegevens, overtuigingen, zelfs persoonlijkheidskenmerken zijn koopwaar geworden.Dit heeft geleid tot de grootste geld- en machtsconcentratie ooit in handen van privé concerns.
Alom oprukkende digitalisering, nog versterkt door artificiële intelligentie, is één van de allerbelangrijkste mondiale dynamieken vanaf het laatste kwart van de twintigste eeuw... Een (r)evolutie die heel veel bedenkingen oproept, o.a. de nooit geziene economische machtsconcentratie die ze meebrengt; de al bijna even ongeziene argeloosheid van samenleving en politiek; de grote risico's en gevaren van al te losgelaten digitalisering, algoritmes en artificiële intelligentie; de nood aan gedecentraliseerde digitalisering en aan echte datademocratie.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
zie arbeidsnormen
zie arbeidsnormen
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
zie arbeidsnormen
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Als de wereld wil opschieten richting duurzaam vervoer is het alvast nuttig om weten hoe we nu mensen en goederen vervoeren.Vind gegevens over personenverkeer en goederenvervoer.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
zie Internationaal Monetair Fonds
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
We denken allemaal de cijfers te kennen, maar ze blijven verbazingwekkend: de 20 % rijksten op deze wereld verdienen zowat 75 keer zoveel als de 20 % armsten. In 1960 was dat 30 maal zoveel. Het rijkste land was in 1820 drie maal rijker dan het armste, in 1913 was dat 11 maal, in 1973 al 35 maal en 72 maal in 1992. Eind vorige eeuw bezitten de drie rijkste mensen ter wereld (samen) meer dan het gezamenlijke jaarinkomen van de 43 armste landen. De huidige wereldeconomie zorgt voor groeiende inkomensongelijkheid. Het is dringend nodig om deze ongelijke verdeling van de welvaart, het sociale deficit van de globalisering, aan te pakken. Minder dan 2 % van het inkomen van de 10% rijksten volstaat om alle mensen ter wereld minstens aan één dollar per dag te helpen.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Vooral vanaf de jaren zestig van vorige eeuw realiseren Zuid-Korea, Taiwan en de stadstaten Singapore en Hongkong een spectaculaire industrialisering en indrukwekkende groeicijfers. De vier oorspronkelijke tijgers of draken katapulteren zich in één of twee generaties van een soms Afrikaans naar een Zuid-Europees welvaartspeil. Later volgen Thailand, Maleisië, Indonesië en de Filippijnen dit voorbeeld, met wisselend succes.
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zie Internationaal Monetair Fonds
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Vooral vanaf de jaren zestig van vorige eeuw realiseren Zuid-Korea, Taiwan en de stadstaten Singapore en Hongkong een spectaculaire industrialisering en indrukwekkende groeicijfers. De vier oorspronkelijke tijgers of draken katapulteren zich in één of twee generaties van een soms Afrikaans naar een Zuid-Europees welvaartspeil. Later volgen Thailand, Maleisië, Indonesië en de Filippijnen dit voorbeeld, met wisselend succes.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Herinner je de golf van protest wanneer Shell eind vorige eeuw het olieplatform Brent Spar in zee wil dumpen, of de brede onvrede over mensonwaardige arbeidsomstandigheden bij onderaannemers van de grote sportmerken. Sindsdien is er in het bedrijfsleven en daarbuiten een stroming gegroeid die ijvert voor maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
fiscale concurrentie - landen raken in een economie zonder grenzen meer en meer verwikkeld in een fiscaal opbod, of beter, afbod. Ze proberen investeringen en investeerders te lokken met steeds lagere bedrijfsbelastingen.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
fiscale concurrentie - landen raken in een economie zonder grenzen meer en meer verwikkeld in een fiscaal opbod, of beter, afbod. Ze proberen investeringen en investeerders te lokken met steeds lagere bedrijfsbelastingen.
2000 deelnemers zorgden op zaterdag 21 september 2002 voor een vliegende start van het Belgisch Sociaal Forum. Meer dan 150 organisaties hadden vooraf hun handtekening gezet onder de beginselverklaring van het Forum. Belgische vakbonden, NGO's, klassieke en nieuwe sociale bewegingen vonden elkaar voor een gemeenschappelijk project.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
2000 deelnemers zorgden op zaterdag 21 september 2002 voor een vliegende start van het Belgisch Sociaal Forum. Meer dan 150 organisaties hadden vooraf hun handtekening gezet onder de beginselverklaring van het Forum. Belgische vakbonden, NGO's, klassieke en nieuwe sociale bewegingen vonden elkaar voor een gemeenschappelijk project.
In navolging van het Wereld Sociaal Forum ontstaan al gauw ook continentale en regionale sociale fora. Het eerste Europees Sociaal Forum dateert al van in 2002 en grijpt plaats in het Italiaanse Firenze. Later volgen Parijs in 2003, Londen in 2004 en Athene in 2006. Tienduizenden vertegenwoordigers van sociale bewegingen uit heel Europa debatteren over de strijd voor een democratisch, sociaal en solidair Europa en over de rol van Europa in de wereld. Een Europees Sociaal Forum neemt meestal vier tot vijf dagen in beslag. De tienduizenden aanwezigen voeren het debat met elkaar over de toekomst van de beweging en gaan na of er gemeenschappelijke campagnes mogelijk zijn. Ze treffen elkaar in duizenden workshops, seminaries of in grote meetings. Op die manier ontstaan er steeds sterkere Europese netwerken rond een heleboel uiteenlopende thema’s. De sociale bewegingen blijven zeker en vast ook actief op het nationale en lokale niveau, maar nu zeventig procent van nieuwe nationale wetgeving het gevolg is van Europese richtlijnen en afspraken, moet meer dan ooit ook op Europees niveau een sociale tegenmacht worden opgebouwd. zie ook Belgisch Sociaal Forum, Wereld Sociaal Forum
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in juni 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de natuurlijke soortenrijkdom beschermen en een duurzaam gebruik ervan mogelijk maken. Het beoogt ook de opbrengsten van genetisch materiaal billijk te verdelen. De soortenrijkdom behoort door dat verdrag toe aan de soevereine landen, die ook moeten zorgen voor het voortbestaan ervan.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in juni 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de natuurlijke soortenrijkdom beschermen en een duurzaam gebruik ervan mogelijk maken. Het beoogt ook de opbrengsten van genetisch materiaal billijk te verdelen. De soortenrijkdom behoort door dat verdrag toe aan de soevereine landen, die ook moeten zorgen voor het voortbestaan ervan.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Het Klimaatverdrag is het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Het wordt goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatverandering meer veroorzaakt.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Wie iets uitvindt, kan daar een patent of octrooi voor krijgen, meestal voor zowat twintig jaar. In die periode heeft alleen de uitvinder het recht om de vruchten te plukken van die uitvinding, als een vergoeding voor de geleverde inspanningen.Dat lijkt fair maar die periode is zo lang dat er dikwijls superwinsten kunnen worden gemaakt, vele malen meer dan de investeringskost. Farmaceutische bedrijven en ook heel wat softwarebedrijven behoren niet toevallig tot de meest winstgevende.Die winsthonger kan vele mensenlevens kosten, denk bijvoorbeeld aan de weigering van bedrijven om de prijzen voor hun aidsmedicijnen in vele ontwikkelingslanden te laten zakken.De gecreëerde monopolies riskeren ook vernieuwingen in de samenleving te blokkeren. Zeker in het geval van computerprogramma’s vormen zogenaamde sotwarepatenten een rem op innovatie en zijn deze nadelen veel duidelijker dan de voordelen. Vandaar de opkomst van de beweging voor opensource software.Daarmee belanden we bij nog een andere kritiek: er kan gewoonweg veel te veel gepatenteerd worden. Nu zijn zelfs patenten mogelijk op het leven zelf, op stukjes plant, dier of mens. Biotechnologische en farmaceutische bedrijven hebben de jacht geopend op genen of stukken van genen waarvan ze denken dat ze die nuttig kunnen gebruiken, en waarmee ze dus geld hopen te verdienen. Bekend is het verhaal van Myriad Genetics dat in 2001 het octrooi verwerft op een borstkankergen. Volgens het bedrijf mogen de borstkankertests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen tien keer meer betalen. Zo bedreigen stijgende kosten onze gezondheidszorg en de solidariteit waarop zij steunt; ze halen het principe onderuit dat iedereen recht heeft op de beste gezondheidszorg.Vandaar de fundamentele vraag: kan de genetische rijkdom van planten, dieren en menselijk leven wel geprivatiseerd worden – want daar draait het om bij dit soort patenten - of is dit alles gemeenschappelijk eigendom van de mensheid? Tot waar reikt het privé belang, en waar begint het algemeen belang? Die discussie is hard nodig.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Wie iets uitvindt, kan daar een patent of octrooi voor krijgen, meestal voor zowat twintig jaar. In die periode heeft alleen de uitvinder het recht om de vruchten te plukken van die uitvinding, als een vergoeding voor de geleverde inspanningen.Dat lijkt fair maar die periode is zo lang dat er dikwijls superwinsten kunnen worden gemaakt, vele malen meer dan de investeringskost. Farmaceutische bedrijven en ook heel wat softwarebedrijven behoren niet toevallig tot de meest winstgevende.Die winsthonger kan vele mensenlevens kosten, denk bijvoorbeeld aan de weigering van bedrijven om de prijzen voor hun aidsmedicijnen in vele ontwikkelingslanden te laten zakken.De gecreëerde monopolies riskeren ook vernieuwingen in de samenleving te blokkeren. Zeker in het geval van computerprogramma’s vormen zogenaamde sotwarepatenten een rem op innovatie en zijn deze nadelen veel duidelijker dan de voordelen. Vandaar de opkomst van de beweging voor opensource software.Daarmee belanden we bij nog een andere kritiek: er kan gewoonweg veel te veel gepatenteerd worden. Nu zijn zelfs patenten mogelijk op het leven zelf, op stukjes plant, dier of mens. Biotechnologische en farmaceutische bedrijven hebben de jacht geopend op genen of stukken van genen waarvan ze denken dat ze die nuttig kunnen gebruiken, en waarmee ze dus geld hopen te verdienen. Bekend is het verhaal van Myriad Genetics dat in 2001 het octrooi verwerft op een borstkankergen. Volgens het bedrijf mogen de borstkankertests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen tien keer meer betalen. Zo bedreigen stijgende kosten onze gezondheidszorg en de solidariteit waarop zij steunt; ze halen het principe onderuit dat iedereen recht heeft op de beste gezondheidszorg.Vandaar de fundamentele vraag: kan de genetische rijkdom van planten, dieren en menselijk leven wel geprivatiseerd worden – want daar draait het om bij dit soort patenten - of is dit alles gemeenschappelijk eigendom van de mensheid? Tot waar reikt het privé belang, en waar begint het algemeen belang? Die discussie is hard nodig.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Het bruto nationaal product of bnp telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Na de beurscrash van 1929, de economische crisis en zelfs ineenstorting wereldwijd, de massaal door dictaturen weggespoelde democratieën en het inferno van de Tweede Wereldoorlog dat 52 miljoen mensenlevens eist, kan de mensheid eindelijk puin ruimen.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Na de beurscrash van 1929, de economische crisis en zelfs ineenstorting wereldwijd, de massaal door dictaturen weggespoelde democratieën en het inferno van de Tweede Wereldoorlog dat 52 miljoen mensenlevens eist, kan de mensheid eindelijk puin ruimen.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.www.ipcc.chzie ook klimaatverandering
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.www.ipcc.chzie ook klimaatverandering
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Als de wereld wil opschieten richting duurzaam vervoer is het alvast nuttig om weten hoe we nu mensen en goederen vervoeren.Vind gegevens over personenverkeer en goederenvervoer.
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatverandering, de zeespiegel zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economie zullen moeten heropbouwen.Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappen van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegel na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.Meer over de stijging van de zeespiegel in deze Pala artikels:
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het bruto nationaal product of bnp telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Het bruto nationaal product of bnp telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
De doorstroom van alle materialen en energievormen voor onze welvaartsmachinerie moet vóór 2050 binnen een ecologisch duurzame schaal blijven. Voor rijke landen dringt zich een dematerialisatie op met factor 10: grondstoffenverbruik én broeikasgasuitstoot moeten tienmaal kleiner.
Weinig menselijke realisaties zonder organisatie, denk aan scholen, overheden, spoorwegen, multinationals of NGO’s.Maar, het is al te waar, geen menselijke organisaties zonder bureaucratie, een steeds dreigend fenomeen van immobilisme en nutteloze hiërarchie, zowel in de privé, bij de overheid als in de civiele samenleving.Het bureaucratische onvermogen van vele organisaties om buiten de oude krijtlijnen oplossingen te zoeken leidt ertoe dat nieuwe mondiale problemen veel te lang zullen voortwoekeren, dat we b.v. voorlopig vruchteloos wachten op mondiale belastingen, inkomensherverdeling, afdwingbare milieunormen of een permanente VN-politiemacht.zie ook
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Wanneer mensen vooral kunnen doen waar ze goed in zijn, zorgt die werk- of arbeidsverdeling voor betere prestaties en dus voor meer welvaart. Het samenleven van mensen kenmerkt zich al lang door specialisatie, en de moderne samenleving krijgt er maar niet genoeg van.
Een circulaire economie is ontworpen voor hergebruik en herstel. Ze beoogt altijd het behoud van de hoogst mogelijke nuttigheidswaarde van producten, componenten en materialen. Daarbij maakt ze onderscheidt tussen biologische en technische levenscycli. Het doel is te komen tot een voortdurende positieve kringloopontwikkeling: die behoudt of verbetert natuurlijk kapitaal, optimaliseert de opbrengsten en minimaliseert de systeemrisico’s door de eindige voorraden en de hernieuwbare stromen te beheren. Dat zijn meteen de principes van deze economie.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Een circulaire economie is ontworpen voor hergebruik en herstel. Ze beoogt altijd het behoud van de hoogst mogelijke nuttigheidswaarde van producten, componenten en materialen. Daarbij maakt ze onderscheidt tussen biologische en technische levenscycli. Het doel is te komen tot een voortdurende positieve kringloopontwikkeling: die behoudt of verbetert natuurlijk kapitaal, optimaliseert de opbrengsten en minimaliseert de systeemrisico’s door de eindige voorraden en de hernieuwbare stromen te beheren. Dat zijn meteen de principes van deze economie.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Een circulaire economie is ontworpen voor hergebruik en herstel. Ze beoogt altijd het behoud van de hoogst mogelijke nuttigheidswaarde van producten, componenten en materialen. Daarbij maakt ze onderscheidt tussen biologische en technische levenscycli. Het doel is te komen tot een voortdurende positieve kringloopontwikkeling: die behoudt of verbetert natuurlijk kapitaal, optimaliseert de opbrengsten en minimaliseert de systeemrisico’s door de eindige voorraden en de hernieuwbare stromen te beheren. Dat zijn meteen de principes van deze economie.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Grootgrondbezit zorgt vooral in Latijns-Amerika maar ook in andere continenten voor miljoenen landlozen en berooft hen van werk en inkomen. Meestal wordt de grond gebruikt voor exportgewassen die op de wereldmarkt belanden. Bewegingen van landlozen ijveren voor de verdeling van de grond om armoede en ongelijkheid te bestrijden. De meest bekende landlozenbeweging is MST uit Brazilië.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
wanneer landen hun buitenlandse schuldenlast niet meer aankunnen, komen hun bankiers samen in de Club van Londen om een schuldherschikking te onderhandelen.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
zie Internationaal Monetair Fonds
deze club verzamelt 19 rijke landen die leningen geven aan ontwikkelingslanden. Wanneer het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een schuldencrisis in een ontwikkelingsland vaststelt, onderzoekt die Club van Parijs de mogelijkheden om de schuld te verminderen en/of te herschikken. In ruil daarvoor moeten die landen vanaf de jaren ’80 meer en meer hun economieën liberaliseren en hun overheidsuitgaven beperken.
Voor vele jongeren – in dit geval al wie pakweg jonger dan 50 is – zal het een koude douche zijn, of zelfs ronduit schokkend. Wanneer ze weet krijgen van het rapport The Limits of Growth uit 1972, dat toen al accuraat de toename van de CO2-concentratie voorspelde mét als oorzaak de verbranding van fossiele brandstoffen door de mens, zullen ze zich terecht afvragen: ‘Maar waar is jullie verstand gebleven? Politiek, economie en samenleving wisten al die tijd dat de wereld een gevaarlijke, onhoudbare koers aan het varen was. Waarom hebben jullie – politici in de allereerste plaats – decennia gewacht om in te grijpen?’
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
deze denkgroep verzamelt sinds 1968 wetenschappers, economen, zakenmensen, internationale ambtenaren en toppolitici die een betere wereld betrachten.
Voor vele jongeren – in dit geval al wie pakweg jonger dan 50 is – zal het een koude douche zijn, of zelfs ronduit schokkend. Wanneer ze weet krijgen van het rapport The Limits of Growth uit 1972, dat toen al accuraat de toename van de CO2-concentratie voorspelde mét als oorzaak de verbranding van fossiele brandstoffen door de mens, zullen ze zich terecht afvragen: ‘Maar waar is jullie verstand gebleven? Politiek, economie en samenleving wisten al die tijd dat de wereld een gevaarlijke, onhoudbare koers aan het varen was. Waarom hebben jullie – politici in de allereerste plaats – decennia gewacht om in te grijpen?’
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons of gemeengoed om alles wat mensen delen.Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
zie commons
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons of gemeengoed om alles wat mensen delen.Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
zie commons
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Voor meer Pala lectuur zieoverzicht met weblinks onderaanWanneer overheden en burgers samen de netwerken - voor energie, water, internet enzovoort - en andere publieke diensten gaan besturen, creëren we het momentum om onze democratie diepgaand te vernieuwen en de kloof tussen politici en burgers te dichten. Dat is een kans om niet te missen.
Wie het conservatisme inwisselt voor enige inventiviteit, ontdekt dat coöperaties vandaag de betere oplossing kunnen bieden voor overheidsbedrijven zoals Belfius, bpost, Telenet, Proximus, VRT, FLuvius (het vroegere Eandis en Infrax).
De mondiale visserij illustreert als geen ander het probleem van onze gemeenschappelijke hulpbronnen. Ze zijn vrij beschikbaar, iedereen mag er vrij gebruik van maken. En iedereen gaat tewerk alsof ze onuitputtelijk zijn. Iedereen gelukkig dus?
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
UNESCO is de Engelse afkorting van de VN Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.zie ook Conventie Culturele DiversiteitWebsite Unesco
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De huidige globalisering doet de economie bijna ongeremd buiten haar oevers treden. Ze legt haar regels van concurrentie, privatisering of commercialisering op aan samenleving, media, wetenschap en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanrichten. We zien b.v. hoe de wetenschap via contractonderzoek met de industrie haar waarden van vrij onderzoek en openbaarheid verkoopt. We merken hoe de pletwals van een westerse economie en cultuur die zich overal opdringt al te dikwijls de talen, levenswijzen en culturen van vele gemeenschappen in verdrukking brengt, van nomaden die niet meer mogen rondtrekken tot oerwoudbewoners die hun bossen gekapt zien. In een poging dit culturele deficit te keren, keurde de Unesco op 20 oktober 2005 de Conventie Culturele Diversiteit goed zodat landen b.v. hun eigen filmproductie mogen ondersteunen, een forse uitzondering op het principe van vrijhandel.
UNESCO is de Engelse afkorting van de VN Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.zie ook Conventie Culturele DiversiteitWebsite Unesco
Op 18 maart 2007 is het zover. De Unesco Conventie over de Bescherming en Promotie van de Culturele Diversiteit is van kracht geworden.Die conventie is belangrijk als tegenwicht voor de huidige globalisering die de economie bijna ongeremd buiten haar oevers doet treden. Ze legt haar regels van concurrentie, privatisering of commercialisering op aan samenleving, media, wetenschap en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanricht.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
De Internationale Coöperatieve Alliantie (ICA) is de mondiale koepelorganisatie van de coöperaties.Ze is meest bekend van de zogenaamde ICA-principes.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Als een bedrijf financiële winst maakt, kan die (deels) worden gebruikt om de aandeelhouders te vergoeden voor het geld dat ze ter beschikking stellen. De winst die wordt uitbetaald wordt gedeeld door alle aandelen. Dat bedrag is dan het dividend per aandeel.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De huidige globalisering doet de economie bijna ongeremd buiten haar oevers treden. Ze legt haar regels van concurrentie, privatisering of commercialisering op aan samenleving, media, wetenschap en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanrichten. We zien b.v. hoe de wetenschap via contractonderzoek met de industrie haar waarden van vrij onderzoek en openbaarheid verkoopt. We merken hoe de pletwals van een westerse economie en cultuur die zich overal opdringt al te dikwijls de talen, levenswijzen en culturen van vele gemeenschappen in verdrukking brengt, van nomaden die niet meer mogen rondtrekken tot oerwoudbewoners die hun bossen gekapt zien. In een poging dit culturele deficit te keren, keurde de Unesco op 20 oktober 2005 de Conventie Culturele Diversiteit goed zodat landen b.v. hun eigen filmproductie mogen ondersteunen, een forse uitzondering op het principe van vrijhandel.
UNESCO is de Engelse afkorting van de VN Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.zie ook Conventie Culturele DiversiteitWebsite Unesco
Op 18 maart 2007 is het zover. De Unesco Conventie over de Bescherming en Promotie van de Culturele Diversiteit is van kracht geworden.Die conventie is belangrijk als tegenwicht voor de huidige globalisering die de economie bijna ongeremd buiten haar oevers doet treden. Ze legt haar regels van concurrentie, privatisering of commercialisering op aan samenleving, media, wetenschap en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanricht.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
We staan allen onder toezicht. Op internet worden we gevolgd en geclassificeerd.En waarom al die datajacht? Onze meest persoonlijke gegevens, overtuigingen, zelfs persoonlijkheidskenmerken zijn koopwaar geworden.Dit heeft geleid tot de grootste geld- en machtsconcentratie ooit in handen van privé concerns.
Heel verschillend van de verbruikers- of producentencoöperatie is de werknemerscoöperatie.In een werknemerscoöperatie zijn namelijk de werknemers de coöperanten. Zij zijn dus de eigenaars en de bazen van en in hun eigen coöperatief bedrijf, in hún coöperatie.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Wetgeving die moet beletten dat één bedrijf of handelaar misbruik maakt van een monopoliepositie of dat bedrijven of handelaars het op een akkoordje gooien om de normale concurrentie op de markt te omzeilen door bijvoorbeeld prijsafspraken of dat concurrerende bedrijven overgaan tot een fusie met hetzelfde marktverstorende effect. De toenemende internationale concurrentie op de wereldmarkt en de snelle technologische (r)evoluties zouden monopolievorming tegengaan, of alvast moeilijker maken. Maar in werkelijkheid laten de digitale en AI ontwikkeling het tegendeel zien: nieuwe online en datamonopolies duiken op.
Alom oprukkende digitalisering, nog versterkt door artificiële intelligentie, is één van de allerbelangrijkste mondiale dynamieken vanaf het laatste kwart van de twintigste eeuw... Een (r)evolutie die heel veel bedenkingen oproept, o.a. de nooit geziene economische machtsconcentratie die ze meebrengt; de al bijna even ongeziene argeloosheid van samenleving en politiek; de grote risico's en gevaren van al te losgelaten digitalisering, algoritmes en artificiële intelligentie; de nood aan gedecentraliseerde digitalisering en aan echte datademocratie.
zie De grenzen aan de groei
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
zie De grenzen aan de groei
deze denkgroep verzamelt sinds 1968 wetenschappers, economen, zakenmensen, internationale ambtenaren en toppolitici die een betere wereld betrachten.
Voor vele jongeren – in dit geval al wie pakweg jonger dan 50 is – zal het een koude douche zijn, of zelfs ronduit schokkend. Wanneer ze weet krijgen van het rapport The Limits of Growth uit 1972, dat toen al accuraat de toename van de CO2-concentratie voorspelde mét als oorzaak de verbranding van fossiele brandstoffen door de mens, zullen ze zich terecht afvragen: ‘Maar waar is jullie verstand gebleven? Politiek, economie en samenleving wisten al die tijd dat de wereld een gevaarlijke, onhoudbare koers aan het varen was. Waarom hebben jullie – politici in de allereerste plaats – decennia gewacht om in te grijpen?’
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
zie De grenzen aan de groei
Voor vele jongeren – in dit geval al wie pakweg jonger dan 50 is – zal het een koude douche zijn, of zelfs ronduit schokkend. Wanneer ze weet krijgen van het rapport The Limits of Growth uit 1972, dat toen al accuraat de toename van de CO2-concentratie voorspelde mét als oorzaak de verbranding van fossiele brandstoffen door de mens, zullen ze zich terecht afvragen: ‘Maar waar is jullie verstand gebleven? Politiek, economie en samenleving wisten al die tijd dat de wereld een gevaarlijke, onhoudbare koers aan het varen was. Waarom hebben jullie – politici in de allereerste plaats – decennia gewacht om in te grijpen?’
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen is een boek dat Dirk Barrez schreef in 1991 over "de ontaarding van de internationale samenwerking" zoals in de titel van de inleiding staat.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
zie onder ontwikkeling
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen is een boek dat Dirk Barrez schreef in 1991 over "de ontaarding van de internationale samenwerking" zoals in de titel van de inleiding staat.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen is een boek dat Dirk Barrez schreef in 1991 over "de ontaarding van de internationale samenwerking" zoals in de titel van de inleiding staat.
De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen is een boek dat Dirk Barrez schreef in 1991 over "de ontaarding van de internationale samenwerking" zoals in de titel van de inleiding staat.
De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen is een boek dat Dirk Barrez schreef in 1991 over "de ontaarding van de internationale samenwerking" zoals in de titel van de inleiding staat.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen is een boek dat Dirk Barrez schreef in 1991 over "de ontaarding van de internationale samenwerking" zoals in de titel van de inleiding staat.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
De Val der Engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen is een boek dat Dirk Barrez schreef in 1991 over "de ontaarding van de internationale samenwerking" zoals in de titel van de inleiding staat.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
eind 2002 sluit Philips Hasselt de deuren, 1400 mensen verliezen hun job, het werk verhuist vooral naar Hongarije en China. Textiel- en confectiefabrieken van Mexico tot Tunesië en Bangladesh ervaren de mokerslag van de Chinese industrie.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
eind 2002 sluit Philips Hasselt de deuren, 1400 mensen verliezen hun job, het werk verhuist vooral naar Hongarije en China. Textiel- en confectiefabrieken van Mexico tot Tunesië en Bangladesh ervaren de mokerslag van de Chinese industrie.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
eind 2002 sluit Philips Hasselt de deuren, 1400 mensen verliezen hun job, het werk verhuist vooral naar Hongarije en China. Textiel- en confectiefabrieken van Mexico tot Tunesië en Bangladesh ervaren de mokerslag van de Chinese industrie.
eind 2002 sluit Philips Hasselt de deuren, 1400 mensen verliezen hun job, het werk verhuist vooral naar Hongarije en China. Textiel- en confectiefabrieken van Mexico tot Tunesië en Bangladesh ervaren de mokerslag van de Chinese industrie.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
zie Internationaal Monetair Fonds
de economie is de voorbije decennia door het wegvallen van vele grenzen als het ware in de mondiale champions league gaan spelen. Maar overheid en samenleving spelen vooral nog nationaal, een beetje Europees en veel te weinig op wereldschaal. Zo verliezen ze hun democratische greep die hen binnen de nationale grenzen in staat stelde de nodige sociale en ecologische spelregels op te leggen aan de economie en haar te gebruiken om de welvaartsstaat te realiseren. Dat lukt niet langer wanneer de economische macht huist bij multinationals, enkele grote landen, instellingen zoals IMF en bovenal zoiets ongrijpbaars als de volledig vrije wereldmarkt. Het democratisch deficit kan enkel maar worden overwonnen indien politiek en samenleving zich op wereldvlak organiseren om de economie afdwingbare regels op te leggen. Daarvoor moet ook de overheersende opvatting sneuvelen dat politiek zich ver moet houden van de economie.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
Ander woord voor ontwikkelingslanden, arme landen of het Zuiden. Oorspronkelijk maakte de term het onderscheid met de eerste wereld van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten, het ‘westerse blok’, en met de tweede wereld van de Sovjetunie en zijn bondgenoten, het ‘oosterse blok’.
We denken allemaal de cijfers te kennen, maar ze blijven verbazingwekkend: de 20 % rijksten op deze wereld verdienen zowat 75 keer zoveel als de 20 % armsten. In 1960 was dat 30 maal zoveel. Het rijkste land was in 1820 drie maal rijker dan het armste, in 1913 was dat 11 maal, in 1973 al 35 maal en 72 maal in 1992. Eind vorige eeuw bezitten de drie rijkste mensen ter wereld (samen) meer dan het gezamenlijke jaarinkomen van de 43 armste landen. De huidige wereldeconomie zorgt voor groeiende inkomensongelijkheid. Het is dringend nodig om deze ongelijke verdeling van de welvaart, het sociale deficit van de globalisering, aan te pakken. Minder dan 2 % van het inkomen van de 10% rijksten volstaat om alle mensen ter wereld minstens aan één dollar per dag te helpen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
We staan allen onder toezicht. Op internet worden we gevolgd en geclassificeerd.En waarom al die datajacht? Onze meest persoonlijke gegevens, overtuigingen, zelfs persoonlijkheidskenmerken zijn koopwaar geworden.Dit heeft geleid tot de grootste geld- en machtsconcentratie ooit in handen van privé concerns.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Wetgeving die moet beletten dat één bedrijf of handelaar misbruik maakt van een monopoliepositie of dat bedrijven of handelaars het op een akkoordje gooien om de normale concurrentie op de markt te omzeilen door bijvoorbeeld prijsafspraken of dat concurrerende bedrijven overgaan tot een fusie met hetzelfde marktverstorende effect. De toenemende internationale concurrentie op de wereldmarkt en de snelle technologische (r)evoluties zouden monopolievorming tegengaan, of alvast moeilijker maken. Maar in werkelijkheid laten de digitale en AI ontwikkeling het tegendeel zien: nieuwe online en datamonopolies duiken op.
We staan allen onder toezicht. Op internet worden we gevolgd en geclassificeerd.En waarom al die datajacht? Onze meest persoonlijke gegevens, overtuigingen, zelfs persoonlijkheidskenmerken zijn koopwaar geworden.Dit heeft geleid tot de grootste geld- en machtsconcentratie ooit in handen van privé concerns.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Als een bedrijf financiële winst maakt, kan die (deels) worden gebruikt om de aandeelhouders te vergoeden voor het geld dat ze ter beschikking stellen. De winst die wordt uitbetaald wordt gedeeld door alle aandelen. Dat bedrag is dan het dividend per aandeel.
Als een bedrijf financiële winst maakt, kan die (deels) worden gebruikt om de aandeelhouders te vergoeden voor het geld dat ze ter beschikking stellen. De winst die wordt uitbetaald wordt gedeeld door alle aandelen. Dat bedrag is dan het dividend per aandeel.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Als een bedrijf financiële winst maakt, kan die (deels) worden gebruikt om de aandeelhouders te vergoeden voor het geld dat ze ter beschikking stellen. De winst die wordt uitbetaald wordt gedeeld door alle aandelen. Dat bedrag is dan het dividend per aandeel.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Net omdat geld of kapitaal in een duurzame economie ten dienste staat van het maatschappelijk doel, moet men het financieel rendement ervan goed in het oog te houden. Het is belangrijk om te begrijpen dat een groot verschil in financieel rendement op lange termijn ook een groot duurzaamheidsverschil maakt.
Bij het overschrijden van zogenaamde drempelwaarden zijn systemen – denk bv. aan het klimaatsysteem - zo hard bedreigd dat ze op een kantelpunt terechtkomen en er plotse niet-lineaire veranderingen optreden.
Het fenomeen dat bij zwaar uit hun evenwicht gebrachte systemen het zo vertrouwde eenvoudige en evenredige verband tussen oorzaak en gevolg niet langer blijkt te spelen.
Herinner je de golf van protest wanneer Shell eind vorige eeuw het olieplatform Brent Spar in zee wil dumpen, of de brede onvrede over mensonwaardige arbeidsomstandigheden bij onderaannemers van de grote sportmerken. Sindsdien is er in het bedrijfsleven en daarbuiten een stroming gegroeid die ijvert voor maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
In 1987 verschijnt Our Common Future, een rapport van de Commissie Milieu en Ontwikkeling van de Verenigde Naties. Het introduceert voor de hele wereld het concept van duurzaamheid met een vrijwel perfecte definitie. Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn de opvolger van de millennium (ontwikkelings)doelstellingen. Ze maken de kern uit van een actieplan met als titel Onze wereld transformeren: agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling dat officieel wordt gelanceerd door staatshoofden, regeringsleiders of hun afgevaardigden op de VN-top van 25-27 september 2015 in New York.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
In de economische wereld leeft al een tijdje een beweging die pleit om de ééndimensionale benadering van het ondernemen uit te breiden. Ze pleit ervoor om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven. Bedrijven moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aarde. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven nagaan wat hun resultaten zijn.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
In de economische wereld leeft al een tijdje een beweging die pleit om de ééndimensionale benadering van het ondernemen uit te breiden. Ze pleit ervoor om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven. Bedrijven moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aarde. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven nagaan wat hun resultaten zijn.
Herinner je de golf van protest wanneer Shell eind vorige eeuw het olieplatform Brent Spar in zee wil dumpen, of de brede onvrede over mensonwaardige arbeidsomstandigheden bij onderaannemers van de grote sportmerken. Sindsdien is er in het bedrijfsleven en daarbuiten een stroming gegroeid die ijvert voor maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn de opvolger van de millennium (ontwikkelings)doelstellingen. Ze maken de kern uit van een actieplan met als titel Onze wereld transformeren: agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling dat officieel wordt gelanceerd door staatshoofden, regeringsleiders of hun afgevaardigden op de VN-top van 25-27 september 2015 in New York.
Op hun Millennium Top in september 2000 nemen de wereldleiders de Millenniumverklaring aan. Zij verbinden hun landen ertoe zich in te zetten voor acht concrete Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen die moeten gerealiseerd zijn in 2015.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn de opvolger van de millennium (ontwikkelings)doelstellingen. Ze maken de kern uit van een actieplan met als titel Onze wereld transformeren: agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling dat officieel wordt gelanceerd door staatshoofden, regeringsleiders of hun afgevaardigden op de VN-top van 25-27 september 2015 in New York.
De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn de opvolger van de millennium (ontwikkelings)doelstellingen. Ze maken de kern uit van een actieplan met als titel Onze wereld transformeren: agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling dat officieel wordt gelanceerd door staatshoofden, regeringsleiders of hun afgevaardigden op de VN-top van 25-27 september 2015 in New York.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoeveel heb je nodig van de Aarde om al hetgeen je verbruikt, te produceren? Dat is wat jouw ecologische voetafdruk vertelt. Ook voor een stad, een land of de volledige wereld is het mogelijk de voetafdruk te meten op basis van wat ze consumeren aan energie, voedsel, water enzovoort. In cijfers voor het jaar 2010: iedere mens beschikt over ongeveer 1,7 hectare. Dat is het evenwicht waarbij het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van de Aarde niet sneller verloopt dan ze zich kunnen herstellen. Het wordt ook wel Eerlijke Aarde-aandeel genoemd.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoeveel heb je nodig van de Aarde om al hetgeen je verbruikt, te produceren? Dat is wat jouw ecologische voetafdruk vertelt. Ook voor een stad, een land of de volledige wereld is het mogelijk de voetafdruk te meten op basis van wat ze consumeren aan energie, voedsel, water enzovoort. In cijfers voor het jaar 2010: iedere mens beschikt over ongeveer 1,7 hectare. Dat is het evenwicht waarbij het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van de Aarde niet sneller verloopt dan ze zich kunnen herstellen. Het wordt ook wel Eerlijke Aarde-aandeel genoemd.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
Het bruto nationaal product of bnp telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Wanneer, los van elkaar, nieuwe initiatieven ontstaan die zich vervolgens verbinden tot een netwerk en uitgroeien tot sterke praktijken, kunnen daaruit plots nieuwe systemen ontstaan met een heel eigen kracht. Dat proces heet emergentie.
Wanneer, los van elkaar, nieuwe initiatieven ontstaan die zich vervolgens verbinden tot een netwerk en uitgroeien tot sterke praktijken, kunnen daaruit plots nieuwe systemen ontstaan met een heel eigen kracht. Dat proces heet emergentie.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Wanneer, los van elkaar, nieuwe initiatieven ontstaan die zich vervolgens verbinden tot een netwerk en uitgroeien tot sterke praktijken, kunnen daaruit plots nieuwe systemen ontstaan met een heel eigen kracht. Dat proces heet emergentie.
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Dit Amerikaanse energieconcern was de grootste financier van de eerste kiescampagne van president Bush junior. Wanneer Enron frauduleus failliet gaat in 2002, verliezen de mensen die er werken niet alleen hun job en daarmee hun maatschappelijke status, ze spelen ook hun spaargeld kwijt want dat zijn Enron aandelen, ze zien zelfs hun pensioenen in rook opgaan want ook die bestaan uit Enron aandelen. En wanneer ze het faillissement zien aankomen, wordt het hen zelfs verboden om hun aandelen nog voor een beetje geld te verkopen. Dat is in zeker opzicht nog erger dan slavernij, want de heer die zijn slaaf niet kon onderhouden had de plicht hem vrij te laten.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Democratische rechtsstaten die niet langer oorlog voeren en met een vrije markteconomie die in grote mate sociaal gecorrigeerd is, en meer en meer ook ecologisch.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Als de wereld wil opschieten richting duurzaam vervoer is het alvast nuttig om weten hoe we nu mensen en goederen vervoeren.Vind gegevens over personenverkeer en goederenvervoer.
Democratische rechtsstaten die niet langer oorlog voeren en met een vrije markteconomie die in grote mate sociaal gecorrigeerd is, en meer en meer ook ecologisch.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
In navolging van het Wereld Sociaal Forum ontstaan al gauw ook continentale en regionale sociale fora. Het eerste Europees Sociaal Forum dateert al van in 2002 en grijpt plaats in het Italiaanse Firenze. Later volgen Parijs in 2003, Londen in 2004 en Athene in 2006. Tienduizenden vertegenwoordigers van sociale bewegingen uit heel Europa debatteren over de strijd voor een democratisch, sociaal en solidair Europa en over de rol van Europa in de wereld. Een Europees Sociaal Forum neemt meestal vier tot vijf dagen in beslag. De tienduizenden aanwezigen voeren het debat met elkaar over de toekomst van de beweging en gaan na of er gemeenschappelijke campagnes mogelijk zijn. Ze treffen elkaar in duizenden workshops, seminaries of in grote meetings. Op die manier ontstaan er steeds sterkere Europese netwerken rond een heleboel uiteenlopende thema’s. De sociale bewegingen blijven zeker en vast ook actief op het nationale en lokale niveau, maar nu zeventig procent van nieuwe nationale wetgeving het gevolg is van Europese richtlijnen en afspraken, moet meer dan ooit ook op Europees niveau een sociale tegenmacht worden opgebouwd. zie ook Belgisch Sociaal Forum, Wereld Sociaal Forum
In navolging van het Wereld Sociaal Forum ontstaan al gauw ook continentale en regionale sociale fora. Het eerste Europees Sociaal Forum dateert al van in 2002 en grijpt plaats in het Italiaanse Firenze. Later volgen Parijs in 2003, Londen in 2004 en Athene in 2006. Tienduizenden vertegenwoordigers van sociale bewegingen uit heel Europa debatteren over de strijd voor een democratisch, sociaal en solidair Europa en over de rol van Europa in de wereld. Een Europees Sociaal Forum neemt meestal vier tot vijf dagen in beslag. De tienduizenden aanwezigen voeren het debat met elkaar over de toekomst van de beweging en gaan na of er gemeenschappelijke campagnes mogelijk zijn. Ze treffen elkaar in duizenden workshops, seminaries of in grote meetings. Op die manier ontstaan er steeds sterkere Europese netwerken rond een heleboel uiteenlopende thema’s. De sociale bewegingen blijven zeker en vast ook actief op het nationale en lokale niveau, maar nu zeventig procent van nieuwe nationale wetgeving het gevolg is van Europese richtlijnen en afspraken, moet meer dan ooit ook op Europees niveau een sociale tegenmacht worden opgebouwd. zie ook Belgisch Sociaal Forum, Wereld Sociaal Forum
2000 deelnemers zorgden op zaterdag 21 september 2002 voor een vliegende start van het Belgisch Sociaal Forum. Meer dan 150 organisaties hadden vooraf hun handtekening gezet onder de beginselverklaring van het Forum. Belgische vakbonden, NGO's, klassieke en nieuwe sociale bewegingen vonden elkaar voor een gemeenschappelijk project.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economie volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijven die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemers snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemers meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economie volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijven die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemers snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemers meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Mondiale overeenkomst tussen een multinationaal bedrijf en de internationale vakbond. Daarmee willen de vakbonden de sociale rechten van werknemers afdwingen overal waar een internationale groep actief is in de wereld. Het is niet meer dan logisch dat, wanneer een nationale economie vraagt om nationale akkoorden, een mondiale economie mondiale akkoorden nodig heeft.Concreet beogen zulke akkoorden minimale arbeidsomstandigheden in te voeren of ze te verbeteren zowel in de eigen bedrijfsafdelingen van een multinational als bij de onderaannemers; ze willen respect voor de sociale normen van de Internationale Arbeidsorganisatie; ze betrachten rechtvaardige lonen- en arbeidsvoorwaarden, veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden en ze willen de rol van de vakbond in de multinational versterken.Om die doelstellingen te bereiken, verwijzen alle internationale kaderovereenkomsten naar de fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie en hebben ze altijd betrekking op alle ondernemingen van de betrokken multinational wereldwijd. Ze zullen er ook sterk op hameren dat de multinational haar onderaannemers zal wijzen op het belang van het naleven van de fundamentele arbeidsnormen en dat niet-naleving kan leiden tot een sanctie, namelijk het verbreken van het toeleveringscontract.De jongste jaren hebben vakbonden internationale kaderovereenkomsten gesloten met bedrijven als Accor, Carrefour, Danone en France Telecom uit Frankrijk, H&M, Ikea en Securitas uit Zweden, Metro en Volkswagen uit Duitsland, Statoil uit Noorwegen, Endesa en Telefonica uit Spanje en Umicore uit België. Opvallend is dat er slechts weinig bedrijven bij zijn die hun hoofdkwartier niet in Europa hebben. Uit Canada is er Quebecor, uit Zuid-Afrika Nampak en uit Australië NAG, niet meteen de meest bekende bedrijven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Voor informatie over extremisme kan u terecht in:- het artikel Extremisme veronachtzamen | 6-6-2019 - gebaseerd op hoofdstuk negen uit 11 politieke dwaasheden
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Voor informatie over extremisme kan u terecht in:- het artikel Extremisme veronachtzamen | 6-6-2019 - gebaseerd op hoofdstuk negen uit 11 politieke dwaasheden
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Voor welvarende landen betekent de transitie dat de milieu-impact van hun economie in 2050 met een factor 10 moet zijn teruggedrongen.Dat wil zeggen dat we in Nederland of België een vergelijkbare welvaart en vergelijkbaar welzijn zullen creëren met tienmaal minder materiaaldoorstroming, negentig procent minder gebruik van materialen dus. Ook zal er tegen dan tienmaal minder uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen zijn.
Voor welvarende landen betekent de transitie dat de milieu-impact van hun economie in 2050 met een factor 10 moet zijn teruggedrongen.Dat wil zeggen dat we in Nederland of België een vergelijkbare welvaart en vergelijkbaar welzijn zullen creëren met tienmaal minder materiaaldoorstroming, negentig procent minder gebruik van materialen dus. Ook zal er tegen dan tienmaal minder uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen zijn.
zie IPCC
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Net omdat geld of kapitaal in een duurzame economie ten dienste staat van het maatschappelijk doel, moet men het financieel rendement ervan goed in het oog te houden. Het is belangrijk om te begrijpen dat een groot verschil in financieel rendement op lange termijn ook een groot duurzaamheidsverschil maakt.
Net omdat geld of kapitaal in een duurzame economie ten dienste staat van het maatschappelijk doel, moet men het financieel rendement ervan goed in het oog te houden. Het is belangrijk om te begrijpen dat een groot verschil in financieel rendement op lange termijn ook een groot duurzaamheidsverschil maakt.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Als een bedrijf financiële winst maakt, kan die (deels) worden gebruikt om de aandeelhouders te vergoeden voor het geld dat ze ter beschikking stellen. De winst die wordt uitbetaald wordt gedeeld door alle aandelen. Dat bedrag is dan het dividend per aandeel.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Als een bedrijf financiële winst maakt, kan die (deels) worden gebruikt om de aandeelhouders te vergoeden voor het geld dat ze ter beschikking stellen. De winst die wordt uitbetaald wordt gedeeld door alle aandelen. Dat bedrag is dan het dividend per aandeel.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Als een bedrijf financiële winst maakt, kan die (deels) worden gebruikt om de aandeelhouders te vergoeden voor het geld dat ze ter beschikking stellen. De winst die wordt uitbetaald wordt gedeeld door alle aandelen. Dat bedrag is dan het dividend per aandeel.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
fiscale concurrentie - landen raken in een economie zonder grenzen meer en meer verwikkeld in een fiscaal opbod, of beter, afbod. Ze proberen investeringen en investeerders te lokken met steeds lagere bedrijfsbelastingen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
fiscale concurrentie - landen raken in een economie zonder grenzen meer en meer verwikkeld in een fiscaal opbod, of beter, afbod. Ze proberen investeringen en investeerders te lokken met steeds lagere bedrijfsbelastingen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
organisaties en werksystemen hebben de neiging om te bureaucratiseren. Het is dus belangrijk om ze lenig of flexibel te houden. Mondialisering dwingt vooral bedrijven tot flexibiliteit. Ze moeten zich aanpassen aan snel wijzigende economische omstandigheden met nieuwe of betere producten of diensten, andere manieren van produceren, een betere arbeidsorganisatie. Al te dikwijls wordt flexibiliteit enkel op de werknemers verhaald terwijl ze toch van twee kanten moet komen en toekomstgerichte investeringen minstens even belangrijk zijn, zoals verstandige werkgevers heel goed beseffen.Helemaal onvriendelijk voor werknemers is wanneer flexibiliteit hun totale beschikbaarheid en opeisbaarheid wil zonder dat daar iets tegenover staat, zelfs amper fatsoenlijke lonen of voltijdse banen. Het is op veel plekken in de wereld een groeiende realiteit in vooral dienstenbedrijven, de zogenaamde hamburgerjobs, en nog meer in de grijze of zwarte economie. zie ook flexicurity, Lissabonstrategie
organisaties en werksystemen hebben de neiging om te bureaucratiseren. Het is dus belangrijk om ze lenig of flexibel te houden. Mondialisering dwingt vooral bedrijven tot flexibiliteit. Ze moeten zich aanpassen aan snel wijzigende economische omstandigheden met nieuwe of betere producten of diensten, andere manieren van produceren, een betere arbeidsorganisatie. Al te dikwijls wordt flexibiliteit enkel op de werknemers verhaald terwijl ze toch van twee kanten moet komen en toekomstgerichte investeringen minstens even belangrijk zijn, zoals verstandige werkgevers heel goed beseffen.Helemaal onvriendelijk voor werknemers is wanneer flexibiliteit hun totale beschikbaarheid en opeisbaarheid wil zonder dat daar iets tegenover staat, zelfs amper fatsoenlijke lonen of voltijdse banen. Het is op veel plekken in de wereld een groeiende realiteit in vooral dienstenbedrijven, de zogenaamde hamburgerjobs, en nog meer in de grijze of zwarte economie. zie ook flexicurity, Lissabonstrategie
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
organisaties en werksystemen hebben de neiging om te bureaucratiseren. Het is dus belangrijk om ze lenig of flexibel te houden. Mondialisering dwingt vooral bedrijven tot flexibiliteit. Ze moeten zich aanpassen aan snel wijzigende economische omstandigheden met nieuwe of betere producten of diensten, andere manieren van produceren, een betere arbeidsorganisatie. Al te dikwijls wordt flexibiliteit enkel op de werknemers verhaald terwijl ze toch van twee kanten moet komen en toekomstgerichte investeringen minstens even belangrijk zijn, zoals verstandige werkgevers heel goed beseffen.Helemaal onvriendelijk voor werknemers is wanneer flexibiliteit hun totale beschikbaarheid en opeisbaarheid wil zonder dat daar iets tegenover staat, zelfs amper fatsoenlijke lonen of voltijdse banen. Het is op veel plekken in de wereld een groeiende realiteit in vooral dienstenbedrijven, de zogenaamde hamburgerjobs, en nog meer in de grijze of zwarte economie. zie ook flexicurity, Lissabonstrategie
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
in België is uitzendarbeid in 2007 goed voor een kleine 100.000 voltijdse jobs, dubbel zoveel als 10 jaar ervoor. Bedrijven gebruiken uitzendarbeid steeds meer als selectiekanaal voor aanwervingen. Pas afgestudeerden schuimen de uitzendkantoren af, op zoek naar eerste werkervaringen. Studenten vinden er kleine jobs, die ze met hun studie kunnen combineren.Dat het tijdelijke en flexibele jobs zijn, daar maken ze zich in het begin geen al te grote zorgen over. Verschillende soorten werkervaring, dat staat goed op je curriculum vitae wanneer je solliciteert voor een ‘echte’ job. Problematisch wordt het wanneer die vaste job lang op zich laat wachten en je blijft laveren tussen werkloosheid, opleidingen en interims. Veel jongeren belanden uiteindelijk in deze onzekere en onvrijwillige situatie.Als de Europese Commissie haar zin krijgt zal dat in de toekomst niet enkel het lot zijn van de jongeren die net beginnen werken. De hele Europese arbeidsmarkt moet gaan functioneren als één groot uitzendkantoor. Dat staat in het Groenboek van de Europese Commissie over de modernisering van het arbeidsrecht. Een soepele, mobiele arbeidsmarkt, niet gehinderd door al te beschermend arbeidsrecht, moet de concurrentiekracht van de Europese bedrijven versterken.Volgens de Europese Commissie heeft Europa die flexicurity – een flexibele arbeidsmarkt gekoppeld aan een minimale sociale bescherming - nodig om concurrerend te zijn in de geglobaliseerde economie. Zulke arbeidsmarkt vereist twee zaken. Eerst en vooral moeten de werknemers soepel en inzetbaar zijn, levenslang leren en niet te moeilijk doen over loon en arbeidstijden. Ten tweede moet het arbeidsrecht worden aangepast aan de flexibiliteitswensen van de bedrijven. Vooral het ontslagrecht moet worden versoepeld.En de werknemers? Die zullen moeten wennen aan het idee dat ze, in de loop van hun carrière, veelvuldig van job zullen veranderen. In de overgang van één job naar een andere of van opleiding naar werk zullen ze kunnen genieten van een minimale sociale zekerheid. Werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd en op het ontslagrecht wordt beknibbeld.Voor België komen vooral de opzegtermijnen en opzegvergoedingen in het vizier. In Nederland protesteren de vakbonden heel sterk tegen het flitsontslag.Flexicurity geeft het begrip werkzekerheid een volledig andere betekenis. Het betekent niet langer de zekerheid je werk te behouden, maar wel de belofte snel ander werk te zullen vinden wanneer je wordt ontslagen. zie ook flexibiliteit, Lissabonstrategie
Europa moet tegen 2010 de meest competitieve economie ter wereld hebben. Dat hebben de Europese leiders in 2000 in Lissabon beslist. Het is geen geheim wat de bedoeling is van deze strategie, namelijk de winst en de concurrentiekracht van de bedrijven veilig te stellen.Maar wat zit erin voor de werknemers? De Europese Commissie is ervan overtuigd dat de huidige arbeidsmarkt en het arbeidsrecht niet soepel genoeg zijn om het doel te bereiken. Hun Lissabonstrategie raakt zo vertaald in een politiek van langer en flexibeler werken en van afbraak van sociale rechten en publieke dienstverlening. Dat programma van flexicurity maakt dus deel uit van de bredere strategie om Europa ‘naar de top van de wereldeconomie te leiden’. Daar is op zich weinig mis mee. Alleen, de uitvoering dreigt goed te zijn voor werkgevers maar een pak minder prettig voor de werknemers in Europa. De kapitaalkrachtigen, aandeelhouders en werkgevers zullen hier de vruchten van plukken. Voor de werknemers betekent het vooral of zelfs alleen maar achteruitgang.Intussen is duidelijk dat Europa de Lissabondoelstellingen niet haalt en wordt steeds onduidelijker waar Europa echt naartoe wil. Vooral het afstemmen van de economische, de sociale en de ecologische ambities verloopt moeilijk. Wel is zonneklaar dat de economische doelstellingen altijd minstens een streepje voor hebben.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
in België is uitzendarbeid in 2007 goed voor een kleine 100.000 voltijdse jobs, dubbel zoveel als 10 jaar ervoor. Bedrijven gebruiken uitzendarbeid steeds meer als selectiekanaal voor aanwervingen. Pas afgestudeerden schuimen de uitzendkantoren af, op zoek naar eerste werkervaringen. Studenten vinden er kleine jobs, die ze met hun studie kunnen combineren.Dat het tijdelijke en flexibele jobs zijn, daar maken ze zich in het begin geen al te grote zorgen over. Verschillende soorten werkervaring, dat staat goed op je curriculum vitae wanneer je solliciteert voor een ‘echte’ job. Problematisch wordt het wanneer die vaste job lang op zich laat wachten en je blijft laveren tussen werkloosheid, opleidingen en interims. Veel jongeren belanden uiteindelijk in deze onzekere en onvrijwillige situatie.Als de Europese Commissie haar zin krijgt zal dat in de toekomst niet enkel het lot zijn van de jongeren die net beginnen werken. De hele Europese arbeidsmarkt moet gaan functioneren als één groot uitzendkantoor. Dat staat in het Groenboek van de Europese Commissie over de modernisering van het arbeidsrecht. Een soepele, mobiele arbeidsmarkt, niet gehinderd door al te beschermend arbeidsrecht, moet de concurrentiekracht van de Europese bedrijven versterken.Volgens de Europese Commissie heeft Europa die flexicurity – een flexibele arbeidsmarkt gekoppeld aan een minimale sociale bescherming - nodig om concurrerend te zijn in de geglobaliseerde economie. Zulke arbeidsmarkt vereist twee zaken. Eerst en vooral moeten de werknemers soepel en inzetbaar zijn, levenslang leren en niet te moeilijk doen over loon en arbeidstijden. Ten tweede moet het arbeidsrecht worden aangepast aan de flexibiliteitswensen van de bedrijven. Vooral het ontslagrecht moet worden versoepeld.En de werknemers? Die zullen moeten wennen aan het idee dat ze, in de loop van hun carrière, veelvuldig van job zullen veranderen. In de overgang van één job naar een andere of van opleiding naar werk zullen ze kunnen genieten van een minimale sociale zekerheid. Werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd en op het ontslagrecht wordt beknibbeld.Voor België komen vooral de opzegtermijnen en opzegvergoedingen in het vizier. In Nederland protesteren de vakbonden heel sterk tegen het flitsontslag.Flexicurity geeft het begrip werkzekerheid een volledig andere betekenis. Het betekent niet langer de zekerheid je werk te behouden, maar wel de belofte snel ander werk te zullen vinden wanneer je wordt ontslagen. zie ook flexibiliteit, Lissabonstrategie
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
in België is uitzendarbeid in 2007 goed voor een kleine 100.000 voltijdse jobs, dubbel zoveel als 10 jaar ervoor. Bedrijven gebruiken uitzendarbeid steeds meer als selectiekanaal voor aanwervingen. Pas afgestudeerden schuimen de uitzendkantoren af, op zoek naar eerste werkervaringen. Studenten vinden er kleine jobs, die ze met hun studie kunnen combineren.Dat het tijdelijke en flexibele jobs zijn, daar maken ze zich in het begin geen al te grote zorgen over. Verschillende soorten werkervaring, dat staat goed op je curriculum vitae wanneer je solliciteert voor een ‘echte’ job. Problematisch wordt het wanneer die vaste job lang op zich laat wachten en je blijft laveren tussen werkloosheid, opleidingen en interims. Veel jongeren belanden uiteindelijk in deze onzekere en onvrijwillige situatie.Als de Europese Commissie haar zin krijgt zal dat in de toekomst niet enkel het lot zijn van de jongeren die net beginnen werken. De hele Europese arbeidsmarkt moet gaan functioneren als één groot uitzendkantoor. Dat staat in het Groenboek van de Europese Commissie over de modernisering van het arbeidsrecht. Een soepele, mobiele arbeidsmarkt, niet gehinderd door al te beschermend arbeidsrecht, moet de concurrentiekracht van de Europese bedrijven versterken.Volgens de Europese Commissie heeft Europa die flexicurity – een flexibele arbeidsmarkt gekoppeld aan een minimale sociale bescherming - nodig om concurrerend te zijn in de geglobaliseerde economie. Zulke arbeidsmarkt vereist twee zaken. Eerst en vooral moeten de werknemers soepel en inzetbaar zijn, levenslang leren en niet te moeilijk doen over loon en arbeidstijden. Ten tweede moet het arbeidsrecht worden aangepast aan de flexibiliteitswensen van de bedrijven. Vooral het ontslagrecht moet worden versoepeld.En de werknemers? Die zullen moeten wennen aan het idee dat ze, in de loop van hun carrière, veelvuldig van job zullen veranderen. In de overgang van één job naar een andere of van opleiding naar werk zullen ze kunnen genieten van een minimale sociale zekerheid. Werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd en op het ontslagrecht wordt beknibbeld.Voor België komen vooral de opzegtermijnen en opzegvergoedingen in het vizier. In Nederland protesteren de vakbonden heel sterk tegen het flitsontslag.Flexicurity geeft het begrip werkzekerheid een volledig andere betekenis. Het betekent niet langer de zekerheid je werk te behouden, maar wel de belofte snel ander werk te zullen vinden wanneer je wordt ontslagen. zie ook flexibiliteit, Lissabonstrategie
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
organisaties en werksystemen hebben de neiging om te bureaucratiseren. Het is dus belangrijk om ze lenig of flexibel te houden. Mondialisering dwingt vooral bedrijven tot flexibiliteit. Ze moeten zich aanpassen aan snel wijzigende economische omstandigheden met nieuwe of betere producten of diensten, andere manieren van produceren, een betere arbeidsorganisatie. Al te dikwijls wordt flexibiliteit enkel op de werknemers verhaald terwijl ze toch van twee kanten moet komen en toekomstgerichte investeringen minstens even belangrijk zijn, zoals verstandige werkgevers heel goed beseffen.Helemaal onvriendelijk voor werknemers is wanneer flexibiliteit hun totale beschikbaarheid en opeisbaarheid wil zonder dat daar iets tegenover staat, zelfs amper fatsoenlijke lonen of voltijdse banen. Het is op veel plekken in de wereld een groeiende realiteit in vooral dienstenbedrijven, de zogenaamde hamburgerjobs, en nog meer in de grijze of zwarte economie. zie ook flexicurity, Lissabonstrategie
Europa moet tegen 2010 de meest competitieve economie ter wereld hebben. Dat hebben de Europese leiders in 2000 in Lissabon beslist. Het is geen geheim wat de bedoeling is van deze strategie, namelijk de winst en de concurrentiekracht van de bedrijven veilig te stellen.Maar wat zit erin voor de werknemers? De Europese Commissie is ervan overtuigd dat de huidige arbeidsmarkt en het arbeidsrecht niet soepel genoeg zijn om het doel te bereiken. Hun Lissabonstrategie raakt zo vertaald in een politiek van langer en flexibeler werken en van afbraak van sociale rechten en publieke dienstverlening. Dat programma van flexicurity maakt dus deel uit van de bredere strategie om Europa ‘naar de top van de wereldeconomie te leiden’. Daar is op zich weinig mis mee. Alleen, de uitvoering dreigt goed te zijn voor werkgevers maar een pak minder prettig voor de werknemers in Europa. De kapitaalkrachtigen, aandeelhouders en werkgevers zullen hier de vruchten van plukken. Voor de werknemers betekent het vooral of zelfs alleen maar achteruitgang.Intussen is duidelijk dat Europa de Lissabondoelstellingen niet haalt en wordt steeds onduidelijker waar Europa echt naartoe wil. Vooral het afstemmen van de economische, de sociale en de ecologische ambities verloopt moeilijk. Wel is zonneklaar dat de economische doelstellingen altijd minstens een streepje voor hebben.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
zie Wereldhandelsorganisatie
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
zie Wereldhandelsorganisatie
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie Wereldhandelsorganisatie
De G8 bestaat uit de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Canada en Rusland. Begon in 1975 als een groep van 6 waarna snel Canada volgde als zevende lid. Zo werd het de G7. En sinds 1997 is Rusland er officieel bij. Vermijd van te spreken over de grootste industrielanden want dat klopt niet meer: China heeft Rusland, Canada en Italië al voorbijgestoken, als je rekent volgens het BNP. En wanneer je rekening houdt met de reële koopkracht staat het zelfs al op de tweede plaats. Ook India en Brazilië scoren zowel voor BNP als voor reële koopkracht hoger dan Rusland.Hun jaarlijkse bijeenkomsten brengen veel volk op de been, vooral andersglobalistische betogers, in overgrote meerderheid geweldloze betogers. Zij pikken het niet dat een informele club de koers van de wereld bepaalt.
Groep van 7 grote industrielanden, de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië en Canada. Begon in 1975 als een groep van 6 waarna snel Canada volgde als zevende lid. Vermijd van te spreken over de grootste industrielanden want dat klopt niet meer: China heeft Canada en Italië al voorbijgestoken, als je rekent volgens het BNP. En wanneer je rekening houdt met de reële koopkracht staat het zelfs al op de tweede plaats.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
De G8 bestaat uit de Verenigde Staten, Japan, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, Italië, Canada en Rusland. Begon in 1975 als een groep van 6 waarna snel Canada volgde als zevende lid. Zo werd het de G7. En sinds 1997 is Rusland er officieel bij. Vermijd van te spreken over de grootste industrielanden want dat klopt niet meer: China heeft Rusland, Canada en Italië al voorbijgestoken, als je rekent volgens het BNP. En wanneer je rekening houdt met de reële koopkracht staat het zelfs al op de tweede plaats. Ook India en Brazilië scoren zowel voor BNP als voor reële koopkracht hoger dan Rusland.Hun jaarlijkse bijeenkomsten brengen veel volk op de been, vooral andersglobalistische betogers, in overgrote meerderheid geweldloze betogers. Zij pikken het niet dat een informele club de koers van de wereld bepaalt.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie Wereldhandelsorganisatie
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie Wereldhandelsorganisatie
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
In het eerste decennium van de eenentwintigste blazen ze bij de Dexia bank zowat de grootste luchtbel uit het financiële universum. Vanaf 2007, en zeker vanaf 2008, kon een nuchter waarnemer opmerken dat deze bank zich had geïnstalleerd op een vulkaan van rommelkredieten.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Cash geld dat nationale banken rechtstreeks geven aan de burgers. Dat is het oorspronkelijke bevattelijke voorstel.Hoe kan dat? Plastisch uitgedrukt, doordat nationale banken dat helikoptergeld bijdrukken.
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons of gemeengoed om alles wat mensen delen.Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
De Genuine Progress Indicator (GPI) is een maatstaf die verwant is aan de Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) – zie ook daar
De Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) is een goede kandidaat om de plaats van het bnp in te nemen. Die index maakt onderscheid tussen positieve en negatieve economische bedrijvigheden, brengt welvaartsverhogende informele activiteiten in rekening en neemt de ongelijkheid van de inkomensverdeling mee op. Ook het verlies van natuurlijk kapitaal wordt in rekening gebracht.
Het Global Climate Observing System (GCOS) wordt gesponsord door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), de Intergouvernementele Oceanografische Commissie van UNESCO, het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Internationale Wetenschapsraad (ISC). GCOS beoordeelt regelmatig de status van wereldwijde klimaatwaarnemingen van atmosfeer, land en oceaan en stelt richtlijnen op voor de verbetering ervan.
Deze indicatoren worden verzameld door het Global Climate Observing SystemVind meteen de Global Climate Indicators - klik hier.
Het Global Climate Observing System (GCOS) wordt gesponsord door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), de Intergouvernementele Oceanografische Commissie van UNESCO, het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Internationale Wetenschapsraad (ISC). GCOS beoordeelt regelmatig de status van wereldwijde klimaatwaarnemingen van atmosfeer, land en oceaan en stelt richtlijnen op voor de verbetering ervan.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het Global Climate Observing System (GCOS) wordt gesponsord door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), de Intergouvernementele Oceanografische Commissie van UNESCO, het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Internationale Wetenschapsraad (ISC). GCOS beoordeelt regelmatig de status van wereldwijde klimaatwaarnemingen van atmosfeer, land en oceaan en stelt richtlijnen op voor de verbetering ervan.
UNESCO is de Engelse afkorting van de VN Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.zie ook Conventie Culturele DiversiteitWebsite Unesco
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Deze indicatoren worden verzameld door het Global Climate Observing SystemVind meteen de Global Climate Indicators - klik hier.
Deze indicatoren worden verzameld door het Global Climate Observing SystemVind meteen de Global Climate Indicators - klik hier.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Methaan heeft een veel kortere levensduur dan CO2 maar is een uiterst krachtig broeikasgas.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
De Global Methane Pledge dateert van 2021. De deelnemende landen zeggen pas dan toe om tegen 2030 de uitstoot van het uiterst krachtige broeikasgas methaan met minstens dertig procent te verminderen.
Methaan heeft een veel kortere levensduur dan CO2 maar is een uiterst krachtig broeikasgas.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Methaan heeft een veel kortere levensduur dan CO2 maar is een uiterst krachtig broeikasgas.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
In de economische wereld leeft al een tijdje een beweging die pleit om de ééndimensionale benadering van het ondernemen uit te breiden. Ze pleit ervoor om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven. Bedrijven moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aarde. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven nagaan wat hun resultaten zijn.
Onder druk van de buitenwereld die meer transparantie wil van bedrijven over hun milieu beleid en hun sociaal beleid groeit er in de economische wereld sinds eind vorige eeuw een beweging die pleit om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven. Bedrijven moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aarde. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven nagaan wat hun resultaten zijn.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Het Klimaatakkoord van Parijs bepaalt dat alle landen verplicht zijn tot het maken van klimaatplannen om de opwarming van de Aarde te beperken tot maximaal 2°C en liefst niet meer dan 1,5°C. Dat zijn de zogenaamde nationally determined contributions.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het Klimaatakkoord van Parijs bepaalt dat alle landen verplicht zijn tot het maken van klimaatplannen om de opwarming van de Aarde te beperken tot maximaal 2°C en liefst niet meer dan 1,5°C. Dat zijn de zogenaamde nationally determined contributions.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
wie de vrije markt en niets dan de markt wil laten spelen, ziet graag zoveel mogelijk regels afgeschaft. Dereguleren hangt dus nauw samen met liberaliseren, normen en wetten zouden enkel maar hinderlijk zijn voor de vrije markt. Niemand kan beweren dat een wettendiarree zoals b.v. in België het samenleven beter maakt, al is het maar omdat vele wetten dode letter blijven. Al even dwaas is om niet de voordelen van een goede marktwerking te plukken. Maar meest dwaas is de ambitie om regelgeving en overheden volledig uit het economische leven te bannen, want dat maakt één regel dominant, dan telt enkel nog het recht van de sterkste en de rijkste. Als het om onze welstand draait, om wat we in het leven nodig hebben en belangrijk vinden, zijn het wetten die de rechten van de zwakkeren beschermen, of het nu gaat om werknemers, kleine ondernemers of zelfstandigen, consumenten, het milieu, inheemse volkeren, ja zelfs aandeelhouders.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
tegenover het neoliberalisme groeit een ander maatschappelijk project dat prioriteit geeft aan mensenrechten, aan sociale en ecologische oogmerken - aan duurzame ontwikkeling dus -, aan participatie en democratie én aan een economische productie van welvaart in functie van al die menselijke ambities.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
De huidige globalisering doet de economie bijna ongeremd buiten haar oevers treden. Ze legt haar regels van concurrentie, privatisering of commercialisering op aan samenleving, media, wetenschap en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanrichten. We zien b.v. hoe de wetenschap via contractonderzoek met de industrie haar waarden van vrij onderzoek en openbaarheid verkoopt. We merken hoe de pletwals van een westerse economie en cultuur die zich overal opdringt al te dikwijls de talen, levenswijzen en culturen van vele gemeenschappen in verdrukking brengt, van nomaden die niet meer mogen rondtrekken tot oerwoudbewoners die hun bossen gekapt zien. In een poging dit culturele deficit te keren, keurde de Unesco op 20 oktober 2005 de Conventie Culturele Diversiteit goed zodat landen b.v. hun eigen filmproductie mogen ondersteunen, een forse uitzondering op het principe van vrijhandel.
wie de vrije markt en niets dan de markt wil laten spelen, ziet graag zoveel mogelijk regels afgeschaft. Dereguleren hangt dus nauw samen met liberaliseren, normen en wetten zouden enkel maar hinderlijk zijn voor de vrije markt. Niemand kan beweren dat een wettendiarree zoals b.v. in België het samenleven beter maakt, al is het maar omdat vele wetten dode letter blijven. Al even dwaas is om niet de voordelen van een goede marktwerking te plukken. Maar meest dwaas is de ambitie om regelgeving en overheden volledig uit het economische leven te bannen, want dat maakt één regel dominant, dan telt enkel nog het recht van de sterkste en de rijkste. Als het om onze welstand draait, om wat we in het leven nodig hebben en belangrijk vinden, zijn het wetten die de rechten van de zwakkeren beschermen, of het nu gaat om werknemers, kleine ondernemers of zelfstandigen, consumenten, het milieu, inheemse volkeren, ja zelfs aandeelhouders.
De Aarde, ons huis, staat in brand. De feiten onder ogen zien heeft niets met pessimisme te maken: de mens verwarmt de Aarde op nooit geziene wijze, zorgt voor riskante klimaatwijzigingen, laat planten en dieren minstens honderd maal sneller uitsterven dan normaal, put de natuurlijke hulpbronnen uit en vergeet dat onze economie deel uitmaakt van het ecosysteem Aarde. De globalisering van de huidige economie veroorzaakt in grote mate die ecologische ravages. Maar wanneer we ons natuurlijk kapitaal opsouperen en de ecologische productie of biocapaciteit vermindert – van water, voedsel, energie, allerlei grondstoffen – beleven we uiteindelijk een onvermijdelijke terugval in economische productie, van onze welvaart dus. Het is veel slimmer om ons grootste kapitaal, de Aarde, te bewaren; en nog slimmer is om dat kapitaal opnieuw te laten aangroeien.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
Green Deal: geen nieuw ideeAls de Europese Unie op 11 december 2019 haar voorstel van Green Deal lanceert, is ze daarmee lang niet de eerste.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Green Deal: geen nieuw ideeAls de Europese Unie op 11 december 2019 haar voorstel van Green Deal lanceert, is ze daarmee lang niet de eerste.
Green Deal: geen nieuw ideeAls de Europese Unie op 11 december 2019 haar voorstel van Green Deal lanceert, is ze daarmee lang niet de eerste.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Green Deal: geen nieuw ideeAls de Europese Unie op 11 december 2019 haar voorstel van Green Deal lanceert, is ze daarmee lang niet de eerste.
Green Deal: geen nieuw ideeAls de Europese Unie op 11 december 2019 haar voorstel van Green Deal lanceert, is ze daarmee lang niet de eerste.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Ze bestaan in verschillende soorten.Er is vooreerst vervuiling of verontreiniging waarbij men het milieu opzadelt met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk kan zijn voor mens en natuur.Het is belangrijk om het verschil te zien tussen dat eerste generatiemilieuprobleem en de tweede generatieproblemen van uitputting en aantasting.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Vele arme landen zijn heel afhankelijk van de uitvoer van grondstoffen voor hun inkomen. Maar de prijzen zijn wisselvallig en op lange termijn dalen ze zodat hun inkomen zakt. In de vorige eeuw, toen men nog echt aan een andere betere wereld wilde werken, sloot men grondstoffenovereenkomsten die daaraan moesten verhelpen. Middelen daartoe zijn productie en/of exportbeperkingen, buffervoorraden en contracten over verzekerde levering en/of afname. Er schiet niet veel meer van over.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Cash geld dat nationale banken rechtstreeks geven aan de burgers. Dat is het oorspronkelijke bevattelijke voorstel.Hoe kan dat? Plastisch uitgedrukt, doordat nationale banken dat helikoptergeld bijdrukken.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Cash geld dat nationale banken rechtstreeks geven aan de burgers. Dat is het oorspronkelijke bevattelijke voorstel.Hoe kan dat? Plastisch uitgedrukt, doordat nationale banken dat helikoptergeld bijdrukken.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
wanneer massaal veel mensen sterven door gebrek aan voedsel en verhongering. Opvallend is dat hongersnoden niet voorkomen in min of meer democratisch bestuurde landen. Zo woekert ondervoeding nog altijd in India maar na de onafhankelijkheid komen grote hongersnoden niet meer voor. China is er wel in geslaagd de inwoners een beter dieet te bezorgen maar kende door de mislukte grote sprong voorwaarts rond 1960 waarschijnlijk de grootste hongerdood van vorige eeuw. Vaak gaat hongersnood samen met oorlog en burgeroorlog zoals b.v. in Soedan. Hongersnood is in elk geval veel meer een menselijk dan een natuurlijk fenomeen. Wie arm is en wie rijk is, wie veel, weinig of zelfs geen vruchtbare grond heeft, dat wordt vooral bepaald door de verhoudingen tussen mensen. Vanzelfsprekend spelen ook natuurlijke fenomenen zoals droogte of overstromingen een rol. Ze kunnen de menselijke keuzen of stommiteiten versterken.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
wanneer massaal veel mensen sterven door gebrek aan voedsel en verhongering. Opvallend is dat hongersnoden niet voorkomen in min of meer democratisch bestuurde landen. Zo woekert ondervoeding nog altijd in India maar na de onafhankelijkheid komen grote hongersnoden niet meer voor. China is er wel in geslaagd de inwoners een beter dieet te bezorgen maar kende door de mislukte grote sprong voorwaarts rond 1960 waarschijnlijk de grootste hongerdood van vorige eeuw. Vaak gaat hongersnood samen met oorlog en burgeroorlog zoals b.v. in Soedan. Hongersnood is in elk geval veel meer een menselijk dan een natuurlijk fenomeen. Wie arm is en wie rijk is, wie veel, weinig of zelfs geen vruchtbare grond heeft, dat wordt vooral bepaald door de verhoudingen tussen mensen. Vanzelfsprekend spelen ook natuurlijke fenomenen zoals droogte of overstromingen een rol. Ze kunnen de menselijke keuzen of stommiteiten versterken.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
wanneer massaal veel mensen sterven door gebrek aan voedsel en verhongering. Opvallend is dat hongersnoden niet voorkomen in min of meer democratisch bestuurde landen. Zo woekert ondervoeding nog altijd in India maar na de onafhankelijkheid komen grote hongersnoden niet meer voor. China is er wel in geslaagd de inwoners een beter dieet te bezorgen maar kende door de mislukte grote sprong voorwaarts rond 1960 waarschijnlijk de grootste hongerdood van vorige eeuw. Vaak gaat hongersnood samen met oorlog en burgeroorlog zoals b.v. in Soedan. Hongersnood is in elk geval veel meer een menselijk dan een natuurlijk fenomeen. Wie arm is en wie rijk is, wie veel, weinig of zelfs geen vruchtbare grond heeft, dat wordt vooral bepaald door de verhoudingen tussen mensen. Vanzelfsprekend spelen ook natuurlijke fenomenen zoals droogte of overstromingen een rol. Ze kunnen de menselijke keuzen of stommiteiten versterken.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
De courante agro-industriële landbouw zit op alle manieren in een doodlopende straat. De analyse daarvan is sinds het begin van Pala te vinden in diverse artikels, zie o.a. de links bij landbouw en voedsel, en in het boek Koe 80 heeft een probleem dat spijtig genoeg nog altijd even relevant is als bij het verschijnen tien jaar geleden.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zie Wereldhandelsorganisatie
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
De Internationale Coöperatieve Alliantie (ICA) is de mondiale koepelorganisatie van de coöperaties.Ze is meest bekend van de zogenaamde ICA-principes.
Om haar coöperatieve waarden in praktijk te brengen heeft de wereldwijde coöperatieve beweging, verzameld in de Internationale Coöperatieve Alliantie zeven coöperatieve principes aanvaard. Die zogenaamde ICA-principes moeten de werking van coöperaties leiden. Ze dienen als toetssteen om te controleren of een bedrijf een echte coöperatie is.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Als een bedrijf financiële winst maakt, kan die (deels) worden gebruikt om de aandeelhouders te vergoeden voor het geld dat ze ter beschikking stellen. De winst die wordt uitbetaald wordt gedeeld door alle aandelen. Dat bedrag is dan het dividend per aandeel.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
De grootste ijskappen op Aarde zijn die van Antarctica en van Groenland.Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat de wetenschap over klimaatverandering beoordeelt. Men spreekt ook wel van het VN-klimaatpanel.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatverandering, de zeespiegel zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economie zullen moeten heropbouwen.Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappen van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegel na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.Meer over de stijging van de zeespiegel in deze Pala artikels:
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
De Index voor Duurzame Economische Welvaart (ISEW) is een goede kandidaat om de plaats van het bnp in te nemen. Die index maakt onderscheid tussen positieve en negatieve economische bedrijvigheden, brengt welvaartsverhogende informele activiteiten in rekening en neemt de ongelijkheid van de inkomensverdeling mee op. Ook het verlies van natuurlijk kapitaal wordt in rekening gebracht.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De index voor menselijke ontwikkeling is een meetlat die, anders dan het bnp, rekening houdtmet levensverwachting, alfabetisme, kindersterfte. Meteen komt de mens centraal te staan in plaats van economische groei of consumptie. Die laatste vormen dan niet langer het doel, maar worden beschouwd als middelen. Het fundament voor die aanpak is aangereikt door Amartya Sen. Hij focust op de vrijheden of mogelijkheden die mensen moeten hebben of verwerven om het leven te leiden dat zij verkiezen.
Het bnp of bruto nationaal product telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
In de armste landen beschikken 16 mensen op 1000 over een gsm en kunnen er 4 op internet, in de rijkste landen zijn er dat 705 en 480. Ziedaar de informatiekloof. De industrielanden bezitten meer dan 95 procent van alle patenten in de wereld. De rijke landen tellen ook ruim negen keer meer wetenschappelijke onderzoekers dan de arme. Op dat vlak tellen de armste landen vrijwel helemaal niet mee. Ziedaar de kenniskloof. In de mondiale kennissamenleving is de informatiekloof al even erg als de inkomenskloof, en de beide kloven hebben veel met elkaar te maken.
In de armste landen beschikken 16 mensen op 1000 over een gsm en kunnen er 4 op internet, in de rijkste landen zijn er dat 705 en 480. Ziedaar de informatiekloof. De industrielanden bezitten meer dan 95 procent van alle patenten in de wereld. De rijke landen tellen ook ruim negen keer meer wetenschappelijke onderzoekers dan de arme. Op dat vlak tellen de armste landen vrijwel helemaal niet mee. Ziedaar de kenniskloof. In de mondiale kennissamenleving is de informatiekloof al even erg als de inkomenskloof, en de beide kloven hebben veel met elkaar te maken.
We denken allemaal de cijfers te kennen, maar ze blijven verbazingwekkend: de 20 % rijksten op deze wereld verdienen zowat 75 keer zoveel als de 20 % armsten. In 1960 was dat 30 maal zoveel. Het rijkste land was in 1820 drie maal rijker dan het armste, in 1913 was dat 11 maal, in 1973 al 35 maal en 72 maal in 1992. Eind vorige eeuw bezitten de drie rijkste mensen ter wereld (samen) meer dan het gezamenlijke jaarinkomen van de 43 armste landen. De huidige wereldeconomie zorgt voor groeiende inkomensongelijkheid. Het is dringend nodig om deze ongelijke verdeling van de welvaart, het sociale deficit van de globalisering, aan te pakken. Minder dan 2 % van het inkomen van de 10% rijksten volstaat om alle mensen ter wereld minstens aan één dollar per dag te helpen.
Vele mensen hebben te weinig toegang tot informatie. Maar het tegengestelde bestaat ook, dan heb je informatieruis. In de globale informatiesamenleving worden we overspoeld door een zee van informatie en nog meer door een oceaan van losse gegevens die talloze media elke seconde uitspuwen. Die overdaad aan ongestructureerde informatiegegevens maakt degenen die er aan geraken niet noodzakelijk wijzer. De informatiestroom is zo overvloedig en zo sterk geworden dat weinigen hem nog kunnen verwerken en op zinvolle wijze structureren. Dat geldt zelfs voor wetenschappers, journalisten en al die anderen die beroepshalve met de grondstof informatie werken. Onze ononderbroken jacht op informatie riskeert de kennis te doden. We dreigen allemaal samen te verdrinken in een zee van gegevens die we niet meer kunnen omzetten in weten. Of nog minder in bruikbare kennis en zinvolle macht die we kunnen aanwenden om onze grote en kleine problemen te counteren. In plaats van kennis en macht te schenken, laat de informatieoverdaad ons achter in verwarring en onmacht.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Begin jaren zeventig introduceerde de Internationale Arbeidsorganisatie de term ‘informele sector’ om de activiteiten te beschrijven van de werkende armen: ze werken erg hard maar hun werk is niet erkend, geregistreerd, beschermd of geregeld door één of andere overheid. De meeste zijn te vinden in ontwikkelingslanden.In 2002 schat de IAO het aantal werkende armen in de wereld op 530 miljoen: zij verdienen niet genoeg om hun gezin aan een inkomen te helpen van één dollar per gezinslid.Maar ook in rijke landen, zeker in bv. Italië of België, bestaat het fenomeen van de onofficiële economie. Dan praten we over het woekerende zwartwerk en de verdoken productie in bijvoorbeeld illegale kledingateliers, de bouw, horeca, tuinbouw en fruitpluk, of de transportsector.In die informele sectoren van zowel de arme als de rijke landen liggen de lonen of wat daarvoor moet doorgaan bijna altijd veel lager. Wie daar moet werken is gelukkig als hij min of meer kan rondkomen, want meestal levert dat werk niet genoeg op om van te leven. En daar moet nog bij verrekend worden dat er van werkzekerheid zelden sprake is, evenmin als van sociale zekerheid. Voor pensioenen, ziekte, werkloosheid is niets geregeld, om van vakantiegeld of kinderbijslag maar te zwijgen.Het fenomeen dat iemand wel werk heeft maar te weinig verdient om fatsoenlijk te leven, beperkt zich echter niet tot die informele arbeidssectoren. Vooral in de Verenigde Staten is de jongste jaren het aantal onderbetaalde formele banen fors gegroeid. Bijna iedereen kan er aan werk geraken, maar met die lage salarissen blijft men ruim onder het levensminimum hangen. En het gaat hier om miljoenen jobs.
het verrichten van werk zonder erkenning of contract en dus buiten elke wettelijke regeling, zonder sociale rechten, zonder sociale bescherming ook en meestal onder slechte arbeidsvoorwaarden. Niet verwonderlijk is dergelijk werk veelal onzeker, weinig productief, onderbetaald of ronduit slecht betaald en zijn de inkomens heel wisselend.Hun informele arbeid kunnen informele werkers – als ‘werknemer’ of ‘kleine zelfstandige’ - zowel binnen als buiten informele ondernemingen uitvoeren. Vanzelfsprekend zijn ze uitermate kwetsbaar. Contracten afdwingen zit er niet in voor hen, eigendomsrechten hebben ze niet, ze zijn onbeschermd tegen gevaarlijke of vervuilende stoffen, zelfs hun veiligheid is allerminst gegarandeerd. Zich syndicaal organiseren, zich laten vertegenwoordigen en zich laten horen is aartsmoeilijk. Hun toegang tot publieke diensten is laag of onbestaande.Het gaat om een grote en uiterst verscheiden groep: straatventers, kledingarbeiders, transporteurs, huispersoneel, sekswerkers, straatvegers, schoenpoetsers, … Hun informele economie blijft groeien. Meer en meer mensen moeten werken zonder degelijk loon en zonder sociale bescherming, zowel in de arme als in de rijke landen. In heel Sub-Sahara Afrika is de informele werkgelegenheid de voorbije tien jaar gestegen tot 70 en soms zelfs 90 procent. Binnen deze grote groep mensen zijn de vrouwen oververtegenwoordigd. Omdat er geen werk is in de formele economie, zoeken mensen voor zichzelf een broodwinning. Ook is er een toenemende vervaging van de grens tussen formele en informele economie. Zo hebben perfect ‘formele’ bedrijven toch een aantal ‘informele’ werknemers in dienst.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Begin jaren zeventig introduceerde de Internationale Arbeidsorganisatie de term ‘informele sector’ om de activiteiten te beschrijven van de werkende armen: ze werken erg hard maar hun werk is niet erkend, geregistreerd, beschermd of geregeld door één of andere overheid. De meeste zijn te vinden in ontwikkelingslanden.In 2002 schat de IAO het aantal werkende armen in de wereld op 530 miljoen: zij verdienen niet genoeg om hun gezin aan een inkomen te helpen van één dollar per gezinslid.Maar ook in rijke landen, zeker in bv. Italië of België, bestaat het fenomeen van de onofficiële economie. Dan praten we over het woekerende zwartwerk en de verdoken productie in bijvoorbeeld illegale kledingateliers, de bouw, horeca, tuinbouw en fruitpluk, of de transportsector.In die informele sectoren van zowel de arme als de rijke landen liggen de lonen of wat daarvoor moet doorgaan bijna altijd veel lager. Wie daar moet werken is gelukkig als hij min of meer kan rondkomen, want meestal levert dat werk niet genoeg op om van te leven. En daar moet nog bij verrekend worden dat er van werkzekerheid zelden sprake is, evenmin als van sociale zekerheid. Voor pensioenen, ziekte, werkloosheid is niets geregeld, om van vakantiegeld of kinderbijslag maar te zwijgen.Het fenomeen dat iemand wel werk heeft maar te weinig verdient om fatsoenlijk te leven, beperkt zich echter niet tot die informele arbeidssectoren. Vooral in de Verenigde Staten is de jongste jaren het aantal onderbetaalde formele banen fors gegroeid. Bijna iedereen kan er aan werk geraken, maar met die lage salarissen blijft men ruim onder het levensminimum hangen. En het gaat hier om miljoenen jobs.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
het verrichten van werk zonder erkenning of contract en dus buiten elke wettelijke regeling, zonder sociale rechten, zonder sociale bescherming ook en meestal onder slechte arbeidsvoorwaarden. Niet verwonderlijk is dergelijk werk veelal onzeker, weinig productief, onderbetaald of ronduit slecht betaald en zijn de inkomens heel wisselend.Hun informele arbeid kunnen informele werkers – als ‘werknemer’ of ‘kleine zelfstandige’ - zowel binnen als buiten informele ondernemingen uitvoeren. Vanzelfsprekend zijn ze uitermate kwetsbaar. Contracten afdwingen zit er niet in voor hen, eigendomsrechten hebben ze niet, ze zijn onbeschermd tegen gevaarlijke of vervuilende stoffen, zelfs hun veiligheid is allerminst gegarandeerd. Zich syndicaal organiseren, zich laten vertegenwoordigen en zich laten horen is aartsmoeilijk. Hun toegang tot publieke diensten is laag of onbestaande.Het gaat om een grote en uiterst verscheiden groep: straatventers, kledingarbeiders, transporteurs, huispersoneel, sekswerkers, straatvegers, schoenpoetsers, … Hun informele economie blijft groeien. Meer en meer mensen moeten werken zonder degelijk loon en zonder sociale bescherming, zowel in de arme als in de rijke landen. In heel Sub-Sahara Afrika is de informele werkgelegenheid de voorbije tien jaar gestegen tot 70 en soms zelfs 90 procent. Binnen deze grote groep mensen zijn de vrouwen oververtegenwoordigd. Omdat er geen werk is in de formele economie, zoeken mensen voor zichzelf een broodwinning. Ook is er een toenemende vervaging van de grens tussen formele en informele economie. Zo hebben perfect ‘formele’ bedrijven toch een aantal ‘informele’ werknemers in dienst.
Begin jaren zeventig introduceerde de Internationale Arbeidsorganisatie de term ‘informele sector’ om de activiteiten te beschrijven van de werkende armen: ze werken erg hard maar hun werk is niet erkend, geregistreerd, beschermd of geregeld door één of andere overheid. De meeste zijn te vinden in ontwikkelingslanden.In 2002 schat de IAO het aantal werkende armen in de wereld op 530 miljoen: zij verdienen niet genoeg om hun gezin aan een inkomen te helpen van één dollar per gezinslid.Maar ook in rijke landen, zeker in bv. Italië of België, bestaat het fenomeen van de onofficiële economie. Dan praten we over het woekerende zwartwerk en de verdoken productie in bijvoorbeeld illegale kledingateliers, de bouw, horeca, tuinbouw en fruitpluk, of de transportsector.In die informele sectoren van zowel de arme als de rijke landen liggen de lonen of wat daarvoor moet doorgaan bijna altijd veel lager. Wie daar moet werken is gelukkig als hij min of meer kan rondkomen, want meestal levert dat werk niet genoeg op om van te leven. En daar moet nog bij verrekend worden dat er van werkzekerheid zelden sprake is, evenmin als van sociale zekerheid. Voor pensioenen, ziekte, werkloosheid is niets geregeld, om van vakantiegeld of kinderbijslag maar te zwijgen.Het fenomeen dat iemand wel werk heeft maar te weinig verdient om fatsoenlijk te leven, beperkt zich echter niet tot die informele arbeidssectoren. Vooral in de Verenigde Staten is de jongste jaren het aantal onderbetaalde formele banen fors gegroeid. Bijna iedereen kan er aan werk geraken, maar met die lage salarissen blijft men ruim onder het levensminimum hangen. En het gaat hier om miljoenen jobs.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Daar is het oude insourcing terug, vele bedrijven en organisaties betrouwen opnieuw meer op de eigen werknemers om hun resultaten te verbeteren, om te innoveren en om simpelweg opnieuw zelf te weten waarmee ze bezig zijn. In 2013 laat de sector van de outsourcing een flinke terugval zien tot 83 miljard dollar, dat is een daling van meer dan 16 procent.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Outsourcing komt sterk op in de mondiale economie van de 21ste eeuw. In 2000 was deze activiteit 45 miljard dollar waard. Twaalf jaar later gaat er in 2012 maar liefst 99 miljard dollar om in de wereld van de outsourcing.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Hoeveel heb je nodig van de Aarde om al hetgeen je verbruikt, te produceren? Dat is wat jouw ecologische voetafdruk vertelt. Ook voor een stad, een land of de volledige wereld is het mogelijk de voetafdruk te meten op basis van wat ze consumeren aan energie, voedsel, water enzovoort. In cijfers voor het jaar 2010: iedere mens beschikt over ongeveer 1,7 hectare. Dat is het evenwicht waarbij het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van de Aarde niet sneller verloopt dan ze zich kunnen herstellen. Het wordt ook wel Eerlijke Aarde-aandeel genoemd.
Daar is het oude insourcing terug, vele bedrijven en organisaties betrouwen opnieuw meer op de eigen werknemers om hun resultaten te verbeteren, om te innoveren en om simpelweg opnieuw zelf te weten waarmee ze bezig zijn. In 2013 laat de sector van de outsourcing een flinke terugval zien tot 83 miljard dollar, dat is een daling van meer dan 16 procent.
Outsourcing komt sterk op in de mondiale economie van de 21ste eeuw. In 2000 was deze activiteit 45 miljard dollar waard. Twaalf jaar later gaat er in 2012 maar liefst 99 miljard dollar om in de wereld van de outsourcing.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Na de beurscrash van 1929, de economische crisis en zelfs ineenstorting wereldwijd, de massaal door dictaturen weggespoelde democratieën en het inferno van de Tweede Wereldoorlog dat 52 miljoen mensenlevens eist, kan de mensheid eindelijk puin ruimen.
zie Internationaal Monetair Fonds
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
zie Internationaal Monetair Fonds
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
zie Internationaal Monetair Fonds
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
zie Internationaal Monetair Fonds
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
zie Internationaal Monetair Fonds
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
zie Internationaal Monetair Fonds
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
zie Internationaal Monetair Fonds
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Na de beurscrash van 1929, de economische crisis en zelfs ineenstorting wereldwijd, de massaal door dictaturen weggespoelde democratieën en het inferno van de Tweede Wereldoorlog dat 52 miljoen mensenlevens eist, kan de mensheid eindelijk puin ruimen.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Ontwikkelingslanden die financieel in de problemen komen, moeten zeker nog in de jaren tachtig en negentig aankloppen bij het Internationaal Monetair Fonds. Heel dikwijls krijgen zij dan een structureel aanpassingsprogramma opgelegd als voorwaarde om hulp te krijgen. Het doel daarvan is om het land in staat te stellen zijn schulden terug te betalen.Altijd krijgen die landen een monetaristische politiek te slikken die de munt devalueert, de overheidsuitgaven drastisch naar beneden haalt en alle economische inspanningen op de export richt.Die zware bezuinigingen halen meer dan eens de gezondheidszorg, het onderwijs en de landbouwondersteuning onderuit. In feite verplicht men die landen elk sociaal-economisch beleid op te geven en een sociale politiek te vergeten.De forse muntdevaluatie maakt het leven veel duurder en verhoogt de schuld in reële termen. Wanneer je daarenboven zowat alle arme landen datzelfde beleid opdringt, stort je hen allemaal samen in een neerwaartse concurrentiespiraal.Een vlammende kritiek op dat beleid van het Internationaal Monetair Fonds komt van Joseph Stiglitz, de Nobelprijswinnaar economie van 2001 en voormalig topeconoom bij de Wereldbank. Heel overtuigend beschrijft hij in zijn in 2002 verschenen boek Perverse globalisering hoe het IMF tientallen landen het slechtst denkbare economische beleid opdringt. Altijd opnieuw is het resultaat een veel diepere economische crisis dan zou moeten, veel meer werkloosheid, armoede en verloren welvaartsproductie.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Mondiale overeenkomst tussen een multinationaal bedrijf en de internationale vakbond. Daarmee willen de vakbonden de sociale rechten van werknemers afdwingen overal waar een internationale groep actief is in de wereld. Het is niet meer dan logisch dat, wanneer een nationale economie vraagt om nationale akkoorden, een mondiale economie mondiale akkoorden nodig heeft.Concreet beogen zulke akkoorden minimale arbeidsomstandigheden in te voeren of ze te verbeteren zowel in de eigen bedrijfsafdelingen van een multinational als bij de onderaannemers; ze willen respect voor de sociale normen van de Internationale Arbeidsorganisatie; ze betrachten rechtvaardige lonen- en arbeidsvoorwaarden, veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden en ze willen de rol van de vakbond in de multinational versterken.Om die doelstellingen te bereiken, verwijzen alle internationale kaderovereenkomsten naar de fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie en hebben ze altijd betrekking op alle ondernemingen van de betrokken multinational wereldwijd. Ze zullen er ook sterk op hameren dat de multinational haar onderaannemers zal wijzen op het belang van het naleven van de fundamentele arbeidsnormen en dat niet-naleving kan leiden tot een sanctie, namelijk het verbreken van het toeleveringscontract.De jongste jaren hebben vakbonden internationale kaderovereenkomsten gesloten met bedrijven als Accor, Carrefour, Danone en France Telecom uit Frankrijk, H&M, Ikea en Securitas uit Zweden, Metro en Volkswagen uit Duitsland, Statoil uit Noorwegen, Endesa en Telefonica uit Spanje en Umicore uit België. Opvallend is dat er slechts weinig bedrijven bij zijn die hun hoofdkwartier niet in Europa hebben. Uit Canada is er Quebecor, uit Zuid-Afrika Nampak en uit Australië NAG, niet meteen de meest bekende bedrijven.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
zie Wereldhandelsorganisatie
zie Internationaal Monetair Fonds
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Bedrijven hanteren meer en meer een mondiaal perspectief en wereldmarkten spelen een grotere rol. De economische globalisering holt maar verder.De consensus groeit dat er nood is om een sociale bodem te leggen onder de wereldeconomie, ook bij internationale en economische organisaties zoals het IMF, de Wereldbank, de OESO en de WTO. Om dat te realiseren, kijken velen richting Internationale Arbeidsorganisatie die zou kunnen uitgroeien tot een soort wereldministerie van arbeid.Daar zijn we nog lang niet. Maar er is toch een pril begin van samenwerking tussen die IAO en de Wereldhandelsorganisatie. Samen hebben ze de studie ‘handel en werkgelegenheid’ gemaakt. De terechte conclusie luidt dat er over het verband tussen die twee geen echt algemene uitspraken mogelijk zijn: te veel héél verschillende elementen spelen hun rol. Maar even duidelijk is dat de gevoerde handelspolitiek en sociale politiek wel degelijk elkaar beïnvloeden, en dat het dus nodig is om ze op elkaar af te stemmen.We raden u graag de lectuur aan van de samenvatting die het Internationaal Vakverbond - de wereldvakbond – maakte, slechts negen pagina’s lang.
zie Internationaal Monetair Fonds
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
Om van waardig werk te kunnen spreken, moet het gaan om het uitoefenen van werk waarvoor men vrij kiest en dat een inkomen oplevert dat de behoeften van zichzelf en van het gezin dekt.Menswaardig werk respecteert tevens de arbeidsrechten van mensen. Hiertoe behoren fundamentele werknemersrechten zoals het recht op organisatie, op collectieve arbeidsonderhandelingen én op gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
zie Wereldhandelsorganisatie
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Wanneer mensen vooral kunnen doen waar ze goed in zijn, zorgt die werk- of arbeidsverdeling voor betere prestaties en dus voor meer welvaart. Het samenleven van mensen kenmerkt zich al lang door specialisatie, en de moderne samenleving krijgt er maar niet genoeg van.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Vooral vanaf de jaren zestig van vorige eeuw realiseren Zuid-Korea, Taiwan en de stadstaten Singapore en Hongkong een spectaculaire industrialisering en indrukwekkende groeicijfers. De vier oorspronkelijke tijgers of draken katapulteren zich in één of twee generaties van een soms Afrikaans naar een Zuid-Europees welvaartspeil. Later volgen Thailand, Maleisië, Indonesië en de Filippijnen dit voorbeeld, met wisselend succes.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Wanneer mensen vooral kunnen doen waar ze goed in zijn, zorgt die werk- of arbeidsverdeling voor betere prestaties en dus voor meer welvaart. Het samenleven van mensen kenmerkt zich al lang door specialisatie, en de moderne samenleving krijgt er maar niet genoeg van.
eind 2002 sluit Philips Hasselt de deuren, 1400 mensen verliezen hun job, het werk verhuist vooral naar Hongarije en China. Textiel- en confectiefabrieken van Mexico tot Tunesië en Bangladesh ervaren de mokerslag van de Chinese industrie.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
eind 2002 sluit Philips Hasselt de deuren, 1400 mensen verliezen hun job, het werk verhuist vooral naar Hongarije en China. Textiel- en confectiefabrieken van Mexico tot Tunesië en Bangladesh ervaren de mokerslag van de Chinese industrie.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
De Internationale Coöperatieve Alliantie (ICA) is de mondiale koepelorganisatie van de coöperaties.Ze is meest bekend van de zogenaamde ICA-principes.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Om haar coöperatieve waarden in praktijk te brengen heeft de wereldwijde coöperatieve beweging, verzameld in de Internationale Coöperatieve Alliantie zeven coöperatieve principes aanvaard. Die zogenaamde ICA-principes moeten de werking van coöperaties leiden. Ze dienen als toetssteen om te controleren of een bedrijf een echte coöperatie is.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Om haar coöperatieve waarden in praktijk te brengen heeft de wereldwijde coöperatieve beweging, verzameld in de Internationale Coöperatieve Alliantie zeven coöperatieve principes aanvaard. Die zogenaamde ICA-principes moeten de werking van coöperaties leiden. Ze dienen als toetssteen om te controleren of een bedrijf een echte coöperatie is.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat de wetenschap over klimaatverandering beoordeelt. Men spreekt ook wel van het VN-klimaatpanel.
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
zie IPCC
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat de wetenschap over klimaatverandering beoordeelt. Men spreekt ook wel van het VN-klimaatpanel.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat de wetenschap over klimaatverandering beoordeelt. Men spreekt ook wel van het VN-klimaatpanel.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat de wetenschap over klimaatverandering beoordeelt. Men spreekt ook wel van het VN-klimaatpanel.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Bij het overschrijden van zogenaamde drempelwaarden zijn systemen – denk bv. aan het klimaatsysteem - zo hard bedreigd dat ze op een kantelpunt terechtkomen en er plotse niet-lineaire veranderingen optreden.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
De grootste ijskappen op Aarde zijn die van Antarctica en van Groenland.Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.
Het fenomeen dat bij zwaar uit hun evenwicht gebrachte systemen het zo vertrouwde eenvoudige en evenredige verband tussen oorzaak en gevolg niet langer blijkt te spelen.
De grootste ijskappen op Aarde zijn die van Antarctica en van Groenland.Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
De informaticarevolutie maakt mogelijk dat het financiële kapitaal de klok rond de wereld afdweilt. En vanaf de jaren zeventig hebben de politici de kapitaalstromen zowat alle vrijheid gegeven, door de kapitaalmarkten altijd maar verder te liberaliseren. De theorie zegt dat die vrije kapitaalstroom goed is voor de economie. De praktijk wijst meer dan eens op het tegendeel. Speculatie en kuddegeest op de financiële markten halen meer dan eens zelfs goeddraaiende economieën onderuit, denk aan de Aziatische crisis. Dat bedrijven die op lange termijn willen investeren, zichzelf van de beurs halen om aan die kortzichtige financiële dictatuur te ontsnappen stemt tot nadenken.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Voor wie het niet breed heeft, helpen alle kleintjes. Kinderen van veetelers en landbouwers kunnen al gauw een helpende hand uitsteken. In de beperkte plant- en oogstperiodes valt daar zelfs wat voor te zeggen, want hoe meer werkende handen in die periodes, hoe minder honger. Niet toevallig is oogstmaand augustus bij ons een vakantiemaand. Of kinderen gaan al heel jong uit werken en zorgen zo voor een deel van het gezinsinkomen. Dat houdt hen weg van school en vergooit hun toekomst. Het is waar, deze kinderarbeid is verboden. Maar dat verbod handhaven is geen mondiale prioriteit. In een economie die overal op zoek gaat naar de goedkoopste en meest onbeschermde werkkracht is kinderarbeid dan een beschamend bijproduct van globalisering.Leren verplicht maken en zorgen voor voldoende scholen en leerkrachten is een prima middel om de kinderen naar school te krijgen en komaf te maken met kinderarbeid. En waarborgen dat de ouders over voldoende inkomen beschikken is het tweede deel van de oplossing.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Ze zorgen in heel de wereld voor veel werkgelegenheid, vormen de ruggengraat van lokale en regionale economieën en maken samenlevingen minder afhankelijk van de grillen van grote en multinationale bedrijven. In een netwerk van kleinere bedrijven is de economische macht gespreid en dat biedt meer kans op economische democratie en zeker op het vermijden van monopolies of al te grote concentratie. Kleine bedrijven zijn zelfs dikwijls innovatiever en flexibeler dan hun grotere broers, creëren veel welvaart en weten die redelijk goed te verdelen. Ze zijn m.a.w. belangrijk sociaal kapitaal voor een samenleving.Toch worden ze in de mondiale economie veel te weinig naar waarde geschat. Van regels voor openingsuren tot vestigingsmogelijkheden, van steunmaatregelen tot belastingfaciliteiten, je zal zien dat de grote bedrijven bijna altijd het laken naar zich toe weten te trekken. De wereldmarkt is op hun maat en - meer nog - die van de financiële wereld geschreven.
Heel algemeen slaat sociaal kapitaal op tal van factoren die groepen of organisaties doen functioneren.Vaak verwijst sociaal kapitaal meer specifiek naar de creatie van publieke goederen en commons. Het betreft dan de sterk gedeelde overtuigingen en waarden die een samenleving helpen om waardevolle publieke diensten en goederen voort te brengen en tegelijkertijd te vermijden dat vrijbuiters profiteren van de gezamenlijke inspanningen zonder zelf bij te dragen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het Klimaatakkoord van Parijs bepaalt dat alle landen verplicht zijn tot het maken van klimaatplannen om de opwarming van de Aarde te beperken tot maximaal 2°C en liefst niet meer dan 1,5°C. Dat zijn de zogenaamde nationally determined contributions.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het Klimaatverdrag is het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Het wordt goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatverandering meer veroorzaakt.
Om een te grote opwarming van de Aarde te vermijden, moeten we dringend minder broeikasgassen uitstoten. Want dreigende klimaatverandering door een verhoogd broeikaseffect is een topzwaar ecologisch deficit van de huidige globalisering. In het Kyoto-protocol leggen de industrielanden vast dat er iets moet worden gedaan. Tegen 2012 willen ze de uitstoot van broeikasgassen verminderen met 5,2 procent tegenover de uitstoot in 1990. Op 16 februari 2005 treedt het protocol eindelijk in werking.
Het Klimaatakkoord van Parijs bepaalt dat alle landen verplicht zijn tot het maken van klimaatplannen om de opwarming van de Aarde te beperken tot maximaal 2°C en liefst niet meer dan 1,5°C. Dat zijn de zogenaamde nationally determined contributions.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.www.ipcc.chzie ook klimaatverandering
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.www.ipcc.chzie ook klimaatverandering
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Als de wereld wil opschieten richting duurzaam vervoer is het alvast nuttig om weten hoe we nu mensen en goederen vervoeren.Vind gegevens over personenverkeer en goederenvervoer.
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatverandering, de zeespiegel zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economie zullen moeten heropbouwen.Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappen van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegel na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.Meer over de stijging van de zeespiegel in deze Pala artikels:
Voor vele jongeren – in dit geval al wie pakweg jonger dan 50 is – zal het een koude douche zijn, of zelfs ronduit schokkend. Wanneer ze weet krijgen van het rapport The Limits of Growth uit 1972, dat toen al accuraat de toename van de CO2-concentratie voorspelde mét als oorzaak de verbranding van fossiele brandstoffen door de mens, zullen ze zich terecht afvragen: ‘Maar waar is jullie verstand gebleven? Politiek, economie en samenleving wisten al die tijd dat de wereld een gevaarlijke, onhoudbare koers aan het varen was. Waarom hebben jullie – politici in de allereerste plaats – decennia gewacht om in te grijpen?’
deze denkgroep verzamelt sinds 1968 wetenschappers, economen, zakenmensen, internationale ambtenaren en toppolitici die een betere wereld betrachten.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Het Klimaatverdrag is het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Het wordt goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatverandering meer veroorzaakt.
Om een te grote opwarming van de Aarde te vermijden, moeten we dringend minder broeikasgassen uitstoten. Want dreigende klimaatverandering door een verhoogd broeikaseffect is een topzwaar ecologisch deficit van de huidige globalisering. In het Kyoto-protocol leggen de industrielanden vast dat er iets moet worden gedaan. Tegen 2012 willen ze de uitstoot van broeikasgassen verminderen met 5,2 procent tegenover de uitstoot in 1990. Op 16 februari 2005 treedt het protocol eindelijk in werking.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Om een te grote opwarming van de Aarde te vermijden, moeten we dringend minder broeikasgassen uitstoten. Want dreigende klimaatverandering door een verhoogd broeikaseffect is een topzwaar ecologisch deficit van de huidige globalisering. In het Kyoto-protocol leggen de industrielanden vast dat er iets moet worden gedaan. Tegen 2012 willen ze de uitstoot van broeikasgassen verminderen met 5,2 procent tegenover de uitstoot in 1990. Op 16 februari 2005 treedt het protocol eindelijk in werking.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Vaak gebruikt m.b.t. klimaatverandering, met als betekenis: zich aanpassen aan de klimaatverandering met acties die de gevolgen ervan opvangen
Deze indicatoren worden verzameld door het Global Climate Observing SystemVind meteen de Global Climate Indicators - klik hier.
Het Global Climate Observing System (GCOS) wordt gesponsord door de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), de Intergouvernementele Oceanografische Commissie van UNESCO, het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP) en de Internationale Wetenschapsraad (ISC). GCOS beoordeelt regelmatig de status van wereldwijde klimaatwaarnemingen van atmosfeer, land en oceaan en stelt richtlijnen op voor de verbetering ervan.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
De grootste ijskappen op Aarde zijn die van Antarctica en van Groenland.Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat de wetenschap over klimaatverandering beoordeelt. Men spreekt ook wel van het VN-klimaatpanel.
Bij het overschrijden van zogenaamde drempelwaarden zijn systemen – denk bv. aan het klimaatsysteem - zo hard bedreigd dat ze op een kantelpunt terechtkomen en er plotse niet-lineaire veranderingen optreden.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Het Klimaatverdrag is het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Het wordt goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatverandering meer veroorzaakt.
Om een te grote opwarming van de Aarde te vermijden, moeten we dringend minder broeikasgassen uitstoten. Want dreigende klimaatverandering door een verhoogd broeikaseffect is een topzwaar ecologisch deficit van de huidige globalisering. In het Kyoto-protocol leggen de industrielanden vast dat er iets moet worden gedaan. Tegen 2012 willen ze de uitstoot van broeikasgassen verminderen met 5,2 procent tegenover de uitstoot in 1990. Op 16 februari 2005 treedt het protocol eindelijk in werking.
Duur woord voor vermindering of verzachting.Meestal gebruikt in de context van klimaatverandering, met als betekenis: het voorkómen van nog meer opwarming van de Aarde door overmatige broeikasgasemissies
Het Klimaatakkoord van Parijs bepaalt dat alle landen verplicht zijn tot het maken van klimaatplannen om de opwarming van de Aarde te beperken tot maximaal 2°C en liefst niet meer dan 1,5°C. Dat zijn de zogenaamde nationally determined contributions.
Het fenomeen dat bij zwaar uit hun evenwicht gebrachte systemen het zo vertrouwde eenvoudige en evenredige verband tussen oorzaak en gevolg niet langer blijkt te spelen.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatverandering, de zeespiegel zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economie zullen moeten heropbouwen.Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappen van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegel na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.Meer over de stijging van de zeespiegel in deze Pala artikels:
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
De grootste ijskappen op Aarde zijn die van Antarctica en van Groenland.Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Verder doen zoals we bezig zijn, voert ons regelrecht naar een ecologische, economische, sociale en democratische ineenstorting ergens in de tweede helft van deze eeuw. Bij ongewijzigd beleid is dat het meest waarschijnlijke toekomstscenario.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het Klimaatverdrag is het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Het wordt goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatverandering meer veroorzaakt.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het Klimaatverdrag is het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Het wordt goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatverandering meer veroorzaakt.
Om een te grote opwarming van de Aarde te vermijden, moeten we dringend minder broeikasgassen uitstoten. Want dreigende klimaatverandering door een verhoogd broeikaseffect is een topzwaar ecologisch deficit van de huidige globalisering. In het Kyoto-protocol leggen de industrielanden vast dat er iets moet worden gedaan. Tegen 2012 willen ze de uitstoot van broeikasgassen verminderen met 5,2 procent tegenover de uitstoot in 1990. Op 16 februari 2005 treedt het protocol eindelijk in werking.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in juni 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de natuurlijke soortenrijkdom beschermen en een duurzaam gebruik ervan mogelijk maken. Het beoogt ook de opbrengsten van genetisch materiaal billijk te verdelen. De soortenrijkdom behoort door dat verdrag toe aan de soevereine landen, die ook moeten zorgen voor het voortbestaan ervan.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Om een te grote opwarming van de Aarde te vermijden, moeten we dringend minder broeikasgassen uitstoten. Want dreigende klimaatverandering door een verhoogd broeikaseffect is een topzwaar ecologisch deficit van de huidige globalisering. In het Kyoto-protocol leggen de industrielanden vast dat er iets moet worden gedaan. Tegen 2012 willen ze de uitstoot van broeikasgassen verminderen met 5,2 procent tegenover de uitstoot in 1990. Op 16 februari 2005 treedt het protocol eindelijk in werking.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.www.ipcc.chzie ook klimaatverandering
De Aarde, ons huis, staat in brand. De feiten onder ogen zien heeft niets met pessimisme te maken: de mens verwarmt de Aarde op nooit geziene wijze, zorgt voor riskante klimaatwijzigingen, laat planten en dieren minstens honderd maal sneller uitsterven dan normaal, put de natuurlijke hulpbronnen uit en vergeet dat onze economie deel uitmaakt van het ecosysteem Aarde. De globalisering van de huidige economie veroorzaakt in grote mate die ecologische ravages. Maar wanneer we ons natuurlijk kapitaal opsouperen en de ecologische productie of biocapaciteit vermindert – van water, voedsel, energie, allerlei grondstoffen – beleven we uiteindelijk een onvermijdelijke terugval in economische productie, van onze welvaart dus. Het is veel slimmer om ons grootste kapitaal, de Aarde, te bewaren; en nog slimmer is om dat kapitaal opnieuw te laten aangroeien.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Om een te grote opwarming van de Aarde te vermijden, moeten we dringend minder broeikasgassen uitstoten. Want dreigende klimaatverandering door een verhoogd broeikaseffect is een topzwaar ecologisch deficit van de huidige globalisering. In het Kyoto-protocol leggen de industrielanden vast dat er iets moet worden gedaan. Tegen 2012 willen ze de uitstoot van broeikasgassen verminderen met 5,2 procent tegenover de uitstoot in 1990. Op 16 februari 2005 treedt het protocol eindelijk in werking.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C.Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers vrezen voor een extra opwarming en voor klimaatverandering.Ze raken ervan overtuigd dat vooral industrie, verwarming, vervoer en dus de mens – die overmatig veel steenkool, olie en gas verstookt - verantwoordelijk zijn voor die extra broeikasgassen.En ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones.Om dit risicogedrag, het grootste ecologische deficit van de huidige globalisering, tegen te gaan is er het Kyoto Protocol dat de uitstoot van broeikasgassen beperkt en inwerking trad in 2005. Maar het is bijna zeker onvoldoende en dus maar het begin van een adequaat antwoord.www.ipcc.chzie ook klimaatverandering
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het Klimaatverdrag is het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Het wordt goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatverandering meer veroorzaakt.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
De courante agro-industriële landbouw zit op alle manieren in een doodlopende straat. De analyse daarvan is sinds het begin van Pala te vinden in diverse artikels, zie o.a. de links bij landbouw en voedsel, en in het boek Koe 80 heeft een probleem dat spijtig genoeg nog altijd even relevant is als bij het verschijnen tien jaar geleden.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Grootgrondbezit zorgt vooral in Latijns-Amerika maar ook in andere continenten voor miljoenen landlozen en berooft hen van werk en inkomen. Meestal wordt de grond gebruikt voor exportgewassen die op de wereldmarkt belanden. Bewegingen van landlozen ijveren voor de verdeling van de grond om armoede en ongelijkheid te bestrijden. De meest bekende landlozenbeweging is MST uit Brazilië.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Grootgrondbezit zorgt vooral in Latijns-Amerika maar ook in andere continenten voor miljoenen landlozen en berooft hen van werk en inkomen. Meestal wordt de grond gebruikt voor exportgewassen die op de wereldmarkt belanden. Bewegingen van landlozen ijveren voor de verdeling van de grond om armoede en ongelijkheid te bestrijden. De meest bekende landlozenbeweging is MST uit Brazilië.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Vele generaties lang steunt onze levensstandaard vooral op wat we zelf voortbrengen, meestal als landbouwer, en op wat de lokale economie aan extra welvaart te bieden heeft. De inbreng van de verdere buitenwereld was gering tot verwaarloosbaar. Globalisering brengt ons talrijke producten uit de hele wereld en leidt doorgaans tot een hogere levensstandaard. Maar die opdringerige wereldeconomie doet ook lokale economieën kapseizen en bedreigt zo de levensstandaard van vele mensen die hun inkomen en werk zien verdwijnen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Vele generaties lang steunt onze levensstandaard vooral op wat we zelf voortbrengen, meestal als landbouwer, en op wat de lokale economie aan extra welvaart te bieden heeft. De inbreng van de verdere buitenwereld was gering tot verwaarloosbaar. Globalisering brengt ons talrijke producten uit de hele wereld en leidt doorgaans tot een hogere levensstandaard. Maar die opdringerige wereldeconomie doet ook lokale economieën kapseizen en bedreigt zo de levensstandaard van vele mensen die hun inkomen en werk zien verdwijnen.
Vele generaties lang steunt onze levensstandaard vooral op wat we zelf voortbrengen, meestal als landbouwer, en op wat de lokale economie aan extra welvaart te bieden heeft. De inbreng van de verdere buitenwereld was gering tot verwaarloosbaar. Globalisering brengt ons talrijke producten uit de hele wereld en leidt doorgaans tot een hogere levensstandaard. Maar die opdringerige wereldeconomie doet ook lokale economieën kapseizen en bedreigt zo de levensstandaard van vele mensen die hun inkomen en werk zien verdwijnen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
De Aarde, ons huis, staat in brand. De feiten onder ogen zien heeft niets met pessimisme te maken: de mens verwarmt de Aarde op nooit geziene wijze, zorgt voor riskante klimaatwijzigingen, laat planten en dieren minstens honderd maal sneller uitsterven dan normaal, put de natuurlijke hulpbronnen uit en vergeet dat onze economie deel uitmaakt van het ecosysteem Aarde. De globalisering van de huidige economie veroorzaakt in grote mate die ecologische ravages. Maar wanneer we ons natuurlijk kapitaal opsouperen en de ecologische productie of biocapaciteit vermindert – van water, voedsel, energie, allerlei grondstoffen – beleven we uiteindelijk een onvermijdelijke terugval in economische productie, van onze welvaart dus. Het is veel slimmer om ons grootste kapitaal, de Aarde, te bewaren; en nog slimmer is om dat kapitaal opnieuw te laten aangroeien.
Hoeveel heb je nodig van de Aarde om al hetgeen je verbruikt, te produceren? Dat is wat jouw ecologische voetafdruk vertelt. Ook voor een stad, een land of de volledige wereld is het mogelijk de voetafdruk te meten op basis van wat ze consumeren aan energie, voedsel, water enzovoort. In cijfers voor het jaar 2010: iedere mens beschikt over ongeveer 1,7 hectare. Dat is het evenwicht waarbij het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van de Aarde niet sneller verloopt dan ze zich kunnen herstellen. Het wordt ook wel Eerlijke Aarde-aandeel genoemd.
In een wereld vol noden is vanzelfsprekend veel welvaart nodig. Eigenlijk fungeert de economie vooral als een grote draaischijf tussen onze economische mogelijkheden aan de ene kant en onze behoeften en ambities aan de andere kant. Om die behoeften en ambities te stillen is de economie en de economische productie hard nodig.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
wie de vrije markt en niets dan de markt wil laten spelen, ziet graag zoveel mogelijk regels afgeschaft. Dereguleren hangt dus nauw samen met liberaliseren, normen en wetten zouden enkel maar hinderlijk zijn voor de vrije markt. Niemand kan beweren dat een wettendiarree zoals b.v. in België het samenleven beter maakt, al is het maar omdat vele wetten dode letter blijven. Al even dwaas is om niet de voordelen van een goede marktwerking te plukken. Maar meest dwaas is de ambitie om regelgeving en overheden volledig uit het economische leven te bannen, want dat maakt één regel dominant, dan telt enkel nog het recht van de sterkste en de rijkste. Als het om onze welstand draait, om wat we in het leven nodig hebben en belangrijk vinden, zijn het wetten die de rechten van de zwakkeren beschermen, of het nu gaat om werknemers, kleine ondernemers of zelfstandigen, consumenten, het milieu, inheemse volkeren, ja zelfs aandeelhouders.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Lichte wapens zijn de pest van deze tijd. Er zijn ongeveer 640 miljoen kleine of lichte wapens in omloop op onze wereld, heel dikwijls via illegale wapenhandel. Elk jaar spuwen de wapenfabrieken nog acht miljoen nieuwe uit. Die kleine wapens zijn verantwoordelijk voor wel 90 % van de slachtoffers bij gewapende conflicten.
Lichte wapens zijn de pest van deze tijd. Er zijn ongeveer 640 miljoen kleine of lichte wapens in omloop op onze wereld, heel dikwijls via illegale wapenhandel. Elk jaar spuwen de wapenfabrieken nog acht miljoen nieuwe uit. Die kleine wapens zijn verantwoordelijk voor wel 90 % van de slachtoffers bij gewapende conflicten.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Europa moet tegen 2010 de meest competitieve economie ter wereld hebben. Dat hebben de Europese leiders in 2000 in Lissabon beslist. Het is geen geheim wat de bedoeling is van deze strategie, namelijk de winst en de concurrentiekracht van de bedrijven veilig te stellen.Maar wat zit erin voor de werknemers? De Europese Commissie is ervan overtuigd dat de huidige arbeidsmarkt en het arbeidsrecht niet soepel genoeg zijn om het doel te bereiken. Hun Lissabonstrategie raakt zo vertaald in een politiek van langer en flexibeler werken en van afbraak van sociale rechten en publieke dienstverlening. Dat programma van flexicurity maakt dus deel uit van de bredere strategie om Europa ‘naar de top van de wereldeconomie te leiden’. Daar is op zich weinig mis mee. Alleen, de uitvoering dreigt goed te zijn voor werkgevers maar een pak minder prettig voor de werknemers in Europa. De kapitaalkrachtigen, aandeelhouders en werkgevers zullen hier de vruchten van plukken. Voor de werknemers betekent het vooral of zelfs alleen maar achteruitgang.Intussen is duidelijk dat Europa de Lissabondoelstellingen niet haalt en wordt steeds onduidelijker waar Europa echt naartoe wil. Vooral het afstemmen van de economische, de sociale en de ecologische ambities verloopt moeilijk. Wel is zonneklaar dat de economische doelstellingen altijd minstens een streepje voor hebben.
in België is uitzendarbeid in 2007 goed voor een kleine 100.000 voltijdse jobs, dubbel zoveel als 10 jaar ervoor. Bedrijven gebruiken uitzendarbeid steeds meer als selectiekanaal voor aanwervingen. Pas afgestudeerden schuimen de uitzendkantoren af, op zoek naar eerste werkervaringen. Studenten vinden er kleine jobs, die ze met hun studie kunnen combineren.Dat het tijdelijke en flexibele jobs zijn, daar maken ze zich in het begin geen al te grote zorgen over. Verschillende soorten werkervaring, dat staat goed op je curriculum vitae wanneer je solliciteert voor een ‘echte’ job. Problematisch wordt het wanneer die vaste job lang op zich laat wachten en je blijft laveren tussen werkloosheid, opleidingen en interims. Veel jongeren belanden uiteindelijk in deze onzekere en onvrijwillige situatie.Als de Europese Commissie haar zin krijgt zal dat in de toekomst niet enkel het lot zijn van de jongeren die net beginnen werken. De hele Europese arbeidsmarkt moet gaan functioneren als één groot uitzendkantoor. Dat staat in het Groenboek van de Europese Commissie over de modernisering van het arbeidsrecht. Een soepele, mobiele arbeidsmarkt, niet gehinderd door al te beschermend arbeidsrecht, moet de concurrentiekracht van de Europese bedrijven versterken.Volgens de Europese Commissie heeft Europa die flexicurity – een flexibele arbeidsmarkt gekoppeld aan een minimale sociale bescherming - nodig om concurrerend te zijn in de geglobaliseerde economie. Zulke arbeidsmarkt vereist twee zaken. Eerst en vooral moeten de werknemers soepel en inzetbaar zijn, levenslang leren en niet te moeilijk doen over loon en arbeidstijden. Ten tweede moet het arbeidsrecht worden aangepast aan de flexibiliteitswensen van de bedrijven. Vooral het ontslagrecht moet worden versoepeld.En de werknemers? Die zullen moeten wennen aan het idee dat ze, in de loop van hun carrière, veelvuldig van job zullen veranderen. In de overgang van één job naar een andere of van opleiding naar werk zullen ze kunnen genieten van een minimale sociale zekerheid. Werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd en op het ontslagrecht wordt beknibbeld.Voor België komen vooral de opzegtermijnen en opzegvergoedingen in het vizier. In Nederland protesteren de vakbonden heel sterk tegen het flitsontslag.Flexicurity geeft het begrip werkzekerheid een volledig andere betekenis. Het betekent niet langer de zekerheid je werk te behouden, maar wel de belofte snel ander werk te zullen vinden wanneer je wordt ontslagen. zie ook flexibiliteit, Lissabonstrategie
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
organisaties en werksystemen hebben de neiging om te bureaucratiseren. Het is dus belangrijk om ze lenig of flexibel te houden. Mondialisering dwingt vooral bedrijven tot flexibiliteit. Ze moeten zich aanpassen aan snel wijzigende economische omstandigheden met nieuwe of betere producten of diensten, andere manieren van produceren, een betere arbeidsorganisatie. Al te dikwijls wordt flexibiliteit enkel op de werknemers verhaald terwijl ze toch van twee kanten moet komen en toekomstgerichte investeringen minstens even belangrijk zijn, zoals verstandige werkgevers heel goed beseffen.Helemaal onvriendelijk voor werknemers is wanneer flexibiliteit hun totale beschikbaarheid en opeisbaarheid wil zonder dat daar iets tegenover staat, zelfs amper fatsoenlijke lonen of voltijdse banen. Het is op veel plekken in de wereld een groeiende realiteit in vooral dienstenbedrijven, de zogenaamde hamburgerjobs, en nog meer in de grijze of zwarte economie. zie ook flexicurity, Lissabonstrategie
in België is uitzendarbeid in 2007 goed voor een kleine 100.000 voltijdse jobs, dubbel zoveel als 10 jaar ervoor. Bedrijven gebruiken uitzendarbeid steeds meer als selectiekanaal voor aanwervingen. Pas afgestudeerden schuimen de uitzendkantoren af, op zoek naar eerste werkervaringen. Studenten vinden er kleine jobs, die ze met hun studie kunnen combineren.Dat het tijdelijke en flexibele jobs zijn, daar maken ze zich in het begin geen al te grote zorgen over. Verschillende soorten werkervaring, dat staat goed op je curriculum vitae wanneer je solliciteert voor een ‘echte’ job. Problematisch wordt het wanneer die vaste job lang op zich laat wachten en je blijft laveren tussen werkloosheid, opleidingen en interims. Veel jongeren belanden uiteindelijk in deze onzekere en onvrijwillige situatie.Als de Europese Commissie haar zin krijgt zal dat in de toekomst niet enkel het lot zijn van de jongeren die net beginnen werken. De hele Europese arbeidsmarkt moet gaan functioneren als één groot uitzendkantoor. Dat staat in het Groenboek van de Europese Commissie over de modernisering van het arbeidsrecht. Een soepele, mobiele arbeidsmarkt, niet gehinderd door al te beschermend arbeidsrecht, moet de concurrentiekracht van de Europese bedrijven versterken.Volgens de Europese Commissie heeft Europa die flexicurity – een flexibele arbeidsmarkt gekoppeld aan een minimale sociale bescherming - nodig om concurrerend te zijn in de geglobaliseerde economie. Zulke arbeidsmarkt vereist twee zaken. Eerst en vooral moeten de werknemers soepel en inzetbaar zijn, levenslang leren en niet te moeilijk doen over loon en arbeidstijden. Ten tweede moet het arbeidsrecht worden aangepast aan de flexibiliteitswensen van de bedrijven. Vooral het ontslagrecht moet worden versoepeld.En de werknemers? Die zullen moeten wennen aan het idee dat ze, in de loop van hun carrière, veelvuldig van job zullen veranderen. In de overgang van één job naar een andere of van opleiding naar werk zullen ze kunnen genieten van een minimale sociale zekerheid. Werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd en op het ontslagrecht wordt beknibbeld.Voor België komen vooral de opzegtermijnen en opzegvergoedingen in het vizier. In Nederland protesteren de vakbonden heel sterk tegen het flitsontslag.Flexicurity geeft het begrip werkzekerheid een volledig andere betekenis. Het betekent niet langer de zekerheid je werk te behouden, maar wel de belofte snel ander werk te zullen vinden wanneer je wordt ontslagen. zie ook flexibiliteit, Lissabonstrategie
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
zie maatschappelijk verantwoord ondernemen
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Herinner je de golf van protest wanneer Shell eind vorige eeuw het olieplatform Brent Spar in zee wil dumpen, of de brede onvrede over mensonwaardige arbeidsomstandigheden bij onderaannemers van de grote sportmerken. Sindsdien is er in het bedrijfsleven en daarbuiten een stroming gegroeid die ijvert voor maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen.
Als internationale handel draait om de uitwisseling van goederen of diensten die op een ecologisch duurzame wijze tot stand komen, in sociaal verantwoorde omstandigheden en waarbij de producent een prijs gegarandeerd krijgt waar fatsoenlijk van te leven valt (die een leefbaar inkomen oplevert), dan spreekt men van eerlijke handel of fair trade. Die steunt dus zowel op een ecologische, een sociale als een economische pijler.
Onder druk van de buitenwereld die meer transparantie wil van bedrijven over hun milieu beleid en hun sociaal beleid groeit er in de economische wereld sinds eind vorige eeuw een beweging die pleit om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven. Bedrijven moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aarde. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven nagaan wat hun resultaten zijn.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Herinner je de golf van protest wanneer Shell eind vorige eeuw het olieplatform Brent Spar in zee wil dumpen, of de brede onvrede over mensonwaardige arbeidsomstandigheden bij onderaannemers van de grote sportmerken. Sindsdien is er in het bedrijfsleven en daarbuiten een stroming gegroeid die ijvert voor maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Onder druk van de buitenwereld die meer transparantie wil van bedrijven over hun milieu beleid en hun sociaal beleid groeit er in de economische wereld sinds eind vorige eeuw een beweging die pleit om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven. Bedrijven moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aarde. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven nagaan wat hun resultaten zijn.
In de economische wereld leeft al een tijdje een beweging die pleit om de ééndimensionale benadering van het ondernemen uit te breiden. Ze pleit ervoor om niet enkel aandacht te besteden aan de winstcapaciteit van de bedrijven. Bedrijven moeten ook de sociale en de ecologische balans van hun activiteiten in rekening brengen. In het Engels spreekt men van de drie P's, profit, people en planet, wat in onze taal misschien best vertaald kan worden met winst, mensen en Aarde. Op elk van die drie terreinen moeten bedrijven nagaan wat hun resultaten zijn.
Mondiale overeenkomst tussen een multinationaal bedrijf en de internationale vakbond. Daarmee willen de vakbonden de sociale rechten van werknemers afdwingen overal waar een internationale groep actief is in de wereld. Het is niet meer dan logisch dat, wanneer een nationale economie vraagt om nationale akkoorden, een mondiale economie mondiale akkoorden nodig heeft.Concreet beogen zulke akkoorden minimale arbeidsomstandigheden in te voeren of ze te verbeteren zowel in de eigen bedrijfsafdelingen van een multinational als bij de onderaannemers; ze willen respect voor de sociale normen van de Internationale Arbeidsorganisatie; ze betrachten rechtvaardige lonen- en arbeidsvoorwaarden, veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden en ze willen de rol van de vakbond in de multinational versterken.Om die doelstellingen te bereiken, verwijzen alle internationale kaderovereenkomsten naar de fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie en hebben ze altijd betrekking op alle ondernemingen van de betrokken multinational wereldwijd. Ze zullen er ook sterk op hameren dat de multinational haar onderaannemers zal wijzen op het belang van het naleven van de fundamentele arbeidsnormen en dat niet-naleving kan leiden tot een sanctie, namelijk het verbreken van het toeleveringscontract.De jongste jaren hebben vakbonden internationale kaderovereenkomsten gesloten met bedrijven als Accor, Carrefour, Danone en France Telecom uit Frankrijk, H&M, Ikea en Securitas uit Zweden, Metro en Volkswagen uit Duitsland, Statoil uit Noorwegen, Endesa en Telefonica uit Spanje en Umicore uit België. Opvallend is dat er slechts weinig bedrijven bij zijn die hun hoofdkwartier niet in Europa hebben. Uit Canada is er Quebecor, uit Zuid-Afrika Nampak en uit Australië NAG, niet meteen de meest bekende bedrijven.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Ga naar volledige verklaring
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Methaan heeft een veel kortere levensduur dan CO2 maar is een uiterst krachtig broeikasgas.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Methaan heeft een veel kortere levensduur dan CO2 maar is een uiterst krachtig broeikasgas.
Methaan heeft een veel kortere levensduur dan CO2 maar is een uiterst krachtig broeikasgas.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
De Global Methane Pledge dateert van 2021. De deelnemende landen zeggen pas dan toe om tegen 2030 de uitstoot van het uiterst krachtige broeikasgas methaan met minstens dertig procent te verminderen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
De meeste mensen die een inkomen willen vergaren, hebben geen werkgever of arbeidscontract. Erger nog, als arme zelfstandige landbouwster, handelaarster, bakker, werkloze of wat dan ook raken ze maar zelden aan voldoende middelen om te kunnen investeren in een lonende activiteit. Gewone commerciële banken hebben weinig of geen belangstelling voor de 3 miljard armen. Heel jammer want dikwijls is er maar weinig geld nodig om hun opbrengsten te verhogen, hun zaak beter te laten draaien en hen dus een beter leven te bezorgen.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Grootgrondbezit zorgt vooral in Latijns-Amerika maar ook in andere continenten voor miljoenen landlozen en berooft hen van werk en inkomen. Meestal wordt de grond gebruikt voor exportgewassen die op de wereldmarkt belanden. Bewegingen van landlozen ijveren voor de verdeling van de grond om armoede en ongelijkheid te bestrijden. De meest bekende landlozenbeweging is MST uit Brazilië.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
veruit het meest bevolkte continent op onze Aarde en vaak het werelddeel van de toekomst genoemd waarheen snel het zwaartepunt verschuift, vooreerst het economische.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
zijn we met te veel? In 2015 telt de wereld 7,350 miljard mensen. In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar omstreeks 2050 zullen we in de medium schatting meest waarschijnlijk met zowat 9,73 miljard zijn. Ongeveer zoals vandaag zouden 1,29 miljard mensen in de nu rijke, vooral industriële landen leven, daar komt vergrijzing van. De nu veel armere landen zien hun bevolking aangroeien van goed 6,18 tot wel 8,44 miljard, met volgens sommigen dreigende overbevolking. Tegen 2100 zou de groei stevig terugvallen met een wereldbevolking van dan waarschijnlijk 11,21 miljard.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Verontreiniging of vervuiling zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemverontreiniging.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
Aantasting slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteit schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aarde zal overhouden.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
Aantasting slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteit schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aarde zal overhouden.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Ga naar volledige verklaring
Vele generaties lang steunt onze levensstandaard vooral op wat we zelf voortbrengen, meestal als landbouwer, en op wat de lokale economie aan extra welvaart te bieden heeft. De inbreng van de verdere buitenwereld was gering tot verwaarloosbaar. Globalisering brengt ons talrijke producten uit de hele wereld en leidt doorgaans tot een hogere levensstandaard. Maar die opdringerige wereldeconomie doet ook lokale economieën kapseizen en bedreigt zo de levensstandaard van vele mensen die hun inkomen en werk zien verdwijnen.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn de opvolger van de millennium (ontwikkelings)doelstellingen. Ze maken de kern uit van een actieplan met als titel Onze wereld transformeren: agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling dat officieel wordt gelanceerd door staatshoofden, regeringsleiders of hun afgevaardigden op de VN-top van 25-27 september 2015 in New York.
Er is de algemene kritiek dat de millenniumdoelstellingen een achteruitgang betekenen in ambities ten opzichte van wat we zijn overeengekomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en dat ze geen aandacht opbrengen voor de structurele oorzaken achter de mondiale problemen.Meer specifiek maar heel opvallend is dat arbeid bij de opstelling van de Millenniumdoelstellingen in 2000 amper aan bod kwam. Degelijk betaald werk, zo cruciaal om die doelen te halen, was zoveel als vergeten. Daar is toen vanuit syndicale organisaties, NGO’s en VN-instellingen veel kritiek op gekomen. In september 2005 hield de Verenigde Naties een opvolgingstop rond de Millenniumdoelstellingen. Na veel druk kwam er ook een paragraaf over menswaardig werk en werd het thema op de agenda geplaatst van de Economische en Sociale Raad (ECOSOC) van de Verenigde Naties. Alle aanwezige ministers namen daar een verklaring rond menswaardig werk aan. De commissie voor sociale ontwikkeling van ECOSOC heeft in 2007-2008 ‘volledige tewerkstelling en menswaardig werk’ als centraal werkthema
Ga naar volledige verklaring
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Om van waardig werk te kunnen spreken, moet het gaan om het uitoefenen van werk waarvoor men vrij kiest en dat een inkomen oplevert dat de behoeften van zichzelf en van het gezin dekt.Menswaardig werk respecteert tevens de arbeidsrechten van mensen. Hiertoe behoren fundamentele werknemersrechten zoals het recht op organisatie, op collectieve arbeidsonderhandelingen én op gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Vaak gebruikt m.b.t. klimaatverandering, met als betekenis: zich aanpassen aan de klimaatverandering met acties die de gevolgen ervan opvangen
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
organisaties en werksystemen hebben de neiging om te bureaucratiseren. Het is dus belangrijk om ze lenig of flexibel te houden. Mondialisering dwingt vooral bedrijven tot flexibiliteit. Ze moeten zich aanpassen aan snel wijzigende economische omstandigheden met nieuwe of betere producten of diensten, andere manieren van produceren, een betere arbeidsorganisatie. Al te dikwijls wordt flexibiliteit enkel op de werknemers verhaald terwijl ze toch van twee kanten moet komen en toekomstgerichte investeringen minstens even belangrijk zijn, zoals verstandige werkgevers heel goed beseffen.Helemaal onvriendelijk voor werknemers is wanneer flexibiliteit hun totale beschikbaarheid en opeisbaarheid wil zonder dat daar iets tegenover staat, zelfs amper fatsoenlijke lonen of voltijdse banen. Het is op veel plekken in de wereld een groeiende realiteit in vooral dienstenbedrijven, de zogenaamde hamburgerjobs, en nog meer in de grijze of zwarte economie. zie ook flexicurity, Lissabonstrategie
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economie volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijven die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemers snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemers meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.
Al te dikwijls loopt het economische ver voor op het sociale. Ook al zijn we terecht fier op onze sociaal gecorrigeerde vrije markteconomie, toch is dat ook zo bij de Europese integratie. Vanaf de jaren vijftig internationaliseert de economie volop in de West-Europese ruimte. We krijgen meer en meer grote bedrijven die zich Europees ontplooien en het vroegere nationale kader ontgroeien. Zo raakt het nationale recht op informatie en raadpleging van werknemers snel achterhaald. In de jaren zeventig gaan er stemmen op om de werknemers meer zeggingschap te garanderen in Europees gestructureerde ondernemingen, om dus ook te werken aan sociale internationalisering. Het kost enorm veel tijd vooraleer er regelgeving komt. De Europese besluitvaardigheid botst op de vereiste unanimiteit omdat zeker Groot-Brittannië niet wil weten van sociale regels.
Mondiale overeenkomst tussen een multinationaal bedrijf en de internationale vakbond. Daarmee willen de vakbonden de sociale rechten van werknemers afdwingen overal waar een internationale groep actief is in de wereld. Het is niet meer dan logisch dat, wanneer een nationale economie vraagt om nationale akkoorden, een mondiale economie mondiale akkoorden nodig heeft.Concreet beogen zulke akkoorden minimale arbeidsomstandigheden in te voeren of ze te verbeteren zowel in de eigen bedrijfsafdelingen van een multinational als bij de onderaannemers; ze willen respect voor de sociale normen van de Internationale Arbeidsorganisatie; ze betrachten rechtvaardige lonen- en arbeidsvoorwaarden, veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden en ze willen de rol van de vakbond in de multinational versterken.Om die doelstellingen te bereiken, verwijzen alle internationale kaderovereenkomsten naar de fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie en hebben ze altijd betrekking op alle ondernemingen van de betrokken multinational wereldwijd. Ze zullen er ook sterk op hameren dat de multinational haar onderaannemers zal wijzen op het belang van het naleven van de fundamentele arbeidsnormen en dat niet-naleving kan leiden tot een sanctie, namelijk het verbreken van het toeleveringscontract.De jongste jaren hebben vakbonden internationale kaderovereenkomsten gesloten met bedrijven als Accor, Carrefour, Danone en France Telecom uit Frankrijk, H&M, Ikea en Securitas uit Zweden, Metro en Volkswagen uit Duitsland, Statoil uit Noorwegen, Endesa en Telefonica uit Spanje en Umicore uit België. Opvallend is dat er slechts weinig bedrijven bij zijn die hun hoofdkwartier niet in Europa hebben. Uit Canada is er Quebecor, uit Zuid-Afrika Nampak en uit Australië NAG, niet meteen de meest bekende bedrijven.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
België telt bijna 25.000 coöperaties. De wetgeving is echter zo ruim dat vele daarvan niet volgens de coöperatieve principes werken. De in 1955 opgerichte Nationale Raad voor de Coöperatie (NRC) heeft als doel de coöperatieve idee te verspreiden en in stand te houden.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het Klimaatakkoord van Parijs bepaalt dat alle landen verplicht zijn tot het maken van klimaatplannen om de opwarming van de Aarde te beperken tot maximaal 2°C en liefst niet meer dan 1,5°C. Dat zijn de zogenaamde nationally determined contributions.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
In 2015 bevat het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak van maximaal 2°C opwarming, het streefdoel van maximaal 1,5°C en de ambitie om snel het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Pas in 2015 legt het Klimaatakkoord van Parijs de afspraak vast dat de Aarde maximaal 2°C mag opwarmen in vergelijking met het pre-industriële niveau.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het fenomeen dat bij zwaar uit hun evenwicht gebrachte systemen het zo vertrouwde eenvoudige en evenredige verband tussen oorzaak en gevolg niet langer blijkt te spelen.
Bij het overschrijden van zogenaamde drempelwaarden zijn systemen – denk bv. aan het klimaatsysteem - zo hard bedreigd dat ze op een kantelpunt terechtkomen en er plotse niet-lineaire veranderingen optreden.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatverandering, de zeespiegel zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economie zullen moeten heropbouwen.Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappen van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegel na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.Meer over de stijging van de zeespiegel in deze Pala artikels:
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Het fenomeen dat bij zwaar uit hun evenwicht gebrachte systemen het zo vertrouwde eenvoudige en evenredige verband tussen oorzaak en gevolg niet langer blijkt te spelen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
De grootste ijskappen op Aarde zijn die van Antarctica en van Groenland.Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.
Bij het overschrijden van zogenaamde drempelwaarden zijn systemen – denk bv. aan het klimaatsysteem - zo hard bedreigd dat ze op een kantelpunt terechtkomen en er plotse niet-lineaire veranderingen optreden.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatverandering, de zeespiegel zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economie zullen moeten heropbouwen.Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappen van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegel na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.Meer over de stijging van de zeespiegel in deze Pala artikels:
Voor welvarende landen betekent de transitie dat de milieu-impact van hun economie in 2050 met een factor 10 moet zijn teruggedrongen.Dat wil zeggen dat we in Nederland of België een vergelijkbare welvaart en vergelijkbaar welzijn zullen creëren met tienmaal minder materiaaldoorstroming, negentig procent minder gebruik van materialen dus. Ook zal er tegen dan tienmaal minder uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen zijn.
De doorstroom van alle materialen en energievormen voor onze welvaartsmachinerie moet vóór 2050 binnen een ecologisch duurzame schaal blijven. Voor rijke landen dringt zich een dematerialisatie op met factor 10: grondstoffenverbruik én broeikasgasuitstoot moeten tienmaal kleiner.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons of gemeengoed om alles wat mensen delen.Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
zie onder ontwikkeling
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Het bruto nationaal product of bnp telt gewoon op wat er zoal aan goederen en diensten is voortgebracht in een land. Maar wat het resultaat daarvan is, daar vertelt de meetlat niets over.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
zie onder ontwikkeling
zie onder ontwikkeling
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
zie onder ontwikkeling
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Het basisinkomen is een inkomen dat iedereen individueel krijgt, van de geboorte tot de dood, onvoorwaardelijk.Waarom? Omdat alle mensen recht op waardig leven hebben. Dat is in mondiaal perspectief wellicht het belangrijkste pro-argument.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
In 1987 verschijnt Our Common Future, een rapport van de Commissie Milieu en Ontwikkeling van de Verenigde Naties. Het introduceert voor de hele wereld het concept van duurzaamheid met een vrijwel perfecte definitie. Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
In 1987 verschijnt Our Common Future, een rapport van de Commissie Milieu en Ontwikkeling van de Verenigde Naties. Het introduceert voor de hele wereld het concept van duurzaamheid met een vrijwel perfecte definitie. Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Outsourcing komt sterk op in de mondiale economie van de 21ste eeuw. In 2000 was deze activiteit 45 miljard dollar waard. Twaalf jaar later gaat er in 2012 maar liefst 99 miljard dollar om in de wereld van de outsourcing.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Outsourcing komt sterk op in de mondiale economie van de 21ste eeuw. In 2000 was deze activiteit 45 miljard dollar waard. Twaalf jaar later gaat er in 2012 maar liefst 99 miljard dollar om in de wereld van de outsourcing.
Outsourcing komt sterk op in de mondiale economie van de 21ste eeuw. In 2000 was deze activiteit 45 miljard dollar waard. Twaalf jaar later gaat er in 2012 maar liefst 99 miljard dollar om in de wereld van de outsourcing.
Outsourcing komt sterk op in de mondiale economie van de 21ste eeuw. In 2000 was deze activiteit 45 miljard dollar waard. Twaalf jaar later gaat er in 2012 maar liefst 99 miljard dollar om in de wereld van de outsourcing.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Outsourcing komt sterk op in de mondiale economie van de 21ste eeuw. In 2000 was deze activiteit 45 miljard dollar waard. Twaalf jaar later gaat er in 2012 maar liefst 99 miljard dollar om in de wereld van de outsourcing.
Daar is het oude insourcing terug, vele bedrijven en organisaties betrouwen opnieuw meer op de eigen werknemers om hun resultaten te verbeteren, om te innoveren en om simpelweg opnieuw zelf te weten waarmee ze bezig zijn. In 2013 laat de sector van de outsourcing een flinke terugval zien tot 83 miljard dollar, dat is een daling van meer dan 16 procent.
Daar is het oude insourcing terug, vele bedrijven en organisaties betrouwen opnieuw meer op de eigen werknemers om hun resultaten te verbeteren, om te innoveren en om simpelweg opnieuw zelf te weten waarmee ze bezig zijn. In 2013 laat de sector van de outsourcing een flinke terugval zien tot 83 miljard dollar, dat is een daling van meer dan 16 procent.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De Pala nieuwjaarsbrief biedt een ietwat eigenzinnig jaaroverzicht dat focust op wat sociaal, ecologisch en democratisch meest van belang is in de wereld. Dit uitgebreide jaarrapport is ingebed in de langere termijn van mondiale crises die zich steeds sneller ontvouwen en duurzame antwoorden die moeizaam tot stand komen. De samenstelling gebeurt o.a. aan de hand van Pala artikels, meteen de meest zinvolle evaluatie van ons werk. Vind het overzicht van deze sinds 2020 verschenen nieuwjaarsbrieven, telkens met de bijbehorende link.
Wie iets uitvindt, kan daar een patent of octrooi voor krijgen, meestal voor zowat twintig jaar. In die periode heeft alleen de uitvinder het recht om de vruchten te plukken van die uitvinding, als een vergoeding voor de geleverde inspanningen.Dat lijkt fair maar die periode is zo lang dat er dikwijls superwinsten kunnen worden gemaakt, vele malen meer dan de investeringskost. Farmaceutische bedrijven en ook heel wat softwarebedrijven behoren niet toevallig tot de meest winstgevende.Die winsthonger kan vele mensenlevens kosten, denk bijvoorbeeld aan de weigering van bedrijven om de prijzen voor hun aidsmedicijnen in vele ontwikkelingslanden te laten zakken.De gecreëerde monopolies riskeren ook vernieuwingen in de samenleving te blokkeren. Zeker in het geval van computerprogramma’s vormen zogenaamde sotwarepatenten een rem op innovatie en zijn deze nadelen veel duidelijker dan de voordelen. Vandaar de opkomst van de beweging voor opensource software.Daarmee belanden we bij nog een andere kritiek: er kan gewoonweg veel te veel gepatenteerd worden. Nu zijn zelfs patenten mogelijk op het leven zelf, op stukjes plant, dier of mens. Biotechnologische en farmaceutische bedrijven hebben de jacht geopend op genen of stukken van genen waarvan ze denken dat ze die nuttig kunnen gebruiken, en waarmee ze dus geld hopen te verdienen. Bekend is het verhaal van Myriad Genetics dat in 2001 het octrooi verwerft op een borstkankergen. Volgens het bedrijf mogen de borstkankertests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen tien keer meer betalen. Zo bedreigen stijgende kosten onze gezondheidszorg en de solidariteit waarop zij steunt; ze halen het principe onderuit dat iedereen recht heeft op de beste gezondheidszorg.Vandaar de fundamentele vraag: kan de genetische rijkdom van planten, dieren en menselijk leven wel geprivatiseerd worden – want daar draait het om bij dit soort patenten - of is dit alles gemeenschappelijk eigendom van de mensheid? Tot waar reikt het privé belang, en waar begint het algemeen belang? Die discussie is hard nodig.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Basmati rijst is lekker, geurig en voedzaam. Dat is zo omdat tientallen generaties van Indiase landbouwers die rijstsoort hebben verbeterd en veredeld tot wat die nu is. Maar nooit is een landbouwer op het idee gekomen: ik heb die plant verbeterd en nu is ze van mij. Altijd is deze rijst het gezamenlijke bezit van de Indiase boeren en boerinnen gebleven, het was hun collectieve erfgoed, zelfs dat van de hele wereld. In 2001 verkreeg een Amerikaans bedrijf het patent op enkele varianten van Basmati rijst, tot ontzetting van vele Indiërs. Zij verzetten zich tegen wat zij ervaren als het wegkapen of inpikken van hun gewassen. En zij vrezen voor hun inkomen doordat ze minder zullen kunnen verkopen in het buitenland. Mogen stukjes plant, dier of mens, levend materiaal dus, privé-eigendom worden via patenten? De biotechnologiebedrijven zijn voor want die biodiversiteit vormt hun economische en commerciële basis. Vele boerenbewegingen, milieubewegingen en wetenschappers zijn tegen het verhandelen van genen en monopoliseren van gewassen, o.a. omdat het kleine boeren en inheemse volkeren zwaar benadeelt. De Indiase wetenschapster en activiste Vandana Shiva is één van de bekendste tegenstandsters.
Vormt samen met liberalisering en deregulering het trio-tje dogma’s van het neoliberalisme. Heel weinig mensen kanten zich tegen privé-bezit. Het eigendomsrecht behoort gelukkig tot onze universele mensenrechten.De belangrijke vraag is echter tot waar privé-bezit zich allemaal kan uitstrekken.Is het normaal dat mensen zich héél alleen eigenaar kunnen noemen van een oppervlakte grond ter grootte van een halve provincie wanneer miljoenen landlozen hun recht op grond en dus op inkomen en overleven door de neus geboord zien?Aanvaarden we dat collectieve voorzieningen zoals watervoorziening of publiek transport of de informatiesnelweg geprivatiseerd worden?Zijn we het ermee eens dat we geen publieke banken meer nodig hebben?Is het te verantwoorden dat het algemeen belang inzake bv. gezondheidszorg ondermijnd kan geraken omdat een privé-bedrijf eigenaar kan zijn van een kanker- of ander gen? Want dat is nieuw in deze tijden van neoliberale globalisering, dat er blijkbaar nooit genoeg geprivatiseerd kan worden, dat steeds meer goederen en diensten in privé handen terechtkomen, tot water toe, tot zelfs de privé eigendom van stukjes plant, dier of menselijk leven.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Vanop Pala.be kan u artikels makkelijk verder verspreiden via sociale media en mail. U vindt de buttons onder elk artikel.Toch blijft de Pala website voor bezoekers even privacyvriendelijk als tevoren.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
wie de vrije markt en niets dan de markt wil laten spelen, ziet graag zoveel mogelijk regels afgeschaft. Dereguleren hangt dus nauw samen met liberaliseren, normen en wetten zouden enkel maar hinderlijk zijn voor de vrije markt. Niemand kan beweren dat een wettendiarree zoals b.v. in België het samenleven beter maakt, al is het maar omdat vele wetten dode letter blijven. Al even dwaas is om niet de voordelen van een goede marktwerking te plukken. Maar meest dwaas is de ambitie om regelgeving en overheden volledig uit het economische leven te bannen, want dat maakt één regel dominant, dan telt enkel nog het recht van de sterkste en de rijkste. Als het om onze welstand draait, om wat we in het leven nodig hebben en belangrijk vinden, zijn het wetten die de rechten van de zwakkeren beschermen, of het nu gaat om werknemers, kleine ondernemers of zelfstandigen, consumenten, het milieu, inheemse volkeren, ja zelfs aandeelhouders.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Grootgrondbezit zorgt vooral in Latijns-Amerika maar ook in andere continenten voor miljoenen landlozen en berooft hen van werk en inkomen. Meestal wordt de grond gebruikt voor exportgewassen die op de wereldmarkt belanden. Bewegingen van landlozen ijveren voor de verdeling van de grond om armoede en ongelijkheid te bestrijden. De meest bekende landlozenbeweging is MST uit Brazilië.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Basmati rijst is lekker, geurig en voedzaam. Dat is zo omdat tientallen generaties van Indiase landbouwers die rijstsoort hebben verbeterd en veredeld tot wat die nu is. Maar nooit is een landbouwer op het idee gekomen: ik heb die plant verbeterd en nu is ze van mij. Altijd is deze rijst het gezamenlijke bezit van de Indiase boeren en boerinnen gebleven, het was hun collectieve erfgoed, zelfs dat van de hele wereld. In 2001 verkreeg een Amerikaans bedrijf het patent op enkele varianten van Basmati rijst, tot ontzetting van vele Indiërs. Zij verzetten zich tegen wat zij ervaren als het wegkapen of inpikken van hun gewassen. En zij vrezen voor hun inkomen doordat ze minder zullen kunnen verkopen in het buitenland. Mogen stukjes plant, dier of mens, levend materiaal dus, privé-eigendom worden via patenten? De biotechnologiebedrijven zijn voor want die biodiversiteit vormt hun economische en commerciële basis. Vele boerenbewegingen, milieubewegingen en wetenschappers zijn tegen het verhandelen van genen en monopoliseren van gewassen, o.a. omdat het kleine boeren en inheemse volkeren zwaar benadeelt. De Indiase wetenschapster en activiste Vandana Shiva is één van de bekendste tegenstandsters.
wie de vrije markt en niets dan de markt wil laten spelen, ziet graag zoveel mogelijk regels afgeschaft. Dereguleren hangt dus nauw samen met liberaliseren, normen en wetten zouden enkel maar hinderlijk zijn voor de vrije markt. Niemand kan beweren dat een wettendiarree zoals b.v. in België het samenleven beter maakt, al is het maar omdat vele wetten dode letter blijven. Al even dwaas is om niet de voordelen van een goede marktwerking te plukken. Maar meest dwaas is de ambitie om regelgeving en overheden volledig uit het economische leven te bannen, want dat maakt één regel dominant, dan telt enkel nog het recht van de sterkste en de rijkste. Als het om onze welstand draait, om wat we in het leven nodig hebben en belangrijk vinden, zijn het wetten die de rechten van de zwakkeren beschermen, of het nu gaat om werknemers, kleine ondernemers of zelfstandigen, consumenten, het milieu, inheemse volkeren, ja zelfs aandeelhouders.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Wie iets uitvindt, kan daar een patent of octrooi voor krijgen, meestal voor zowat twintig jaar. In die periode heeft alleen de uitvinder het recht om de vruchten te plukken van die uitvinding, als een vergoeding voor de geleverde inspanningen.Dat lijkt fair maar die periode is zo lang dat er dikwijls superwinsten kunnen worden gemaakt, vele malen meer dan de investeringskost. Farmaceutische bedrijven en ook heel wat softwarebedrijven behoren niet toevallig tot de meest winstgevende.Die winsthonger kan vele mensenlevens kosten, denk bijvoorbeeld aan de weigering van bedrijven om de prijzen voor hun aidsmedicijnen in vele ontwikkelingslanden te laten zakken.De gecreëerde monopolies riskeren ook vernieuwingen in de samenleving te blokkeren. Zeker in het geval van computerprogramma’s vormen zogenaamde sotwarepatenten een rem op innovatie en zijn deze nadelen veel duidelijker dan de voordelen. Vandaar de opkomst van de beweging voor opensource software.Daarmee belanden we bij nog een andere kritiek: er kan gewoonweg veel te veel gepatenteerd worden. Nu zijn zelfs patenten mogelijk op het leven zelf, op stukjes plant, dier of mens. Biotechnologische en farmaceutische bedrijven hebben de jacht geopend op genen of stukken van genen waarvan ze denken dat ze die nuttig kunnen gebruiken, en waarmee ze dus geld hopen te verdienen. Bekend is het verhaal van Myriad Genetics dat in 2001 het octrooi verwerft op een borstkankergen. Volgens het bedrijf mogen de borstkankertests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen tien keer meer betalen. Zo bedreigen stijgende kosten onze gezondheidszorg en de solidariteit waarop zij steunt; ze halen het principe onderuit dat iedereen recht heeft op de beste gezondheidszorg.Vandaar de fundamentele vraag: kan de genetische rijkdom van planten, dieren en menselijk leven wel geprivatiseerd worden – want daar draait het om bij dit soort patenten - of is dit alles gemeenschappelijk eigendom van de mensheid? Tot waar reikt het privé belang, en waar begint het algemeen belang? Die discussie is hard nodig.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De derde industriële revolutie, gekenmerkt en ondersteund door de informaticarevolutie - met Internet als exponent -, brengt de globalisering in een stroomversnelling. Die revolutie leidt ertoe dat financiële en economische activiteiten zich op grotere schaal en zelfs op wereldschaal afspelen.Opvallend is dat ook de antiglobaliseringsbeweging voor haar verzet dankbaar gebruik maakt van het gemak dat Internet biedt om te communiceren en te mobiliseren. Zonder Internet kon deze beweging haar strijd tegen de Multilaterale Overeenkomst over Investeringen (MAI) niet winnen en konden Seattle of het Wereld Sociaal Forum niet zo makkelijk hun mondiale bekendheid verwerven.
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons of gemeengoed om alles wat mensen delen.Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Voor meer Pala lectuur zieoverzicht met weblinks onderaanWanneer overheden en burgers samen de netwerken - voor energie, water, internet enzovoort - en andere publieke diensten gaan besturen, creëren we het momentum om onze democratie diepgaand te vernieuwen en de kloof tussen politici en burgers te dichten. Dat is een kans om niet te missen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Wie het conservatisme inwisselt voor enige inventiviteit, ontdekt dat coöperaties vandaag de betere oplossing kunnen bieden voor overheidsbedrijven zoals Belfius, bpost, Telenet, Proximus, VRT, FLuvius (het vroegere Eandis en Infrax).
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons of gemeengoed om alles wat mensen delen.Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
zie publiekscoöperatie
Voor meer Pala lectuur zieoverzicht met weblinks onderaanWanneer overheden en burgers samen de netwerken - voor energie, water, internet enzovoort - en andere publieke diensten gaan besturen, creëren we het momentum om onze democratie diepgaand te vernieuwen en de kloof tussen politici en burgers te dichten. Dat is een kans om niet te missen.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wie het conservatisme inwisselt voor enige inventiviteit, ontdekt dat coöperaties vandaag de betere oplossing kunnen bieden voor overheidsbedrijven zoals Belfius, bpost, Telenet, Proximus, VRT, FLuvius (het vroegere Eandis en Infrax).
Wie het conservatisme inwisselt voor enige inventiviteit, ontdekt dat coöperaties vandaag de betere oplossing kunnen bieden voor overheidsbedrijven zoals Belfius, bpost, Telenet, Proximus, VRT, FLuvius (het vroegere Eandis en Infrax).
zie commons
zie publiekscoöperatie
zie publiekscoöperatie
Voor meer Pala lectuur zieoverzicht met weblinks onderaanWanneer overheden en burgers samen de netwerken - voor energie, water, internet enzovoort - en andere publieke diensten gaan besturen, creëren we het momentum om onze democratie diepgaand te vernieuwen en de kloof tussen politici en burgers te dichten. Dat is een kans om niet te missen.
Voor meer Pala lectuur zieoverzicht met weblinks onderaanWanneer overheden en burgers samen de netwerken - voor energie, water, internet enzovoort - en andere publieke diensten gaan besturen, creëren we het momentum om onze democratie diepgaand te vernieuwen en de kloof tussen politici en burgers te dichten. Dat is een kans om niet te missen.
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons of gemeengoed om alles wat mensen delen.Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
Wie het conservatisme inwisselt voor enige inventiviteit, ontdekt dat coöperaties vandaag de betere oplossing kunnen bieden voor overheidsbedrijven zoals Belfius, bpost, Telenet, Proximus, VRT, FLuvius (het vroegere Eandis en Infrax).
Waar en in welke omstandigheden worden onze kleren gemaakt? Dat is de vraag die de Schone Kleren Campagne zich stelt.De kledingindustrie is een schoolvoorbeeld van de globalisering. Onze kleren zijn echte wereldproducten: gemaakt aan de ene kant en gekocht aan de andere kant van de wereld. De toegenomen concurrentie heeft echter geen gunstig effect op de arbeidsomstandigheden. Lage lonen, lange werkuren, onderdrukking van vakbonden, slechte verlichting en verluchting… zijn schering en inslag. Sociale spelregels worden niet gerespecteerd. Op de vrije markt zijn multinationals de sterspelers en lijkt de overheid buitenspel te staan. De belangen van miljoenen kledingarbeidsters staan op het spel.De Schone Kleren Campagne ziet een actieve rol voor de consument want koopkracht is macht. Ze wil met consumentenacties bijdragen tot de verbetering van de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. Ze wil op een positieve manier actie voeren en wil geen boycot van één merk of keten.Vanzelfsprekend moet zo’n actie internationaal zijn. Ze begon in Nederland en wordt nu ook gevoerd in België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië, Oostenrijk, Spanje, Zweden en Zwitserland.In Vlaanderen hebben eind 1995 een vijfentwintigtal organisaties een Schone Kleren platform gevormd. Het gaat om vakbewegingen, derdewereldorganisaties, socio-culturele organisaties, jeugdorganisaties en consumentenorganisaties. Wereldsolidariteit heeft de taak van secretariaat en coördinator op zich genomen.De campagne vraagt vooreerst aan consumenten om stil te staan bij ons aankoopgedrag.De kledingverkopende bedrijven worden opgeroepen om aan leveranciers even hoge eisen te stellen inzake arbeidsomstandigheden als inzake kwaliteit en leveringsvoorwaarden. Er wordt hen gevraagd om een gedragscode te ondertekenen. Ook van de kledingproducerende bedrijven in Vlaanderen vraagt de campagne dat zij de internationale naleven en laten controleren. Dit geldt zowel voor hun productie hier als die in uitbesteding in het buitenland. Ten derde vraagt de campagne aan politici een regel -en wetgeving te ontwikkelen die kan bijdragen tot de toepassing van de arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie. Ten vierde wil de campagne samenwerken met partners van vakbonden en (vrouwen)organisaties in het Zuiden en hen ondersteunen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Waar en in welke omstandigheden worden onze kleren gemaakt? Dat is de vraag die de Schone Kleren Campagne zich stelt.De kledingindustrie is een schoolvoorbeeld van de globalisering. Onze kleren zijn echte wereldproducten: gemaakt aan de ene kant en gekocht aan de andere kant van de wereld. De toegenomen concurrentie heeft echter geen gunstig effect op de arbeidsomstandigheden. Lage lonen, lange werkuren, onderdrukking van vakbonden, slechte verlichting en verluchting… zijn schering en inslag. Sociale spelregels worden niet gerespecteerd. Op de vrije markt zijn multinationals de sterspelers en lijkt de overheid buitenspel te staan. De belangen van miljoenen kledingarbeidsters staan op het spel.De Schone Kleren Campagne ziet een actieve rol voor de consument want koopkracht is macht. Ze wil met consumentenacties bijdragen tot de verbetering van de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. Ze wil op een positieve manier actie voeren en wil geen boycot van één merk of keten.Vanzelfsprekend moet zo’n actie internationaal zijn. Ze begon in Nederland en wordt nu ook gevoerd in België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië, Oostenrijk, Spanje, Zweden en Zwitserland.In Vlaanderen hebben eind 1995 een vijfentwintigtal organisaties een Schone Kleren platform gevormd. Het gaat om vakbewegingen, derdewereldorganisaties, socio-culturele organisaties, jeugdorganisaties en consumentenorganisaties. Wereldsolidariteit heeft de taak van secretariaat en coördinator op zich genomen.De campagne vraagt vooreerst aan consumenten om stil te staan bij ons aankoopgedrag.De kledingverkopende bedrijven worden opgeroepen om aan leveranciers even hoge eisen te stellen inzake arbeidsomstandigheden als inzake kwaliteit en leveringsvoorwaarden. Er wordt hen gevraagd om een gedragscode te ondertekenen. Ook van de kledingproducerende bedrijven in Vlaanderen vraagt de campagne dat zij de internationale naleven en laten controleren. Dit geldt zowel voor hun productie hier als die in uitbesteding in het buitenland. Ten derde vraagt de campagne aan politici een regel -en wetgeving te ontwikkelen die kan bijdragen tot de toepassing van de arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie. Ten vierde wil de campagne samenwerken met partners van vakbonden en (vrouwen)organisaties in het Zuiden en hen ondersteunen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Waar en in welke omstandigheden worden onze kleren gemaakt? Dat is de vraag die de Schone Kleren Campagne zich stelt.De kledingindustrie is een schoolvoorbeeld van de globalisering. Onze kleren zijn echte wereldproducten: gemaakt aan de ene kant en gekocht aan de andere kant van de wereld. De toegenomen concurrentie heeft echter geen gunstig effect op de arbeidsomstandigheden. Lage lonen, lange werkuren, onderdrukking van vakbonden, slechte verlichting en verluchting… zijn schering en inslag. Sociale spelregels worden niet gerespecteerd. Op de vrije markt zijn multinationals de sterspelers en lijkt de overheid buitenspel te staan. De belangen van miljoenen kledingarbeidsters staan op het spel.De Schone Kleren Campagne ziet een actieve rol voor de consument want koopkracht is macht. Ze wil met consumentenacties bijdragen tot de verbetering van de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. Ze wil op een positieve manier actie voeren en wil geen boycot van één merk of keten.Vanzelfsprekend moet zo’n actie internationaal zijn. Ze begon in Nederland en wordt nu ook gevoerd in België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Italië, Oostenrijk, Spanje, Zweden en Zwitserland.In Vlaanderen hebben eind 1995 een vijfentwintigtal organisaties een Schone Kleren platform gevormd. Het gaat om vakbewegingen, derdewereldorganisaties, socio-culturele organisaties, jeugdorganisaties en consumentenorganisaties. Wereldsolidariteit heeft de taak van secretariaat en coördinator op zich genomen.De campagne vraagt vooreerst aan consumenten om stil te staan bij ons aankoopgedrag.De kledingverkopende bedrijven worden opgeroepen om aan leveranciers even hoge eisen te stellen inzake arbeidsomstandigheden als inzake kwaliteit en leveringsvoorwaarden. Er wordt hen gevraagd om een gedragscode te ondertekenen. Ook van de kledingproducerende bedrijven in Vlaanderen vraagt de campagne dat zij de internationale naleven en laten controleren. Dit geldt zowel voor hun productie hier als die in uitbesteding in het buitenland. Ten derde vraagt de campagne aan politici een regel -en wetgeving te ontwikkelen die kan bijdragen tot de toepassing van de arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie. Ten vierde wil de campagne samenwerken met partners van vakbonden en (vrouwen)organisaties in het Zuiden en hen ondersteunen.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Hoe een rijk land arm wordt, dat is wat Argentinië in het begin van de 21ste eeuw aan de wereld toont. Tot ruim na de Tweede Wereldoorlog was dit land één van de rijkste van de wereld. De Argentijnen hadden het goed, ze leefden zoals wij en zelfs beter. Iedereen had werk in hun welvaartstaat met de sterkste industrie van heel Zuid-Amerika, met goede gezondheidszorg, onderwijs en openbaar vervoer.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
zie Internationaal Monetair Fonds
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
wanneer landen hun buitenlandse schuldenlast niet meer aankunnen, komen hun bankiers samen in de Club van Londen om een schuldherschikking te onderhandelen.
deze club verzamelt 19 rijke landen die leningen geven aan ontwikkelingslanden. Wanneer het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een schuldencrisis in een ontwikkelingsland vaststelt, onderzoekt die Club van Parijs de mogelijkheden om de schuld te verminderen en/of te herschikken. In ruil daarvoor moeten die landen vanaf de jaren ’80 meer en meer hun economieën liberaliseren en hun overheidsuitgaven beperken.
Ontwikkelingslanden die financieel in de problemen komen, moeten zeker nog in de jaren tachtig en negentig aankloppen bij het Internationaal Monetair Fonds. Heel dikwijls krijgen zij dan een structureel aanpassingsprogramma opgelegd als voorwaarde om hulp te krijgen. Het doel daarvan is om het land in staat te stellen zijn schulden terug te betalen.Altijd krijgen die landen een monetaristische politiek te slikken die de munt devalueert, de overheidsuitgaven drastisch naar beneden haalt en alle economische inspanningen op de export richt.Die zware bezuinigingen halen meer dan eens de gezondheidszorg, het onderwijs en de landbouwondersteuning onderuit. In feite verplicht men die landen elk sociaal-economisch beleid op te geven en een sociale politiek te vergeten.De forse muntdevaluatie maakt het leven veel duurder en verhoogt de schuld in reële termen. Wanneer je daarenboven zowat alle arme landen datzelfde beleid opdringt, stort je hen allemaal samen in een neerwaartse concurrentiespiraal.Een vlammende kritiek op dat beleid van het Internationaal Monetair Fonds komt van Joseph Stiglitz, de Nobelprijswinnaar economie van 2001 en voormalig topeconoom bij de Wereldbank. Heel overtuigend beschrijft hij in zijn in 2002 verschenen boek Perverse globalisering hoe het IMF tientallen landen het slechtst denkbare economische beleid opdringt. Altijd opnieuw is het resultaat een veel diepere economische crisis dan zou moeten, veel meer werkloosheid, armoede en verloren welvaartsproductie.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Heel algemeen slaat sociaal kapitaal op tal van factoren die groepen of organisaties doen functioneren.Vaak verwijst sociaal kapitaal meer specifiek naar de creatie van publieke goederen en commons. Het betreft dan de sterk gedeelde overtuigingen en waarden die een samenleving helpen om waardevolle publieke diensten en goederen voort te brengen en tegelijkertijd te vermijden dat vrijbuiters profiteren van de gezamenlijke inspanningen zonder zelf bij te dragen.
Heel algemeen slaat sociaal kapitaal op tal van factoren die groepen of organisaties doen functioneren.Vaak verwijst sociaal kapitaal meer specifiek naar de creatie van publieke goederen en commons. Het betreft dan de sterk gedeelde overtuigingen en waarden die een samenleving helpen om waardevolle publieke diensten en goederen voort te brengen en tegelijkertijd te vermijden dat vrijbuiters profiteren van de gezamenlijke inspanningen zonder zelf bij te dragen.
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons of gemeengoed om alles wat mensen delen.Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Ga naar volledige verklaring
Het meest wezenlijke kenmerk van een stationaire economie is dat de doorstroom van alle materialen en energievormen binnen een ecologisch duurzame schaal blijft.
Verzamelterm voor zowel fossiele brandstoffen (olie, gas), andere delfstoffen (ertsen) als voor wat veld of bos opleveren (katoen, hout, rubber). Probleem is dat de delfstoffen eens op zullen geraken en we ze dus best hergebruiken. Extra vervelend is de verbranding van fossiele brandstoffen die sneller nog dan de uitputting ervan klimaatverandering voor elkaar krijgt. Voor de hernieuwbare grondstoffen is het opletten geblazen de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde niet te overschrijden of uit te putten.
Het meest wezenlijke kenmerk van een stationaire economie is dat de doorstroom van alle materialen en energievormen binnen een ecologisch duurzame schaal blijft.
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Ontwikkelingslanden die financieel in de problemen komen, moeten zeker nog in de jaren tachtig en negentig aankloppen bij het Internationaal Monetair Fonds. Heel dikwijls krijgen zij dan een structureel aanpassingsprogramma opgelegd als voorwaarde om hulp te krijgen. Het doel daarvan is om het land in staat te stellen zijn schulden terug te betalen.Altijd krijgen die landen een monetaristische politiek te slikken die de munt devalueert, de overheidsuitgaven drastisch naar beneden haalt en alle economische inspanningen op de export richt.Die zware bezuinigingen halen meer dan eens de gezondheidszorg, het onderwijs en de landbouwondersteuning onderuit. In feite verplicht men die landen elk sociaal-economisch beleid op te geven en een sociale politiek te vergeten.De forse muntdevaluatie maakt het leven veel duurder en verhoogt de schuld in reële termen. Wanneer je daarenboven zowat alle arme landen datzelfde beleid opdringt, stort je hen allemaal samen in een neerwaartse concurrentiespiraal.Een vlammende kritiek op dat beleid van het Internationaal Monetair Fonds komt van Joseph Stiglitz, de Nobelprijswinnaar economie van 2001 en voormalig topeconoom bij de Wereldbank. Heel overtuigend beschrijft hij in zijn in 2002 verschenen boek Perverse globalisering hoe het IMF tientallen landen het slechtst denkbare economische beleid opdringt. Altijd opnieuw is het resultaat een veel diepere economische crisis dan zou moeten, veel meer werkloosheid, armoede en verloren welvaartsproductie.
De jongste decennia hebben de financiële markten veel meer vrijheid gekregen. Die financiële globalisering zorgt voor een spectaculaire aangroei van het zogenaamde flipperkapitaal dat de wereld rondflitst op zoek naar snelle en hoge winsten. Meer dan eens heeft dit geleid tot financiële crises die ontzettend veel mensen hun werk en inkomen kosten.James Tobin, Amerikaans econoom en Nobelprijswinnaar, stelde al in 1978 voor om een kleine belasting van bijvoorbeeld 0,1 procent te heffen op munt- of valutatransacties. Grote voordeel daarvan is dat het de speculatie door flitskapitaal zal afremmen: speculanten moeten immers bij elke wisseloperatie deze taks ophoesten.Als tweede voordeel is er de fikse opbrengst. Zo kan deze mondiale belasting mee de middelen verschaffen om de grote wereldproblemen aan te pakken.Nadelen voor de gewone economie zijn er niet. Zulke éénmalige minieme belasting vormt geen hinderpaal voor wie internationaal goederen of diensten verhandelt of investeert.De Duitse hoogleraar Paul Bernd Spahn stelt later voor om de taks laag of zelfs op nul te houden in normale tijden op de financiële markten. Maar wanneer munten sterk gaan schommelen en er financieel onweer opduikt, zou het tarief sterk kunnen verhogen tot maximum 80 procent of nog meer. Dan dam je de speculatie werkelijk af.De Tobin-Spahn taks is geadopteerd door de andersglobalistische beweging als één van hun hoofdeisen. Nogal wat landen, waaronder India en Duitsland, zijn voorstander van deze belasting. Frankrijk en België zijn nog verder gegaan en hebben de Tobin-Spahn taks in een wet gegoten. Die treedt in werking zodra alle landen van de Eurozone zulke wet hebben gestemd.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
De mens heeft sinds de industriële revolutie de stikstofkringloop op Aarde nog veel meer verstoord dan de mismeesterde koolstofkringloop die ons met de klimaatcrisis heeft opgezadeld. Ze vormt dan ook één de van verst overschreden planetaire grenzen.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
De mens heeft sinds de industriële revolutie de stikstofkringloop op Aarde nog veel meer verstoord dan de mismeesterde koolstofkringloop die ons met de klimaatcrisis heeft opgezadeld. Ze vormt dan ook één de van verst overschreden planetaire grenzen.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Ontwikkelingslanden die financieel in de problemen komen, moeten zeker nog in de jaren tachtig en negentig aankloppen bij het Internationaal Monetair Fonds. Heel dikwijls krijgen zij dan een structureel aanpassingsprogramma opgelegd als voorwaarde om hulp te krijgen. Het doel daarvan is om het land in staat te stellen zijn schulden terug te betalen.Altijd krijgen die landen een monetaristische politiek te slikken die de munt devalueert, de overheidsuitgaven drastisch naar beneden haalt en alle economische inspanningen op de export richt.Die zware bezuinigingen halen meer dan eens de gezondheidszorg, het onderwijs en de landbouwondersteuning onderuit. In feite verplicht men die landen elk sociaal-economisch beleid op te geven en een sociale politiek te vergeten.De forse muntdevaluatie maakt het leven veel duurder en verhoogt de schuld in reële termen. Wanneer je daarenboven zowat alle arme landen datzelfde beleid opdringt, stort je hen allemaal samen in een neerwaartse concurrentiespiraal.Een vlammende kritiek op dat beleid van het Internationaal Monetair Fonds komt van Joseph Stiglitz, de Nobelprijswinnaar economie van 2001 en voormalig topeconoom bij de Wereldbank. Heel overtuigend beschrijft hij in zijn in 2002 verschenen boek Perverse globalisering hoe het IMF tientallen landen het slechtst denkbare economische beleid opdringt. Altijd opnieuw is het resultaat een veel diepere economische crisis dan zou moeten, veel meer werkloosheid, armoede en verloren welvaartsproductie.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
zie Internationaal Monetair Fonds
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Nog altijd torsen ontwikkelingslanden en andere landen allemaal samen een enorme buitenlandse schuld. Landen als Indonesië, India, Mexico en Argentinië moeten ruwweg een vijfde van hun handelsinkomen ophoesten voor de afbetaling van die schuld; Peru besteedt daar ruwweg een vierde aan, Ecuador, Hongarije, Bulgarije en Colombia besteden daar ruwweg een derde aan; Uruguay, Boeroendi, Guinee-Bissau, Turkije en Kazakstan zien om en bij veertig procent van hun handelsinkomen daaraan opgaan en Brazilië maar liefst 45 procent.
Verder doen zoals we bezig zijn, voert ons regelrecht naar een ecologische, economische, sociale en democratische ineenstorting ergens in de tweede helft van deze eeuw. Bij ongewijzigd beleid is dat het meest waarschijnlijke toekomstscenario.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Voor vele jongeren – in dit geval al wie pakweg jonger dan 50 is – zal het een koude douche zijn, of zelfs ronduit schokkend. Wanneer ze weet krijgen van het rapport The Limits of Growth uit 1972, dat toen al accuraat de toename van de CO2-concentratie voorspelde mét als oorzaak de verbranding van fossiele brandstoffen door de mens, zullen ze zich terecht afvragen: ‘Maar waar is jullie verstand gebleven? Politiek, economie en samenleving wisten al die tijd dat de wereld een gevaarlijke, onhoudbare koers aan het varen was. Waarom hebben jullie – politici in de allereerste plaats – decennia gewacht om in te grijpen?’
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De jongste decennia hebben de financiële markten veel meer vrijheid gekregen. Die financiële globalisering zorgt voor een spectaculaire aangroei van het zogenaamde flipperkapitaal dat de wereld rondflitst op zoek naar snelle en hoge winsten. Meer dan eens heeft dit geleid tot financiële crises die ontzettend veel mensen hun werk en inkomen kosten.James Tobin, Amerikaans econoom en Nobelprijswinnaar, stelde al in 1978 voor om een kleine belasting van bijvoorbeeld 0,1 procent te heffen op munt- of valutatransacties. Grote voordeel daarvan is dat het de speculatie door flitskapitaal zal afremmen: speculanten moeten immers bij elke wisseloperatie deze taks ophoesten.Als tweede voordeel is er de fikse opbrengst. Zo kan deze mondiale belasting mee de middelen verschaffen om de grote wereldproblemen aan te pakken.Nadelen voor de gewone economie zijn er niet. Zulke éénmalige minieme belasting vormt geen hinderpaal voor wie internationaal goederen of diensten verhandelt of investeert.De Duitse hoogleraar Paul Bernd Spahn stelt later voor om de taks laag of zelfs op nul te houden in normale tijden op de financiële markten. Maar wanneer munten sterk gaan schommelen en er financieel onweer opduikt, zou het tarief sterk kunnen verhogen tot maximum 80 procent of nog meer. Dan dam je de speculatie werkelijk af.De Tobin-Spahn taks is geadopteerd door de andersglobalistische beweging als één van hun hoofdeisen. Nogal wat landen, waaronder India en Duitsland, zijn voorstander van deze belasting. Frankrijk en België zijn nog verder gegaan en hebben de Tobin-Spahn taks in een wet gegoten. Die treedt in werking zodra alle landen van de Eurozone zulke wet hebben gestemd.
De jongste decennia hebben de financiële markten veel meer vrijheid gekregen. Die financiële globalisering zorgt voor een spectaculaire aangroei van het zogenaamde flipperkapitaal dat de wereld rondflitst op zoek naar snelle en hoge winsten. Meer dan eens heeft dit geleid tot financiële crises die ontzettend veel mensen hun werk en inkomen kosten.James Tobin, Amerikaans econoom en Nobelprijswinnaar, stelde al in 1978 voor om een kleine belasting van bijvoorbeeld 0,1 procent te heffen op munt- of valutatransacties. Grote voordeel daarvan is dat het de speculatie door flitskapitaal zal afremmen: speculanten moeten immers bij elke wisseloperatie deze taks ophoesten.Als tweede voordeel is er de fikse opbrengst. Zo kan deze mondiale belasting mee de middelen verschaffen om de grote wereldproblemen aan te pakken.Nadelen voor de gewone economie zijn er niet. Zulke éénmalige minieme belasting vormt geen hinderpaal voor wie internationaal goederen of diensten verhandelt of investeert.De Duitse hoogleraar Paul Bernd Spahn stelt later voor om de taks laag of zelfs op nul te houden in normale tijden op de financiële markten. Maar wanneer munten sterk gaan schommelen en er financieel onweer opduikt, zou het tarief sterk kunnen verhogen tot maximum 80 procent of nog meer. Dan dam je de speculatie werkelijk af.De Tobin-Spahn taks is geadopteerd door de andersglobalistische beweging als één van hun hoofdeisen. Nogal wat landen, waaronder India en Duitsland, zijn voorstander van deze belasting. Frankrijk en België zijn nog verder gegaan en hebben de Tobin-Spahn taks in een wet gegoten. Die treedt in werking zodra alle landen van de Eurozone zulke wet hebben gestemd.
Zelfs de Aziatische tijgers blijken niet ongenaakbaar. De Aziatische crisis van 1997 treft hen zwaar. Ineens blazen de mondiale financiële markten het vertrouwen op in wat ze steeds als wondereconomieën hebben aangeprezen, het geld vlucht massaal weg en de munten kelderen in waarde. Het door het Internationaal Monetair Fonds opgedrongen beleid maakt de zaken nog erger. In goed een half jaar verliezen alleen al in Zuid-Korea, Thailand en Indonesië 15 tot 20 miljoen mensen hun werk en inkomen.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
De OESO verzamelt de industrielanden van de wereld en wordt daarom ook wel de club van de rijkste landen genoemd. Wat deze organisatie vooral doet is informeren en adviseren op het vlak van economisch en sociaal beleid. De OESO speelt een belangrijke rol in de mondiale economische ontwikkelingen en haar studies en rapporten hebben grote invloed op het beleid van de lidstaten.Vooral vakbonden hebben kritiek op het sociaal beleid dat doorklinkt in een aantal studies, en dat ze niet echt als werknemersvriendelijk ervaren. De werkwijze en besluitvorming van de OESO zit daar voor veel tussen. Haar belangrijkste gesprekspartners zijn immers de ministers van economische zaken die in al te veel gevallen geen hoge dunk hebben van sociaal beleid.In 1976 komt de organisatie zowat als eerste met een gedragscode voor multinationale ondernemingen die later enkele keren is gewijzigd en aangepast. Deze richtlijnen zijn geen verplichtingen. Het zijn aanbevelingen aan multinationals om vrijwillig een aantal principes te respecteren op zo verschillende terreinen als werkgelegenheid, mensenrechten, milieu, informatie, concurrentie, belastingen en zelfs wetenschap en technologie.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
De OESO verzamelt de industrielanden van de wereld en wordt daarom ook wel de club van de rijkste landen genoemd. Wat deze organisatie vooral doet is informeren en adviseren op het vlak van economisch en sociaal beleid. De OESO speelt een belangrijke rol in de mondiale economische ontwikkelingen en haar studies en rapporten hebben grote invloed op het beleid van de lidstaten.Vooral vakbonden hebben kritiek op het sociaal beleid dat doorklinkt in een aantal studies, en dat ze niet echt als werknemersvriendelijk ervaren. De werkwijze en besluitvorming van de OESO zit daar voor veel tussen. Haar belangrijkste gesprekspartners zijn immers de ministers van economische zaken die in al te veel gevallen geen hoge dunk hebben van sociaal beleid.In 1976 komt de organisatie zowat als eerste met een gedragscode voor multinationale ondernemingen die later enkele keren is gewijzigd en aangepast. Deze richtlijnen zijn geen verplichtingen. Het zijn aanbevelingen aan multinationals om vrijwillig een aantal principes te respecteren op zo verschillende terreinen als werkgelegenheid, mensenrechten, milieu, informatie, concurrentie, belastingen en zelfs wetenschap en technologie.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
De mondiale visserij illustreert als geen ander het probleem van onze gemeenschappelijke hulpbronnen. Ze zijn vrij beschikbaar, iedereen mag er vrij gebruik van maken. En iedereen gaat tewerk alsof ze onuitputtelijk zijn. Iedereen gelukkig dus?
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Eerst een ultrakorte definitie. In essentie gaat het bij commons of gemeengoed om alles wat mensen delen.Of, net iets langer, het zijn hulpbronnen die gemeenschappelijk bezit zijn of gedeeld worden door gemeenschappen.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoeveel heb je nodig van de Aarde om al hetgeen je verbruikt, te produceren? Dat is wat jouw ecologische voetafdruk vertelt. Ook voor een stad, een land of de volledige wereld is het mogelijk de voetafdruk te meten op basis van wat ze consumeren aan energie, voedsel, water enzovoort. In cijfers voor het jaar 2010: iedere mens beschikt over ongeveer 1,7 hectare. Dat is het evenwicht waarbij het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van de Aarde niet sneller verloopt dan ze zich kunnen herstellen. Het wordt ook wel Eerlijke Aarde-aandeel genoemd.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
zie landbouw en voedsel waar heel wat Pala artikels zijn verzameld over dit themazie ook landbouw
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Als zowat alle systemen waarop we vertrouwen voor een goed leven in crisis verkeren, moeten we ze allemaal aanpakken en verduurzamen, en daarbij ook oog hebben voor hoe ze elkaar beïnvloeden en versterken. Dat hele proces noemen we transitie.Het is een volledige en coherente ombouw van onze huidige economie en samenleving - die een onhoudbare ecologische voetafdruk hebben, sociaal onrechtvaardig zijn en vaak ook ondemocratisch - naar een sociaalecologische en democratische samenleving en economie.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Een transitiearena verzamelt voor een welbepaalde uitdaging of probleem, bijvoorbeeld duurzaam wonen of hernieuwbare energie of leefbare voedselketens, zowel pioniers als leden met invloed. Die laatste hebben een zekere greep op de dominante systemen en kunnen er invloed op uitoefenen. Ze zijn dus meer wel dan niet verbonden met regimespelers.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Wie iets uitvindt, kan daar een patent of octrooi voor krijgen, meestal voor zowat twintig jaar. In die periode heeft alleen de uitvinder het recht om de vruchten te plukken van die uitvinding, als een vergoeding voor de geleverde inspanningen.Dat lijkt fair maar die periode is zo lang dat er dikwijls superwinsten kunnen worden gemaakt, vele malen meer dan de investeringskost. Farmaceutische bedrijven en ook heel wat softwarebedrijven behoren niet toevallig tot de meest winstgevende.Die winsthonger kan vele mensenlevens kosten, denk bijvoorbeeld aan de weigering van bedrijven om de prijzen voor hun aidsmedicijnen in vele ontwikkelingslanden te laten zakken.De gecreëerde monopolies riskeren ook vernieuwingen in de samenleving te blokkeren. Zeker in het geval van computerprogramma’s vormen zogenaamde sotwarepatenten een rem op innovatie en zijn deze nadelen veel duidelijker dan de voordelen. Vandaar de opkomst van de beweging voor opensource software.Daarmee belanden we bij nog een andere kritiek: er kan gewoonweg veel te veel gepatenteerd worden. Nu zijn zelfs patenten mogelijk op het leven zelf, op stukjes plant, dier of mens. Biotechnologische en farmaceutische bedrijven hebben de jacht geopend op genen of stukken van genen waarvan ze denken dat ze die nuttig kunnen gebruiken, en waarmee ze dus geld hopen te verdienen. Bekend is het verhaal van Myriad Genetics dat in 2001 het octrooi verwerft op een borstkankergen. Volgens het bedrijf mogen de borstkankertests alleen nog in de VS worden gevoerd… en dan moeten vrouwen tien keer meer betalen. Zo bedreigen stijgende kosten onze gezondheidszorg en de solidariteit waarop zij steunt; ze halen het principe onderuit dat iedereen recht heeft op de beste gezondheidszorg.Vandaar de fundamentele vraag: kan de genetische rijkdom van planten, dieren en menselijk leven wel geprivatiseerd worden – want daar draait het om bij dit soort patenten - of is dit alles gemeenschappelijk eigendom van de mensheid? Tot waar reikt het privé belang, en waar begint het algemeen belang? Die discussie is hard nodig.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie Wereldhandelsorganisatie
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
zie Wereldhandelsorganisatie
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Het armste continent, dat weten we allemaal. Maar in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is Afrika tevens het meest geglobaliseerde continent: de Afrikanen halen drie maal meer van hun povere inkomen uit internationale handel dan Europeanen of Amerikanen. Zij zijn dus veel meer ingeschakeld in de wereldeconomie dan andere continenten. Maar zij worden van de export van hun grondstoffen en landbouwgewassen niet rijker, zij verarmen er zelfs van. Dan spreken we beter van uitbuiting en niet van handel.
zie Wereldhandelsorganisatie
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Basmati rijst is lekker, geurig en voedzaam. Dat is zo omdat tientallen generaties van Indiase landbouwers die rijstsoort hebben verbeterd en veredeld tot wat die nu is. Maar nooit is een landbouwer op het idee gekomen: ik heb die plant verbeterd en nu is ze van mij. Altijd is deze rijst het gezamenlijke bezit van de Indiase boeren en boerinnen gebleven, het was hun collectieve erfgoed, zelfs dat van de hele wereld. In 2001 verkreeg een Amerikaans bedrijf het patent op enkele varianten van Basmati rijst, tot ontzetting van vele Indiërs. Zij verzetten zich tegen wat zij ervaren als het wegkapen of inpikken van hun gewassen. En zij vrezen voor hun inkomen doordat ze minder zullen kunnen verkopen in het buitenland. Mogen stukjes plant, dier of mens, levend materiaal dus, privé-eigendom worden via patenten? De biotechnologiebedrijven zijn voor want die biodiversiteit vormt hun economische en commerciële basis. Vele boerenbewegingen, milieubewegingen en wetenschappers zijn tegen het verhandelen van genen en monopoliseren van gewassen, o.a. omdat het kleine boeren en inheemse volkeren zwaar benadeelt. De Indiase wetenschapster en activiste Vandana Shiva is één van de bekendste tegenstandsters.
zie Wereldhandelsorganisatie
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
In de meeste zeeën en oceanen wordt al enkele decennia meer vis gevangen dan ze kunnen verdragen. We zijn nochtans al lang gewaarschuwd voor de kwalijke gevolgen van overbevissing. Begin jaren zeventig van vorige eeuw nemen de vangsten van ansjovis in Peru een forse duik van naar schatting wel achttien miljoen ton naar een paar miljoen ton. Omstreeks 1990 is het de beurt aan de kabeljauw voor de kusten van Newfoundland in Oost-Canada om vrijwel te verdwijnen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
Aantasting slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteit schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aarde zal overhouden.
Ze bestaan in verschillende soorten.Er is vooreerst vervuiling of verontreiniging waarbij men het milieu opzadelt met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk kan zijn voor mens en natuur.Het is belangrijk om het verschil te zien tussen dat eerste generatiemilieuprobleem en de tweede generatieproblemen van uitputting en aantasting.
Verontreiniging of vervuiling zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemverontreiniging.
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
UNESCO is de Engelse afkorting van de VN Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.zie ook Conventie Culturele DiversiteitWebsite Unesco
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Op 18 maart 2007 is het zover. De Unesco Conventie over de Bescherming en Promotie van de Culturele Diversiteit is van kracht geworden.Die conventie is belangrijk als tegenwicht voor de huidige globalisering die de economie bijna ongeremd buiten haar oevers doet treden. Ze legt haar regels van concurrentie, privatisering of commercialisering op aan samenleving, media, wetenschap en zelfs onderwijs, waar ze dikwijls meer schade dan goed aanricht.
Ga naar volledige verklaring
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Ga naar volledige verklaring
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Na de uitleg vindt u overzicht met linksnaar artikels over planetaire grenzenRespecteren we de draagkracht van ons belangrijkste systeem Aarde? De jongste jaren luidt de vraag steeds meer: blijven we binnen de planetaire grenzen? Dat concept introduceerden Johan Rockström en zevenentwintig andere gerenommeerde wetenschappers in 2009. (1)
Het Aardegebruiksrecht kent iedereen van bij de geboorte jaarlijkse ‘gebruiksrechten’ op de Aarde toe, voor iedereen gelijke rechten. Niemand kan beweren dat dit oneerlijk of onrechtvaardig zou zijn. Het milieugebruiksrecht van alle mensen samen mag de draagkracht van de Aarde nooit overstijgen en moet voldoende ruimte laten voor de natuur en haar biodiversiteit.
Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
De mens zoekt voortdurend naar een beter leven. Die moeizame zoektocht is ook te lezen als een verhaal van rechten en vrijheden. Op 10 december 1948 schrijft de mensheid van dat verhaal de mooiste en meest unieke bladzijde. Die dag keurt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens goed. Die Verklaring telt slechts 30 artikelen, maar is een ontzettend rijke en veelzijdige tekst. Het bevat zowel de burgerlijke en politieke vrijheden (art.1-21), de sociale en economische rechten (art. 22-25) als de culturele rechten (art. 22,26,27). Ook het recht op ontwikkeling is er reeds in vervat (art. 28). En zelfs dat rechten ook plichten meebrengen (art. 29). Tientallen verdragen en conventies hebben ze daarna aangevuld.
Volgende artikels en boek maken wegwijs in de kracht van utopie BOEK Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving (2008)
Volgende artikels en boek maken wegwijs in de kracht van utopie BOEK Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving (2008)
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Eeuwenlang is China goed voor ongeveer een klein kwart van de wereldbevolking en van de mondiale welvaart. De 19e en de 20ste eeuw tonen een opmerkelijke terugval. Door de snelle groei van de jongste decennia evolueert China naar zijn vertrouwde dimensie.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Veerkracht is het vermogen van elk systeem om grote veranderingen of schokken op te vangen zonder zijn kwaliteiten te verliezen of zelfs in te storten. Dit begrip van veerkracht is allereerst van toepassing op ecosystemen. Even belangrijk is het om de veerkracht van onze sociale, economische en culturele systemen te bewaken. Want grote veranderingen, schokken of crises kunnen ook hun weerbaarheid aantasten.
Veerkracht is het vermogen van elk systeem om grote veranderingen of schokken op te vangen zonder zijn kwaliteiten te verliezen of zelfs in te storten. Dit begrip van veerkracht is allereerst van toepassing op ecosystemen. Even belangrijk is het om de veerkracht van onze sociale, economische en culturele systemen te bewaken. Want grote veranderingen, schokken of crises kunnen ook hun weerbaarheid aantasten.
Veerkracht is het vermogen van elk systeem om grote veranderingen of schokken op te vangen zonder zijn kwaliteiten te verliezen of zelfs in te storten. Dit begrip van veerkracht is allereerst van toepassing op ecosystemen. Even belangrijk is het om de veerkracht van onze sociale, economische en culturele systemen te bewaken. Want grote veranderingen, schokken of crises kunnen ook hun weerbaarheid aantasten.
Veerkracht is het vermogen van elk systeem om grote veranderingen of schokken op te vangen zonder zijn kwaliteiten te verliezen of zelfs in te storten. Dit begrip van veerkracht is allereerst van toepassing op ecosystemen. Even belangrijk is het om de veerkracht van onze sociale, economische en culturele systemen te bewaken. Want grote veranderingen, schokken of crises kunnen ook hun weerbaarheid aantasten.
Veerkracht is het vermogen van elk systeem om grote veranderingen of schokken op te vangen zonder zijn kwaliteiten te verliezen of zelfs in te storten. Dit begrip van veerkracht is allereerst van toepassing op ecosystemen. Even belangrijk is het om de veerkracht van onze sociale, economische en culturele systemen te bewaken. Want grote veranderingen, schokken of crises kunnen ook hun weerbaarheid aantasten.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
800 miljoen mensen zijn ondervoed, elk jaar opnieuw sterven miljoenen mensen door gebrek aan voedsel en de ziekten die daarmee samenhangen, elke dag meer dan 25.000 doden, dat zijn wel 100 neerstortende passagiersvliegtuigen of ruim acht keer het aantal 11 september doden in de WTC torens, elke dag. Toch levert de Aarde genoeg te eten voor iedereen. Niet een tekort aan voedsel is dus de belangrijkste oorzaak van honger en hongersnood. De echte oorzaak is, veel meer dan voedseltekort, droogte, overstromingen of andere rampen, dat mensen arm zijn, dat ze te weinig koopkracht of inkomen hebben om aan eten te geraken.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Oorlog is een zware gewelddadige strijd tussen georganiseerde gewapende partijen.Een arbitraire maar geregeld gebruikte maatstaf om een gewapend conflict als een oorlog te bestempelen, is dat er minstens duizend doden vallen in een jaar.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Onder toelichting weblinks naar artikels en instellingenIn nationale staten behoort het geweldmonopolie toe aan de overheid, die er heel terughoudend, streng gereglementeerd en democratisch gecontroleerd moet mee omspringen. Net zo komt het internationale geweldmonopolie toe aan de mondiale en regionale overheden.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
'Van wie zijn de media? De media zijn van ons'; 'Een democratische samenleving koestert betrouwbare media'; 'De mediatoekomst is aan encyclopedische journalistiek'; 'Een goede publieke omroep is best voor iedereen'; 'De openbare omroep moet dan wel de best mogelijke informatie garanderen'Vind deze artikels en nog andere over media en het belang van een goede publieke omroep op Pala.
Verontreiniging of vervuiling zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemverontreiniging.
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Aantasting slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteit schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aarde zal overhouden.
Ze bestaan in verschillende soorten.Er is vooreerst vervuiling of verontreiniging waarbij men het milieu opzadelt met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk kan zijn voor mens en natuur.Het is belangrijk om het verschil te zien tussen dat eerste generatiemilieuprobleem en de tweede generatieproblemen van uitputting en aantasting.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
Als de wereld wil opschieten richting duurzaam vervoer is het alvast nuttig om weten hoe we nu mensen en goederen vervoeren.Vind gegevens over personenverkeer en goederenvervoer.
zie Europese Uniezie ook Europees model
Als de wereld wil opschieten richting duurzaam vervoer is het alvast nuttig om weten hoe we nu mensen en goederen vervoeren.Vind gegevens over personenverkeer en goederenvervoer.
zie Europese Uniezie ook Europees model
Vervuiling of verontreiniging zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemvervuiling.
Verontreiniging of vervuiling zadelt het milieu op met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk is voor mens en natuur.Denk maar aan de bijna klassieke water-, lucht- of bodemverontreiniging.
Aantasting slaat op het wijzigen van ecosytemen zodat hun kwaliteit en hun biodiversiteit schade ondervindt. En dat is ook schadelijk voor de mens die b.v. aan de opwarming een minder leefbare Aarde zal overhouden.
Ze bestaan in verschillende soorten.Er is vooreerst vervuiling of verontreiniging waarbij men het milieu opzadelt met een verhoogde concentratie van stoffen die schadelijk kan zijn voor mens en natuur.Het is belangrijk om het verschil te zien tussen dat eerste generatiemilieuprobleem en de tweede generatieproblemen van uitputting en aantasting.
Het al te mateloze verbruik van de natuurlijke hulpbronnen die onze Aarde weet te bieden, zowel van de niet-hernieuwbare fossiele brandstoffen en delfstoffen als van de hernieuwbare bronnen. Voor die laatste komt het erop aan de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde en haar ecosystemen niet te overschrijden of uit te putten. Voorbeelden daar van zijn overbevissing of overmatig oppompen van water.Voor de delfstoffen geldt de afweging van de beschikbare voorraden, van de recuperatiemogelijkheid en van de eventuele alternatieven. Maar heel vervelend voor de fossiele brandstoffen is dat de verbranding ervan de opwarming van de atmosfeer en klimaatverandering veroorzaakt, ruim voor hun uitputting dreigt.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Volgende Pala artikels behandelen (ook) het thema vluchtelingen35. Waar is de mens thuis? Over vluchtelingenstromen | 23-02-2006Vluchtelingen en migranten: kijk toch eens naar de diepere oorzaken | 9-09-2015
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
Over de hele wereld trekken mensen naar de rijke gebieden: Mexicanen en Salvadoranen naar de Verenigde Staten, Argentijnen naar Italië en Spanje, Egyptenaren en Pakistani naar het Midden-Oosten, Zuidoost-Aziaten naar Zuid-Korea en Japan. Wereldwijd is de allergrootste migratie die van platteland naar stad, meestal binnenin landen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
In 1987 verschijnt Our Common Future, een rapport van de Commissie Milieu en Ontwikkeling van de Verenigde Naties. Het introduceert voor de hele wereld het concept van duurzaamheid met een vrijwel perfecte definitie. Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Dat de Verenigde Naties in 1992 op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling 172 landen kunnen verzamelen, is een verrassend aangename evolutie. Ze illustreert hoe de bewustwording van de risico’s die we lopen met de opwarming van de aarde en het razendsnel uitsterven van planten en dieren, vrij snel redelijk ver is doorgedrongen. Er komt zelfs besluitvorming op die Aardetop. Het raamverdrag inzake klimaatverandering wordt goedgekeurd. Ook het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht. En met Agenda 21 wordt zelfs een heus actieplan voor duurzame ontwikkeling afgesproken, weliswaar op vrijwillige basis.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het Klimaatverdrag is het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Het wordt goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatverandering meer veroorzaakt.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het Biodiversiteitsverdrag ziet het levenslicht op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in juni 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de natuurlijke soortenrijkdom beschermen en een duurzaam gebruik ervan mogelijk maken. Het beoogt ook de opbrengsten van genetisch materiaal billijk te verdelen. De soortenrijkdom behoort door dat verdrag toe aan de soevereine landen, die ook moeten zorgen voor het voortbestaan ervan.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Uiterst ambigu en onbevredigend stapelbegrip, net als het begrip ontwikkeling zelf, wil zowat alles omvatten en zegt eigenlijk niets. Die onduidelijkheid verbergt dat het feitelijk om een light versie gaat van onze huidige economie die hier en daar wat bijschaving nodig zou hebben. Terwijl echte duurzaamheid drastische en structurele veranderingen impliceert, ja zelfs het ontwikkelen van een heel andere economie.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
Dieren en planten waren nooit veilig voor de mens maar hun uitstervingsritme ligt veel hoger dan ooit, een rijkdom die wellicht voor altijd verloren gaat.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Het Klimaatverdrag is het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering. Het wordt goedgekeurd op de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling in 1992 in Rio de Janeiro. Dat verdrag wil de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer stabiliseren tot op het niveau dat de mens geen gevaarlijke klimaatverandering meer veroorzaakt.
Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien. Dat is de vrijwel perfecte definitie van duurzaamheid, en ze is in grote mate schatplichtig aan het VN rapport Our Common Future uit 1987.
In 1987 verschijnt Our Common Future, een rapport van de Commissie Milieu en Ontwikkeling van de Verenigde Naties. Het introduceert voor de hele wereld het concept van duurzaamheid met een vrijwel perfecte definitie. Duurzaamheid is op een efficiënte wijze de gerechtvaardigde materiële behoeften kunnen invullen van alle nu levende wereldburgers, zonder het vermogen van de komende generaties aan te tasten om in hun behoeften te voorzien.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het orgaan van de Verenigde Naties (VN) dat de wetenschap over klimaatverandering beoordeelt. Men spreekt ook wel van het VN-klimaatpanel.
De landbouw is belangrijker dan we denken: we moeten allemaal eten en voor enkele miljarden mensen is het zowat hun hele bestaan... al laten wereldmarkt en voedselindustrie hen zwaar in de steek. Eigenlijk beleven we zowat permanent een wereldwijde voedselcrisis die nochtans al die tijd vermijdbaar is. De aangename waarheid dat familiale boeren de wereld kunnen voeden dringt maar niet door.Over eten, al wat ermee samenhangt en al wie erbij betrokken is, heeft de Pala website veel te bieden. Vind de links die u snel verder brengen.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Zonder belastingen geen goede samenleving. Welvaartsstaten zijn maar mogelijk omdat ze vooral via een progressieve inkomensbelasting de inkomens deels kunnen herverdelen, de sociale zekerheid (mee) financieren en investeren in o.a. goed onderwijs, gezondheidszorg en best ook een duurzame economie met nuttig werk voor iedereen.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
voor velen een vanzelfsprekend goede zaak want perfecte concurrentie op een volledig vrije markt bevordert economische efficiëntie en leidt tot lagere prijzen. Die ideale mededinging is echter bedreigd wanneer er maar één (monopolie) of enkele (oligopolie) aanbieders zijn, door prijsafspraken of door fusies tussen concurrenten. Velen vrezen dat in een steeds vrijere wereldmarkt onbegrensde concurrentie ons zuur zal opbreken als ze niet samen gaat met afdwingbare mondiale sociale en milieunormen. Anders leidt die concurrentie tot slechtere loon- en arbeidsvoorwaarden, sociale achteruitgang, afbraak van de welvaartsstaat, milieuverloedering en ondermijning van de democratie. In arme landen zoals Bangladesh, India en Sri Lanka zijn door de toegenomen concurrentie de lonen in de kledingindustrie sinds het eind van vorige eeuw zelfs gedaald. Werkweken van zeventig uur zijn geen uitzondering en talrijk zijn de inbreuken tegen de vakbondsvrijheid. Nog altijd is er kinder- en dwangarbeid. De druk die van de economische globalisering uitgaat vernietigt werkgelegenheid in het formele circuit om die te vervangen door niet-gereglementeerd thuiswerk en productie in illegale ateliers. Natuurlijk is dat werk slechter betaald, zijn contracten ver te zoeken en is er geen sprake van sociale bescherming of controle op veiligheid en gezondheid.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Om van waardig werk te kunnen spreken, moet het gaan om het uitoefenen van werk waarvoor men vrij kiest en dat een inkomen oplevert dat de behoeften van zichzelf en van het gezin dekt.Menswaardig werk respecteert tevens de arbeidsrechten van mensen. Hiertoe behoren fundamentele werknemersrechten zoals het recht op organisatie, op collectieve arbeidsonderhandelingen én op gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Om van waardig werk te kunnen spreken, moet het gaan om het uitoefenen van werk waarvoor men vrij kiest en dat een inkomen oplevert dat de behoeften van zichzelf en van het gezin dekt.Menswaardig werk respecteert tevens de arbeidsrechten van mensen. Hiertoe behoren fundamentele werknemersrechten zoals het recht op organisatie, op collectieve arbeidsonderhandelingen én op gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Om van waardig werk te kunnen spreken, moet het gaan om het uitoefenen van werk waarvoor men vrij kiest en dat een inkomen oplevert dat de behoeften van zichzelf en van het gezin dekt.Menswaardig werk respecteert tevens de arbeidsrechten van mensen. Hiertoe behoren fundamentele werknemersrechten zoals het recht op organisatie, op collectieve arbeidsonderhandelingen én op gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
Als we van lokaal tot globaal onze welvaart willen produceren op een wijze die tegelijk ecologisch én sociaal duurzaam is, hebben we krachtige overheden nodig die de huidige economie in die richting sturen. Want de vrije markt kan veel maar blijkt impotent om snel de hele wereldbevolking inkomen, werk en fatsoenlijk leven te bieden in een omgebouwde economie die niet langer de ecologische pijngrenzen doorboort.
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
In juni 1998 keurt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) de Verklaring over de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk goed. Daarin worden volgende vijf fundamentele arbeidsnormen opgesomd, te vinden in acht Conventies:
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Het loopt niet altijd even vlot, maar overal ter wereld geven steeds meer mensen uiting aan hun emancipatiedrang. Werknemers, boeren, vrouwen, landlozen, consumenten, minderheden, activisten voor milieu, mensenrechten, cultuur... ze verenigen zich in tal van organisaties. Op dat maatschappelijke middenveld tussen individu en overheid - de civiele samenleving dus - wordt het gelukkig alsmaar drukker. Daar is er met andere woorden veel sociale beweging.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
Niet alleen de markten en de economie hebben zich geglobaliseerd. Ook de sociale spelers organiseren zich gaandeweg ‘globaal’. Eind januari 2001 verzamelen zich duizenden mensen uit de hele wereld in de Zuid-Braziliaanse havenstad Porto Alegre voor het eerste Wereld Sociaal Forum (WSF) plaats.
2000 deelnemers zorgden op zaterdag 21 september 2002 voor een vliegende start van het Belgisch Sociaal Forum. Meer dan 150 organisaties hadden vooraf hun handtekening gezet onder de beginselverklaring van het Forum. Belgische vakbonden, NGO's, klassieke en nieuwe sociale bewegingen vonden elkaar voor een gemeenschappelijk project.
In navolging van het Wereld Sociaal Forum ontstaan al gauw ook continentale en regionale sociale fora. Het eerste Europees Sociaal Forum dateert al van in 2002 en grijpt plaats in het Italiaanse Firenze. Later volgen Parijs in 2003, Londen in 2004 en Athene in 2006. Tienduizenden vertegenwoordigers van sociale bewegingen uit heel Europa debatteren over de strijd voor een democratisch, sociaal en solidair Europa en over de rol van Europa in de wereld. Een Europees Sociaal Forum neemt meestal vier tot vijf dagen in beslag. De tienduizenden aanwezigen voeren het debat met elkaar over de toekomst van de beweging en gaan na of er gemeenschappelijke campagnes mogelijk zijn. Ze treffen elkaar in duizenden workshops, seminaries of in grote meetings. Op die manier ontstaan er steeds sterkere Europese netwerken rond een heleboel uiteenlopende thema’s. De sociale bewegingen blijven zeker en vast ook actief op het nationale en lokale niveau, maar nu zeventig procent van nieuwe nationale wetgeving het gevolg is van Europese richtlijnen en afspraken, moet meer dan ooit ook op Europees niveau een sociale tegenmacht worden opgebouwd. zie ook Belgisch Sociaal Forum, Wereld Sociaal Forum
zie Internationaal Monetair Fonds
Na de beurscrash van 1929, de economische crisis en zelfs ineenstorting wereldwijd, de massaal door dictaturen weggespoelde democratieën en het inferno van de Tweede Wereldoorlog dat 52 miljoen mensenlevens eist, kan de mensheid eindelijk puin ruimen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
De begrippen transitie en ontwikkeling lijken nu vaak tot heel aparte werelden te behoren. Maar voor wie begaan is met duurzaamheid, leunen ze net heel dicht tegen elkaar aan. Want zowel bij ontwikkeling als bij transitie gaat het erom hoe een situatie die niet duurzaam is, te ontwikkelen of een overgang te laten maken richting (meer) duurzaamheid. Ze zijn dus ten onrechte uit elkaar geslagen.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
zie Internationaal Monetair Fonds
Waar het in de wereld in grote mate om draait. Al te vaak gereduceerd tot staatsmacht of zelfs tot militaire staatsmacht waarbij nog niet zo lang geleden enkel maar twee zogenaamde supermachten meetelden, de VS en de voormalige Sovjetunie. Dat kleine groepen een terroristische machtspositie kunnen uitbouwen, beseffen we nu ook. Maar er zijn veel andere vormen van macht in onze globaliserende wereld, vooreerst economische en financiële macht. De opkomst van Oost-Azië heeft vooral met die macht te maken, de sleutelpositie van multinationals eveneens en bovenal de dominantie van financiële groepen. Er is de politieke macht, hard nodig om de economische macht zonodig te corrigeren; ze komt op wereldvlak meer dan één maatje te kort. Cultuur, kennis en technologie bieden in hoge mate het vermogen om het leven en het samenleven te organiseren. Op het snijvlak van cultuur en economie is er de stijgende mediamacht die de agenda van de publieke opinie meer en meer beheerst. Religies en levensovertuigingen laten hun soms sterke invloed gelden in de wereld.In een steeds complexere mondiale samenleving zijn er talloze vormen van macht en machtsuitoefening die voortdurend op elkaar inwerken. Omdat onze wereld snel verandert, betekent dit ook dat bestaande machtsverhoudingen vlugger onder druk kunnen komen.
zie Internationaal Monetair Fonds
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Ontwikkelingslanden die financieel in de problemen komen, moeten zeker nog in de jaren tachtig en negentig aankloppen bij het Internationaal Monetair Fonds. Heel dikwijls krijgen zij dan een structureel aanpassingsprogramma opgelegd als voorwaarde om hulp te krijgen. Het doel daarvan is om het land in staat te stellen zijn schulden terug te betalen.Altijd krijgen die landen een monetaristische politiek te slikken die de munt devalueert, de overheidsuitgaven drastisch naar beneden haalt en alle economische inspanningen op de export richt.Die zware bezuinigingen halen meer dan eens de gezondheidszorg, het onderwijs en de landbouwondersteuning onderuit. In feite verplicht men die landen elk sociaal-economisch beleid op te geven en een sociale politiek te vergeten.De forse muntdevaluatie maakt het leven veel duurder en verhoogt de schuld in reële termen. Wanneer je daarenboven zowat alle arme landen datzelfde beleid opdringt, stort je hen allemaal samen in een neerwaartse concurrentiespiraal.Een vlammende kritiek op dat beleid van het Internationaal Monetair Fonds komt van Joseph Stiglitz, de Nobelprijswinnaar economie van 2001 en voormalig topeconoom bij de Wereldbank. Heel overtuigend beschrijft hij in zijn in 2002 verschenen boek Perverse globalisering hoe het IMF tientallen landen het slechtst denkbare economische beleid opdringt. Altijd opnieuw is het resultaat een veel diepere economische crisis dan zou moeten, veel meer werkloosheid, armoede en verloren welvaartsproductie.
Is samen met het IMF opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook daar).Ze bestaat uit de Internationale Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en de Internationale Associatie voor Ontwikkeling. De Wereldbank telt 185 landen-aandeelhouders. Met 16,45 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een blokkeringsminderheid. Erg democratisch functioneert de Bank dus niet.Samen vormen IMF en Wereldbank zowat het mondiale ministerie van financiën. Terwijl het IMF zich concentreert op het monetaire en budgettaire beleid van landen, verschaft de Wereldbank leningen om hun ontwikkeling te financieren. In het begin leent zij aan het verwoeste naoorlogse Europa, later aan ontwikkelingslanden.In de praktijk vormt de Wereldbank één as met het IMF en wendt zij haar financiële macht aan in het kader van het gezamenlijk voorgestane beleid van structurele aanpassing. Die benaming mag dan na kritiek in onbruik geraken, daarom is de doelstelling van IMF en Wereldbank om economieën open te gooien, om ze te liberaliseren en te privatiseren, nog niet veranderd.De gevolgen voor de betrokken samenlevingen blijven al even dikwijls asociaal en zelfs dramatisch. Uit onvrede over dat beleid neemt de vice-voorzitter van de Wereldbank, Joseph Stiglitz, in 2001 ontslag. Hij schrijf zijn kritiek neer in het boek Perverse globalisering (zie ook onder structureel aanpassingsprogramma).
Na de beurscrash van 1929, de economische crisis en zelfs ineenstorting wereldwijd, de massaal door dictaturen weggespoelde democratieën en het inferno van de Tweede Wereldoorlog dat 52 miljoen mensenlevens eist, kan de mensheid eindelijk puin ruimen.
het IMF is - samen met de Wereldbank - opgericht in 1944 in Bretton Woods (zie ook onder dat trefwoord).185 landen zijn lid. Met bijna 17 procent van de stemmen bezit de VS – de grootste aandeelhouder – als enige een vetorecht. Beslissingen vereisen immers een meerderheid van 85 procent. Erg democratisch functioneert het IMF dus niet. De Europese Unie kan ook boven die 15 procent drempel uitkomen maar slaagt er niet in gezamenlijk op te treden.Het IMF moet de wereldeconomie in goede banen leiden en houdt zich daarom bezig met de ondersteuning van munten, de financiële stabiliteit en de kredietverlening aan staten.Maar er rijst kritiek op zijn groeimodel en het éénzijdige en onvoorwaardelijke geloof in liberalisering en privatisering. De IMF activiteit blijft immers niet zonder gevolgen voor het sociale beleid van landen.Lidstaten die steun wensen van IMF en Wereldbank moeten hun economie aanpassen en die structurele aanpassingsprogramma’s voorzien dikwijls zware besparingen met nefaste gevolgen voor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegenheid, armoedebestrijding.Zeker t.a.v. ontwikkelingslanden in geldnood is het IMF heel machtig want ze zijn afhankelijk van het Fonds om aan geld te geraken bij financiële instellingen. De macht in het Fonds is verdeeld volgens het aandeel dat landen hebben in het kapitaal. Veel macht dus voor wie veel geld heeft, voor de rijke landen. Dan is het wel vreemd dat de landen van de Europese Unie met veel meer kapitaalsinbreng dan de VS, er niet in slagen om hun meer sociale opvattingen, hun concept van de welvaartstaat en van de sociaal en ook ecologisch gecorrigeerde markteconomie door te drukken.Het is dus niet zonder reden dat er mondiaal protest te horen is tegen het IMF en dat de internationale vakbondswereld en de Internationale Arbeidsorganisatie wijzen op de negatieve sociale gevolgen en druk uitoefenen. Het IMF moet dringend zijn historische opdracht terugvinden, namelijk om de economieën en het geldverkeer zo te begeleiden dat de levensstandaarden verhogen, iedereen werk heeft en we kunnen leven in een meer welvarende en vreedzame wereld.De jongste jaren verliest het Internationaal Monetair Fonds van zijn pluimen en zijn invloed. Nogal wat ontwikkelingslanden betalen hun schulden af om af te raken van hun afhankelijkheid. Vooral in Azië onderzoeken de nieuwe succesvolle economieën, die op een immense berg geld zitten, of er alternatieven zijn voor het IMF. En zelfs de regeringen van arme landen hebben nu de keuze om niet langer aan te kloppen bij IMF of Wereldbank maar leningen aan te gaan bij bijvoorbeeld China.
Ontwikkelingslanden die financieel in de problemen komen, moeten zeker nog in de jaren tachtig en negentig aankloppen bij het Internationaal Monetair Fonds. Heel dikwijls krijgen zij dan een structureel aanpassingsprogramma opgelegd als voorwaarde om hulp te krijgen. Het doel daarvan is om het land in staat te stellen zijn schulden terug te betalen.Altijd krijgen die landen een monetaristische politiek te slikken die de munt devalueert, de overheidsuitgaven drastisch naar beneden haalt en alle economische inspanningen op de export richt.Die zware bezuinigingen halen meer dan eens de gezondheidszorg, het onderwijs en de landbouwondersteuning onderuit. In feite verplicht men die landen elk sociaal-economisch beleid op te geven en een sociale politiek te vergeten.De forse muntdevaluatie maakt het leven veel duurder en verhoogt de schuld in reële termen. Wanneer je daarenboven zowat alle arme landen datzelfde beleid opdringt, stort je hen allemaal samen in een neerwaartse concurrentiespiraal.Een vlammende kritiek op dat beleid van het Internationaal Monetair Fonds komt van Joseph Stiglitz, de Nobelprijswinnaar economie van 2001 en voormalig topeconoom bij de Wereldbank. Heel overtuigend beschrijft hij in zijn in 2002 verschenen boek Perverse globalisering hoe het IMF tientallen landen het slechtst denkbare economische beleid opdringt. Altijd opnieuw is het resultaat een veel diepere economische crisis dan zou moeten, veel meer werkloosheid, armoede en verloren welvaartsproductie.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
zie Wereldhandelsorganisatie
zie Wereldhandelsorganisatie
zie Wereldhandelsorganisatie
zie Wereldhandelsorganisatie
zie Wereldhandelsorganisatie
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie of WTO die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
zie Wereldhandelsorganisatie
Binnen de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) onderhandelen regeringen, werknemers en werkgevers over arbeidsconventies en aanbevelingen. Daarin leggen zij de overeengekomen arbeidsnormen vast. Sinds 1919 zijn reeds 189 conventies en 205 aanbevelingen goedgekeurd (2019). Daarmee is een conventie echter niet meteen afdwingbaar in alle lidstaten van de IAO. Een conventie wordt maar dwingend wanneer een lidstaat ze ratificeert.
zie Wereldhandelsorganisatie
zie Wereldhandelsorganisatie
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Boerenbewegingen zijn de meest succesrijke antiglobalisten in de rijke landen. Daar slagen ze erin om de landbouw in grote mate buiten de wereldmarkt te houden. Zo verwerven ze een leefbaar inkomen. Wereldwijd pleiten boerenbewegingen voor een leefbaar platteland via de afscherming van regionale markten en raken ze het erover eens dat ze elkaar niet de duvel mogen aandoen met exportsubsidies. Samen met de arbeidersbeweging en de milieubeweging vormen ze de sterkste motors van de andersglobaliseringsbeweging.
Vanaf 1999 is het wereldwijde protest en verzet tegen de dominante globalisering heel zichtbaar. Wat al deze mensen drijft, is scepsis over een wereld waar de economie voorrang krijgt op de mens, de welvaart steeds ongelijker verdeeld raakt, de mensenrechten in de verdrukking komen, de ecologische ravages onvoorstelbaar groot zijn en de besluitvorming over dat alles ondemocratisch verloopt.
zie Wereldhandelsorganisatie
Meer dan in andere continenten hebben de (meeste) Europese landen werk gemaakt van hun gemeenschappelijke belangen en hun samenwerking soms verregaand uitgebouwd. Over het belang van en de uitdagingen voor hun Europese Unie handelen volgende PALA artikels:
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Engelse afkorting voor de Algemene Overeenkomst inzake de Handel in Diensten Daarover wordt onderhandeld binnen de Wereldhandelsorganisatie of WTO die zich tot doel stelt de wereldhandel vrijer te maken. Diensten zijn in de meeste landen veel belangrijker dan landbouw of industrie. Ze maken echter amper 20% uit van de wereldhandel. Toch ambieert de WTO om ook de handel in diensten te liberaliseren. Er is een groeiende vrees dat zo zelfs onderwijs of gezondheidszorg koopwaar worden terwijl dat toch in de eerste plaats publiek of cultureel goed is, en slechts deels een economisch goed.
Een vrije markt zorgt dikwijls voor meer concurrentie, hogere productiviteit en betere producten of diensten die ook goedkoper zijn. Maar in de huidige globalisering is het idee-fixe gegroeid dat de markten nooit vrij genoeg kunnen zijn, dat alle handelsverkeer geliberaliseerd moet worden en de economische vrijheid absoluut moet zijn.
Engelse afkorting van een verdrag uit 1994 dat vanaf 1 januari 1995 de intellectuele eigendomsrechten regelt in het internationale verkeer. Voluit luidt de Engelse benaming Trade Related Intellectual Property Rights. Het TRIPS-verdrag geeft de bezitter van een patent minstens 20 jaar om dat recht uit te oefenen. Voor auteursrechten is dat 50 jaar.
Wanneer de internationale handel geen enkele rem krijgt opgelegd - geen douanerechten, geen belastingen en geen wettelijke beperkingen - spreekt men van vrijhandel. Dat is vanzelfsprekend een theoretische situatie die nooit helemaal in praktijk raakt omgezet. Alle landen hebben altijd hun economie op één of andere wijze in bescherming genomen. En zowat alle welvaartstaten en opkomende economieën hebben hun industrialisering en hun ontwikkeling verwezenlijkt achter grotendeels gesloten grenzen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Al te makkelijk krijgt een mens te horen dat landbouw een steeds kleiner deel is van onze economie, versta, een verwaarloosbaar deel. Feit blijft dat het de landbouw is die zorgt voor de energie die de mens broodnodig heeft, we moeten namelijk allemaal eten om te leven. Voldoende en gevarieerd eten is ook cruciaal voor onze gezondheid.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Vind Pala artikels die inzoomen op de rol van geld, financiële crisis, falen van grootbanken en alternatieven.Onder Dexia zijn meer artikels te vinden over de ineenstorting van deze wereldwijd opererende fantoombank.
Zowat overal ter wereld is het vooral werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, arbeid is niet hetzelfde als contractuele loonarbeid voor een werkgever. Onnoemelijk veel mensen werken voor zichzelf en hun familie of als zelfstandige, ze zijn landbouwer, veeteler, visser, handelaar, kapper of kleermaker. Altijd is cruciaal of men genoeg verdient om behoorlijk te leven wat voor de helft van de mensen niet het geval is. De meeste landbouwers verdienen ronduit slecht. Heel veel werk in de zwarte of informele economie is onderbetaald. En ook de talrijke zogenaamde hamburgerjobs bieden een salaris onder het levensminimum. Nog erger is dat er gewoon veel te weinig werk is.De wereld staat dus voor de zware uitdaging om voldoende nuttig en fatsoenlijk betaald werk te creëren voor iedereen die wil werken. Probleem is dat de huidige globalisering vrijheid en rechten voor geld, goederen en diensten creëert zonder de rechten van arbeid te beschermen. Zo komt onze ambitie om iedereen loon naar werken te bieden in de verdrukking. De beloning voor wie werkt daalt en ze stijgt voor kapitaal. Die ongelijke machtsverdeling brengt ook grotere inkomensongelijkheid en meer armoede mee.
Is naast arbeid, grondstoffen en kennis één van de middelen die ons helpt om welvaart te scheppen. Kapitaal kan variëren van grond tot zware industriële infrastructuur tot ruime financiële middelen. Ons grootste kapitaal om economische rijkdom voort te brengen is ongetwijfeld de Aarde. Als we er duurzaam mee omspringen, is het een onuitputtelijke bron van zuiver water, voedsel, hernieuwbare energie en hernieuwbare grondstoffen. Het is wel ironisch om vast te stellen dat ons economische systeem die Aarde zwaar miskent en dus eigenlijk zeer antikapitalistisch tekeergaat.
Armoede is in de eerste plaats een gevolg van een gebrek aan inkomen. En dat gebrek is geen natuurramp. Mensen of samenlevingen zijn arm en verdienen te weinig omdat ze niet over de middelen en mogelijkheden beschikken om welvaart te creëren, of omdat de gecreëerde welvaart onvoldoende verdeeld geraakt. En soms hebben ze de pech dat het allebei waar is, dat de weinige welvaart terecht komt bij maar heel weinig mensen. Die ongelijke inkomensverdeling heeft alles te maken met ongelijke machtsverdeling. Om meer inkomen te verwerven en dus armoede te bestrijden is het nodig dat mensen meer te zeggen krijgen, dat ze meer politieke en economische macht verwerven dus. In die strijd speelden en spelen sociale bewegingen, vooral de werknemersbewegingen, een cruciale rol. Het belang van behoorlijk vergoed werk om fatsoenlijk te kunnen leven kan bijna onmogelijk overschat worden. Vandaar dat ook het realiseren van dit recht op werk nooit teveel kan worden beklemtoond.
het verrichten van werk zonder erkenning of contract en dus buiten elke wettelijke regeling, zonder sociale rechten, zonder sociale bescherming ook en meestal onder slechte arbeidsvoorwaarden. Niet verwonderlijk is dergelijk werk veelal onzeker, weinig productief, onderbetaald of ronduit slecht betaald en zijn de inkomens heel wisselend.Hun informele arbeid kunnen informele werkers – als ‘werknemer’ of ‘kleine zelfstandige’ - zowel binnen als buiten informele ondernemingen uitvoeren. Vanzelfsprekend zijn ze uitermate kwetsbaar. Contracten afdwingen zit er niet in voor hen, eigendomsrechten hebben ze niet, ze zijn onbeschermd tegen gevaarlijke of vervuilende stoffen, zelfs hun veiligheid is allerminst gegarandeerd. Zich syndicaal organiseren, zich laten vertegenwoordigen en zich laten horen is aartsmoeilijk. Hun toegang tot publieke diensten is laag of onbestaande.Het gaat om een grote en uiterst verscheiden groep: straatventers, kledingarbeiders, transporteurs, huispersoneel, sekswerkers, straatvegers, schoenpoetsers, … Hun informele economie blijft groeien. Meer en meer mensen moeten werken zonder degelijk loon en zonder sociale bescherming, zowel in de arme als in de rijke landen. In heel Sub-Sahara Afrika is de informele werkgelegenheid de voorbije tien jaar gestegen tot 70 en soms zelfs 90 procent. Binnen deze grote groep mensen zijn de vrouwen oververtegenwoordigd. Omdat er geen werk is in de formele economie, zoeken mensen voor zichzelf een broodwinning. Ook is er een toenemende vervaging van de grens tussen formele en informele economie. Zo hebben perfect ‘formele’ bedrijven toch een aantal ‘informele’ werknemers in dienst.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Om van waardig werk te kunnen spreken, moet het gaan om het uitoefenen van werk waarvoor men vrij kiest en dat een inkomen oplevert dat de behoeften van zichzelf en van het gezin dekt.Menswaardig werk respecteert tevens de arbeidsrechten van mensen. Hiertoe behoren fundamentele werknemersrechten zoals het recht op organisatie, op collectieve arbeidsonderhandelingen én op gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
De IAO dateert uit 1919, is daarmee één van de oudste internationale organisaties en is gevestigd in Genève. Na de Tweede Wereldoorlog groeit zij binnen de Verenigde Naties uit tot de dochterorganisatie die gespecialiseerd is in sociaal beleid.
Begin jaren zeventig introduceerde de Internationale Arbeidsorganisatie de term ‘informele sector’ om de activiteiten te beschrijven van de werkende armen: ze werken erg hard maar hun werk is niet erkend, geregistreerd, beschermd of geregeld door één of andere overheid. De meeste zijn te vinden in ontwikkelingslanden.In 2002 schat de IAO het aantal werkende armen in de wereld op 530 miljoen: zij verdienen niet genoeg om hun gezin aan een inkomen te helpen van één dollar per gezinslid.Maar ook in rijke landen, zeker in bv. Italië of België, bestaat het fenomeen van de onofficiële economie. Dan praten we over het woekerende zwartwerk en de verdoken productie in bijvoorbeeld illegale kledingateliers, de bouw, horeca, tuinbouw en fruitpluk, of de transportsector.In die informele sectoren van zowel de arme als de rijke landen liggen de lonen of wat daarvoor moet doorgaan bijna altijd veel lager. Wie daar moet werken is gelukkig als hij min of meer kan rondkomen, want meestal levert dat werk niet genoeg op om van te leven. En daar moet nog bij verrekend worden dat er van werkzekerheid zelden sprake is, evenmin als van sociale zekerheid. Voor pensioenen, ziekte, werkloosheid is niets geregeld, om van vakantiegeld of kinderbijslag maar te zwijgen.Het fenomeen dat iemand wel werk heeft maar te weinig verdient om fatsoenlijk te leven, beperkt zich echter niet tot die informele arbeidssectoren. Vooral in de Verenigde Staten is de jongste jaren het aantal onderbetaalde formele banen fors gegroeid. Bijna iedereen kan er aan werk geraken, maar met die lage salarissen blijft men ruim onder het levensminimum hangen. En het gaat hier om miljoenen jobs.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
zie Internationale Arbeidsorganisatie
Begin jaren zeventig introduceerde de Internationale Arbeidsorganisatie de term ‘informele sector’ om de activiteiten te beschrijven van de werkende armen: ze werken erg hard maar hun werk is niet erkend, geregistreerd, beschermd of geregeld door één of andere overheid. De meeste zijn te vinden in ontwikkelingslanden.In 2002 schat de IAO het aantal werkende armen in de wereld op 530 miljoen: zij verdienen niet genoeg om hun gezin aan een inkomen te helpen van één dollar per gezinslid.Maar ook in rijke landen, zeker in bv. Italië of België, bestaat het fenomeen van de onofficiële economie. Dan praten we over het woekerende zwartwerk en de verdoken productie in bijvoorbeeld illegale kledingateliers, de bouw, horeca, tuinbouw en fruitpluk, of de transportsector.In die informele sectoren van zowel de arme als de rijke landen liggen de lonen of wat daarvoor moet doorgaan bijna altijd veel lager. Wie daar moet werken is gelukkig als hij min of meer kan rondkomen, want meestal levert dat werk niet genoeg op om van te leven. En daar moet nog bij verrekend worden dat er van werkzekerheid zelden sprake is, evenmin als van sociale zekerheid. Voor pensioenen, ziekte, werkloosheid is niets geregeld, om van vakantiegeld of kinderbijslag maar te zwijgen.Het fenomeen dat iemand wel werk heeft maar te weinig verdient om fatsoenlijk te leven, beperkt zich echter niet tot die informele arbeidssectoren. Vooral in de Verenigde Staten is de jongste jaren het aantal onderbetaalde formele banen fors gegroeid. Bijna iedereen kan er aan werk geraken, maar met die lage salarissen blijft men ruim onder het levensminimum hangen. En het gaat hier om miljoenen jobs.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Het menselijke leven is nooit zeker en dus niet vrij van risico’s; of het vergt extra inspanningen om mensenrechten waar te maken.Zo vormen gewilde kinderen de toekomst van de samenlevingen en mogen ze geen last zijn.Wie ziek is, heeft recht op de best mogelijke verzorging en op een gewaarborgd inkomen voor zichzelf en voor wie afhankelijk is van dat inkomen om te kunnen leven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
het verrichten van werk zonder erkenning of contract en dus buiten elke wettelijke regeling, zonder sociale rechten, zonder sociale bescherming ook en meestal onder slechte arbeidsvoorwaarden. Niet verwonderlijk is dergelijk werk veelal onzeker, weinig productief, onderbetaald of ronduit slecht betaald en zijn de inkomens heel wisselend.Hun informele arbeid kunnen informele werkers – als ‘werknemer’ of ‘kleine zelfstandige’ - zowel binnen als buiten informele ondernemingen uitvoeren. Vanzelfsprekend zijn ze uitermate kwetsbaar. Contracten afdwingen zit er niet in voor hen, eigendomsrechten hebben ze niet, ze zijn onbeschermd tegen gevaarlijke of vervuilende stoffen, zelfs hun veiligheid is allerminst gegarandeerd. Zich syndicaal organiseren, zich laten vertegenwoordigen en zich laten horen is aartsmoeilijk. Hun toegang tot publieke diensten is laag of onbestaande.Het gaat om een grote en uiterst verscheiden groep: straatventers, kledingarbeiders, transporteurs, huispersoneel, sekswerkers, straatvegers, schoenpoetsers, … Hun informele economie blijft groeien. Meer en meer mensen moeten werken zonder degelijk loon en zonder sociale bescherming, zowel in de arme als in de rijke landen. In heel Sub-Sahara Afrika is de informele werkgelegenheid de voorbije tien jaar gestegen tot 70 en soms zelfs 90 procent. Binnen deze grote groep mensen zijn de vrouwen oververtegenwoordigd. Omdat er geen werk is in de formele economie, zoeken mensen voor zichzelf een broodwinning. Ook is er een toenemende vervaging van de grens tussen formele en informele economie. Zo hebben perfect ‘formele’ bedrijven toch een aantal ‘informele’ werknemers in dienst.
Op basis van informeel werk ontwikkelt zich een geheel van economische activiteiten dat zich volledig of grotendeels afspeelt buiten de wet, buiten formele regels. Dat is dikwijls zo omdat deze activiteiten buiten het bereik van de wet vallen. Of het gebeurt dat de wet officieel wel van toepassing is maar in de praktijk niet wordt toegepast of niet wordt afgedwongen. Noem het gerust de zwarte of grijze economie.Om een misverstand te vermijden, het is niet zo dat de informele economie geen regels zou kennen, ze heeft haar eigen regels die voor buitenstanders niet altijd makkelijk te doorgronden zijn.Veel meer dan in de formele economie is wie werkt in de informele economie arm, en binnen die informele economie zijn de vrouwen opvallende armer dan de mannen.Toch is er geen volledige tweespalt tussen beide economieën. ‘Werkende armen’, mensen die wel werk hebben maar te weinig verdienen om aan de armoede te ontsnappen, zijn zowel te vinden in de formele als in de informele economie. De twee vloeien in elkaar over en beïnvloeden elkaar. Zo concurreren informele bedrijven oneerlijk wanneer ze geen belastingen of sociale zekerheid betalen.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
Heel verschillend van de verbruikers- of producentencoöperatie is de werknemerscoöperatie.In een werknemerscoöperatie zijn namelijk de werknemers de coöperanten. Zij zijn dus de eigenaars en de bazen van en in hun eigen coöperatief bedrijf, in hún coöperatie.
Heel verschillend van de verbruikers- of producentencoöperatie is de werknemerscoöperatie.In een werknemerscoöperatie zijn namelijk de werknemers de coöperanten. Zij zijn dus de eigenaars en de bazen van en in hun eigen coöperatief bedrijf, in hún coöperatie.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Wanneer consumenten, producenten, werknemers of gewoonweg mensen zich vrijwillig verzamelen en samenwerken in een autonome vereniging om hun gemeenschappelijke behoeften te bevredigen, vormen zij een coöperatie. Die is economisch bedrijvig maar niet om maximale geldelijke winst na te streven voor haar aandeelhouders. Ze halen er voordelen uit die ze onmogelijk individueel zouden kunnen realiseren.
Heel verschillend van de verbruikers- of producentencoöperatie is de werknemerscoöperatie.In een werknemerscoöperatie zijn namelijk de werknemers de coöperanten. Zij zijn dus de eigenaars en de bazen van en in hun eigen coöperatief bedrijf, in hún coöperatie.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Met werknemers bedoelen we zeker al wie in dienst werkt van een bedrijf of organisatie. Maar wie de wereld rond kijkt, merkt al vlug dat een massa mensen werken zonder arbeidscontract, zonder een formele werkgever te hebben.We verstaan onder werknemers dus ook de kleine boeren en kleine zelfstandige ondernemers die in het Zuiden, bij gebrek aan werk in de formele economie, een eigen zaakje opzetten in de informele sector en op die manier trachten te overleven.
Nog altijd zijn vakbonden, samen met boerenbewegingen, veruit de grootste sociale organisaties die de wereld kent. Nog altijd zijn vakbonden het allerbeste instrument voor werknemers om hun belangen te verdedigen. Samen staan ze sterker om goede loons- en arbeidsvoorwaarden af te dwingen, om er met andere woorden voor te zorgen dat zij fatsoenlijk kunnen leven van hun werk en dat zij kunnen werken in behoorlijke en veilige omstandigheden. Slechts als ze samen optreden, kunnen werknemers beletten dat hun loons- en arbeidsvoorwaarden achteruitgaan of hun werk zelfs verdwijnt, en daarmee ook hun inkomen.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
Betaald werk is op onze wereld nog altijd de belangrijkste wijze om aan een inkomen te raken. Zowat overal is het werken geblazen om te kunnen leven.Let wel, werk of arbeid is lang niet alleen contractuele loonarbeid voor een werkgever.
vormen een belangrijke motor van de huidige globalisering.Flink geholpen door technologische (r)evoluties zijn zij op de vrijgemaakte markten de drijvende kracht achter economische globalisering. Ze dragen onmiskenbaar bij tot de welvaart op onze wereld. Weinigen weigeren hun producten of diensten.
Dirk Barrez is auteur en hoofdredacteur van Pala.be, een website/nieuwsbrief die hij startte in 2001/2003 en antwoorden zoekt voor een meer sociale, ecologische en democratische wereld. Van 1989 tot 2011 was hij VRT-tv-journalist en reportagemaker voor Panorama en Terzake. In totaal schreef hij 18 boeken.
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Het meest wezenlijke kenmerk van een stationaire economie is dat de doorstroom van alle materialen en energievormen binnen een ecologisch duurzame schaal blijft.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Hoe je het ook draait of keert, al onze welvaart komt van onze Aarde. Heel langzaam beginnen we een vervelende maar steeds belangrijker waarheid te erkennen. We kunnen ons niet veroorloven dat de talrijke economische activiteiten die we allemaal samen uitoefenen de draagkracht van onze planeet te boven gaan. Pas in de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de mensen zich ervan bewust geworden dat de planeet waarop ze leven veel weg heeft van een kwetsbaar ruimteschip. Dat moeten we piekfijn in orde houden want we kunnen niet zonder.
Het fenomeen dat bij zwaar uit hun evenwicht gebrachte systemen het zo vertrouwde eenvoudige en evenredige verband tussen oorzaak en gevolg niet langer blijkt te spelen.
Globalisering of mondialisering is het proces waardoor mensen, producten, informatie, geld, grondstoffen makkelijker en sneller van de ene naar de andere plaats in de wereld kunnen worden gebracht. Daardoor is de wereld kleiner geworden en is er veel meer wederzijdse afhankelijkheid tussen landen.
Eerlijke wetenschappers en echte wetenschap zijn hard nodig om de komende decennia met zo min mogelijk kleerscheuren door te komen.Een goede samenleving steunt in grote mate op gedegen wetenschap. Zij is cruciaal om charlatans te weren. Meest uitgesproken is dat zo in gezondheidskwesties.Maar het is opletten dat een terechte verdediging wetenschap niet immuniseert voor gerechtvaardigde vragen, bedenkingen en kritiek.Vind de tegelijk kritische en opbouwende Pala artikels over wetenschap en wetenschappers
Is vanaf 1995 de opvolger van het vrijhandelsakkoord GATT.De Wereldhandelsorganisatie – meestal aangeduid met zijn Engelstalige afkorting WTO - is een intergouvernementele organisatie waarbinnen de ruim 151 lidstaten afspraken maken over hun onderlinge internationale handel.De WTO is machtiger geworden omdat het GATT-overlegforum is uitgegroeid tot een heuse permanente instelling met een eigen, interne rechtspraak. Bij conflicten tussen haar 151 lidstaten treden WTO-experten op als rechters die bindende uitspraken doen, en indien nodig, eveneens zware sancties uitvaardigen. In het internationale recht is dat zeer bijzonder. Het maakt van de WTO meteen één van de machtigste instellingen ter wereld.Bovendien kan de WTO meer thema’s op de onderhandelingstafel leggen dan de GATT. Naast de industriële producten, komen nu ook de landbouwproducten, diensten (zie ook GATS) en intellectuele eigendomsrechten (zie ook TRIPS) ter sprake.De Wereldhandelsorganisatie is de drijvende kracht achter de liberalisering of vrijmaking van de wereldhandel. Steeds lagere handelstarieven of handelsbarrières, dat is het devies. Of de werknemers en het milieu niet in hun rechten worden geschaad blijkt allerminst de zorg van de WTO. De fundamentele sociale rechten of arbeidsnormen kunnen geen aanspraak maken om opgenomen te geraken in haar handelsakkoorden. Als het van de WTO afhangt leven we in een wereld waarin de rechten van goederen en diensten wereldwijd afdwingbaar zijn maar niet de vakbondsvrijheid of het gezondheidsrecht van de Europeanen om de import van Amerikaans hormonenrundvlees tegen te houden.Vooral sinds de WTO-conferentie in Seattle in 1999 rijst daartegen wereldwijd protest van vakbonden, boerenbewegingen, milieuorganisaties, enzovoort verzameld in de andersglobaliseringsbeweging.Sinds de WTO conferentie in 2003 in Cancun slaagt de organisatie er niet meer in om akkoorden te sluiten. Voor het eerst vormen de ontwikkelingslanden daar een krachtig blok dat geen genoegen neemt met wat de Verenigde Staten, de Europese Unie en Japan beslissen.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatverandering, de zeespiegel zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economie zullen moeten heropbouwen.Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappen van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegel na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.Meer over de stijging van de zeespiegel in deze Pala artikels:
Economie omvat alles wat met de creatie, bevordering en verdeling van welvaart en welzijn te maken heeft. De economie is de draaischijf voor onze behoeften en ambities, zowel van de mens als van de samenleving. Het gaat erom de schaarse middelen zo goed mogelijk te gebruiken om aan de behoeften en ambities te voldoen. Economie is dus kiezen: kiezen welke behoeften vervuld worden en welke ambities worden nagestreefd, en welke niet.
De grootste ijskappen op Aarde zijn die van Antarctica en van Groenland.Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatverandering, de zeespiegel zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economie zullen moeten heropbouwen.Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappen van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegel na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.Meer over de stijging van de zeespiegel in deze Pala artikels:
Wellicht het meest sprekende van allemaal aan klimaatverandering, de zeespiegel zal stijgen, deze eeuw en ook volgende eeuwen. Vanaf de tweede helft van deze eeuw, en meer nog volgende eeuwen, zullen we delta’s en kustregio’s moeten ontruimen… en de toekomst zal leren tot hoever landinwaarts onze nazaten hun steden en economie zullen moeten heropbouwen.Want ze lopen topzware risico’s met de ijskappen van Groenland en zelfs van Antarctica. Twee cijfers: indien de opwarming uit de hand loopt en de ijskap op Groenland smelt, stijgt de zeespiegel na verloop van tijd met maar liefst zeven meter. Smelt zelfs Antarctica, dan komt er, weliswaar op termijn van vele honderden jaren, tot zestig meter water bij... en loopt met andere woorden het grootste deel van Nederland en Vlaanderen gaandeweg onder.Meer over de stijging van de zeespiegel in deze Pala artikels:
gratis e-brief en vrij toegankelijke website over globalisering. PALA zoomt regelmatig in op de problemen van onze globaliserende wereld, op de mogelijke alternatieven en op hoe de wereld werk maakt van verbetering. De website bevat een wiki woordenboek dat duidelijk en liefst kort belangrijke begrippen verheldert; en biedt ook een kijk op de boeken die hoofdredacteur Dirk Barrez schreef waarvan vele sterk samenhangen met de website.
De grootste ijskappen op Aarde zijn die van Antarctica en van Groenland.Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.
Het natuurlijk broeikaseffect zorgt ervoor dat het op Aarde lekker warm is met gemiddeld 15°C. Maar te veel CO2 en andere broeikasgassen in de atmosfeer versterken dat broeikaseffect en vele wetenschappers waarschuwen voor de door de mens veroorzaakte extra opwarming en klimaatverandering. Ze wijzen op de gevaren van o.a. een stijgende zeespiegel, toenemend natuurgeweld en (te) snel opschuivende klimaatzones. Vind meer uitleg en een overzicht van belangrijke Pala artikels over klimaatverandering met links naar bronnen
De grootste ijskappen op Aarde zijn die van Antarctica en van Groenland.Indien de Groenlandse ijskap volledig smelt, verhoogt het zeeniveau met zeven meter.